De komende 15 jaren
De wilde-haver-bestrijding
in Zeeland
De Franse wintertarwerassen
SLA ACHT OP DE FEITEN EN BEHOUDT HET VERTROUWEN
MOOIT tevoren heeft de landbouwwereld tegenover zo'n grote uitdaging
W gestaan om in de eerste levensbehoeften te voorzien als in de komende
15 jaar het geval zal zijn. De uitdaging komt voort uit de taak gesteld door de
wereldbevolking, een taak die een buitengewone omvang kan bereiken in de
zeventiger jaren als de wereldbevolkingstoename met dezelfde snelheid
doorgaat als op het ogenblik.
Eén ding is zeker. De wereldbehoefte aan voedsel en natuurlijke vezels
neemt bijna explosief toe. Veel van de grondstoffen die nodig zijn om aan
deze overweldigende vraag te voldoen moeten voortgebracht worden door de
Verenigde Staten, Canada en West-Europa. Aldus de heer W. A. Williams,
president-commissaris van Deere Co en lid van de onlangs opgerichte
nationale adviserende voedsel- en vezelcommissie in Amerika, tijdens een
rede in Chicago,
Wij ontlenen de volgende passages uit deze inleiding, die voor onze lezers
interessant zijn omdat daarin een aantal problemen worden besproken die
ook in Nederland aktueel zijn.
I\E Verenigde Staten liggen in het produktieve
centrum van de Noordamerikaanse kontinen-
tale landbouwgordel, die grotendeels valt tussen
de 30° en 55° noordelijke breedtegraad. Buiten
deze breedten vermindert de landbouwproduktivi-
teit sterk, wat te wijten valt aan onvoldoende bo
demkwaliteit of klimaat of beide. Onder de ge
bieden van de vrije wereld die in de noordelijke
gematigde luchtstreek liggen, kennen alleen delen
van Canada, West-Europa en Japan de kombinatie
van buitengewoon goede gronden en een gunstig
HET Landbouwschap heeft onlangs voor de gehele
provincie Zeeland de wllde-haver-verordening
van kracht doen worden. In verband hiermede willen
wij er nu reeds op wijzen dat het instellen van deze
verordening in houdt dat de landbouwers verplicht
zijn om alle wilde haverplanten die op het bedrijf
voorkomen, te verwijderen en te vernietigen voordat
deze planten het zaad hebben kunnen laten vallen.
Aangezien de wilde haver over langere tijd kiemt, en
zodoende ook niet alle planten tegelijk de pluim laten
zien, is het gewenst de percelen in de loop van juni/
juli enkele malen te controleren op de aanwezigheid
van dit zo schadelijke onkruid. Met name zomergranen
en ook erwten en vlas zijn in dit opzicht gevaarlijk,
wat beslist niet zeggen wil dat in wintertarwe, rogge,
bieten of aardappelen geen wilde haver zal voor
komen.
Er kunnen zich bijzondere omstandigheden voor
doen, waarbij het aantal wilde haverplanten zo groot
is dat aan opschonen praktisch niet meer valt te den
ken. Voor deze percelen kan ontheffing van de voor
schriften worden aangevraagd bij de gewestelijke
raad van het Landbouwschap te Goes. Indien onthef
fing wordt verleend, zal daarbij onder meer als voor
waarde worden gesteld, dat op de percelen welke niet
met de hand kunnen worden geschoond in het vol
gende voorjaar een bestrijding met chemische mid
delen zal moeten worden toegepast.
Het is duidelijk dat een verordening als deze slechts
zijn volle nut kan afwerpen als bij de betrokkenen,
d.w.z. zowel bij de boer als bij de controlerende in
stantie, voldoende medewerking en begrip bestaat
voor eventuele moeilijkheden die zich vooral In een
eerste jaar kunnen voordoen.
Voorlichting omtrent het herkennen en verwijderen
van wilde haverplanten alsmede betreffende de be
strijding in het algemeen, geven de rijkslandbouw-
voorlichtingsdiensten te Axel en Goes.
UET meest opvallende ten opzichte van de si-
tuatie in Nederland is de veel langzamer ras
pen wisseling In Frankrijk. Het daar nog steeds
meest bekende ras Cappelle stamt uit. 1946! Is
feet te gewaagd hieraan de gedachte te verbinden,
flat dan ook de vooruitgang in produktie in Frank
rijk minder snel gaat? Aldus een samenvatting
van De Stichting Nederlands graancentrum uit
ten Franse publikatie „Vier jaren rassenproeven
wintertarwe in Frankrijk". Uit deze publikatie
felijkt dat van de voor 1959 ingeschreven nieuwe
Franse rassen alleen het ras Artois een gemiddel
de opbrengst heeft als Cappelle. Van de na 1959
ingeschreven rassen zijn slechts enkele naar
voren gekomen zoals „Floren", die in het zuiden
yan Frankrijk produktiever is dan Cappelle, voor
al door zijn vroegheid. In het noorden is de ge
voeligheid van dit ras voor bruine en zwarte roest
een nadeel.
Het nieuwe ras „Somme" komt eveneens iets
hoger dan Cappelle en is ook minder gevoelig
voor gele roest. In het N.-O. van Frankrijk zijn
vooral de meer winterharde rassen zoals Akel,
Hivernal, een verbetering zowel wat betreft op
brengst als oogstzekerheid.
Overigens blijkt uit een overzicht „Graanteelt
en graanproduktie in de E.E.G." dat in Nederland
de gemiddelde opbrengst per ha, onder meer van
tarwe en gerst, in vergelijking met de andere
E.E.G.-landen, nu nog veruit de hoogste is.
klimaat zoals de Verenigde Staten van Amerika
die hebben. In de kommunistische wereld bereiken
alleen Oost-Europa, de Russische Ukraine en klei
ne delen van Oost-China vergelijkbare landbouw-
mogelijkheden en zij zijn niet in staat gebleken
voldoende voedsel voor de kommunistische landen
te produceren.
Grote delen van Azië tussen de 30° en 55° breed
tegraad hebben onvoldoende regenval, arme gron
den, of zijn ruw en bergachtig. Daarbij komt dat
voor sommige Aziatische gebieden met redelijk
produktieve gronden en een goed klimaat ernstige
belemmeringen voor een produktieve landbouw
optreden door gebrek aan kapitaal en technische
kennis en door een overvloed aan tegenwerkende
tradities en instellingen.
Beneden de equator, in de zuidelijke gematigde
luchtstreek, omvat deze gordel voornamelijk
oceaan. De landbouwstreken van betekenis liggen
daar in Argentinië, het zuidpuntje van Afrika, een
streepje Australië en Nieuw-Zeeland. Wanneer we
het bruikbare land, het land dat werkelijk geschikt
is voor landbouw, optellen in de voornaamste
„groene gordels", komen we tot de verontrustende
slotsom dat de wereld voor een belangrijk deel van
zijn landbouwproduktie, tenminste in de komende
15 jaar, allereerst afhankelijk zal zijn van vier -pro
cent van de totale landbouwoppervlakte van de
wereld.
Dit is het schrikbeeld van de wereldlandbouw-
kapaciteit. Bouwland zal weer een nieuwe en kri
tische betekenis krijgen in de komende 15 jaar.
INGRIJPENDE VERANDERINGEN
STAAN TE WACHTEN
EEN van de meest bedenkelijke kanten van de
bevolkingsuitbarsting is dat het merendeel
van de toename zich juist ontwikkelt in die ge
bieden die de minste mogelijkheden hebben om
zichzelf van voedsel te voorzien. Azië, Afrika en
Latijns-Amerika waren voor de tweede wereld
oorlog alle exporteurs van granen. Tegenwoordig
kennen deze landen een importbehoefte. Latijns-
Amerika, het werelddeel met het grootste graan
overschot vóór de oorlog, werd een tekort-gebied
in 1960. Deze landen hebben hiermee een van hun
allerbelangrijkste inkomstenbronnen voor buiten
landse valuta, die ze zo hard nodig hebben voor
de financiering van hun eigen binnenlandse ont
wikkeling, verloren.
Uiteindelijk moeten de minder ontwikkelde lan
den hun oogstopbrengsten per ha opvoeren, ze
moeten hun eigen landbouwproduktiviteit ver
hogen. Maar dit zal veel moeite kosten en grote
sommen gelds vergen die ze nu niet hebben. Over
schakeling op nieuwe methodes zoals intensief ge
bruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en meer
irrigatie werken, mogelijk zelfs met gebruik van
gedestilleerd zeewater, zal nodig zijn. Dit alles zal
zijn tijd moeten hebben, tijd die de wereld niet kan
geven in de wedloop tegen de bevolkingstoename.
Zo wordt het duidelijk dat, wil een katastrofale
hongersnood voorkomen worden, de belangrijkste
landbouwgebieden, met name Noord-Amerika en
West-Europa, zullen moeten voorzien in een toe
nemend deel van de wereldvoedselbehoefte in de
kritieke periode van de zeventiger jaren. Dit wijst
op ingrijpende veranderingen in de toekomst voor
de wereldlandbouw, veranderingen die zich al
kenbaar maken in het Amerikaanse landbouwbe
drijf en die spoedig ook zullen opduiken in andere
belangrijke landbouwlanden.
DE ZAKENMAN-BOER
DE historie van de mechanisatie-revolutie in
Amerika is een ieder bekend. Nu ontvouwt
zich echter een nieuwe revolutie in de Verenigde
Staten, ontketend door een nieuw type boer, de
zakenman-boer. Het sleutelwoord van deze nieuwe
revolutie is: bedrijfsvoering! Het is een revolutie
in de landbouwbedrijfsvoering.
Voor het merendeel zijn de nieuwe zakelijk op
gezette boerderijen nog familiebezit en worden
vanuit de familie bestuurd. Maar ze gaan hoe lan
ger hoe meer lijken op de firma's in andere in
dustrieën. De hoofdlijn in de hedendaagse Ameri
kaanse landbouw is een afnemend aantal bedrijven
en werkers in de landbouw, een toenemende ge
middelde bedrijfsgrootte en een groeiend belang
van een hoogproduktieve akkerbouw, welke goed
is voor het overgrote deel van de bedrijfsopbrengst.
TOENEMENDE MECHANISATIE
TEGENWOORDIG zijn er mogelijk minder dau
drie miljoen bedrijven in de Verenigde Sta
ten. Binnen de 15 jaar zal dit aantal teruglopen tot
beneden de twee miljoen. Wanneer het aantal be
drijven is afgenomen zal het aantal werkers in de
landbouw ook sterk teruggelopen zijn. Er zijn er
nu nog zes miljoen, in 1980 misschien nog geen
vier miljoen.
Het afnemen van het aantal werkers is zowel
oorzaak voor als gevolg van de mechanisatie.
Terwijl hoge en nog stijgende lonen de werk
nemers wegtrekken uit de landbouw, vervangen
nieuwe en steeds produktievere machines hun
plaatsen. De mechanisatie heeft een belangrijke
rol gespeeld in de produktiviteitstoename van 75
per manuur in de laatste tien jaren.
De nieuwe bedrijfsvoering vereist een zeer be
kwame landarbeider, een werker die in staat is het
hoogst mogelijke uit de nieuwe, steeds ingewik
kelder landbouwmachines te halen.
Verschillen tussen landbouwwerk en industrie-
arbeid verdwijnen. De toekomstige loonniveau's,
werktijden en bijkomende vergoedingen voor de
landarbeid zullen meer in overeenstemming wor
den gebracht met die, zoals men die in de indus
trieën kent. Dit betekent dat de landbouw eigen
lonen en arbeidsovereenkomsten moet samenstel
len, afgestemd op haar eigen omstandigheden.
Doet ze dit niet, dan zal ze overeenkomsten opge
drongen krijgen zoals de andere industrieën die
kennen en die de landbouw wezensvreemd zijn.
ZWARE TAAK
DE. nieuwe zakelijke boeren hebben een zware
taak voor de boeg in de bedrijfsvoering op
grotere, próduktievere bedrijven gedreven met
minder werkkrachten. Hun vraag naar landbouw
werktuigen is er een afspiegeling van, ze vragen
om grote machines. Niet alleen grotere afmetin
gen, maar ook meer kapaciteit; het vermogen oirt
meer werk, vlugger, goedkoper en gemakkelijker
klaar te krijgen. Bijvoorbeeld, in de afgelopen 15
jaar is het vermogen van de traktoren verdubbeld
van 30 tot 60 pk. De vraag naar meer vermogen
gaat steeds door en er zijn nog geen tekenen van
enige vermindering.
Naast deze grotere kapaciteit is er vraag naar
werktuigen die de werkzaamheden vereenvoudi
gen. Minimale bewerking en minder keren over
het land. Aanbouwwerktuigen die bij het zaaien
tegelijk de ziekte- en onkruidbestrijding uitvoeren
en de kunstmest inbrengen.
De boeren van vandaag zien een nauwere plant-
afstand als een mogelijkheid om de opbrengst te
verhogen en meer van hun land te halen doordat
zo intensiever gebruik wordt gemaakt van het
aanwezige vocht, zonlicht en voedingsstoffen. Deze
ontwikkeling vraagt geheel nieuwe systemen voor
de bedryisuitrusting.
GEEN VREES
VOOR DE LANDBOUWTOEKOMST
DE veranderingen die te zien zijn in de Ameri
kaanse landbouw herhalen zich over de hele
wereld. West-Europa volgt Amerika daarbij dicht
op de hielen. Daar is de neiging naar grotere kapa-
citeiten ook al heel duidelijK. Het gemiddelde trak-
torvermogen is sinds 1955 bijvoorbeeld in West-
Duitsland in kortere tijd verdubbeld dan de ver
dubbeling in Amerika duurde. Toch is het gemid
delde vermogen van de nu verkochte traktoren in
Duitsland nog maar 34 pk.
Hoewel het nog wel enige tijd zal duren voor de
West-Europeanen zoveel produktiekapaciteit in
handen van de boer zullen hebben als in Amerika
het geval is, gaat de ontwikkeling toch bijzonder
snel.
President Johnson heeft opgeroepen tot een al
gemene inventarisatie bij de instelling van de Na
tionale Ad vies-Kommissie voor voedsel en natuur -
vezels. Hij heeft gevraagd de bestaande en de mo
gelijke landbouwpolitiek en de daarmee verbon
den buitenlandse handelspolitiek op hun waarde
te toetsen.
Deze zorgvuldig af te wegen naarmate ze ons
treffen als boer, als werknemer, als konsument en,
naarmate ze betekenis hebben voor de hele natie,
als verschijnsel in de nationale ekonomie en in de
buitenlandse betrekkingen.
Hiermee heeft de president een geweldige op
dracht gegeven, maar niettemin een zeer aantrek
kelijke opdracht uit oogpunt van de ontspruitende
wereldvraag naar voedsel en vezels en de beperkt
heid van de wereldlandbouwkapaciteit.
De ekonomische en militaire hulp van de Ver
enigde Staten heeft al veel uitgewerkt, eerst bij
de wederopbouw van verwoeste landen na de
tweede wereldoorlog, en later bij de verdediging
van de vrije wereld tegen kommunistische infil
traties.
Maar de honger wordt steeds overheersender en
dreigt ernstige vormen aan te nemen. Voor de toe
komst belooft voedsel een sterker vredeswapen te
zijn dan kanonnen. Een wapen waarover de kom
munistische wereld zelfs niet kan hopen te be
schikken.
Er is dan ook geen reden voor vrees voor de
toekomst van de landbouw met deze geweldige
taak voor ons. En zij die werken in de landbouw
kunnen trots zijn op de gelegenheid die ze hebben
om mee te werken in de grote krachtmeting tussen
voedselvoorziening en wereldbevolkingstoename.