WATERVERONTREINIGING Geforceerde onttrekking duinwater .schadelijk Afvalwater zuiveren en spaarbekkens Reiskostenvergoeding en loonbelasting Moeilijk en kostbaar Waar de kosten te verhalen Vee en Vlees: Stabiele marktprijs noodzakelijk Ramp voorde kalvermesters? Financieringsheffingen poofaardappelconfracten i 15 DE hoofdafdeling Tuinbouw van het Landbouwschap heeft onlangs aandacht besteed aan het pro bleem van de verzilting van het oppervlaktewater in ons land. In deze vergadering hield dr. ir. F. P. Mesu een inleiding waarin hij de waterhuishouding en waterverontreiniging vergeleek met een zwaar zieke patiënt: hoe meer deskundigen en specialisten om het ziekbed, des te bedenkelijker voor de patiënt. Steeds duidelijker blijkt dan ook, dat ons land niet gerust kan zijn over de kwaliteit en de kwantiteit van het water dat we voor mens, dier en plant nodig hebben. De kwaliteit van het water wordt van twee zijden belaagd. Er is de voortschrijdende verzilting, waarbij dan nog komt de onrustbarende verontreiniging van vrijwel alle binnenwateren als gevolg van de uitbreiding van de bevolking en de spreiding van de industrie. De kwaliteit is natuurlijk vooral van belang voor de drinkwatervoorziening van mens en dier. Maar ook de industrie, de intensieve kascultures en de teelt van gevoelige vollegrondstuinbouwgewassen zijn afhankelijk van de bruikbaarheid van water van goede kwaliteit en in voldoende hoeveelheid. De heer Mesu schetste vervolgens de watervoorziening ten zuiden van de Rotterdamse Waterweg. Daarbij merkt hij onder meer op, dat in droge tijden, wanneer Rijn en Maas weinig water afvoe ren, de kwaliteit van het Rijnwater al zo slecht is en zo sterk verzilt, dat elke verdere verzilting of vervulling funeste gevolgen voor de zoetwatervoorziening in het westen var. ons land zou kunnen hebben. De situatie ii. het zuidwesten van ons land besprekend, stelde de heer Mesu dat het geprojec teerde AntwerpenRijnkanaal moeilijke vraagstukken opwerpt bij het voorkomen van de verdere ver zilting. Verstoring van de gunstige werking van het Deltaplan voor de zoetwaterhuishouding ten zuiden van de Waterweg dreigt voorts in ernstige mate door de verruiming en verdieping van de Water weg, de aanleg van havens op Rozenburg, De Beer en de Maasvlakte en de aanleg van havens en in dustrieterreinen in het 31oe en het Verdronken Land van ReimersAvaal De gevolgen hiervan zullen ook ten noorden van de Waterweg, in het Zuidhollands glasdistriet merkbaar zijn. EEN der oorzaken van het binnendringen van zout in het Hollandse polderland is het ont trekken van water door de duinwaterleidingbe drijven. Daardoor kan het zeewater gemakkelijker onder de duinen door het land binnendringen. Bo vendien onttrekken industrieën, maar ook veel tuinders zoet water aan het duinwaterreservoir. Ook veroorzaken de gaswellen die in veel polders voorkomen, verzilting. En dan is er tenslotte nog de geleidelijke daling van het polderland, de die pere afmaling van het polderwater en het lang zame rijzen van de zeespiegel. Deze factoren ver oorzaken een toenemend peilverschil tussen bui tenwater en polderwater, waardoor de zoutwater- kwel van buiten naar binnen ook geleidelijk toe neemt. Wat de vervuiling van boezem- en polder - wateren betreft wees de heer Mesu op het merkwaardige feit, dat ook de land- en tuin bouw die zulke grote belangen hebben bij het zuiver houden van polderwateren, behoren tot de grote vervuilers. Het laten afvloeien van gier, het werpen van afval en het gieten van olieresten in sloten en polderwateren behoren tot de dagelijkse zonden van de individuele land- en tuinbouwer, aldus de heer Mesu. ER wordt thans in Nederland nog slechts 20 van het afvalwater gereinigd. In Duitsland is dit naar schatting al 75 Ondanks de krach tige maatregelen die in Duitsland en Zwitserland al zijn genomen, wordt de kwaliteit van het Rijn water zoals dit Nederland binnenkomt steeds slech ter. Een internationale commissie heeft ter ver betering geadviseerd om sterk vervuild water op te slaan in tijden dat de Rijn weinig water af voert. Maar dit advies heeft tot nu toe weinig resultaat gehad. De verontreiniging en het chloor- gehalte van het Rijnwater zijn gedurende een deel van het jaar zo sterk, dat het ondeugdelijk is voor drinkwater, door vele industrieën niet gebruikt kan worden en al evenmin geschikt is voor inten sieve tuinbouw. Daarom proberen drinkwaterlei- dingbedrijven voorraden goed water op te slaan en wordt voor de industrie en de tuinbouw ge tracht voorraadboezems te vormen. Voor het noorden kan een zeer grote voorraad- boezem worden gevormd door het IJsselmeer. Mede Wij maken er onze werkgeversleden op attent, dat door een wijziging in de "Uitvoeringsbeschikking .loonbelasting 1965 de belastbaarheid van de reis kostenvergoeding voor werknemers is veranderd. Met ingang van 1 januari 1966 is slechts belast baar (en dient dus nog op de loonstaat, in kolom 3, te worden vermeld) het bedrag der reiskostenver goeding, dat 150 van het in de betreffende tabel (uit de „Handleiding voor de werkgevers") genoem de bedrag te boven gaat. In kolom 9 van de loonstaten worden dus nim mer meer reiskostenvergoedingen opgenomen. De op deze aangelegenheid betrekking hebbende aanwijzingen van de B.V.A.B. (oü. in het loonboek 1966 en op het schutblad van de loonberekening- blocs) hebben door het bovenstaande hun geldig heid verloren. Neemt u hiervan goede nota? Het kan uw werk nemers een voordeel in loonbelasting opleveren! daardoor kan de zoetwatervoorziening van de noordelijke helft van ons land veilig worden ge steld. Voor de Betuwe, het gebied tussen Waal en Rijn, is dat niet het geval. Tenzij daar spaarbek kens worden aangelegd zal het bij verdere ver slechtering van het Rijnwater niet mogelijk zijn in de behoefte aan goed water voor de tuinbouw in dat gebied te voorzien. VOOR de zogenaamde Randstad zal een bevre digende oplossing bijzonder moeilijk en kost baar zijn, aldus de heer Mesu. Een radicale, maar defaitistischeoplossing zou hier zijn, om de kascultures uit de Randstad te verplaatsen. Dan zou echter een aanzienlijk deel van de ongeveer 5000 ha glastuinbouw met alleen al aan kas sen een investeringswaarde van f2 miljoen naar de kop van Noord-Holland moeten ver huizen, of naar het zuidwesten van Nederland. Ook de veilingen en toeleveringsbedrijven zou den dan moeten worden overgeplaatst of waar deloos worden. Deze oplossing komt naar de mening van de heer Mesu niet in aanmerking. Wanneer het door internationale samenwerkihg mogelijk is het Rijnwater ook in droge tijden bruikbaar te houden, dan zoü het buiten bereik van het opdringende zeewater - aan de Lek kun nen worden onttrokken en langs een kanaal door de Krimpenerwaard met een grondduiker onder de Hollandse IJssel door naar Rijnland geleid kunnen worden. Vandaar zou het naar Delfland en Schieland kunnen. Het oostelijk deel van de Randstad en Amstelland zouden door de bestaan de inlaatmiddelen langs de Lek van zoet water kunnen worden voorzien. Indien de bruikbare kwaliteit van het Rijnwa ter niet verzekerd kan worden in de droge tij den, dan is er een mogelijkheid om het benodigde water te onttrekken aan het IJsselmeer, mits dit in het voorjaar, wanneer het Rijnwater wel goed is, voldoende hoog kan worden opgezet. Als dit laatste niet mogelijk of te kostbaar is, dan kan nog een grote voorraadboezem worden gevormd door de randmeren vanaf Enkhuizen tussen de Noordhollandse kust en de- Marker waard, met het IJmeer, het Gooimeer, Eemmeer en Veluwemeer tot aan de Roggebotslaizen. DE heer Mesu noemde nog een aantal werken dat voor dit systeem van watervoorziening van de Randstad nodig zou zijn. Hij verwachtte dat de kosten van deze voorzieningen enkele honder den miljoenen guldens zullen verg Hij meende dat deze kosten eigenlijk verhaald zouden moeten worden op de scheepvaart, die er de oorzaak van is dat deze wierken ter voorkoming van schade aan' derden moeten worden uitgevoerd. Als verhaal op de scheepvaart niet mogelijk is dienen de kosten ten laste van de overheid te komen. De overheid heeft immers goedkeu ring verleend voor het graven van de diepe havens, de verdieping van de Waterweg en de verbreding van het Noordzeekanaal, waardoor de schade aan derden worden veroorzaakt. Van veel belang is het, aldus de heer Mesu, dat alle instanties die bij de schadebeperking belang hebben bij de regering aandringen op gelijk tijdige uitvoering van de vereiste maatregelen. In droge jaren als 1947, 1949 en 1959 dreigt de schade in de Randstal, de omvang van een ramp te krijgen. Voorkomen moet worden dat hier, als zo vaak is geschied, de put gedempt wordt nadat het kalf verdronken is. In de vergadering van het produktschapsbestuur op woensdag 12 januari klonk enige bezorgdheid over de thans geldende maatregelen ter ondersteuning van de markt. Door het praktisch geheel wegvallen van de export van vlees, is de marktsituatie dermate onzeker, dat grote prijsschommelingen ontstaan. Om de bin nenlandse consumptie te vergroten en een regelmatige aanvoer van varkens van de boerderij te bewerkstel ligen, zal een stabiele marktprijs noodzakelijk zijn. Voor de producent en de consument zal de invries- regeling zó moeten werken, dat een stabilisatie in de prijs optreedt. Een constante prijs, die bovendien laag is, bevordert de consumptie. De regelmatige aflevering van de boerderij wordt gestimuleerd, als de prijs niet te veel schommelt. In tegenstelling met Duitsland en Frankrijk, waar de vleesprijzen met ongeveer 20 gestegen zijn, profi teert de Nederlandse consument van eenzelfde prijs verlaging. Ook de verwerkende industrie moet kunnen reke nen op een invriesvergoeding, die niet abrupt wordt afgebroken. Het bestuur sprak zich in principe uit voor 'het vaststellen van een bodemprijs voor de producent, die op kostprijsniveau ligt om de continuïteit in de pro- duktie te kunnen handhaven. Beweegt de prijs zich boven deze bodemprijs, dan zou een glijdende schaal voor de invriesvergoeding gehanteerd kunnen worden. De vergoeding wordt dan gekoppeld aan het prijspeil. Normaal werden per week gemiddeld 25.000 var kens geëxporteerd. Als gevolg van de afslachtingen is de aanvoer met rond 10.000 stuks verminderd, zodat per week voor ongeveer 15.000 varkens een aanvul lende afzet gevonden zal moeten worden. R. Het bestuur van het Produktschap voor Vee en Vlees maakt zich grote zorgen over de afzet van vette kalveren en de invloed daarvan op de varkensprijs. In Nederland worden jaarlijks 650.000 kalveren ge mest, waarvan er normaal 600.000 worden uitgevoerd naar Frankrijk en Italië. Nu de export weggevallen is, zullen de komende maanden naar schatting 90.000 vette kalveren op de binnenlandse markt afgezet moeten worden, ongeveer 3.000 per week. Voor invriezing is dit vlees niet geschikt, zodat con sumptie tegen zeer lage prijzen de enige mogelijkheid lijkt. De prijs voor vette kalveren is dan ook reeds ge daald, tot ongeveer 3,20 per kg levend gewicht, waardoor grote verliezen geleden wordt. Naar de me ning van de voorzitter van het produktschap zullen de prijzen van de nuchtere kalveren dit jaar dan ook aanzienlijk lager liggen. Wij vragen ons echter af, of dit voorjaar de prij zen van nuchtere kalveren wel zo veel lager zullen zijn dan vorig jaar. De kalvermesterij vindt in het algemeen plaats in grotere eenheden, die een regel matige produktie moeten nastreven. Gedurende de mestperiode van ongeveer 4 maan den kan de mond- en klauwzeerepidemie weer voorbij zijn, zodat export mogelijk is en de prijzen weer op een redelijk peil komen. Prognoses lijken thans zeer moeilijk 70ALS bekend wordt de garantieregeling poot- aardappelen gefinancierd middels een areaalhef fing van het Landbouwschap en een handelsheffing van het Bedrijfschap voor de Handel. Op grond van bezwaren van de E. E. G. te Brussel zal de exporteursomzetheffing per 1 juni a.s. verval len en vervangen worden door een heffing, welke ge legd wordt op het in Nederland in het verkeer ge brachte pootgoed. De bedoeling is de eerste koper, dit is degene die pootgoed van de producent koopt, te belasten. Om diverse redenen moet deze heffing gekoppeld worden aan de plombering van de pootaardappelen. Er zijn twee verordeningen in voorbereiding, nl. é?a van het Landbouwschap en één van het bedrijfschap, waarin bepaald wordt dat degene die de plombering aanvraagt, van de N. A. K. welke voor de schap pen als incasseerder optreedt een nota zal ontvan gen voor de betaling van een heffing van 0,70 per 100 kg. Indien degene die de plombering aanvraagt teler fs, kan deze teler de heffing aan de handelaar doorbere kenen mits hij deze doorberekening op het moment van het afsluiten van het contract bedongen heeft. Op deze wijze wordt getracht te bereiken dat de eer ste koper inderdaad de heffing betaalt. In verband met het feit dat nu reeds contracten met betrekking tot pootaardappelen van de nieuw© oogst worden afgesloten, menen wij u nu reeds voor lopig van een en ander op de hoogte te moeten stel len. Om misverstanden te voorkomen, herhalen wij dat de nieuwe heffing van 0,70 per 100 kg betrek king heeft op pootgoed van oogst 1966.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 15