Gunstige vooruitzichten
Lucerneprjjs
Landbouwrisico over 1965
Organisatie en produktie
11
OVERLEG BRENGT EEN
EVENWICHTIGER MARKT
TOT STAND
De groenvoeder droogkam-
pagne is dit jaar vroeg be
gonnen. Op 26 april werd de
eerste partij gedroogd bij de
Coöperatieve Groenvoeder-
drogerij te Scherpenisse. Een
nieuw seizoen is begonnen.
De teler vraagt zich af wat
het dit jaar zal gaan opbi en-
gen.
VERBRUIK
FT 1950 heeft een meng-
plicht bestaan voor in
lands gedroogd groenvoer in
de mengvoeders. Hierdoor
was de afzet van gedroogd
produkt verzekerd. Later
heeft een mengplicht geldend
voor de CLO-mengvoeders de
binnenlandse afzet onderhou
den. Deze mengplicht is ge
baseerd op de ervaring dat de
gezondheidstoestand van het
vee aanmerkelijk bevorderd
wordt door het caroteen in
het gedroogde produkt. Ook
de partikuliere mengvoeder
fabrikanten gebruiken om
deze reden gedroogd groen
voer als grondstof. Het ge
bruik van groen voeder-brok
jes is in de laatste jaren ook
goed ingeburgerd. Het dient
als gedeeltelijk vervanger van
krachtvoer. Enerzijds is hier
bij de gemakkelijke vorm van
het produkt van betekenis. De
opslag geeft evenmin problemen als het voeren. Anderzijds heeft de prijs
een rol gespeeld. Het produkt is enkele jaren betrekkelijk goedkoop geweest,
waardoor veel veehouders het hebben leren kennen.
Ook nu de prijzen stijgen blijven zij het groenvoederbrokje gebruiken. Het
totale verbruik in Nederland lag vorig jaar op ruim 200.000 ton gedroogd
produkt. Hiervan hebben de coöperatieve drogers 77.000 ton geproduceerd,
de partikuliere 44.000 ton en de rest van de behoefte werd gedekt door im
porten; voornamelijk uit Amerika en Frankrijk.
IMPORTEN
HET zijn deze Amerikaanse importen die de prijs enige tijd gedrukt heb
ben. Gedroogd groenvoeder is een geliberaliseerd produkt en kan dus
vrijelijk geïmporteerd worden. Van deze omstandigheid heeft Amerika ge
bruik gemaakt om zijn overschotten te ruimen. Hierbij is sprake geweest van
prijsdumping op de Europese markt. Momenteel is de wereldvoorraadpositie
aan de krappe kant zodat de verbruikersprijzen aantrekken. Ze zijn opgelopen
tot 28,a 29,per 100 kg. De prijzen zullen in het komende seizoen aan
getrokken blijven. Ook wanneer de voorraadpositie ruimer wordt.
In CIDE-verband wordt nu namelijk met de Amerikaanse exporteurs
regelmatig overlegd over de behoefte, de voorziening en de prijzen,
zodat overmatige importen in het vervolg zoveel mogelijk vermeden
kunnen worden. Geen der partijen heeft belang bij een te lage prijs.
AFZETREGELING
IYE afzet van de coöperatieve handelsarogers is geregeld. Met Cebeco loopt
een handelsovereenkomst, waarbij Cebeco de gehele produktie opneemt.
Op basis van kwaliteit, vastgesteld en gekontroleerd door de CLO-kontrole,
wordt afgerekend tegen een vaste basisprijs gekoppeld met een wekelijkse
verrekenprijs, die wordt vastgesteld aan de hand van de marktprijs. Het
prijsverschil tussen basisprijs en marktprijs wordt verrekend tussen Cebeco
en het verkoopkantoor; ieder de helft, zowel ten voordele als ten nadele. De
afzet is dus geregeld en de prijs zeker gesteld.
Voor de groenvoederteler betekent dit uitzicht op een meer rendabele geld-
opbrengst per ha. Verwacht mag worder dat in de naaste toekomst een op
brengst van 1.000,tot 1.100,per ha tot de goede mogelijkheden gaat
behoren. Tegen deze prijzen wordt de lucerneteelt ook aantrekkelijk voor
akkerbouwers die een behoorlijke financiële opbrengst per ha nodig hebben
om op korte termijn voldoende bedrijfsrmtabiliteit te halen. Vandaar dat een
bredere waardering voor de groenvoederproduktie verwacht wordt. Ook al
door de lage produktiekosten van de lucerne, de geringe arbeidsbehoefte bij
de teelt en de duidelijk gunstige nawerking in de bodemstruktuur. Dit zal lei
den tot een ruimere eigen voorziening van de binnenlandse markt, waardoor
de prijsinvloeden van importen gedrukt zullen worden.
L. C. C. GOES']
nE Nederlandsgroenvoederdrogerijen zijn in twee groepen
georganiseerd. De coöperatieve drogerijen zijn lid van de
Vereniging van Coöperatieve Grasdrogerijen in Nederland. De
partikuliere groep kent een verband in de Vereniging van Neder
landse Grasdrogerijen.
Tussen de beide verenigingen funktioneert een overlegorgaan,
dat zich voornamelijk met markttechnische onderwerpen bezig
houdt. Vanuit dit kollege wordt Nederland vertegenwoordigd in
het CIDE, een overlegorgaan op Europees niveau. Jaarlijks vindt
in CIDE-verband een bespreking plaats tussen de vertegenwoor
digers uit de E.E.G.-landen en Denemarken. Ook de Amerikaanse
exporteurs laten zich daarbij vertegenwoordigen. In dit kollege
vindt uitwisseling plaats van gegevens en gedachten over pro
duktie, import, export, verbruik en prijzen.
De zogenaamde handelsdrogersdie zich voornamelijk in het
akkerbouwgebied bevinden, hebben een centraal verkoopkantoor,
dat de afzet van hun produktie verzorgt.
IV E produktie en het verbruik van groenvoederbrokjes in
J-' Nederland zijn vanaf de tweede wereldoorlog sterk ge
stegen. Onder begeleiding van de rijksdienst voor landbouwherstel
is de lucerneteelt sterk ter hand genomen op de geïnundeerde
gronden in Zuidwest-Nederland. Tegelijkertijd speelde een grote
behoefte aan zelfvoorziening in krachtvoeders. Onze ekonomische
positie liet het niet toe schaarse dollars te besteden voor impor
ten van krachtvoedergrondstoffen. Het gedroogde groenvoeder-
produkt bleek een goede vervanger. De stichting van drogers
werd om deze redenen aangemoedigd door onder andere de finan
ciering sterk te vergemakkelijken. Naast de drogerij van de firma
Timmerman in Goes, die reeds in 1942 gesticht is, werden de
coöperatieve drogerijen in Scherpenisse en Zierikzee gebouwd in
1946 en 1947. In 1951 kwam de coöperatieve droger te Klaaswaal
tot stand en werden de bedrijven te Scherpenisse en Zierikzee
uitgebreid. De coöperatieve drogerijen te Sluiskil en Kortgene
zijn van nog jongere datum en werden geheel voor eigen rekening
gefinancierd. Ook in West-Brabant werd een initiatief genomen
om een coöperatieve drogerij te stichten. Dit initiatief heeft ertoe
geleid dat de Westbrabantse telers gingen deelnemen in de dro
gerij te Scherpenisse, die hiermee een aanmerkelijk bredere basis
kreeg.
(Vervolg van pag. 9)
drukt in een percentage van het premie-inkomen. De tussen haakjes genoemde
percentages zijn de uitkomsten in 1964.
Branche Premiebedrag Schadebedrag Perc. schade
W.A.-verzekering 529.419,64 472.558.22 89,2 (87.2)
Ongevallen 1.146.727,42 862.734,55 75,0 (76,0)
Ziekengeld 692.866,87 370.709.45 53,5 (52.5)
Arbeidsongeschiktheid 161.196,84 146.101,— 90,6 (10,0)
Totaal
2.530.210,77
1.852.103,22
73,2 (69,5)
UITKOMSTEN AFD. ZEELAND
Wat de uitkomsten in de afd. Zeeland betreft, deze liggen belangrijk gun
stiger dan het landelijke gemiddelde (tussen haakjes uitkomsten 1964).
Branche Premiebedrag Schadebedrag Perc. schade
W.A.-verzekering 64.171,09 42.007,53 65,5 (68,7)
Ongevallen 155.678,61 63.092,21 40,5 (43,6)
Ziekengeld 98.093,32 45.486,71 46,4 (31,3)
Arbeidsongeschiktheid 22.745,17 2.274,52 10,0 (10,0)
Totaal
ƒ340.688,19
152.860,97
44,9 (43,4)
Rekening houdend met het feit, dat de onkosten van Landbouw Risico reeds
32 °/o bedragen valt uit het overzicht op te maken, dat de W.A.-verzekering
een verlies heeft opgeleverd. In 1964 was het niet veel beter.
Het W.A.-risico blijft stijgen. Dit was dan ook de reden, dat de W.A.-tarieven
per l-l-'66 zijn aangepast, om te voorkomen, dat het verlies nog groter wordt.
Met name de ziekengeldverzekering heeft, evenals in 1964, goede result
opgeleverd.
De uitkomsten in Zeeland zijn zodanig, dat zelfs ook de W.A.-branche nog
een sluitende exploitatie te zien geeft. De overige branches t.w. ongevallen-,
ziekengeld- en arbeidsongeschiktheid hadden een ruim overschot. Het ge
middelde schadepercentage in Zeeland ligt ruim 25 beneden het landelijk
gemiddelde. Dit was niet alleen over 1965 en 1964 het geval, maar ook de
jaren daarvoor.
Dat Zeeland belangrijk gunstiger uitkomsten heeft moet een oorzaak heb
ben. De bedrijfsopbouw, mentaliteit etc. zijn o.i. als de belangrijkste factoren
te noemen.
Het wordt ten hoogste tijd, dat deze gunstige uitkomsten gehonoreerd
worden! de L.