Hoe deden onze vlasrassen hef in de
laatste drie jaren
Bedrijf sverzorgingsdienst
Tholen—St. Philipsland
een succes
Brochure Wetgeving
Ruimtelijke Ordening
DEG1N 1965 werd door de veehouderijcommissie
van de Kring Tholen-St. Philipsland der Z. L. M.
het initiatief genomen om een bedrijfsverzorgings
dienst op te richten. Na besprekingen met deskun
digen van de Rijkslandbouw- en Veeteeltvoorlichtings
dienst en Z. L. M. had het gevoerde overleg tot re
sultaat dat medio maart 24 bedrijfsgenoten zich ais
lid opgaven. De contributie werd vastgesteld op 10,-
per jaar, de Z. L. M. gaf medewerking betreffende de
administratiebescheiden en de nieuwe vereniging
slaagde er in op bijzonder gunstige voorwaarden en
omstandigheden een bedrijfsverzorger aan te trekken.
Hoe is nu het resultaat van de vereniging over 1965
geweest? Uit het jaarverslag blijkt dat de aktiviteiten
ten volle aan de verwachtingen voldaan hebben. De
bedrijfsverzorger heeft op verschillende bedrijven ge
durende bijna 550 uur kunnen inspringen bij ziekte,
afwezigheid of andere omstandigheden. En dat tegen
een uurtarief dat bepaald niet hoog ligt, nl. 4,50 per
uur op werkdagen en 5,50 per uur tijdens de week
ends; waarbij bedacht moet worden dat in deze uur-
vergoedingen alle onkosten van verzekering, vakan
tie, enz. zijn begrepen.
Dat deze opzet mogelijk is, komt door de omstan
digheid dat de bedrijfsverzorger zijn overige arbeids
uren op het bedrijf van zijn vader produktief kan
maken. Het in vaste dienst nemen van een dergelijke
kracht die dan toch zeker een 2300 uren als bedrijfs
verzorger ingeschakeld zou moeten worden is op de
huidige basis van deelneming nog niet mogelijk.
Daartoe zouden zich meer bedrijfsgenoten als lid
moeten aanmelden en de leden nog in meerdere mate
van de geboden mogelijkheden voor het inschakelen
van een bedrijfsverzorger gebruik dienen te maken.
Men moet nog wennen aan het idee, dat het bedrijf
voor korte tijd aan de verzorger overgelaten kan wor
den en men zelf rustig met vakantie kan gaan. Het
bestuur is echter optimistisch gestemd en verwacht
in de toekomst dat meer aanvragen om hulp gedaan
zullen worden. De bedrijfsverzorger volgt de cursus
nachinaal melken en klauwverzorging, zodat hij nog
meer een „all round" kracht zal worden, dan hij ai is.
De bedrijfsverzorgingsdienst Tholen-St. Philipsland
blijkt in een behoefte te voorzien, öe contributie is
voor 1966 wederom vastgesteld op 10,per jaar
per lid en het entreegeld op ƒ2,50. De vergadering
voor de bedrijfsverzorger is dezelfde gebleven als in
1965. De vereniging is gezond ook in financieel op
zicht. Belangstellende leden der Z. L. M. in Tholen
en St. Philipsland, vraagt eens nadere inlichtingen bij
het bestuur indien U interesse heeft. Tegen geringe
kosten schept U de mogelijkheid, in overleg met de
contactman van de vereniging die de werkzaamheden
van de verzorger indeelt, er eens enige dageti op uit
te kunnen trekken. En hoe belangrijk is het niet, als
er bij ziekte, ongeval of anderszins een vakbekwame
kracht klaar staat om uw taak over te nemen. De
contributie van 10,is beslist een zeer lage premie!
Uitbreiding van het ledental verbreedt de basis van
deze bedrijfsverzorgingsdienst waardoor ook de
„service" opgevoerd kan worden.
Bi.
IIET in werking treden van de Wet op dc Ruimte
lijke Ordening, de nieuwe Woningwet en inge
wikkelde overgangsregelingen hierop doet de behoef
te gevoelen aan goede, juiste en objectieve voorlich
ting over de nieuwe bepalingen die in deze wetten
en regelingen verwerkt zijn.
Zoals bekend gaan de gemeentelijke bestemmings
plannen een centrale plaats innemen in de nieuwe
ruimtelijke ordening. De verantwoordelijkheid van de
gemeentebesturen om ook de landbouwbelangen in
hun gemeente op de juiste wijze te behartigen wor
den door deze nieuwe voorschriften nog groter dan
voorheen. Goede voorlichting van de agrarische sec
tor is dan ook van groot belang. In het bijzonder is
dat het geval voor de agrarische staten- en raadsleden
die in een positie verkeren om inzake de landbouw
belangen hun stem te laten horen. Teneinde in deze
voorlichting te voorzien besloot het bestuur van het
Landbouwschap een brochure te doen samenstellen
waarin in kort bestek een overzicht van de belang
rijkste bepalingen zijn opgenomen. Binnenkort zal
deze brochure gratis ter beschikking gesteld worden
voor diegenen in de sector van de landbouw die met
deze problemen geregeld te maken krijgen. Een ini
tiatief van het Landbouwschap dat toegejuicht dient
te worden!
Een bevattelijk en beknopt overzicht van de be
langrijkste wettelijke bepalingen is bepaald geen luxe
gezien de ingewikkelde materie die onze ru'mtelijke
ordening met zich meebrengt t
Nu de nieuwe rassen Fibra en Reina in 1965 resp. 12 en 11
van het areaal innamen tegen resp. 16 en 4 in 1964 is het van
belang eens na te gaan, hoe deze twee rassen zich in de rassen-
proeven gedragen hebben t.o.v. Wiera.
De Consulent voor de Handelsgewassaa»
Ir. J. C. FR1EDERICH,
P. A. W. Wageningen
RESULTATEN IN 1963
IN 1963 vond de vlasuitzaai ongeveer 2 weken later dan normaal plaats. Na een aanvankelijk trage groei
ontwikkelde het gewas zich in de maand juni zeer snel om tengevolge van de overvloedige regens in
de tweede helft van juni te gaan legeren. Het meeste vlas kon eerst omstreeks begin augustus worden ge
trokken door de verlate afrijping. In het noordelijk zeekleigebied moesten beide rassenproeven worden afge
schreven. Uit de resultaten van de proeven voor het zuid-westelijke en centrale zeekleigebied blijkt dat het
ras Fibra voor beide gebieden zowel in opbrengst aan stro en zaad als lint aan de top staat, terwij! dit ras
ook in lintgehalte en lintkwaliteit uitmunt. Reina komt voor het zuidwestelijke zeekleigebied op de tweede
plaats, maar moet die voor het centrale zeekleigebied aan Emeraude afstaan. Overigens streven Emeraude
zowel als Jade, hoewel minder oogstzeker dan de Nederlandse vlasrassen, Wiera in lintopbrengst voorbij
De Engelum-selectie E-476 munt weliswaar uit in een hoge zaadopbrengst, maar vormt overigens geen duide
lijke verbetering van Wiera en werd daarom teruggetrokken.
Resumerende blijkt de latere zaai en afrijping gunstig te zijn geweest voor Fibra, die mede door zijn
stevigheid minder van de overvloedige regens te lijden heeft gehad. De gemiddelde opbrengst aan ge
repeld stro en zaad lag op resp. 7.972 en 864 kg per ha.
RESULTATEN IN 1964
HOOR 1964 waren de weersomstandigheden lidens de zaai en eerste ontwikkeling gunstig. Tot medio jun:
waren de oogstverwachtingen dan ook hoopvol, maar de hierna intredende regenperiode maakte hier voor
de meeste gebieden een eind aan. De zonnige julimaand had een snelle afrijping van het gewas tot gevolg en
was gunstig voor het trekken. De resultaten uit de proeven zijn opgenomen in tabel 1. Naast Wiera, Fibra
en Reina blijken in verschillende proeven een groot aantal nieuwe selecties te zijn opgenomen, welke over
het algemeen, met uitzondering van de selectie LBW 5102 en Cebeco 6102, weinig of niet boven hei stan
daardras Wiera uitkwamen. Voor het merendeel werden deze selecties dan ook voor verdere beproeving
teruggetrokken.
Reina komt thans in het zuidwestelijk en centrale zeekleigebied duidelijk naar voren en overtreft fibra in
stro- en lintopbrengst. Slechts in het noorden weet Fibra zich te handhaven al steekt dit ras in lintgehalte
voor alle gebieden nog ver boven alle overige rassen en selecties uit. In lintkwaliteit staat Reina eveneens
boven de overige rassen al is het verschil niet groot.
Resumerende blijken Fibra en Reina elkaar weinig toe te geven en duidelijk een verbetering to /Jin van
Wiera. De gemiddelde opbrengst voor het gehele land aan ongerepeld stro en zaad lag met resp. S.414 kg
en 1158 kg per ha duidelijk hoger dan in 1963.
RESULTATEN IN 1965
HOMEN wij thans tot 1965 dan blijkt het gewas na een voorspoedige eerste ontwikkeling door het koude
weer en de overvloedige regenval hierna slechts langzaam gegroeid te zijn om eerst in juni zijn lengte
te bereiken. Ook het trekken had onder minder gunstige weersomstandigheden plaats. Hierdoor wa^en Ent
gehalte en lintkwaliteit over het gehele land, enkele uitzonderingen daargelaten, lager dan normaal en werd
een gemiddelde stro-opbrengst van 8050 kg per ha en een zaadopbrengst van 900 kg per ha bereikt. Voor
de resultaten, welke in 1965 gemiddeld over het gehele land in de proeven werden bereikt, mogen Je ge
gevens gelden van de vlasrassenproef in Langeweg. opgenomen in tabel 2. Hieruit blijkt dat Reina in stro- en
lintkwaliteit bovenaan staat en ook in lintgehalt? en lintkwaliteit de eerste plaats inneemt. Fibra kan blijkbaar
niet tegen te veel vocht en blijkt, mede door zijn gevoeligheid voor droogte en structuur, een ras te zijn
dat slechts met de nodige zorg kan worden geteeld. Opvallend is, dat in België in de provincie Wc -Vlaan
deren het ras Fibra elk jaar ook weer in 1965, duidelijk aan de top staat en mede in verband met zijn grote
oogstzekerheid door het Onderzoekcentrum voor Nijverheidsteelten sterk wordt aanbevolen. De moeilijk
heden in Nederland, tijdens de keuring van Fibra-percelen ondervonden, zullen dit ras zeker geen goed heb
ben gedaan. Van de beide LBW-selecties maakt LEW 510-2 de beste indruk, terwijl Wiera zich onder ongun
stige weersomstandigheden weer een betrouwbaar ras toont.
Al met al blijkt Reina een ras te zijn, dat de belangstelling van de praktijk ten volle waard is, al dient
men niet op de resultaten van één jaar af te gaan. In het Rassenbericht voor vezelvlas, dat één de/er
dagen verschijnen zal, zijn dan ook de resultaten over alle jaren, dat een bepaald ras in onderzoek is,
samengevat.
Tabel 1
Resultaten vlasrassenproeven 1964 in verhoudingsgetallen per gebied
CM
1
t-
•o
Gebied
3
ere
Proefgem.
in kg/ha
4>
X»
3
Ropta
J. 506
Ropta
K. 708
<N
3
1
O
IO
ca
1
Ongerepelde stro-opbrt
Wiera
Fibra
Reina
ca
IM
8
w
Cebec
6102
03
J
03
-J
03
w» -
5 5
Z. W. zeeklei
8900
100
98
!9l
99
100
91 92
95
104
106
96
Centrale zeeklei
9880
101
99
10 i
100
103
107
100
104
Noordelijke zeeklei
10470
100
101
99
Gerepelde stro-opbrengst
Z. W. zeeklei
5980
100
96
103
101
105
87 86
97
102
104
92
Centrale zeeklei
6820
101
96
10?
105
104
100
97
97
Noordelijke zeeklei
6920
101
102
97
Zaadopbrengst
Z. W. zeeklei
1310
103
98
99
98
88
100 112
89
120
113
100
Centrale zeeklei
1480
103
96
101
97
102
110
114
126
Noordelijke zeeklei
100
93
108
Lintopbrengst
Z. W. zeeklei
1320
93
103
104
97
99
82 80
82
107
99
80
Centrale zeeklei
1560
94
103
103
106
103
85
107
84
Noordelijke zeeklei
1380
93
110
97
-
Lintgehalte
Z. W. zeeklei
92
107
101
96
95
96 93
86
105
95
87
Centrale zeeklei
93
107
100
102
99
85
110
86
Noordelijke zeeklei
19,9
91
109
100
Lintkwaliteit
Z. W. zeeklei
1,82
99
100
101
100
100
96 97
96
98
99
95
Centrale zeeklei
1,92
99
100
101
100
99
-
94
98
96
Noordelijke zeeklei
99
100
10C
100
Tabel 2
Opbrengstresultaten Vlasrassenproef Langeweg
Ras
opbrengst in kg/ha
lintgehalte
lint
legering bij
StfO-
strovlas
zaad
lint
in
kwaliteit
de oogst
taxatie
ongerepeld
gerepeld
N-gift 100 kg kalksalpeter
814
7*4
Wiera 7634
5470
946
1187
21,7
1,87s
Fibra 7252
5131
810
1154
22,5
1.816
sy2
VA
Reina J) 7731
5672
913
1380
24,3
l,93r*
9
814
LBW 510-2 2) 7659
5428
1006
1270
23.4
1,89
9Vt
8
LBW 517-2 2) 7347
5342
900
978
21.1
1,90
10
8
l) iets te dichte stand
2). iets te dunne stand