Een keiharde werkelijkheid vraagt positieve strijd Deze week o.m. VRIJDAG 15 APRIL 1966 54e Jaargang No. 2825 Officieel orgaan van de Muatschappij tot bevordering van land enTiiinbouwenVeeteelt in Zeeland Het gaat om het zijn of niet zijn Provinciale Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in de Landbouw in Zeeland vergaderde Fnmkering bij abonmsnaen?Temeuziw U/IJ keken van de week naar het televisieprogramma „Internationaal Agrarisch Nieuws' en zagen daar een zeer moderne sorteermachine voor komkommers, sla en andere produkten, die op grotere glastuinbouwbedrij ven gebruikt wordt en die ervoor zorgt, dat de produkten netjes naar kwaliteit en naar gewicht op de veiling wor den aangevoerd, waardoor zij aantrekkelijk worden voor de steeds meer in zwang komende verkoopmethoden via supermarkten en grootwinkelbedrijven. Zulke ondernemers in de tuinbouw hebben zich aangepast aan de eisen van deze tijd. Zij deden dit niet omdat zij dit aardig vonden, maar omdat zij weten, dat wij in een periode leven, waar in in de eerste plaats techniek en wetenschap vooruit snel len en in de tweede plaats omdat zij weten, dat als zij het niet doen zij verdrongen worden door anderen, die het wel doen. En daar het aanbod in onze westelijke wereld over vloedig is, is het een zaak van zijn of niet zijn. Wij zagen ook beelden van een modern, bijna op in dustriële wijze georganiseerd bedrijf voor kalvermesten, waar de dieren volgens de laatste wetenschappelijke metho den in de kortst mogelijke tijd op gewicht gebracht wor den. Dergelijke bedrijven kunnen praktisch zonder grond geëxploiteerd worden en wij kennen in bijna alle West- Europese landen zeer grote eenheden in de varkenssector en de pluim veesector. KOP IN T ZAND STEKEN IN de achter ons liggende winter vervulden wij ergens in Nederland een spreekbeurt. Bij de levendige dis cussie was er iemand die schande sprak van voorlichters en van de redacteuren van landbouwbladen in dienst van landbouworganisaties, die schreven dat men met moderne methoden 30 melkkoeien per man kan verzorgen. Het moest verboden worden zo meende hij. In een boze brief die wij vorige week ontvingen, schreef een landbouwer in dezelfde geest en sprak hij van een slavenbestaan op deze wijze. Wij dachten zo, dat dergelijke artikelen niet geschreven worden om van onze boeren slaven te maken, maar omdat de Denen, vele Duitse boe ren in Noord-West Duitsland, de Engelse boeren dit reeds doen, om van de Nieuw-Zeelanders maar te niet te spre ken. Die zitten met hun ideale weers- en structurele om standigheden al tegen de 100! En nu kunnen wij hier in ons land natuurlijk de kop in het zand steken, maar het staat a!s een paal boven water, dat bovengenoemde buitenlandse collega's staan te trappe len van ongeduld om onze plaats in te nemen op die mark ten, waar wij onze produkten kwijt raken, omdat wij ons zelf uit de markt prijzen of omdat onze schatkist geen ho gere exportrestituties wil of kan betalen. Politiek gesproken staal de boerenstand niet zo sterk. Zelfs advertenties voor goede raads- en straks kamerleden zullen daaraan niet veel kunnen verhelpen! Wij daehten dus in onze onschuld, dat onze voorlichters een buitengewoon goed werk doen wanneer zij de onder nemers in de landbouw wijzen op de mogelijkheden, die er ontstaan door de snelle ontwikkeling van wetenschap en techniek. (Zie verder pag. 3) l>ag. 4 Van zaaien tot oogsten pag. 5 De melkprijs in de Tweede Kamer pag. 6 Veehouderij met „Wie regeert ziet vooruit" en „Over de vleesmisère" pag. 7 Een reportage over een geslaagde combinatie van lardbouw en fruitteelt pag- 8, 9 Italiaans raaigras als groenbemester pag. 11 Nogmaals over cycoccl-groeiremmer bij tarwe pag. 13 School- en beroepskeuze: Bijzonder heden over een achttal scholen pag. 15 t/m 21 Mr. J. F. G. SCHLINGEMANN ONTWIKKELINGSFONDS AANGELEGENHEDEN In zijn vergadering van 5 april behandelde de Raad voor de Bedrijfsontwikkeling een uitgebreide agenda, waarbij verschillende onderwerpen aanleiding gaven tot een levendige gedachtenwisseling. In het bijzonder was dit wel het geval bij de bespreking van de binnen gekomen aanvragen voor ontwikkelingsbedrijven en montagestallen. De Raad kwam daarbij toch wel tot de konklusie, dat de huidige mogelijkheden op dit gebied voor Zeeland van betrekkelijke waarde zijn. Doordat de akkerbouw en de fruitteelt bij wijze van spreken bij zijn tot de dag van vandaag komen uit deze sektoren nauwelijks aanvragen. Het merendeel van de binnengekomen verzoeken omtrent een bijdrage uit het fonds betreft dan ook produktietakken in Zeeland die van een geringe omvang zijn. met name de varkenshouderij, de legkippen en de slachtkuikens. Daaruit valt dan ook te verklaren dat in vergelijking met verschillende andere provincies het aantal aanvragen in Zeeland gering is. Er zijn overigens wel aanvragen die naar het oordeel van de Raad ook voor de akkerbouw en de fruitteelt een stimulans kunnen betekenen voor een struktu- rele ontwikkeling. Jammer genoeg hebben deze aanvragen bij het fonds tot dusver weinig gehoor ontvangen. Eensdeels omdat zij niet onmiddellijk betrekking hebben op de pro- duktie. anderdeels omdat zij niet het individuele land- of tuinbouwbedrijf betreffen. Alles bijeengenomen leek het de Raad nuttig met de voorzitter van het bestuur van het O- en S.-fonds van gedachten te wisselen in hoeverre aan de Zeeuwse wensen tegemoetgekomen kan worden. DE ORGANISATIE VAN HET REGIONAAL LANDBOUWKUNDIG ONDERZOEK De organisatie van het regionaal landbouwkundig onderzoek vormde een tweede onder werp waarover uitgebreid van gedachten werd gewisseld. Teneinde tot een juiste besluit vorming te geraken zullen enkele mogelijkheden op schrift worden gesteld en aan het oordeel van de subsidiërende instellingen van het Provinciaal Onderzoekcentrum worden onderworpen. (Zie verder pag. 3)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 1