School- en Beroepskeuze
De CEBECO-kaderschool
Geslaagden cursus
bloementeelt
9
JJE personeelsopleidingen en -bijscholingen van de
land- en tuinbouwcoöperaties, aangesloten b\j
CEBECO, zgn ondergebracht bjj de CEBECO-kader
school. Dit opleidingsinstituut is gevestigd in Huis
't Velde te Warnsveld.
Alle activiteiten staan onder toezicht van een
curatorium, dat bestaat uit 17 afgevaardigden van
de ringen van coöperatieve aan- en verkoopver
enigingen, terwijl ook CEBECO met twee afgevaar
digden is vertegenwoordigd. Voorzitter van dit cu
ratorium is de heer J. P. Lindenbergh uit 's-Heer
Arendskerke. Directeur van de kaderschool is de
heer J. Bilker.
De CEBECO-kaderschool onderscheidt opleidingen tot een functie en bij
scholing in een functie. In het algemeen nemen aan de opleidingen deel
cursisten, die al medewerker zijn in een aan- en verkoopcoöperatie. Daarnaast
zijn er een beperkt aantal plaatsen bij een aantal opleidingen beschikbaar
voor buitenstaanders, jonge mensen, die een functie bij een land- en tuin-
bouwcoöperatie ambiëren. Uiteraard zullen zij aan bepaalde persoonlijkheids-
en vooropleidingseisen moeten voldoen. Ook zullen zij de militaire dienst achter
de rug moeten hebben.
In het algemeen adviseren wij echter: Zoek eerst een plaats bij een coöpe
ratie. U behoort dan tot de medewerkers, waarvoor de CEBECO-kaderschool
in het leven is geroepen en u heeft dan voorrang en voorkeur, indien u geschikt
blijkt voor een kaderfunctie.
Tot de kaderfuncties rekenen wij uit opleidingsoogpunt:
a. de vertegenwoordiger;
b. de bedrijfschef;
c. de voorlichter;
d. de afdelingschef;
e. de verkoopleider;
f. de administrateur;
g. de algemeen assistent;
h. de directeur.
Hierbij moeten we in aanmerking nemen, dat deze functie-aanduidingen
ook niet meer dan aanduidingen zijn, omdat er nu eenmaal geschematiseerd
moet worden. Het kan dus best zijn, dat een bepaalde functie in een bepaalde
coöperatie niet of niet onder die naam voorkomt.
Elk plaatselijk en regionaal bedrijf heeft uiteraard een eigen organisato
rische opbouw.
Het zal ook duidelijk zijn, dat de opleiding tot een functie niet altijd behoeft
in te houden, dat de functie meteen na de opleiding de cursist toevalt; dat
hangt natuurlijk af van het personeelsbeleid in de diverse coöperaties.
Bij de opleidingen wordt uitgegaan van drie
principes:
a. De theorie is een neerslag van de praktijk. An
ders gezegd: Theorie is bij de opleidingen nood
zakelijk, doch daar het hier om bedrijfsoplei
dingen gaat, zal de theorie nooit los mogen staan
van de praktijk, die de cursist in „zijn" bedrijf
ontmoet.
b. De studietijd moet zo doelmatig mogelijk inge
deeld zijn. Dat betekent dus. dat de internaats
perioden uitsluitend gebruikt worden voor die
onderdelen, welke de cursist zich niet thuis uit
boeken en lessen eigen kan maken. De inter
naatsperioden leggen dus het accent op repetitie,
toelichting, discussie, tentamens, opdrachten uit
werken, cases behandelen, etc.
c. De CEBECO-kaderschool moet geen werk doen,
wat ook elders kan gebeuren. Dat betekent dus
in de praktijk, dat we ons niet bezighouden met
leerstof, die men ook via b.v. een middelbare
landbouwschool of studie voor een administra
tief diploma kan opdoen.
We willen nu op enkele opleidingen nog even
ingaan.
VERTEGENWOORDIGERS
De vertegenwoordigersopleiding staat open voor
jonge, in dienst zijnde vertegenwoordigers, terwijl
ook steeds een beperkt aantal plaatsen bezet worden
door geselecteerde jonge boeren met M.L.S. die ver
tegenwoordiger in een coöperatie willen worden.
De opleiding vraagt een jaar studie thuis en kent
vier trainingsweken in ons internaat.
De leervakken zijn: Verkooptechniek, Coöpera
tiekennis, Economie en Handelskennis.
Er wordt tijdens de opleiding dus geen les ge
geven in branchekennis als veevoeding, meststoffen
e.d. De noodzakelijke kennis van deze produkten
hangt uiteraard sterk af van het bedrijf, waar de
cursist werkt, resp. gaat werken, zodat deze later,
voorzover nodig, aangevuld wordt.
VEEVOEDINGS VOORLICHTER
Deze opleiding wordt verzorgd door docenten,
die verbonden zijn aan de Stichting CLO-Controle,
het instituut dat voor de aan- en verkoopcoöpera
ties de veevoedercontrole verzorgt. De opleiding
duurt anderhalf jaar. De deelnemers komen een
maal in de veertien dagen naar ons conferentieoord
voor mondelinge toelichting en studeren verder
thuis. Ook hier is het diploma M.L.S. een voor
waarde voor toelating en kunnen een beperkt aantal
„buitenstaanders" meedoen.
BEDRIJFSCHEF
Deze opleiding is bestemd voor toekomstige fa-
briekschefs, pakhuischefs, expeditiechefs e.d. Ze
duurt een jaar en de deelnemers komen tijdens dit
jaar acht weken over het gehele jaar verdeeld
naar ons conferentieoord. Het gaat in deze opleiding
vooral om organisatie, personeelsbeleid en bedrijfs-
techniek.
Deelnemers zijn jongere medewerkers uit onze
bedrijven met technische vooropleiding en ervaring,
waarin qua persoonlijkheid toekomstige bazen en
chefs gezien worden.
HOGER KADER
De opleiding voor het hoger kader is bestemd
voor hen, die door vooropleiding en/of functiever
vulling in onze coöperatieve bedrijven getoond heb
ben geschikt te zijn voor functies in het team. dat
met de directeur samen het bedrijf leidt. Dit team
kan uiteraard bij verschillende bedrijven verschil
lend zijn samengesteld. Het een en ander hangt af
van de soort en de grootte van de coöperatie.
De opleiding duurt drie jaar, waarbij de deel
nemer één keer in de twee maanden een week
training in het conferentieoord meemaakt. De leer
stof is vooral gericht op bedrijfseconomische en
bedrijfsorganisatorische vraagstukken in de ruimste
zin van het woord.
Het eerste jaar is vooral theoretisch ingesteld,
het tweede en derde jaar brengen meer de prak
tische toepassing. In het algemeen wordt als voor
opleiding geëist H.B.S. of H.L.S., doch hiervan kan
bij een functionaris uit de coöperaties in bepaalde
gevallen worden afgeweken.
BIJSCHOLINGEN
Tenslotte nog iets over de bijscholingen. Het zal
duidelijk zijn dat het personeel in de land- en tuin
bouwcoöperaties bij moet blijven, ook na de oplei
ding. De ontwikkelingen op de boeren- en tuinders-
bedrijven brengen ook steeds nieuwe facetten in
het werk van de coöperaties. Het zou van een tekort
in beleid getuigen, als de leiding van de bedrijven
de studiebehoeften die hieruit voortvloeien, niet
zou onderkennen.
Daarom komen geregeld bijscholingsprogramma's
op ons conferentieoord aan de orde, nu eens op ad
ministratief terrein, dan weer op organisatorisch of
technisch gebied. Nu eens komt de afzet van granen,
dan weer de bouw van varkenshokken of de ont
wikkeling in de bestrijdingsmiddelen aan de orde.
Regionale samenkomsten in diverse plaatsen en
twee- of driedaagse bijeenkomsten in ons conferen
tieoord trachten aan deze behoeften tegemoet te
komen.
IN DIENST VAN DE BOER
De CEBECO-organisatie staat met haar
aan- en verkoopcoöperaties in dienst van de
boer. Zij tracht de marktinvloed van die boer
te vergroten door aankoop en verkoop. Het
instrument voor die taak is niet in het minst
het personeel, dat in die organisatie werkt. Dat
personeel moet zo goed mogelijk zijn. De
CEBECO-kaderschool heeft op dit terrein een
belangrijke en noodzakelijke taak. We mogen
zeggen, dat ook hier de land- en tuinbouw
coöperaties de eisen van de moderne tijd
verstaan.
Dat is trouwens geen verdienste, want
daarmee schaart deze boerenorganisatie zich
alleen maar in de rij van de grootbedrijven
als Philips, K.L.M., A.K.U. en dergelijke, die
eveneens kosten noch moeite sparen om hun
personeel zo goed mogelijk te scholen.
AP 25 april werden in „De Caisson" te Biezelinge
de diploma's uitgereikt van de schakelcursus
Bloementeelt te Kapelle. De heer C. L. de Wilde reik
te de diploma's uit en bracht z'n gelukwensen over
namens de inspectie op het landbouwonderwijs. Na
mens de commissie van toezicht sprak de heer C.
Traas felicitaties uit en wees op de vreugde die bloe
men in het leven geven kunnen.
De directeur van de Tuinbouwschool had in zijn
openingswoord het verloop van de cursus gememo
reerd en meegedeeld dat 3 cursisten waren afge
wezen.
Verder had hij opgemerkt dat er voor het volgen
van cursussen nog wel belangstelling bestaat, nu er
bij het sluiten van deze 6e cursus weer al aanvragen
waren voor het volgende seizoen.
De heer P. Daalman, oudste cursist, voerde op hu
moristische wijze de leraren nog eens ten tonele en
reikte boekenbonnen uit.
Geslaagd zijn de volgende leerlingen: C. A. Ale-
wijnse, A. Geuze en P. Jongepier, allen te Middelburg;
A. M. Bolijn te Zierikzee; C. Hollebek te Axel; J. Jan
sen, W. Visscher en W. M. J. J. Willemse, allen te
Kruiningen; D. de Jong te Hansweert; P. D. Joosse te
Schore; M. C. van Koeveringe te Waarde; J. Luteijn
en W. Luteijn, beiden te Krabbendijke; W. J. van
Oosten te 's Gravenpolder; J. van de Plasse te Nieuw-
dorp; J. C. de Punder te Kwadendamme; W. A. Poleij
te Yerseke; J. A. C. Tielkemijer te 'sHeer Arends
kerke; M. Verhulst te Kloetinge; E. G. van 't West
einde te Ovezande; W. Wagenaar te Meliskerke; P.
Daalman en J. F. G. Daalman, beiden te Nisse.