KNLC MAU RITS RLE IN 23 Vergadering Hoofdbestuur K.N.L.C. Bezwaren tegen loonadvies H College niet akkoord 6 :;:;wS MKmm;' WwmM Het hoofdbestuur van het K. N. L. C. hield zich in zijn vergadering van 3 mei j.l. weer met een aantal actuele zaken bezig. Vee en vlees, Ontwikkelings- en Sane ringsfonds en E. E. G.-prijsvoorstellen waren daarvan wellicht de belangrijkste. Uiteraard kwam ook het enkele weken geleden gepubliceerde urgentieprogramma ter sprake De vergadering stond deze keer onder leiding van de onder-voorzitter, de heer G. M. Lambers, omdat de heer ir. Knottnerus deelnam aan het I. F. A. P- congr^te Londen. URGENTIEPROGRAMMA De vergadering maakte het dagelijks bestuur een compliment voor de wijze waarop het uitvoering had gegeven aan het besluit van de vorige keer om een urgentieprogramma van het K. N. L. C. op te stellen. Dit gold dan zowel de inhoud van het programma als de pre sentatie daarvan. Het hoofdbestuur be sefte, dat op dit moment over de con crete uitwerking weinig te zeggen viel, omdat veel afhangt van de nodige sa menwerking met de andere landbouw organisaties en met organisaties als die van b.v. het midden- en kleinbedrijf. Het hoofdbestuur sprak de hoop uit, dat het komende overleg hierover spoedig tot tastbare resultaten zou kunnen leiden. VEE EN VLEES Het hoofdbestuur besteedde uitvoerig aandacht aan de ernstige gevolgen, die het optreden van mond- en klauwzeer had en nog heeft voor de varkensmarkt. Het hoofdbestuur nam met ontstem ming kennis van de wijze waarop som mige E. E. G.-partners de veterinaire voorschriften en omstandigheden mis bruiken ten nadele van de Nederlandse varkenssector. Het verwacht, dat de Nederlandse overheid zijn uiterste best zal blijven doen om de uitvoer van vee en vlees te doen hervatten en om de gevolgen voor de veehouderij van de maatregelen van de andere landen tot een minimum te beperken. Het mond en klauwzeer kan thans met recht wor den beschouwd als niet meer in Neder land voor te komen. Niet de onbegrij pelijke Duitse invoermaatregelen, maar wel het opengaan van Italië geeft enige verlichting, de grote verbetering zal echter moeten komen van een herstelde export naar Frankrijk. Zolang die er nog niet is, zal de Nederlandse regering hebben te zorgen voor een bodem in de varkensmarkt. Daarom dienen pre mieregelingen voor opslag van buiken en hele varkens en eventuele extra-ex portrestitutiemaatregelen onverkort te worden voortgezet tot het prijspeil weer enigermate lonend is en blijft. Het hoofdbestuur bevestigde nog maals zijn verder ingenomen standpunt, dat in de toekomst effectieve bestrij dingsmaatregelen tegen het mond- en klauwzeer geboden zijn, w.o. het syste matisch enten in een bepaalde buffer zone. ONTWIKKELINGS- EN SANERINGSFONDS Het hoofdbestuur heeft met instem ming kennis genomen van het besluit van de regering om extra middelen be schikbaar te stellen voor het voldoen aan de vele aanvragen voor subsidiëring van gebpuwenverbetering en montage stallen. Het hoofdbestuur sprak de hoop uit, dat de voor de toewijzing opgestelde nadere maatstaven met de nodige soe pelheid gehanteerd zullen worden. Voorts zal moeten worden nagegaan of niet meer verbeteringsobjecten voor subsidiëring in aanmerking zouden kunnen komen, zodat b.v. ook akker bouwbedrijven geholpen zouden kunnen worden. Ook objecten, die meer in de afzetsfeer liggen, zouden financiële sti mulering kunnen behoeven, zo niet via het O. en S.-fonds dan via andere ka nalen. E. E. G.-PRIJSVOORSTLLLEN Het Landbouwschap heeft reeds een eerste reactie gegeven op de voorstellen van de E. E. G.-commissie inzake de gemeenschappelijke prijzen van belang rijke landbouwprodukten. Het hoofdbe stuur wilde zich daar graag bij aan sluiten, vooral waar gepleit wordt voor mogelijkheden om telkenjare voor en na het ingaan van die uniforme prijzen deze te herzien aan de hand van de ont wikkeling van de produktiekosten. Het hoofdbestuur heeft zijn misnoegen uit gesproken over de officiële Nederlandse houding t.o.v. de slachtrunderprijzen. Andermaal heeft de Nederlandse overheid in Brussel gepleit voor relatief lage prijzen van slachtvee; zij is blijk baar nog steeds niet bereid een logische aanpassing aan een hoger E. E. G.- niveau te doen plaatshebben. Wat het reeds gepubliceerde Land bouwschapsstandpunt betreft zag het hoofdbestuur nog gaarne als aanvulling hierop, dat de georganiseerde landbouw zich uitsprak voor de vaststelling van een groter en juister berekend quotum voor de Nederlandse suikerfabrieken in het kader van de voorgestelde E. E. G.- regeling garantiebeperking suiker. ET College van Rijksbemiddelaars heeft bezwaar ge maakt tegen het loonadvies van de Hoofdafdeling. Een loonsverhoging van 9'/i met daarboven een premiever hoging voor het bedrijfspensioenfonds passen naar het oor deel van het College niet binnen de voor dit jaar toelaat bare loonkostenstijging. De regering immers stelt zich op het standpunt dat de gemiddelde loonkostenstijging van 1966 niet hoger mag zijn dan 6 a 7 Het College heeft het sein op onveilig gezet hetgeen be tekende dat voor de verdere behandeling van het loon advies een omslachtige procedure in werking trad. Een procedure waarvan zo langzamerhand niemand meer niets begrijpt en waarvan iedereen zo gauw mogelijk vanaf wil. Ook het College voelt zich met de huidige spelregels voor de loonpolitiek bepaald niet gelukkig en beklaagt zich erover dat het praktisch geen mogelijkheid is gelaten om beleid te voeren. De regering is met de gang van zaken niet tevreden omdat zij er niets voor voelt c.a.o.'s aan de lopende band onverbindend te verklaren. Terwijl ook in het bedrijfsleven klachten over het huidige loonsysteem vrij algemeen zijn. STANDPUNT COLLEGE Het loonadvies van de Hoofdafde ling is niet het enige loonvoorstel waartegen het College is opgetre den. De contracten voor de confec tie, de bakkers en de textielindus trie ondergingen hetzelfde lot. In to taal hebben de loonsverhogingen waartegen de bezwaren zich richten betrekking op ca. 250.000 werkne mers. Goedkeuring van deze loon- voorstellen zal betekenen dat de ge middelde loonstijging overeen geko men in alle contracten welke in 1966 zyn afgesloten, oploopt tot 8,4 Een ontwikkeling welke niet past in het regeringsbeleid en bovendien tot na denken stemt. Immers het gaat met de ontwikkeling van onze nationale economie momenteel beslist niet de goede kant op. Zo blijkt uit gegevens welke het Centraal Planbureau deze dagen bekend heeft gemaakt, dat de betalingsbalans zich minder gunstig ontwikkelt dan vorig najaar werd voorzien. Het is dan ook niet on denkbaar dat de regering zich de ko mende maanden genoodzaakt zal zien verdergaande maatregelen in de loonsector te nemen. Dit zal zeker het geval zijn wanneer contractpar tijen zich met hun loonvoorstellen niet voldoende matigen en bovendien mocht blijken dat de economische ontwikkeling inderdaad op retour is. In een dergelijke situatie zou het wel eens kunnen gebeuren dat na de loonontwikkeling in 1966 een loon stop een onafwendbare zaak wordt. Een allerminst aantrekkelijk perspec tief waaraan overigens allerlei as pecten vast zitten. Maar een situatie waarin de loonontwikkeling bij voortduring boven de produktiestij- ging uitgaat is onhoudbaar. Daar zal iets tegen gedaan moeten worden tenzij de wal het schip keert onder meer door een toenemende werke loosheid en alle nare gevolgen van dien. Het is te hopen dat het zover niet komt. Het verslechterde economische kli maat intussen geeft aanleiding tot zorg. De president van de Neder landse Bank heeft hierop onlangs in zijn jaarverslag niet ten onrechte ge wezen. MOEILIJKE SITUATIE Hoewel wij aan de ene kant be grip voor het standpunt van het Col lege hebben haasten wij ons toch hieraan direct toe te voegen dat de thans ontstane situatie voor de land bouw allerminst bevredigend is. Het is een hoogst vervelende zaak dat een gesloten loonakkoord niet althans voorlopig kan worden gereali seerd. Dit geldt zowel voor werkge vers als voor werknemers. De hoog te van de overeengekomen loonsver hoging immers hield ten nauwste verband met een geconstateerde loon achterstand. Hoewel wij ons er zeer wel van bewust zijn dat bij de loon- .niUiDSiiW'twikkeling van de laatste jaren .^od.d-.Wf^^oh iedereen een achterstands- 193 nabe MeffoÓÓl- kan aanvoeren om een extra loonsverhoging te bepleiten menen wij toch, dat op goede gronden kan worden volgehouden dat de loonach terstand in de landbouw onaanvaard bare proporties dreigt aan te nemen. Een achterstand welke de neiging heeft van jaar tot jaar groter te wor den omdat in onze bedrijfsttak de mogelijkheid, prestatiebeloningsstel sels in te voeren vrijwel ontbreekt terwijl de tariefwerkzaamheden van vroeger, bij de moderne bedrijfsvoe ring vrijwel hebben afgedaan. Dit in tegenstelling tot de ontwik keling welke zich elders heeft vol trokken. Zonder twijfel een sterk ar gument om aan de ontstane loonach terstand in de landbouw iets te doen. Want wat heeft men eraan dat de regelingslonen weliswaar in de pas meelopen maar in de praktijk toch blijkt dat de inhoud van het loon zakje dat de landarbeider aan het eind van de week mee naar huis neemt steeds meer achter blijft bij hetgeen andere arbeiders ontvangen. Dit is bepaald niet de methode om de onmisbare arbeidskracht voor onze bedrijfstak te behouden. Hoezeer het op zichzelf een geluk kig verschijnsel mag worden genoemd dat reeds zeer velen onze bedrijfstak hebben verlaten, helemaal zonder arbeiders zullen de bedrijven niet in stand kunnen worden gehouden. De moderne techniek heeft ons in de ge legenheid gesteld per mankracht veel meer werk te verzetten dan vroeger; maar het verloop van arbeiders kan zich ook in een te snel tempo vol trekken en dan dreigt de normale bedrijfsvoering in het gedrang te ko men tenzij de praktijk een uitweg zoekt in het betalen van zwart loon. Een middel dat op de lange duur evenwel erger is dan de kwaal. Van daar dat deze weg geen aanbeveling verdient. WAT NU? De komende weken zal ons leren in hoeverre het College en de regering alsnog bereid zijn goed te vinden dat er aan de land- arbeiderslonen iets extra's ge beurt. Blijkt dit niet het geval te zijn dan zullen partijen opnieuw om de tafel moeten gaan zitten. Waartoe dit zal leiden mogen wij vooralsnog niet voorspellen. Zo lang de nieuwe lonen niet zijn goedgekeurd mogen deze niet wor den toegepast. Dit betekent dat de oude lonen ongewijzigd van kracht blijven, ook al kwam hier en daar reeds een nieuwe c.a.o. tot stand en bleef publikatie van de nieuw overeengekomen lonen niet ach terwege. De geschetste gang van zaken in tussen zal ertoe leiden dat de nieuwe c.a.o.-boekjes helaas ook dit jaar niet op tijd kunnen ver schijnen. Dit is jammer. Het nieu we contract jaar is voor de tuin bouw reeds in februari begonnen en voor de landbouw per 1 mei j.l. Dit betekent dat de nieuwe lonen die naar wij hopen spoedig officieel worden met terugwer kende kracht tot de invoerings datum van de nieuwe c.a.o. zullen moeten worden betaald. Dit met de administratieve narigheid wel ke hieraan voor de werkgever is verbonden. N. A. V.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 6