Italiaans raaigras als groenbemester
De krozen staan weer in bloei
13
.:"x"
Slempgevoelig land: hier past gras als groenbemester goed.
JN aansluiting op een artikel, dat handelde over
klaver als groenbemesting, willen we thans de
mogelijkheden van gras als groenbemesting eens
nader bekijken.
Over het belang van groenbemesters i.v.m. het
op peil houden van structuur en opbrengstniveau
kan men het er wel over eens zijn: we kunnen ze
momenteel niet meer missen.
GRAS (HOEWEL DUURDER) IS ZEKERDER DAN
KLAVER
ffET is natuurlijk niet mogelijk om in dit artikel
aan te geven welke groenbemesting men nu
moet nemen. Dat hangt n.l. af van specifieke be
drijfsomstandigheden als: structuur van de grond,
slempgevoeligheid, bouwplan, chemische onkruid-
bstrijding, grondsoort e.d.
Laten we deze punten eens de revue passeren.
a. Gronden met een matige of slechte structuur
lenen zich minder goed voor klavers, daar de
meeste klaversoorten hoge eisen stellen. Gras wil
hier meestal nog wel groeien.
Speciaal in ruilverkavelingsgebieden kan dit een
faktor van belang zijn bij de keuze van de groen
bemester.
b. Hopperups en witte klavers komen op slempige
gronden meestal wel naar boven, maar laten het
daarna vaak zitten, omdat ze in een ineenge-
slempte grond nu eenmaal moeilijk aarden.
Rode klaver doet het op dit soort grond meestal
wel, maar heeft het bezwaar in bepaalde dek-
vruchten (vlas, gerst) te hoog te groeien.
Gras mist deze hinderlijke eigenschap en is bo
vendien goed bestand tegen verslemping.
c. Ook het bouwplan kan van invloed zijn op de
keuze van de groenbemester. Speciaal op be
drijven met veel aardappelen en bieten is de
(veel) duurdere groenbemester eerder verant
woord dan op de extensievere bedrijven.
De opbrengst van de hakvruchten - met name
die van de aardappelen - worden gunstig be-
invloed do'ór de buitengewone intensieve door-
worteling van de grond door het gras.
Bij een vrij extensieve bedrijfsopzet - met dus
vooral weinig of geen aardappelen - is de dure
grasgroenbemesting niet of ternauwernood ren
dabel en kan men het beter zoeken in de richting
van klavers (wanneer de grond zich er tenminste
toe leent, zie eerder).
d. T.a.v. de chemische onkruidbestrüding heeft het
gras een voorsprong vergeleken bij klavers. Zo
wel DNOC- als MCPA-bespuitingen worden door
gras goed verdragen, meestal die met "zwaar
dere" groeistoffen eveneens goed. Van klavers
kan dit niet gezegd worden: DNOC schaadt ze
en alleen rode klavers verdraagt tot op zekere
hoogte MCPA. "De Zwaardere" groeistoffen als
TBA, MCPP, enz. doden alle klaversoorten.
e. De bovengrondse groei van de grassen is op een
lichte grondsoort doorgaans beter dan op zwaar
dere grond, vooral wanneer de nazomer droog is.
Het belangrijkste voor de structuurverbetering
is bij gras vooral de beworteling en deze kan bij
een matige bovengrondse ontwikkeling nog wel
behoorlijk goed zijn.
En zo leent gras zich ook goed voor zware grond,
niettegenstaande de daar vaak minder compacte
bladmassa.
GRAS IS EEN DURE GROENBEMESTER
Zoals reeds gezegd: de kosten van gras liggen
aanzienlijk hoger dan van klaver en bedragen (zaai
zaad stikstof) ongeveer 125,per ha.
Of deze hogere kosten verantwoord zijn hangt
van de bedrijfsomstandigheden af, die eerder in
dit artikel werden genoemd. Wanneer - om welke
reden dan ook - de klaver herhaaldelijk mislukt, is
dit evenwel ook niet goedkoop!
WELKE GRASSOORTEN?
In verband met moeilijkheden van opslag in vol
gende gewassen dient als eis gesteld te worden
dat het gras in het jaar van uitzaaien geen zaad
mag vormen. Grasonkruiden als wilde haver, duist
en kweek geven hoofdbrekens genoeg! Daar hoeft
heus niets meer bij!
Bovendien is een vlotte beginontwikkeling na
het ruimen van de dekvrucht belangrijk, nu door
de maaidorsers de oogst verlaat is.
Het Tetraploid Italiaans raaigras blijkt aan deze
eisen goed te voldoen en heeft de laatste jaren in
de praktijk dan ook goede resultaten gegeven.
WELKE DEKVRUCHTEN ZIJN GESCHIKT
Alle granen zijn als dekvrucht geschikt. Het
vroeg of laat ruimen van de dekvrucht is echter
wel van invloed op de hoeveelheid groene massa en
de beworteling. De uitkomsten in wintertarwe en
zomergerst zijn doorgaans dan ook beter dan in
zomertarwe. Ook de erwten vormen een goede dek
vrucht.
TIJDSTIP VAN ZAAIEN EN ZAAIZAAD-
HOEVEELHEID
De beste zaaitijd in granen is half april-begin
mei. Eerder zaaien moet i.v.m. risico van door
schieten worden ontraden.
In erwten zaaie men vlak voor de bloei.
Machinaal zaaien verdient de voorkeur. De op
komst is dan meestal zekerder dan bij zaaien met
de hand. In het laatste geval is inwerken met een
lichte egge dan ook noodzakelijk. De zaaizaadhoe-
veelheid bedraagt 30 kg per ha.
WANNEER EN HOEVEEL STIKSTOF?
Zodra de dekvrucht geruimd is, dient er 50 kg
N per ha gestrooid te worden. Wachten met stik
stof strooien tot het gras zich gaat ontwikkelen is
onlogisch, daar juist de stifstof deze ontwikkeling
op gang moet brengen.
Wil men een goede kuilvoer winnen, dan is er
100-120 kg N per ha nodig.
HET PLOEGEN
Wanneer er moeilijkheden zijn met het onder
brengen van de groenbemester is dat in elk geval
een goed teken: ze is geslaagd. Bij gebruik van een
ploeg met een goed gewonden rister, scherpe vlakke
voorscharen en eveneens scherpe schijfkouters laat
een zware groenbemestingsmassa zich evenwel goed
onderbrengen.
In verband met een goede vertering is het ge
wenst om op zware grond de groenbemester om
streeks half oktober onder te ploegen. Voor de
lichte grond kan dit rond half november gebeuren.
Tenslotte houdt er rekening mee dat Italiaans
raaigras winterhard is en dus volledig moet worden
ondergebracht.
RLVD - Axel
HWHtHM
Th. P. Hiel.
Midden september: het Italiaans raaigras groeit nog.
(Vervolg van pag. 11)
VERDWIJNENDE TEELT
Geleidelijk is de teelt van Krozen achteruit ge
gaan. Ze passen niet meer in het moderne fruitbe-
drijf. In de Zeeuwse Rassenlijst van 1948 (dus nog
geen 20 jaar geleden) werden de Vroege Oranje en
Tollenaar nog "onder bepaalde omstandigheden"
voor aanplant aanbevolen. In de volgende uitgave
van de Zeeuwse Rassenlijst, verschenen in 1954,
was de aanbeveling vervangen door „aanplant ont
raden".
Door de watersnoodramp zijn er vooral in de
Zak van Zuid-Beveland veel Krozen verdwenen.
Ook elders worden ze echter schaarser.
Straks zullen alleen de ouderen nog weten dat
er Krozen zijn geweest. Die zullen zich de dichte,
ongesnoeide bomen met het kleine blad herinneren,
die al zo vroeg in het voorjaar voor fleurigheid
zorgden met hun bloesemrijkdom. En die zullen
er nog wel eens aan denken hoe lekker die Oranje
pruimen smaakten, die bij de pluk waren vergeten
en rijp (iets gebarsten) van de bomen waren ge
vallen. Met de Krozen gaat ook een brok fruit-
teelt-romantiek verloren.
A. v. O.