Wel en wee in deZeeuwsefruitteelt
VRIJDAG 13 MEI 1966
54e Jaargang No. 28
Officieel orqaati van de Muatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland
D!
HET E.E.G.-
SUIKERVOORSTEL
r\UITSERS en Italianen wilden hiervan niets weten, daar
zij een sterke overproduktie vreesden met name door
een grote uitbreiding in Frankrijk (het land met de laagste
prijs en de grootste uitbreidingsmogelijkheden). Dat zou
dan een lagere prijsvaststelling betekenen, waardoor in die
twee landen op rendabele wijze geen bieten meer geteeld
zouden kunnen worden. Hun eigen teelt zou dan verdwij-.
nen overgenomen worden door Frankrijk. Om tal van
redenen (inkomen der boeren, vruchtwisseling, de eigen
suikerindustrie) is een dergelijk stelsel voor hen absoluut
onaanvaardbaar.
Franks-ring bij sbonnt men* Terneuwwt
Mr. J. F. G. SCHL1NGEMANN
lE suikerbietenteelt is voor de akkerbouwbedrijven in
het zuid-westelijk kleigebied een van de peilers,
waarop hun bestaan is gebouwd. Naast deze teelt hebben
vele boeren aanzienlijke investeringen zitten in hun coöpe
ratieve fabrieken. Het is daarom begrijpelijk dat het over
heidsbeleid ten aanzien van de suiker en de suikerbieten
meer dan gewone belangstelling geniet.
Nu ook dit beleid zich naar de E. E. G.-organen in Brus
sel gaat verplaatsen, wordt alles wat zich daar rondom
het moeilijke suikervraagstuk afspeelt met argusogen ge
volgd.
Van alle belangrijke landbouwprodukten waarvoor E.E.G.-
regelingen de eigen nationale regelingen vervangen of gaan
vervangen, is de suiker tot nu toe uitgezonderd. Een regle
ment voor suiker is nog niet aanvaard. Nu de Europese
Commissie in het kader van haar prijsvoorstellen wel een
gemeenschappelijke suiker- en suikerbietenprijs voorstelt
met een hele regeling daaromheen, dreigt een eerste mis
verstand te ontstaan.
Want in een nog niet aanvaard suikerreglement moeten
andere zaken geregeld worden, zoals de wijze van prijs
vaststelling, de manier van levering, de wijze waarop door
de overheden overtollige suiker moet worden ingenomen
en de bescherming tegen de invoer van goedkope suiker
vanuit derde landen en de restituties bij de uitvoer van
E. E. G.-overschotten.
Voorts dient in het suikerreglement te staan dat de Raad
van Ministers telkenjare de prijs voor een bepaalde datum
dient vast te stellen.
DE PRIJSVOORSTELLEN
f-)E huidige prijsvoorstellen behelzen de hoogte van de
prijs met een stelsel, dat volgens de Europese Com
missie nodig is om die prijs te handhaven en dat dient om
de kosten van eventuele overschotten te verdelen over de
E. E. G.-middelen (het Oriëntatie- en Garantiefonds) en de
fabrieken (lees de Hers) die die overschotten voortbren
gen. Hoewel er natuurlijk een nauw verband bestaat tus
sen het suikerreglement en dit stelsel rond de prijsvast
stelling, betreft het hier toch twee verschillende zaken. Wij
willen het in de volgende regelen alleen over het prijsvoor
stel hebben.
VASTGESTELDE PRIJS
DEGINNEN wij dan te stellen, dat in de achter ons lig.-
gende jaren gebleken is, dat er tussen de zes rege
ringen grote meningsverschillen waren. Twee stelsels wer
den bepleit. De Commissie, Frankrijk en Nederland en in
zekere zin België wensten een beïnvloeding van de pro-
duktie door de prijs.
Het betekent een vastgestelde prijs voor alle suiker. Zou
de produktiè in de E. E. G. zich sterk uitbreiden boven het
verbruik, dan zou de prijs lager moeten worden vastge
steld en in het omgekeerde geval hoger.
CONTINGENTERING
Zij bepleitten daarom nationale contingenten. Dat zou
betekenen, dat ieder land zijn eigen teelt zou kunnen be
houden, maar het betekent tevens dat er geen gemeen
schappelijke suikermarkt zou ontstaan. Bovendien, en dat
is zeker niet minder belangrijk worden de bieten dan niet
op de lancere duur daar geteeld, waar het het rendabelste
kan. En dat was immers een van de beweegredenen om
een grote Europese markt te vormen. Om hier een mis-
(Zie verder pag. Z)
In België valt de nachtvorstschade bij appels erg mee, zegt de heer Nicolaï.
De nachtvorst van 14 april, j.l., waar we in Zeeland zo onaangenaam door werden
verrast, heeft alleen in Zuid-Nederland en België schade van betekenis berokkend. Dat
staat nu wel vaat.
In de belangrijkste fruitcentra van West-Duitsland (Bodenseegebied en Neder-Elbe ge
bied) is niets gebeurd en ook Frankrijk is er vrijwel ongeschonden vanaf gekomen. Iri
laatstgenoemd land schijnt de vruchtzetting van de Golden Delicious göëd te zijn ver
lopen. Wel gaan er geruchten dat in Zuid-Frankrijk door wateroverlast bij veel bomen
de wortels verstikt zouden zijn door zuurstofgebrek.
IN BELGIË VALT SCHADE MEE
De eerste berichten spraken vooral van zware schade in het belangrijke gebied rond
Sint Truiden in België en ook in Zuid Limburg. Hoe is de situatie daar op het ogenblik?
In België is men over de appels vrij optimistisch. Er waren veel bloemen bevroren,
doch over het geheel genomen verwacht men nog een normale oogst, omdat er meestal
nog voldoende gave bloemen zijn overgebleven.
Plaatselijk heeft men oogstvermindering bij Golden Delicious, doch dat hoeft nauwelijks
van invloed te zijn op de landelijke produktiè. Soms laat de stand van de Cox's Orange
veel te wensen over, doch dat is waarschijnlijk te wijten aan onvoldoende ontwatering.
De voorlopige indruk is dat er bij de appels meer nadeel is berokkend door de vele
regen, dan door de nachtvorst.
Meer nachtvorstschade is er bij de peren. Vooral de bomen op kwee zijn matig. Er is
betrekkelijk weinig met gibberella gespoten, omdat men bang was daardoor in de beurt
jaren te komen. Het spuiten van Conference werd zelfs ontraden. Waar wel gespoten is,
viel het resultaat vaak tegen, hoewel men de bespuiting direct na de nachtvorst had
uitgevoerd.
Veel schade is er verder bij de Zure Morellen en soms ook bij de pruimen. In 't
algemeen is er verder bij de hoogstammen (die rond Sint Truiden nog zeer veel voor-
koihen) belangrijk minder nachtvorstschade dan bij struiken en spillen.
REDELIJKE OOGST IN ZUID LIMBURG
Ook in Zuid Limburg is men hoopvol gestemd betreffende de appels. Op een aantal
percelen is veel nadeel, maar over het geheel genomen geldt hetzelfde als België. Op
verreweg de meeste bedrijven bleven er genoeg gave bloemen over voor een praktisch
normale oogst.
Veel schade was er bij de peren op kwee. Gibberella bespuitingen hadden hier meestal
wel succes. Verder moet men bedenken dat ca 80% van de peren in Zuid Limburg nog
aan hoogstammen groeit en deze hebben veel minder geleden van de nachtvorst. Daarom
verwacht men toch nog een vrij goede pereoogst.
De schade bij pruimen en kersen is wisselvallig, ook afhankelijk van de boom vorm
(struik of hoogstam) en de hoogteligging. De Morellen zouden ook hier slecht zijn.
Al met al is men thans (begin mei) van mening dat de nachtvorstschade lang niet
zo erg is als eerst werd gevreesd.
Natuurlijk kan straks de oogst door allerlei andere omstandigheden nog tegenvallen.
Er is nog steeds gevaar voor nachtvorst en de vruchtzetting kan ongunstig uitvallen.
Maar het nadeel van de nachtvorst van 14 april lijkt tamelijk beperkt te zijn.
(Zie verder pag. D