KNLC
MAU RITS PLEIN 23
Het loonakkoord
llllflll
Van de Middelbare naar de
Hogere Landbouwschool
Ondernemerschap
in de landbouw
J
mmmm
iiiilii
JJET loonvoorstel van de Hoofdafdeling waarvan wij de vorige week reeds
melding maakten doet op het eerste gezicht fors aan; 9Vt% en daar nog
iets boven, is geen kleinigheid. Dit temeer waar toch zo langzamerhand alge
meen bekend kan zijn, dat indien de 7 wordt overschreden, de mogelijkheid
bestaat dat de vereiste goedkeuring niet wordt verkregen. Dit zou betekenen,
dat de loonsverhoging moet worden gematigd op straffe van onverbindend
verklaring van de betreffende loonbepalingen. Een situatie welke voor con
tractspartijen allerminst plezierig is.
Het loonvoorstel van de Hoofdafdeling gaat zelfs nog met 2 ct per uur
zij het uitsluitend voor de veehouderij arbeider boven* de 9 Va0/# uit. Hiertoe
werd besloten om de basisuurlonen van de veehouderij- en akkerbouwarbeiders
dichter bij elkaar te brengen. Hoewel tegelijkertijd voor enkele gebieden, t.w.
de IJsselmeerpolders en de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht, een
kleine afronding naar beneden van de arbeidstijden werd geadviseerd heeft dit
met de voorgestelde extra verhoging van 2 ct niets meer te maken. De ge
adviseerde arbeidstijdverkorting van 20 a 30 uur per jaar immers heeft alleen
tot doel de uitersten van de arbeidstijden in de veehouderij dichter bij elkaar
te brengen. Het is dus niet de bedoeling hiervoor een extra looncompensatie
toe te kennen. Voor zover dus een vermindering van de arbeidstijd plaats vindt
zal dit automatisch in het weekloon uitwerken. Ook de voorgestelde verhoging
van de pensioenpremie van 3,50 tot 4,50 per week, gaat boven de 9Vs uit.
In feite gaat het hier slechts om een loonsverhoging van 0,50 per week. De
helft van de premie immers welke 2,25 zal gaan bedragen, komt in mindering
op het loon. In het loonadvies ligt besloten, dat de loonbijslag in verband met
de huurverhoging van 1 januari jl. t.w. 2,per week komt te vervallen. Het
is van belang dat de werkgever dit niet uit het oog verliest.
HET C.A.O.-LOON
JJE Hoofdafdeling heeft de loonsver
hoging voornamelijk in het vlak
van de primaire lonen gezocht. Hier
mee is zij in belangrijke mate tege
moet gekomen aan verlangens die bij
de werkgevers bestaan. De C.A.O.-
boekjes immers zijn niet bepaald over
zichtelijk. Loonsverbeteringen worden
vaak in de zgn. franjebepalingen,
JJE afgelopen week werd "Het
ondernemerschap in de land
bouw" besproken in de jaarlijkse
conferentie van landelijk en pro
vinciale plattelandsconventen ge
houden te Amersfoort. Op het ge
sprokene tijdens deze conferentie
komen wij volgende week terug.
Wel vinden wij nu reeds aanlei
ding om U nog eens te wijzen op
het binnenkort verschijnen van
het verslag van het congres over
„Het ondernemerschap in de
landbouw" dat in november 1965
te Zuidlaren werd gehouden.
Zoals reeds eerder werd be
kendgemaakt en op deze con
ventsconferentie nog eens werd
bevestigd zal het winterthema
1966/1967 aan "Het ondernemer
schap in de landbouw" worden
gewijd. Daarbij kan het congres
verslag een zeer goede handlei
ding zijn. Dit verslag zal aan de
lezers van de kaderreeks Kern en
Keur als dubbelnummer in deze
reeks binnenkort worden toege
stuurd. Voor zover U geen abonné
bent op deze reeks kunt U het
congresverslag bestellen door
storting of overschrijving op giro
no. 5929 ten name van het Ko
ninklijk Nederlands Landbouw-
Comité te Den Haag van 3,
onder vermelding van congres
verslag Zuidlaren.
betrekkelijk weggewerkt. Daardoor
lijken de C.A.O.-lonen lager dan zij
in werkelijkheid zijn. Waar het in de
bedoeling ligt de loonsverhoging voor
namelijk te realiseren door een ver
hoging van de basisuurlonen en de
toeslagen, krijgt het C.A.O.-boekje
een heel ander aanzien. Dat het in de
bedoeling ligt de basisionen aanzien
lijk op te trekken blijkt uit onder
staand overzicht.
Basisuurlonen, inclusief het werk
nemersaandeel in de pensioenpremie,
de compensatie-bijslagen W.W. en
AOW/AWW. alsmede de huurcom-
pensatie-bijslagen 1960. 1962. 1964 en
1966.
Vaste vakarbeiders A op akker
bouw- en gemengde bedrijven 2,89r'.
Vaste vakarbeiders op akkerbouw-
en gemengde bedrijven 2,805.
Losse vakarbeiders A op akker
bouw- en gemengde bedrijven 2,82r'.
Losse vakarbeiders op akkerbouw-
en gemengde bedrijven 2,74.
Seizoen-arbeiders 2,63.
Ongeschoolden 2,43.
Met betrekking tot de los-vaste
arbeiders adviseert de Hoofdafdeling,
voor zover nodig, een uurloon, dat
2,6 hoger ligt dan dat voor vaste
arbeiders in gelijke functie.
Ten aanzien van de jeugdlonen
worden dezelfde percentages geadvi
seerd als vorig jaar, zijnde derhalve
voor 22 t/m 16 jarigen resp. 93 88%,
79%, 71%, 61%, 53% en 46% van
het loon der 23-jarigen.
Voor arbeiders van 65 jaar en
ouder dient ook dezelfde berekenings
methode als vorig jaar te worden toe
gepast. In verband met een wijziging
van de W.W.-premie, bedragen de af
trekpercentages voor vaste arbeiders
thans 89 en voor los-vaste en losse
arbeiders 11,5%.
Wat de akkoordionen betreft, wordt
door de Hoofdafdeling als akkoord
basis geadviseerd 2,65 (evenals vorig
jaar 2 ct boven het loon van de sei
zoenarbeiders).
De afstandsvergoeding werd ge
steld op:
f 0,50 bij een afstand van 5-10 km
(verhoging 0,25); 0,75 bij een af
stand van 10-15 km (verhoging 0,25)
f 1,bij een afstand van meer dan
15 km (ongewijzigd).
OOGST. EN DIPLOMATOESLAGEN
Ook de diplomatoeslagen worden
aan de loonsverhoging aangepast; ter
wijl de oogsttoeslagen werden ver
hoogd van 40 op 45 ct. Deze verhogin
gen zijn een gevolg van de doorwer
king van de loonsverbeteringen. Maai
de afronding van de oogsttoeslag op
45 ct intussen betekent een verhoging
van meer dan 10%. Het mag als een
winstpunt worden gezien dat de
Hoofdafdeling het mogelijk heeft ge
maakt dat de oogsttoeslag in een vast
bedrag in de weeklonen wordt ver
werkt. Maar men wil vasthouden aan
verwerking in een vast bedrag per
jaar de zgn. winteruitkering is
ook dit mogelijk.
DE VAKANTIETOESLAG
De verhoging van de vakantietoeslag
van 4 op 6% en de verhoging van de
vakantiebonwaarde van 61/» op 7Vs
maal het uurloon houdt verband met
een verwerking in de C.A.O.-lonen
van de bijzondere uitkering 1965. Van
een feitelijke loonsverhoging is hier
dus geen sprake. Nieuw daarentegen
is de bepaling, dat de vakantietoeslag
in twee gedeelten moet worden uit
betaald, d.w.z. 4 in de zomer en 2
in de winter. Een voorschrift dat voor
de werknemers eventuele likwiditeits-
problemen vermindert en tevens een
waarborg biedt voor een zekere bin
ding van de werknemer aan het be
drijf.
HET MANTELCONTRACT
Dit wordt voor het volgend con
tractjaar slechts op enkele onderdelen
gewijzigd. Zo is o.m. de bepaling, dat
het maximum van 30% als overschrij
ding van het tijdloon met tarieven, die
in onderling overleg tussen werk
gever en werknemer worden vastge
steld, vervallen.
Van arbeiderszijde had men met
betrekking tot de mantel op ver
schillende punten belangrijke verlan
gens. Verlangens die in de ijskast wer
den gestopt toen bleek dat de werk
gevers niet bereid waren hieraan te
gemoet te komen. Wij verklappen geen
geheim wanneer wij opmerken, dat de
landarbeiders aanvankelijk een loons
verhoging van 7 5% 12% had
den voorgesteld; deels te realiseren
door verbetering van verschillende be
palingen van de mantel.
KOMMENTAAR
Waar het bestaan van een zekere
achterstand t.o.v. de lonen elders niet
kan worden ontkend, is het verklaar
baar dat de werkgevers hun mede
werking aan een beperkte overschrij
ding van de algemene trend van 7
niet hebben onthouden. Bij een aan
houdende schaarste op de arbeids
markt kan de landb.mw zich nl. niet
veroorloven met de lonen ver achter
te blijven. De landbouw-C.A.O.'s zou
den aldus elke praktische betekenis
verliezen. Toegegeven zij, dat de voor
gestelde nieuwe basisuurlonen zo
langzamerhand een aanzienlijke
hoogte hebben bereikt. Maar hier
tegenover staat dat de tariefwerk
zaamheden welke de weeklonen aan
zienlijk kunnen verhogen, de laatste
jaren steeds meer aan betekenis heb
ben ingeboet. Dit in tegenstelling tot
de ontwikkeling welke zich door aller
lei vernuftige beloningsstelsels elders
heeft voltrokken.
WAT GAAT HET COLLEGE DOEN?
Afgewacht moet worden of het
College van Rijksbemiddelaars het
loonachterstandsmotief zal aanvaarden
om de loonsverhoging voor zover uit
gaande boven de 7 te accepteren.
Doet hij dit niet dan gaat het erop
lijken dat het loonadvies van de
Hoofdafdeling eenzelfde lot zal zijn
beschoren als de C.A.O.'s welke de
laatste weken aan de regering zijn
voorgelegd, omdat ook deze de ge
stelde limiet overschreden. Mocht de
regering ingrijpen, dan zal de Hoofd
afdeling haar loonadvies moeten her
zien. Zodra het standpunt van College
en Regering bekend is zal hiervan in
deze kolommen melding worden ge
maakt. N.A.V,
Bij voldoende belangstelling zal evenals aan de andere Hogere Landbouw
scholen met ingang van het nieuwe schooljaar 1966-1967 ook aan de Hogere
Landbouwschool te Dordrecht een schakelklas worden verbonden voor leer
lingen die de middelbare landbouwschool hebben doorlopen. In principe zijn
alle gediplomeerden van de m.l.s. tot deze schakelklas toelaatbaar, dus onaf
hankelijk van hun vooropleiding en de richting (B of Edie zij hebben gevolgd.
De schakelperiode zal een vol jaar in beslag nemen. De leerlingen krijgen in
dit voorbereidend jaar vrijwel uitsluitend Nederlands, Frans, Engels, Duits,
algebra, meetkunde en natuurkunde. Voor deze vakken zullen zij in dat ene jaar
ongeveer het peil moeten bereiken van 3 jaar H.B.S. In elk geval zullen zfj
zover moeten komen, dat zij de lessen aan de hogere landbouwschool goed
kunnen volgen.
Voor leerlingen die via de lagere landbouwschool en de middelbare landbouw
school in deze schakelklas-terechtkomen, betekent dit uiteraard een zeer zware
opgave. Zij zullen dan ook alleen kans van slagen hebben, als zij beschikken
over een goede aanleg, gecombineerd met veel studiezin en doorzettings
vermogen. Daarom zal bij de toelating een zekere selectie moeten worden toe
gepast. Hierbij zal o.a. gebruik worden gemaakt van een psychologische test
door een adviesbureau voor school- en beroepskeuze.
Aangezien deze selectie nogal wat tijd zal vergen, is het noodzakelijk, dat
de kandidaten zich VOOR 1 MEI 1966 aanmelden. Dit kan geschieden bij de
directeur van de Hogere Landbouwschool, ir, W. T. Rinsema, Oranjelaan 264 te
Dordrecht (tel. 0185034974).
1T