kapitale kwesties' [Officieel orgaan van de Muatschappij tot bevordering vajfland en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland Ons commentaar Deze week o.m. 0 Koelen van melk op de UET slechte weer van het afge- lopen weekeinde werd voorafge gaan door een, zoals het wel is ge noemd, „politieke aardverschuiving". Bij beide verschijnselen zijn we betrok ken. Zowel als ondernemer en als staatsburger omdat de op gang ge komen zaaitijd wordt onderbroken door het ene en omdat we zoals de dagbladen meldden „van verbaasd tot verbijsterd" zijn door het tweede ver schijnsel. Als organisatie van boeren en tuinders gaat het ons aan voorzover het agrarisch belang in het geding is; zonder echter ons agrarisch belang los te zien van ook ons algemeen belang van bijvoorbeeld goede wegen, goed drinkwater en werkgelegenheid. In de nabeschouwingen bij de ver kiezingen viel ons een uitspraak van de Landbouwminister op. Hij verklaar de onder meer het landbouwbeleid (en dat gaat ons aan) op de oude voet te zullen voortzetten. Dat was duide lijke taal. die wij bepaald niet alleen maar ten ongunste van de landbouw willen uitleggen. De Minister heeft in Friesland ge zegd dat hij er uit probeert te halen wat erin zit. En drs. Schelhaas schrijft in het Officieel Orgaan van de F. N. Z. dat de bewindsman voor Landbouw een hard gevecht heeft moeten leve ren (in het kabinet) om de 33,5 ct te krijgen. MAAR dit alles neemt niet weg dat ook wij op de oude voet voort zullen gaan. Dat wil zeggen steun aan de Landbouwminister daar waar mo gelijk en kritiek daar waar nodig. En er zijn zorgen in onze kring. Ze zijn niet uit de lucht gegrepen en ook niet van vandaag op morgen gekomen. Vorige week was ons gehele com mentaar aan enkele naar onze mening kardinale problemen gewijd. Drs. Schelhaas wijst in het eerder genoem de artikel eveneens op het door ons gemelde probleem van de prijsvast stelling en -verhoging in de E. E. G. En wat de subsidiekwestie aangaat wordt deze week in de Landbodc nog eens een boekje opengedaan over wat een aantal ambtenaren van ons Minis terie van I.andbouw al zo aan «subsi die politiek in Duitsland hebben ge vonden. (Op pag. 6 is de bijdrage van de Landbode in verkorte vorm opge nomen). Het maakt op ons zo lang zamerhand de indruk dat we behoor lijk door onze Duitse en Franse col lega's en hun overheden te pakken worden genomen. £N dit bezien we dan tegen de achtergrond van net feit dat de kapitaaisvoorziening van het agrarisch bedrijf zich tot een groot knelpunt ontwikkeld heeft. De boer en tuinder hoeft niet verteld te worden dat hij moet investeren en zich moet aanpassen. Dat doet hij al jaren. Wel zoekt hij een oplossing voor het probleem hoe dat te doen. Ongetwijfeld past het ten aanzien van dit punt ook de hand in eigen boezem te steken. Maar de kapitaals behoefte wordt steeds omvangrijker, ook als zo zuinig en zo efficiënt mogelijk met dit dure produktiemlddel kapi taal wordt omgesprongen. En wanneer de inkomenscapaciteit van het bedrijf zodanig is dat belastingen kunnen worden opgebracht en het gezin redelijk kan worden onderhouden dan heet hel rendabel. Over vermogensvorming wordt In het geheel niet meer gesproken. Als een sprookje zien 's avonds de kassen eruit als de verlichting aangaat voor het belichten van de glasaardbeien. In een artikel op pagina 12 en 13 wordt nader ingegaan of de omstandigheden die voor de Bommelerwaard voor de uitbreiding van de glasaardbeien zo uitermate gunstig zijn geweest, ook niet voor Kapelle kunnen gelden en benut worden. Uit de praktijk pag. 4 Nogmaals normalisatie rijenafstand pag. 5 9 Aardappelvoorraden en -markt pag. 5 en 15 <0 De maand april op het Zeeuws Landbouwbe drijf pag. 10 en 11 0 Waar het omgaat pag. 9 boerderij pag. 7 I EVENSGROOT komen de problemen om de hoek kijken, wanneer er sprake is van vererving en bedrijfs- opvolging. Onze deskundigen van boekhoudbureau en secretariaat worden overstelpt met vragen op dit terrein. Dat is een verheugend verschijnsel, want een vroegtijdig gesprek kan vaak de basis vormen voor een zo goed mogelijke oplossing. Er zijn diverse juridische vormen die aan deze moeilijkheden van de opvolging op de verschillende bedrijven een eind tegemoet komen en die ook steeds meer aandacht krijgen. Ook in de algemene» opvatting over het gelijkelijk behandelen der kinderen komen wijzigingen. Het gaat steeds minder om het geven van ieder kind hetzelfde vermogensbestanddeel, maar wel om het geven van ieder kind dezelfde kansen op een redelijke inkomens vorming. In die opvatting kunnen een aantal problemen (bijv. ten aanzien van de grond) die zich voordoen bij het over geven van het landbouwbedrijf op een zodanige wijze dat de jonge boer inderdaad een redelijk bestaan kan krijgen, in een wat minder schril licht komen te staan. Maar zelfs dan blijft het punt van de kapitaalsvoorziening, waarvan de lasten zijn op te brengen voor de jonge boer, een levensgrote kwestie. Zet U maar eens een berekening op, En het gaat hierbij om het voortbestaan van het gewone agrarisch bedrijf nu en in de toekomst. Op het streven naar grotere structuren en de voorziening In de kapitaals behoefte die daaruit ontstaat zijn we dan nog niet Inge gaan. Nader beraad lijkt ons wel noodzakelijk ia dit verband. Pr.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 1