I PLATTELANDSJEUGD
EEN NIEUW PERSPECTIEF
Geslaagde kontaktdag te
**£LA&
Middelburg
Jongerenaktiviteiten
26
In de praktijk is gebleken dat rechtstreeks kontakt
de beste wijze is om wederzijds goodwill te kweken.
De Stichting P. R. tracht dit te bereiken door de opzet
van een landelijke uitwisseling tussen stad en platte
land. De stedeling ontvangt iedere dag van de bakker
zijn brood; door kennis te nemen van de oorsprong
van dit brood, het groeiende graan op het land, zal!
zijn blik zich verruimen en zal hij het boerenbedrijf
met andere ogen gaan zien.
De heer Wilbers ontving als dank voor zijn inleiding het
fotoboek „Ontworsteld Land". Samen met de Commissaris
der Koningin bewondert hij het fraaie boekwerk.
P. J. G. N.-voorzitter Joop de Veer kon in zijn openingswoord een aantal belangrijke gasten
verwelkomen, waarvan wij noemen de Commissaris der Koningin in Zeeland, mr. J. van
Aartsen, de Burgemeester van Middelburg, mr. J. Drijber, en de Algemeen Voorzitter der
Z. L. M., ir. J. Prins.
Door het bijzondere karakter van deze dag kon de heer De Veer zijn openingstoespraak
slechts kort houden. Hij wees op een aantal punten die de plattelandsjongeren op dit moment
ter harte gaan. Daarbij haalde hij de eerste zin uit het Jaarverslag 1965 van de P. J. G. N. aan:
„het is niet aan ons, gisteren te gaan herontdekken, maar om datgene wat morgen komt te ver
werven". Het plattelands jongerenwerk moet gericht zijn op het klaarmaken van de jongere
voor de taak die hem wacht, waar en wanneer dan ook. Dit is niet gemakkelijk, want wat zijn
de perspectieven voor de jonge beginnende boer? Vaak beginnen met een grote schuldenlast,
waarbij desondanks nog veel geïnvesteerd moet worden. En wat brengen deze offers op? In
een éénmans-veehouderijbedrijf zal het toch 7 dagen per week werken betekenen, aldus de
heer De Veer, die daarom van mening was, dat dit soort bedrijven bestreden moet worden. Met
alle middelen dient dit beeld voorkomen te worden, door ruilverkaveling, O. en S.-fonds, rente
subsidie, met dien verstande dat deze subsidie besteed moet worden aan goede en levensvat
bare bedrijven, voor goede boeren, en goed geleid.
De P. J. G. N.-voorzitter noemde het boer-zijn een verantwoord beroep, en dat
moet het blijven. In dit verband uitte hij zijn waardering voor de voormannen.
Tot slot riep hij de jongeren op om belangstelling te tonen voor de dingen om
hen heen, niet alleen voor de landbouw maar ook voor industrie, politiekor
ganisatieleven. „Blijf niet aan de kant staan. Lidmaatschap alleen geeft U geen
voordelenwel het meedoen aan de aktiviteiten, die U voldoening en voordeel
zullen geven in Uw eigen beroep", aldus besloot de heer De Veer zijn toespraak.
HET jaarlijks terugkerende grote evenement van de P. J.
G. Z., de Algemene Kontaktdag, was deze keer niet alleen
een Zeeuwse aangelegenheid. Voor het eerst heeft de landelijke
organisatie, de P. J. G. N., haar Algemene Vergadering vanuit
het centrum van het land naar een der provincies verplaatst, om
door middel van een gecombineerde bijeenkomst het koniakt
tussen de leden en het landelijk apparaat te verstevigen. Hoe
wel het merendeel van de vele belangstellenden in het City
theater uit Zeeland afkomstig was, is het doel althans in zo
verre bereikt, dat nu de Zeeuwse leden van nabij met hun lande
lijke organisatie konden kennismaken, zonder er een verre reis
voor te moeten maken.
CRANS DEES, voorzitter van de P. J. G. Z., die hierna een welkomstwoord tot de landelijke
organisatie sprak, legde met name de nadruk op de verdeeldheid die bestaat in de boe
renstand, waardoor men naast elkaar hetzelfde werk doet. Laten we alles doen om de eenheid
onder de plattelandsjongeren te bevorderen en aldus een voorbeeld voor de ouderen te zijn. En
laten we proberen om in de toekomst dezelfde akker te bewerken, aldus de heer Dees.
Hierna werd het woord gevoerd door de Commis
saris der Koningin en door de burgemeester van Mid
delburg. Mr. van Aartsen wees o.m. op de taak, die
de jongeren hebben in het bevorderen van een harmo
nieuze samenwerking tussen landbouw, industrie en
recreatie in Zeeland. Mr. Drijber toonde met een enkel
voorbeeld aan (uitbreidingsplan Middelburg), dat er
reeds een goede samenwerking tussen stad en platte
land bestaat, als gevolg van een wederzijdse belang
stelling.
DE inleider op deze bijeenkomst was de heer F. A.
M. Wilbers, directeur van de Stichting Public
Relations voor Land- en Tuinbouw, die zijn rede de
titel had gegeven „Vingerwijzing voor een Gezicht
(reputatie-behartiging en nog wat"). Hij stelde dat de
mens van nu zich nauwelijks realiseert, dat zijn leven
dagelijks wordt beheerst door de vele communicatie
die wordt bedreven (pers, radio, vooral televisie). Er
is een wisselwerking tussen wat de massamedia doen,
en de reactie daarop. Naarmate aan zaken of mensen
meer aandacht wordt besteed, vooral als het negatieve
gebeurtenissen betreft, wordt juist de negatieve kant
gestimuleerd. Bovendien is men graag bereid om de
situatie om zich heen te beoordelen op grond van wat
enkelingen doen.
Deze zaken spelen een rol in de verhouding stad-
platteland. De Stichting Public Relations tracht, door
allerlei misverstanden uit de weg te ruimen, deze ver
houding te verbeteren. De stedeling wordt gewezen op
het feit, dat weliswaar nog slechts 9 van de bevol
king in zuiver agrarische beroepen werkzaam is, doch
dat een belangrijk percentage daarnaast rechtstreeks
te maken heeft met alles wat boer en tuinder doen.
De jongeren van het platteland kunnen een belang
rijke rol spelen in het kweken van goodwill voor heel
agrarisch Nederland. Zij kunnen de enorme verande
ringen het makkelijkst volgen, en de uiterlijke gevol
gen van deze veranderingen naar buiten tonen. Me»
moet zich voorts realiseren dat de boerenstand in het
jaar 2000 wellicht zal zijn afgenomen tot 7 doch
dat die 7 dan moet voorzien in de primaire levens
behoeften van 20 miljoen mensen. De agrarische we
reld is dus geen aflopende maar juist een toenemende
zaak. De overblijvenden zullen de goede boeren zijn
In dat licht bezien, aldus besloot de heer Wilbers zijn
interessant betoog, kan de toekomst van de agrarische
wereld in zijn geheel met vertrouwen tegemoet wor
den gezien.
Na de pauze trad de cabaretier Seth Gaaikema,
met begeleiding van de pianist Roelof Stalknecht,
voor het voetlicht met zijn programma „Een middagje
Nederlands". Een optreden dat een humoristisch en
vrolijk besluit van deze geslaagde Algemene Koniakt-
dag vormde.
LEDENAVOND AFDELING GOES. De Afd. Goes
organiseert op maandag 21 februari a.s. een leden
avond in café „De Landbouw" te Goes, aanvang 19.30
uur. Als U komt merkt U, wat voor programma is
vastgesteld. Het is in ieder geval zeer interessant!
BILJARTAVOND GOES. De vorige biljartavond
van de Afd. Goes is door de slechte weersomstandig
heden niet geheel geslaagd. Daarom houdt de afdeling
opnieuw een biljartwedstrijd, en wel op donderdag 24
februari, in café „De Tol" te 's Heer Arendskerke, om
19 uur.
TONEELUITVOERINGEN KOUDEKERKE. De to
neelavonden van de Afd. Koudekerke worden gehou
den op vrijdag 25 en zaterdag 26 februari, om 19.30
uur in hotel „Walcheren" te Koudekerke.
De toneelgroep zal opvoeren het blijspel „Bloemen
voor Barbara". Op de vrijdagavond speelt het jeugd-
accordeonorkest van de heer Meulmeester met muzi
kantjes uit Koudekerke en Vlissingen opgewekte mu
ziek; op zaterdagavond zorgt het accordeontrio van
de P. J. G. voor de muzikale omlijsting.
Om teleurstellingen te voorkomen is er voorver
koop van kaarten op woensdag .23 februari van 16
17.30 uur in hotel „Walcheren". Voor onze donateurs
jn er weer gereserveerde plaatsen.
P. J. G. WEST ZEEUWS-VLAANDEREN organi
seert een excursie naar de Koninklijke Mij „De
Schelde" te Vlissingen op vrijdagmiddag 25 februari
a.s. Opgave zo spoedig mogelijk bij A. J. Luteijn,
Mettenijendijk 7, tel. 01171234, Nieuwvliet.
Haast U Deelname beperkt.
DLIJ verrast v.aren we, toen we op de voorpagina van het Zeeuws Land- en Tuinbouwblad een
hoofdartikel aantroffen, getiteld „De Jongerenorganisatie". Een artikel waarin de Voorzitter der
Z. L. M., de heer ir. Prins, een aantal voor ons bemoedigende uitspraken deed en op het belang van
de jongerenorganisatie wees.
Het is niet zozeer vanwege de propagandistische waarde (hoewel wij het belang daarvan niet on
derschatten) dat we zo ingenomen zijn met het artikel van de heer Prins, maar vooral vanwege
de inhoud. De schrijver stak ons een hart onder de riem door te wijzen op een aantal belangrijke fa
cetten van het jongerenwerk en door de ouderen uit te nodigen ons werk te stimuleren.
Het voornaamste is dat we met onze neus gedrukt zijn op een nieuw perspectief, en wel dat men
het belangrijk zou vinden om eens te horen wat wij jongeren precies willen ter zake van subsi
diëring en andere beleidskwesties in de landbouw. Hierin kan o.i. een nieuwe taak zitten voor de
jongerenorganisatie, ze zou kunnen fungeren als een soort jongeren-adviesraad van de standsorga
nisaties. Waarom ook eigenlijk niet, men ziet ook jongeren-adviesraden bij sommige coöperaties en
waterschappen. Terwijl deze daar soms moeizaam van de grond komen, na herhaald aandringen van
de jongeren, wordt ons hier door de ouderen de hand toegereikt.
We zullen niet aarzelen deze hand aan te nemen. We zouden zelf kunnen nagaan wat ons bezwaart,
of we kunnen een opdracht aanvaarden van het Z. L. M.-bestuur, deze opdracht doorgeven naar de
afdelingen, ons erover beraden en een standpunt bepalen.
In het kader van de geschiedenis van de jongerenorganisatie zien we, dat we op ons uitgangs
punt terugkeren. Vanaf de oprichting beperkte men zich uitsluitend tot agrarische onderwerpen. De
laatste jaren, onder het motto „we zijn een algemene plattelandsorganisatie", leek haast alles wat
met de landbouw te maken had taboe, het moesten algemene onderwerpen zijn, cultuur en ont-
spanning. Nu echter komen we tot de conclusie dat we ondanks alles toch nauw met de landbouw
zijn verwant. Cursussen landbouweconomie en landbouwbeleid op de volkshogescholen getuigen daar
van En nu is er de mogelijkheid een discussie te voeren over het landbouwbeleid en een stand
punt naar voren te brengen.
Het is een ontwikkeling die we moeten toejuichen. Het landbouwbeleid is iets dat iedereen raakt,
zowel de producent als de consument (prijzen en overheidsuitgaven). Gezien het ingewikkeld stel
sel van vaststelling van onze prijzen en de veelzijdigheid van de landbouwproblematiek is het be
langrijk dat men op jonge leeftijd begint er zijn hersens over te pijnigen en enig inzicht in de za
ken krijgt. Wij hebben begrepen, dat wij ook hierbij op de steun van de ouderen mogen rekenen
F. D.