School- en beroepskeuze Wanneer naar Meer mogelijkheden dan U denkt! UET doel van deze afdeling is algemeen-technisch ontwikkelde werktuigbouwkundigen te vormen, die een goed principieel inzicht hebben in de on derdelen van machines en werktuigen en de kon- struktie daarvan. De meest voorkomende machines, zoals motoren, stoomketels, turbines, pompen, hef werktuigen, hebben de aandacht, evenals de staal- konstrukties. Deze afdeling vraagt van de leerlingen een dynamische aanleg. Immers het wezen van al deze werktuigen is beweging, het verrichten van arbeid of het opnemen daarvan. H.T. S.? Voor de H.T.S. is na de reorganisatie die onlangs is ingevoerd een vooropleiding van 5 jaar vereist, te weten een 5-jarige school voor hoger algemeen vormend onderwijs (Havo). Ook met H.B.S.-III of Mulo-B kan men naar de H.T.S., maar dan moet men duidelijk goede studieresultaten hebben gehad en eerst een aan de H.T.S. verbonden voorbereidend jaar met succes hebben gevolgd. Aldus wordt de keuze bepaald door de vooropleiding. In twijfel gevallen zal men U gaarne op de H.T.S. nader van advies dienen. Men raadplege ook zorgvuldig de paragraaf over de toelatingseisen. Moeilijk blijft de keuze voor de bezitters van een diploma H.B.S.-B of Gymnasium-B. Zij kunnen zowel naar de H.T.S. als naar de T.H. Nu moeten de aanleg van de kan didaat en de studieduur de doorslag geven. Voor beide instellingen is een goede technische aanleg nodig. Daarnaast is een zekere aanleg voor weten schappelijke studie noodzakelijk en vooral hier ligt het belangrijkste verschil. Met een redelijke aanleg heeft men op de H.T.S. een goede kans van slagen. Een zelfde kans heeft men op de T.H. alleen bij Zeer goede aanleg en een uitstekend vermogen om zelfstandig een geheel vrije studie te kunnen vol brengen. Bestaat daarover enige twijfel, dan kieze men de H.T.S. Doorstuderen aan de T.H. kan altijd hog, maar slechts weinigen kunnen zich er toe brengen de omgekeerde weg te bewandelen, als blijkt dat men te hoog heeft gegrepen. Het verschil in studieduur is op het ogenblik in theorie slechts één jaar, n.l. vier jaar op de H.T.S. en vijf jaar op de T.H., maar praktisch moet men rekening hou den met de werkelijke, gemiddelde studieduur van beide opleidingen en dan is het verschil enige jaren groter. Tot zover de studiekeuze op grond van de vooropleiding. Nu nog over de vereiste aanleg. De techniekbeoefening op het plan van de H.T.S. ver eist een goed vermogen tot helder en onderzoekend denken, een goed voorstellingsvermogen en aanleg tot inventiviteit. De technicus moet iets van een volhardende puzzelnatuur hebben en nieuwe op lossingen kunnen bedenken voor nieuwe technische problemen. Liefhebberij in knutselen is welkom, maar zeker geen voldoende bewijs van geschiktheid. Het studieverloop van de vooropleiding en examen resultaten in de wis- en natuurkunde geven een betere aanwijzing. Tekenvaardigheid en nauwkeu righeid zijn eveneens belangrijk. Men mag natuur lijk ook niet overdrijven. Met een goede ijver en het nodige doorzettingsvermogen komt men ook bij een gemiddelde aanleg een heel eind. Zeker verder dan degene die het wel zou kunnen, maar die het bij de eerste de beste moeilijkheid opgeeft. Tot slot nog een waarschuwing aan leerlingen van H.B.S. of Gymnasium die de studie aldaar willen of moeten staken wegens geringe kans op het behalen van de eindstreep. Voor hen biedt de H.T.S. slechts in bij zondere gevallen een uitkomst. Zij zullen hier veel al gelijksoortige moeilijkheden ondervinden. TOELATINGSEISEN Tot het voorbereidend jaar van de H.T.S. kun nen worden toegelaten de kandidaten: a. Diploma Mulo-B. b. Met diploma 4-jarige Mavo, met examen wis- en natuurkunde. c. Die bevorderd zijn naar de 4e klas van een 5- jarige H.B.S.-B of naar de 5e klas van een 6- jarige H.B.S.-B of Gymnasium-B. d. Die geslaagd zijn voor het theoretische gedeelte van het eindexamen U.T.S. (M.T.S.). e. Met een gelijkwaardige opleiding. Tot het eerste studiejaar van de H.T.S. kunnen wor den toegelaten de kandidaten: a. Met diploma H.B.S.-B of Gymnasium-B. b. Die het voorbereidend jaar van de H.T.S. met vrucht hebben doorlopen. c. Met een gelijkwaardige opleiding. ié? Voor alle gevallen geldt, dat het studieverloop en de behaalde resultaten in aanmerking worden genomen. Bij plaatsgebrek is de toelating vergelij kend (de beste kandidaten gaan voor). Voorwaar delijke plaatsing is mogelijk. Over plaatsing in ho gere studiejaren en het inpassen van bijzondere gevallen wordt van geval tot geval beslist. De studie duurt (na het voorbereidend jaar) vier jaar. De eerste twee studiejaren dragen nog een min of meer schools karakter. Het onderwijs wordt dan grotendeels klassikaal gegeven. Geleidelijk worden de studenten tot grotere zelfstandigheid gebracht en moeten zij meer zelfstandig aan opdrachten wer ken. Er wordt op gerekend dat de 32 a 34 weke lijkse lestijden met eigen studie worden aangevuld, zodat de student zich geheel voor de studie moet geven. In deze beide jaren wordt de behandeling van de algemene en de exacte vakken tot zekere afronding gebracht. Het derde studiejaar is een praktijkjaar. De te werkstelling, de verslaggeving en het kontakt met de H.T.S. wordt voor elke H.T.S. afzonderlijk ge regeld. Het vierde studiejaar draagt een vrijer en zelf standiger karakter. Er wordt een zekere keuzemo gelijkheid geboden, opdat de student zich op grond van aanleg en belangstelling in een beperkt aantal onderwerpen grondiger kan verdiepen en in een gewenste richting kan afstuderen. De resultaten van een zo zelfstandig mogelijk gemaakt ontwerp dan wel van een gehouden technisch-wetenschap- pelijk of bedrijfskundig onderzoek zullen meetellen als onderdeel van het eindexamen. Aan de hogere technische school in Vlissingen zijn drie afdelingen verbonden, namelijk werk tuigbouwkunde, elektrotechniek en weg- en waterbouwkunde. Voorts een voorbereidend jaar voor hen, die op grond van de toelatingseisen niet rechtstreeks tot een afdeling kunnen wor den toegelaten. AFDELING WERKTUIGBOUWKUNDE De afgestudeerden vinden hun arbeidsveld in machinefabrieken als (assistent) bedrijfsleider, bij de planbureaus en bij de werkvoorbereiding, waar een fundamentele kennis van de inrichting en wer king van machines vereist wordt. Verder in de kon- struktiebureaus als tekenaar-konstrukteur. kon- strukteur en leider van de tekenkamer. In bedrijven, waar machines en werktuigen worden gebruikt, worden de werktuigbouwkundig gevormde hogere technici gevraagd voor het onderhoud en toezicht (bijv. bij spoorwegen en andere vervoersbedrijven, olie-industrie, suikerfabrieken, textielfabrieken, elektriciteitsbedrijven, bouwondernemingen met hun uitgebreid machinepark, enz. enz.). Voorts vragen reparatiewerkplaatsen voortdurend hogere technici van deze afdeling. Ook bedrijven op het gebied der kernenergie vragen werktuigbouwkundig geschool de hogere technici. In verband hiermede wordt veel waarde toege kend aan konstruktief inzicht, aan het opzetten van theoretisch-technische berekeningen, aan tekenvaar digheid en aan het omgaan met en het onderzoek van machines en werktuigen. (Zie verder volgende pagina.) T|jyiE het plan heeft opgevat zich te bekwamen voor een werkkring in de techniek, heeft keuze uit meer dan één schooltype. Hij kan direkt na de lagere school naar de L.T.S, gaan en bij gebleken geschikt heid eventueel de studie ver volgen op een U.T.S., of hij kan eerst een Mulo of H.B.S. doorlopen en dan op een hoger plan de technische studie be ginnen. Hij heeft dan een vooropleiding met algemeen vormend onderwijs gehad. Af hankelijk van de duur en het resultaat van- deze vooroplei ding bestaan er nu in beginsel nog drie mogelijkheden, de studie op een U.T.S. (of M.T.S.), die op een H.T.S. en die aan een Technische Hogeschool (T.H.). IS

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 15