VLIEGTUIG
BESPUITINGEN
Mastboom Vliegbedrijf
De Boerenleenbanken in 1965
Wist U dat
Moderne landbouwwerktuigenfabriek
Kongskilde
15
JYE kredietverlening van de plaatselijke boeren-
leenbanken, de overkoepelende organisatie
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank en de Boe-
renhypotheekbank, heeft zich in 1965 in wat rus
tiger banen bewogen dan in het piekjaar 1964. Het
beleggingsbeleid werd beïnvloed door het streven
naar verbetering van het rendement. Van de mid
delen die de boerenleenorganisatie zijn toever
trouwd blijven de gelden met spaarkarakter ver
reweg het grootste deel uitmaken. De verschil
lende via de boerenleenbanken lopende spaarmo-
gelijkheden brachten in 1965 per saldo 377 mil
joen binnen, inclusief rente, waardoor het in totaal
aan spaargelden opgenomen bedrag uitkwam op
ƒ3.198 miljoen, of 13,4 procent meer dan begin
1965. De direct opvraagbare spaartegoeden ver
toonden met 10,5 procent een normale groei: Zij
stegen met 220 miljoen tot 2.135 miljoen.
Intussen is de concurrentie om de spaargelden
in de laatste maanden van 1965 weer scherper ge
worden, zo schrijft de directie van de centrale in
haar verslag. Door deze concurrentie valt een
zekere verwatering waar te nemen van de eisen
inzake de opzegtermijn, hetgeen de directie
niet onbedenkelijk acht. Als deze beweging een
maal op gang is, kan geen enkele spaarinstelling
zich eraan onttrekken. Het geheel van de spaar-
markt biedt op het ogenblik een onrustig beeld,
De ervaring leert dat dit op den duur niet bevor
derlijk is voor het sparen.
Het huidige hoge renteniveau kan in zekere zin
gezien worden als de prijs, die de spaarinstellingen
moeten betalen voor de inflatie, waaraan zij ove
rigens part noch deel hebben. De directie hoc-pt
clan ook dat de kapitaalmarkt en met haar de
spaarmarkt in het verdere verloop van dit jaar
tot rust zal komen. Verwacht wordt dat de ge
wenste rust op een historisch hoog renteniveau
tot stand zal komen.
De geringere kredietverlening kan ten dele wor
den beschouwd als een terugkeer naar meer nor
male omstandigheden. Voorts heeft de rentestij
ging invloed gehad, evenals de kredietbeperkende
maatregelen, die de centrale al in 1964 had geno
men. De vraag naar woningfinanciering hield aan.
In het totaal van de kredietverlening namen de
vaste voorschotten de belangrijkste plaats in. Zij
stegen met ƒ341 miljoen tot 2.276 min. Van de
nieuwe verstrekkingen was ruim 40 procent be
stemd voor bedrijfsfinanciering, rond voor wo-
ningfinanciei ing en de rest voor overige doelein
den. In totaal was 49 procent van de verstrekkin
gen bestemd voor de agrarische sector.
Bij de beleggingen daalde het effectenbezit van
de gehele organisatie met 41 min tot 513 min.
De leningen op middellange en lange termijn aan
overheid en semi-overheid namen toe met 56
min tot ƒ333 min. De totale beleggingen stegen
per saldo met ƒ15 min tot ƒ846 min.
JN deze tijd het vraagstuk van de bedrijfsopvolging in agrarische kringen een zeer ttraent en
x vooral een zeer moeilijk vraagstuk is?
Men zou kunnen stellen dat dit vraagstuk door alle tijden heen zeer urgent is. Dit Hi toeaeaeven
maar we kunnen wel vaststellen dat het thans wel uitermate moeilijk is.
Hiervoor zijn verschillende oorzaken te noemen.
Zonder te beweren hiermede volledig te zijn willen we een vijftal punten noemen:
1. de veelal zeer hoge prijzen van de grond en gebouwen',
2. de hoge investeringskosten voor de inventaris;
3. de tendenz tot bedrijfsvergroting;
4. de kapitaalschaarste en de hoge rentestand
5. de afnemende beschikbaarheid van voldoende familievermogen.
Onze lezers kunnen zelf wellicht deze reeks nog aanvullen.
1. DE HOGE PRIJZEN DER ONROERENDE GOEDEREN.
Het is een bekend feit dat er een groot verschil is tussen de verkoopp)'ijzen van de onroerende goe
deren en hun bedrijfswaarde of gebruikswaarde voor de agrarische ondernemer
De vrees voor waardedaling van het geld, doet velen besluiten belegging in onroerend goea te zoe
ken. Dit is een zeer sterke stimulans voor de prijs. Daarnaast spelen in sommige gebieden spe
ciale gegadigden een zeer belangrijke rolnX zij die door onteigening voor gezamenlijke uitbrei
dingsplannen of dergelijke onteigend zijn.
Al deze gegadigden zijn meestal bereid en in staat hoge tot zeer hoge prijzen te betalen, zonder
dat daarbij het rendement van het belegde vermogen een grote rol speelt.
Hoe totaal verschillend is nu deze situatie met die van de jonge boer die een bedrijf moet of wil
kopen om dit zelf te exploiteren. Voor hem is de gebruikswaarde of wil men de rentabiliteitswaar-
de van de grond een belangrijke factcrr en spelen rente en aflossing van de geleende gelden een
zeer voorname of beter gezegd de beslissende rol.
2. DE HOGE INVESTERINGSKOSTEN VAN DE INVENTARIS.
Deze kunnen in één adem met het voorgaande punt worden genoemd en behoeven geen verdere
bespreking.
3. DE TENDENZ TOT BEDRIJFSVERGROTING.
De schaarste op de markt van de menselijke arbeidskracht dwingt tot steeds verder doorgevoerde
mechanisatie en machines kosten geldveel geld. Wil men deze machines economisch kunnen aan
wenden dan moet het bedrijf van voldoende omvang zijn. Dit eist weer meer grond en dus behal
ve voor de machine-inventaris ook weer meer geld voor die grond.
Intensivering van het bedrijf willen we hier in één adem met bedrijfsvergroting noemen, daar
deze in vele gevallen dezelfde financiële problemen oproept.
4. DE KAPITAALSCHAARSTE EN DE HOGE RENTESTAND.
Door allerlei oorzaken, die we in dit artikeltje niet kunnen bespreken is het tamelijk moeilijk om
de voor financiering benodigde geldmiddelen te verkrijgen.
Er is een zeer grote vraag naar kapitaal voor de meest uiteenlopende doeleinden. De levensstan
daard is zeer hoog en de kapitaalvraag voor de consumptieve bestedingen is enorm gestegen
Het is een reeds eeuwenoude stelling in de economie dat veel vraag en weinig aanbod prijsver
hogend werkt. Dat zien we allerwege en vandaar een zeer hoge rentestand.
Wie dus als jonge boer dure onroerende goederen koopt (lees: meermalen kopen moet) en voor
het geleende geld een hoge rente moet betalen verkeert wel in een zeer moeilijke positie.
Een hoge schuldenlast met veelal daaraan zelfs nog meer dan evenredige aflossingsverplichtingen
en een hoge rente.
De vaste lasten gaan dan een zeer zware financiële eis stellen en de jonge boer moet stellig een
energiek en goed ondernemer zijn om hieraan het hoofd te kunnen bieden.
5. AFNEMEND FAMILIEVERMOGEN.
Wat hel verkrijgen van het benodigde vreemde vermogen betreft moeten we er nog op wijzen
dat uit de beschikbare gegevens blijkt dat er een teruggang is in het beschikbare familievermo
gen, waardoor de situatie meermalen nog weer extra wordt bemoeilijkt.
MEIJERS.
GRAANSILO'S, graanvijzels, graanblazers, cultivatoren, achtereggen,
met het onmiskenbare vignet van deze Deense fabriek, zijn in ons
land al lang goede bekenden in de agrarische wereld. Men zou dus ge
neigd zijn om achter deze vertrouwd klinkende naam een oude eerbied
waardige traditie te zoeken, doch die is er niet. Evenals alle industrie in
Denemarken zijn ook de gebouwen en bedrijfsinstallaties van Kongskilde
nieuw. De directie en alle medewerkers zijn jong, dynamisch en modern.
Denemarken vertoont het beeld van een zich snel ontwikkelende, pas ge
vestigde industrie en Kongskilde Maskinfabrik A/S is daarvan een duide
lijk voorbeeld.
In 1950 besloten twee zwagers, de econoom Hans Tyndeskov en de tech
nicus ir. Mogens Petersen hun krachten samen te voegen. In een voorma
lige cementgieterij begonnen zij met drie man personeel hogedruk blazers
en vonkenvangers te maken. Kort daarna kwamen ook landbouwwerktui
gen in produktie.
Op dit ogenblik werken niet minder dan 400 arbeidskrachten in de nieuwe,
moderne fabriekshallen, die een oppervlakte beslaan van 32.500 m-. In de
loop der jaren zijn nog 28 ha grond rondom de fabrieken aangekocht, zodat
deze snel ontwikkelende fabriek zich van groeimogelijkheden verzekerd
heeft.
r^ENEMARKEN heeft steeds zijn landbouwprodukten tegen de prijzen
van de wereldmarkt moeten produceren, en werd daarom ook tot
snelle mechanisatie van zijn bedrijf gedwongen. Het eigen land bood het
jonge bedrijf dus een ruim afzetgebied. Desondanks is de produktie nu al
tot zulke hoogte gestegen, dat 80 hiervan geëxporteerd wordt. De op
richters van dit bedrijf, die nu de directie vormen, waren zich bewust, dat
alleen de kwaliteitsfactor hun een kans van slagen op de wereldmarkt zou
geven. Noch de naam Kongskilde, noch Jw,t begrip Deens fabrikaat kon in
dit stadium de toegang vergemakkelijken. Maar met hun kwaliteitsprincipe
en vernuftige constructiemethoden is Kongskilde erin geslaagd deze markt
te veroveren.
Een volgende zorg was: in het pas gewonnen afzetgebied een vlotte leve
ring te verzekeren. Daartoe werden buitenlandse dochterondernemingen ge
sticht. Een netwerk van vestigingen zorgt ervoor, dat aan de grote vraag
naar Kongskilde produkten kan worden voldaan. Thans wordt reeds naar
32 landen, overal ter wereld geëxporteerd. De vestiging in Nederland is
in Breda - Konijnenberg 80.
Beperkt de leeftijd van dit bedrijf zich nog tot een vijftiental jaren, ach
ter elk werktuig, dat de fabriek verlaat staat in ieder geval reeds de erva
ring, die men met tienduizenden eigen produkten in alle delen van de we
reld heeft opgedaan. En die ervaring wordt benut, want bij Kongskilde geldt
het metto: alleen liet beste is goed genoeg".
VOOR AL UW
voor ZUID- en NOORD-BEVELAND
Opgeven bij
Fa. J. A. SPEELMAN en Zn - Goes - tel. 01100 - 5944 of 7278
Fa. W E. VAN DER HE1JDE en Zn - Kamperland - tel. 01107-395
Fa. Gebr. GEENE - Wolfaartsdijk - tel. 01198 - 238
Onze vloot bestaat dit jaar uit ZEVEN landbouw-
vliegtuigen, waarvan er één PERMANENT in Zee
land gestationeerd wordt.