UIT DE
PRAKTIJK
HET WORDT LAAT
Droevige zaak
Zaaien van groenbemester
hoogste tijd
Einde week beeld hopelijk
gunstiger
Moeilijkheden agrarische sector nemen toe
(Uit de praktijk zie ook pagina 17)
ALS wij ons vorige artikel thans zouden herhalen, dan waren we na weer
veertien dagen verder, nog steeds actueel. Helaas! Opstandigheid en of
moedeloosheid helpen natuurlijk niets, maar toch is het wel verklaarbaar
dat de THOOLSE en FLIPLANDSE boer hieraan toch wel eens een beetje
aan ten prooi valt.
Ja het wordt wel laat, en hoelang zal het nog duren voordat we kunnen
beginnen. Het ziet er vooral nog niet naar uit dat we vandaag, maandag, al
aan de slag kunnen.
We hebben de indruk dat we in gezelschap van Schouwen en Duiveland
lelijk achteraan komen wat de inzaai betreft. Alleen als we in oostelijke en
noordelijke richting gaan, dan kunnen wij constateren dat onze collega's
er daar niet beter aan toe zijn en dat is dan de enige schrale troost die wij
hebben.
De vlassers die hier vlasland gehuurd hebben of vlas hebben gecontrac
teerd, zien de vlasontwikkeling blijkbaar niet erg hoopvol in, want van die
zijde schijnen er heel wat contracten geannuleerd te zijn.
De o.i. hierdoor gedupeerde boer vraagt zich af, of dit nu enkel en alleen
het late seizoen is, of dat de royale vlasuitzaai bij onze Zuiderburen daarin
tevens een rol van betekenis speelt. Mogelijk zal hierdoor het aardappel
areaal nog wat uitbreiding ondergaan.
MAANDAG a.s. komen er weer een veertigtal
Amersfoortse lyceïsten naar Tholen en St.
Philipsland. Andere jaren konden deze leerlingen
bieten helpen dunnen, nu zal dat niet het geval
zijn, zij zullen zeer zeker met andere indrukken
van onze bedrijven weg gaan dan hun voorgan
gers.
Men heeft deze leerlingen dit jaar onder kun
nen brengen in de oostelijke helft van Tholen en
St. Philipsland en dit is vrij gemakkelijk gegaan
vertelde ons de voorzitter van de ontvangstcom
missie. Een volgend jaar rekenen wij op plaat
singsmogelijkheden in de westelijke helft. Op deze
manier wil men er naar streven dat de gastadres-
sen maximaal één keer in de 2 jaar deze leerlin
gen ontvangen.
O.i. is het een bijzonder nuttig streven dat men
de kinderen uit de stad een beter inzicht geeft
HET heeft helaas niet zo mogen zijn dat op
SCHOUWEN-DUIVELAND de inzaai na Pa
sen volop ter hand genomen kon worden. Het
slechte weer heeft een spaak in 't wiel gestoken,
zodat van vordering der werkzaamheden praktisch
niet gesproken kon worden. Integendeel, verschil
lende boeren zagen zich genoodzaakt om de spade
te pakken en er op uit te trekken om het over
tollige water op de akkers af te laten. Deze stag
natie beïnvloedde de stemming van de ondernemer
ongunstig, hetgeen te begrijpen is, maar daarnaast
zullen ook de financiële gevolgen van de late,
eventueel te late zaai niet uitblijven.
Zondermeer kunnen we aannemen dat de top
er al af is. Wanneer we bij 't begin van de laatste
week van april hier de stand aangaande de voor-
jaarszaai opnemen, dan moeten we constateren,
dat er momenteel nog bedroevend weinig gezaaid
- gepoot is. Gespecificeerd ziet het er hier als volgt
oit: Zomertarwe voor 60 gezaaid. Zomergerst
iets ongunstiger (hoewel zeer gering). Van het
vlasareaal 't welk dit jaar weer beduidend min
der zal zijn, moet nog wel de helft gezaaid wor
den. Van de erwten moet ook nog meer dan de
helft gezaaid worden. Van de suikerbieten was
10 ®/o gezaaid. Dit was zo ongeveer ook 't geval
met de aardappelen (gepoot). Van de uien moet
nog wel 80 gezaaid worden. Ten aanzien van
de groenbemesters kan gezegd worden dat er nog
zeer weinig uitgezaaid is. Al met al een droevige
zaak en weinig verschil met 14 dagen geleden.
Evenals vorig jaar is er nu ook weer een groot
verschil in zaaitijd. Er zijn enkele boeren die voor
een groot deel ldaar waren, maar de meeste heb
ben weinig kunnen doen.
Van de tijdig gezaaide gewassen is de opkomst
goed tot zeer goed. 't Jonge gewas staat er over
't algemeen goed gezond en fris voor. Dit laatste
kan ook gezegd worden van de kleine 3000 ha
wintertarwe (vooral de Manella). Van sommige
percelen wintertarwe kan nu al gezegd worden
dat ze er te goed voorstaan. Hier zal CCC redding
moeten brengen.
De tijd van opkomst en de ontwikkeling van de
gewassen loopt dus sterk uitéén. Dit geeft ook
weer problemen o.a. voor de voorlichting via de
waarschuwingskaarten, die door de Bedrijfsstudie-
groep aan haar leden worden verzonden. Sommi
ge leden zullen wel eens een kaart ontvangen, die
op dat tijdstip voor hun gewas nog niet van toe
passing is of waarvoor 't gunstige tijdstip al ver
streken is. In een dergelijk voorjaar als dit, is dat
nu eenmaal niet te voorkomen.
Momenteel heeft 't weer zich in gunstige zin
hersteld en hopen we dat werkzaamheden onge
stoord ten uitvoer gebracht kunnen worden.
van het leven en werken op een Zeeuwse boer
derij en tevens dat men op die manier laat zien,
dat het beeld dat men doorgaans krijgt van een
boer via radio en vooral T.V. toch wel enigszins
afwijkt van dit algemeen voorgestelde patroon,
een patroon tevens waaraan onze „vriend" boer
Koekoek o.i. een weinig positieve bijdrage levert.
Gelukkig kan een goede beschouwer consta
teren dat er meer „boeren" in de stad zijn dan
daarbuiten!
De leerlingen moeten in een werkstuk hun in
drukken van deze werkweek vast leggen en daar
uit valt duidelijk te constateren dat de daaraan
bestede moeite beslist geen verloren moeite is
geweest. Laten we hopen dat zij alleen het slot
van de zaai- en pootwerkzaamheden kunnen mee
maken.
WE schrijven in OOST ZEEUWS-VLAANDE-
REN dinsdag 26 april. De tweede zonnige
dag na een periode van stilzitten. Hopelijk is het
eind deze week hetzelfde weer zodat de werk
zaamheden verder kunnen gaan.
Opvallend is in ons gebied de grote verschillen
tussen de polders, voor wat betreft het onder zaad
zijn. Is in de Zaamslagpolder reeds zeer veel ge
zaaid, daar staat tegenover dat b.v. veel loonwer
kers in het oostelijk deel van Oost Zeeuws-Vlaan-
deren nog al hun bieten gaan zaaien. Over het
algemeen zijn er nog maar weinig aardappelen
gepoot. De demonstratie met verzorgings- en
grondbewerkingswerktuigen voor aardappelen is
ook uitgesteld tot dinsdag 3 mei van 14.0016.30
uur te Schoondijke. Ondanks de drukte die er bij
mooi weer zal zijn op het eigen bedrijf, zeker de
moeite waard om te bezoeken.
Voor het zaaien van groenbemestingsgewassen
wordt het nu zeker de hoogste tijd.
Voor late percelen die nu zware onkruidopslag
hebben, kan men vlak voor het zaaien het aan
wezige onkruid wegbranden door te spuiten 35
liter PCP in olie of 3 liter Reglone en als er veel
gras aanwezig is 3 liter Gramoxone.
Wat tevens opvalt, is dat juist nu er groot ver
schil is in opkomst der gewassen en alles laat is,
DEGEN en nog eens regen! Op deze manier is
het voor vele gewassen toch wel een heel
laat voorjaar geworden. Na de vele regen van
dinsdag 19 april droogde de grond toch nog vrjj
snel op. Toch was het aantal landbouwers dat
vrijdagsmorgens nog wat kon uitvoeren zeer ge
ring, kort na de middag was het weer al hele
maal fout.
Daarbij komt wel naar voren dat het westelijke
deel van ZUID-BE VEL AND minder regen gehad
heeft en daardoor verder met de werkzaamheden
is gevorderd dan oostelijk Zuid-Beveland. Ruw
geschat is thans (dinsdag 26 april) voor heel Zuid-
Beveland zo ongeveer 85 °/o van de zomergranen,
gezaaid. Voor vlas en erwten ligt dit percentage
zowat even hoog. Van de suikerbieten is nog
slechts 30 gezaaid, van de aardappelen hooguit
10 gepoot.
Nu het zo laat is geworden kan de vraag gesteld
worden of het nog zin heeft om zomertarwe, erw
ten en vlas te gaan zaaien, of over te stappen op
een ander gewas. Naast het feit dat het buiten
gewoon moeilijk is voor deze gewassen een ver
vanger te vinden lijkt het toch beter om zich te
houden aan het eerst opgezette bouwplan.
Ook het klaarmaken van de grond vraagt de
nodige zorg. In zijn algemeen geldt wel dat niet
te vroeg moet worden begonnen. De struktuur is
door de slagregens zodanig kwetsbaar geworden
dat bij te vroeg bewerken de nodige voorzichtig
heid geboden is.
Op verschillende percelen waren (of zijn) er
nog moeilijkheden met de opslag van Italiaans
raaigras, hier en daar ook met veel onkruid. Mede
als oorzaken van de vele planten Italiaans raai
gras kunnen worden genoemd het moeilijke ploe
gen van de droge harde grond in het afgelopen
najaar, vervolgens de zachte vorstarme winter,
waardoor niet met eg of cultivator gewerkt kon
worden, bovendien komt hier dan nog bij dat dit
voorjaar pas laat met het uitrijden kon worden
begonnen. Op vele percelen is dan ook met Gra
moxone een bestrijding hiertegen toegepast. Komt
veel onkruid voor dan kan wellicht beter van
Reglone gebruik worden gemaakt.
Op het moment van schrijven (dinsdagmorgen)
ziet het er weer al wat hoopvoller uit en kan er
weer begonnen worden. Krijgen we wat gunstiger
weer dan kan in een dag of 4 a 5 er zeer veel
werk uitgevoerd worden. Wanneer U dit blad dan
ontvangt kan (hopelijk) het beeld er heel wat
gunstiger uitzien.
dat op zo erg veel percelen de hinderlijk „glan
zende" plekken klein hoefblad („dokken") te zien
zijn! Ook op percelen waar men het nu niet zon
der meer gewoon is te zien!
Intensief bestrijden van dit onkruid zal nodig
zijn! Niet alleen een mechanische en/of chemi
sche bestrijding in de stoppel, maar ook in het
voorjaar. Opbrengstderving zal in de graangewas
sen te verwachten zijn, maar deze weegt niet op
tegen de schade in het volgend jaar. Meestal zal
pleksgewijs spuiten dan ook de voorkeur verdie
nen. Zo in mei 2% 1. 24 D/ha en ongeveer 2
weken later 4 1. MCPA/ha gevolgd door in sep
tember 5 liter 24D zal zeer goed werk doen. De
noodzaak voor deze grondige aanpak laat zich nu
duidelijk zien.
De aprilmaand, welke zo vaak een maand is waarin de agrariërs met vertrouwen de komende groeiperiode
tegemoet zien, geeft dit jaar voor vele boeren en tuinders ook in West Zeeuws-Vlaanderen een toch wel
heel ander beeld te zien. Want het is dit jaar regen en nog eens regen. En de grond is nu in de laatste week
van april nog zo met water verzadigd, dat er ook in de eerstkomende dagen nog niets gezaaid kan worden.
Toch moeten wij in vergelijking met onze collega's in vele andere streken van ons land nog van geluk spreken
dat er bij wis reeds heel wat onder zaad is. Waarbij het zaaien en poten voor een deel wel onder minder gun
stige omstandigheden is geschied: hier en daar zal zelfs wel eens een verdronken plek voorkomen, maar
de kans op een positief resultaat is op zulke percelen toch wel groter dan wanneer nog alle zaaizaad en
pootgoed in de schuur ligt. Want dan kan men van verschillende gewassen geen beste opbrengst meer ver
wachten, waardoor de kans dat de financiële moeilijkheden in de agrarische sector nog verder zullen toe
nemen helemaal niet denkbeeldig is. Trouwens, ook bij een normale oogst zien wij de moeilijkheden in de
agrarische sector eerder toe- dan afnemen. Zeker als het blijft gaan zoals het de laatste jaren gegaan is.
Want zolang zo veel mogelijk ondernemers ook de klein-ondernemers, met hun aandeel in de op te brengen
lasten tot de zwaarst belaste groep worden gerekend, maar bij alles wat tot verbetering van de levensom
standigheden wordt gedaan op het tweede plan komen, zodat er meestal weinig of niet door hen van wordt
meegeprofiteerd, zien wij voor de ondernemers in de agrarische sector nog niet veel verbetering komen.
Ook niet als de oogst dit jaar alsnog goed terecht zou komen. Daarvoor moet reeds te veel worden recht
gezet