Het drijfmestsysteem in rundveestallen Chemische onkruidbestrijding in uien BIJ de chemische onkruidbestrijding in zaai-uien, zilveruien, picklers en plantuien (le teeltjaar) maken we onderscheid tussen de bespuitingen voor de opkomst van het gewas en die welke over het groeiend gewas worden uitgevoerd. In dit artikel worden alleen behandeld de bespuitingen die voor de opkomst van het gewas dienen te worden toegepast. Hierbij kan een keuze worden gemaakt uit de groep van kontaktmiddelen en uit die van de bodemherbiciden of wel langwerkende middelen. Uitwisseling Stad—Platteland Algemene spuitvoorwaarden MELKEN IN DE WEIDE Het uitmesten van rundvee stallen is een tijdens de stal- periode steeds terugkerend® bezigheid. Het is daarom begrij pelijk, dat men op veel bedrij ven met plannen rondloopt, hieraan a.s. zomer iets te gaan doen. Naast de mestschuit, het schuifstangsysteem en de rond gaande ketting, behoort zeer zeker ook het drijfmestsysteem tot de mogelijkheden. Alvorens te besluiten, dient men de voor- en nadelen van iedere methode eerst goed te bekijken. Een in vestering van 8Ö00,in een rondgaande ketting zonder b.v. het drijfmestsysteem in de praktijk gezien te hebben, lijkt me niet verstandig. Wat betreft het drijfmest systeem kan dit bekeken wor den op de volgende bedrijven: 1. J. Geschiere, Krommenhoek- seweg 2, Meliskerke, (01180- 253). 2. K. Dekker, Kluithoekweg 3, Biggekerke (01185-384). 3. M. S. Tolhoek, Dorpsstraat 25, 's Heer Abtskerke (01103- 319). 4. N.V. De Bathpolders, bedrijf Middenhof (01135-215). 5. D. Rouw, 's H. H. Kinderen- dijk 149, Goes (01100-69821. Het drijfmestsysteem op het bedrijf van de heer J. Geschiere werd door de boer zelf aangebracht. R. L. V. D. Goes J. VAN NIEUWENHUIZEN. inTWISSELING stadplatteland is geen onbekende klank in agrarisch Zeeland. Verschillende krin gen van onze Z. L. M. hebben deze uitwisseling reeds enkele jaren met veel succes in praktijk gebracht om tot een beter begrip van de zijde van de stedeling te komen voor de problemen waar de boer en tuinder zich voorgesteld ziet. De Stichting Public Relations Land- en Tuinbouw heeft nu het plan opgevat om deze doeltreffende methode van public-relations in groter verband op te zetten om op deze wijze te trachten stad en platteland nog nader bij elkaar te brengen. Onlangs is deze Stichting begonnen een inventarisa tie te maken van die boerderijen en tuindersbedrijven waar men bereid is een stadsgezin, een schoolklas of ander groepje belangstellende stedelingen te ontvan gen. Dus bedoeld als „toeristisch" bezoek zonder dat dit voor betrokkenen kosten met zich mee brengt. Het adressenmateriaal zal de Stichting ter beschik king stellen van V. V. V.-kantoren, stadsscholen, huis- vrouwenverenigingen en vooral ook stadsgezinneu. Men dient echter over voldoende adressenmateriaal te kunnen beschikken om aan eventuele aanvragen te kunnen voldoen. Heeft U belangstelling voor deze uit wisseling stadplatteland vraag dan een formulier aan bij de Stichting Public Relations Land- en Tuin bouw - Mauritskade 1, Den Haag. U ontvangt van die zijde nadere gegevens en een vragenlijst waarop U in kunt vullen wanneer U bereid zoudt zijn gasten te ontvangen en andere bijzonderheden omtrent uw be drijf. Vraag e.e.a. eens aan, het verplicht U tot niets en door aan deze opzet mee te werken wordt het leren kennen en begrijpen van het platteland bevorderd ENIGE jaren geleden zijn door het Landbouwschap model-algemene spuitvoorwaarden (A. S. V.) vastgesteld en gedeponeerd, welke bestemd zijn om te gelden bij bespuiting met bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw. Deze S. V. bevatten spuitvoorwaarden, waarin de verdeling van het risico over opdrachtgever en spuiter nader wordt geregeld. Zij houden voorts de zeer be langrijke bepaling in, dat de spuiter verplicht is zich zowel tegen aansprakelijkheid jegens de opdrachtgever als tegen wettelijke aansprakelijkheid, voortvloeiende uit de uitvoering van spuitovereenkomsten, te ver zekeren. Naast een regeling van de spuitvoorwaarden, be vatten deze A. S. V. ook voorschriften ten aanzien van arbitrage. Alle geschillen tussen opdrachtgever en spuiter, ontstaan naar aanleiding van een overeen komst, afgesloten onder A. S. V., of van nadere over eenkomsten, welke daarvan het gevolg zijn, kunnen uitsluitend door arbitrage worden beslecht. Het secre tariaat van de arbitragecommissie is gevestigd ten kantore van het Landbouwschap, Raamweg 2528 te 's-Gravenhage. Het Landbouwschap adviseert de bespuitingen zo veel mogelijk op basis van deze algemene spuitvoor waarden uit te voeren en te doen verrichten. De alge mene voorwaarden zijn bij het Landbouwschap ver krijgbaar. Het voorjaar nadert en daarmede ook de weide- tij d. Veel veehouders zullen dan vaak noodgedwon gen weer in het weiland gaan melken. Dit kan ook bij machinaal melken goed gaan, mits de nodige voorzorgen worden getroffen. Door gebrek aan bergruimte wordt de weidemelk- wagen in de winter vaak niet onder dak gebracht. Voor deze weer in gebruik genomen wordt, moet U hem dan toch tijdig schoon maken, van roest ont doen en van een beschermend laagje verf voorzien. Ook de vacuumleiding behoort doorgespoeld en ge reinigd te worden. Het monteren van de hoekkranen, de vacuum- meter en de regulateur dient zodanig te geschieden, dat geen vacuumverlies door lekkages kan optreden. Ditzelfde geldt voor zwaaiarmen. Juist bij deze uitvoering treden vaak ernstige vacuumverliezen op tengevolge van ondoelmatig of versleten koppe lingen. Let vooral ook op de rubberverbindingen, indien deze in de leiding of in de aansluiting met het vacuumaggregaat voorkomen. Daar zij altijd aan weer en wind zijn bloot gesteld, behoeven zij regel matig vernieuwing. Nylon of plastic verbindingen zijn beter tegen weersinvloeden bestand, maar knij pen gemakkelijk plat, waardoor ongewenste ver nauwingen ontstaan. Als krachtbron voor het melken in de weide wordt het meest de verbrandingsmotor gebruikt. Deze zal tweemaal per dag zijn diensten zonder ha pering moeten leveren. Een deskundige controle van de motor in het winterseizoen door een vakman ls daarom niet overbodig. Indien dit nog niet gebeurd is, is spoed gewenst. Een moeilijk startende of slecht lopende motor bezorgt bij het melken veel ellende. Als besluit nog een raad: neem bij het in de wei melken na elke melktijd, dus 's morgens en 's avonds, de melkapparaten mee naar huis om ze te reinigen. Het gaat daar gemakkelijker en beter dan in de wei en het kan de kwaliteit van de melk verbeteren. Dat brengt ten slotte geld op. KONTAKTMIDDELEN Tri-PE, Shell Allivin, AAxanthyl en Asepta Her- bisan. Deze middelen zijn tot 3 dagen vóór de op komst van de uien te gebruiken in een dosering van 20-25 liter per ha. Reglone Van dit middel bedraagt de te gebruiken hoe veelheid 3 liter per ha. Het kan worden aangewend tot aan de opkomst van het gewas d.w.z. tot op het moment dat de eerste uieplantjes boven staan. Gramoxone Toe te passen in een dosering van 3 liter per ha tot 1 a 2 dagen vóór de opkomst van het gewas. Dit middel is alleen te gebruiken als ten tijde van het spuiten veel gras aanwezig is. Genoemde kontaktmiddelen dienen te worden verspoten in 600-800 liter water per ha. LANGWERKENDE MIDDELEN Alicep Dit middel vond, zij het op beperkte schaal, in 1965 toepassing in de praktijk. De in 1965 verkregen onkruidbestrijding was, mede veroorzaakt door de vrij natte voorjaarsmaanden, zeer goed. In bepaalde gevallen, met name als direkt na het spuiten veel neerslag viel, ontstond enige gewas beschadiging. Voor het seizoen 1966 is voor Alicep een vol ledige ontheffing verleend voor toepassing in alle vormen van gezaaide uien. Toepassing in een dosering van 3-4 kg is alleen verantwoord op gronden met een afslibbaarheid van minimaal 20 °/o en 2 °/o humus. Op gronden met een afslibbaarheid van minder dan 20% neemt de kans op gewasbeschadiging toe. Het tijdstip van aanwending ligt in het trajekt kort na zaaien tot en bij voorkeur 1 week voor opkomst. Op het moment van spuiten mag echter nog geen onkruid boven staan, terwijl de toepassing op een wat vochtige grond de werking ten goede komt. CP-Uien - Dit middel heeft een wat minder langdurige onkruidbestrijding te zien gegeven dan Alicep. CP- Uien heeft echter het voordeel dat de kans op ge wasbeschadiging minder is dan bij gebruik van Ali cep. Vooral op lichtere gronden is dit het geval. Voor 1966 is dit middel dan ook voorgedragen voor een ontheffing voor het gebruik in zaai-uien in een dosering van 7 a 8 kg per ha. Gezien de mindere kansen op gewasbeschadiging is de toepassing niet gebonden aan de zwaarte van de grond. Evenals voor Alicep geldt dat de toepassing bij voorkeur op een wat vochtige grond dient te ge schieden op een moment dat nog geen onkruid boven de grond staat. Ook bij dit middel dient te worden gespoten omstreeks een week vóór opkomst. Dimexan OMU BiPC Van de middelen uit deze groep is de meeste er varing opgedaan mét Trixabon. Het toepassen van dit soort middelen op gronden met een percentage afslibbaar van minder dan 20 moet worden ont raden. In een dosering van 15 liter per ha toegepast op een wat vochtige grond ongeveer 1 week vóór opkomst, is de onkruidbeschadiging te vergelijken met die van CP-Uien, terwijl de kans op gewas beschadiging ongeveer is gelijk te stellen aan die van Alicep. Ook de genoemde langwerkende middelen dienen te worden aangewend in 600-800 liter water per ha. Indien tijdens de toepassing en enige tijd daarna de grond droog is, kan het resultaat van deze mid delen teleurstellend zijn. Stichting Nederlandse Uien-Federatie, D. HOOGHIEMSTRA.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 5