De boer en tuinder als ondernemer De 4e tentoonstelling Het Landbouwwerktuig 1966 Het Landbouwwerktuig 1966 s Tijdens de persconferentie van Het Land bouwwerktuig 1966" hield drs. R. Zijlstra een inleiding over „De boer en tuinder als onder nemer", waaraan wij het volgende ontlenen. MEN kan moeilijk volhouden dat er te weinig beschouwingen worden gehouden over de landbouw- politiek. Uit deze beschouwingen blijkt dat wij langzamerhand heel wat kennis vergaard hebben. Wilt u gegevens over de ontwikkeling van de beroepsbevolking, de grondprijzen, de export, de veestapel, de mechanisatie, u schudde slechts een enkele maal aan onze statistische bomen en de rijpe vruchten vallen u in de schoot. Nu is dit niet zo erg verwonderlijk, want deze gegevens zijn nodig voor landbouwpolitieke doeleinden en landbouwpolitiek in de zin zoals wij deze hanteren, is naar zijn aard globaal. Minder ge makkelijk valt te ontdekken hoe de boer, bijvoorbeeld op Hoeve „Welgelegen" bij Krimpen aan de Lek, binnen deze landbouwpolitiek zijn plaats vindt; hoe hij reageert op de maatregelen die worden getroffen. Toch zou men dit moeten weten. Immers, hij is deze ondernemer; hij is de man die door middel van zijn beslissingen, gecombineerd met die honderdduizend anderen, de produktenstroom op gang brengt. Hij is de man ten wiens behoeve de land- en tuinbouwpolitiek wordt bedreven. Een objectieve beschouwing over het ondernemersaspect van het boer zijn laat het volgende zien: Na de Tweede Wereldoorlog valt een snelle afname te constateren van de agrarische beroepsbevolking. In 20 jaar tijds liep deze met 40% terug. Niettemin steeg de bruto-produktie sinds 1950 met 100%, nl. van 3,4 miljard naar 6,8 miljard. De export steeg in dezelfde periode van 2,4 miljard tot 5,8 miljard gulden. Naast deze vermeerdering van de landbouwproduktie valt ook een verschuiving te constateren in de richting van de veredelingslandbouw. De produktiewaarde van akkerbouwprodukten steeg in 8 jaar, nl. van 1954-1962, met 12 die van de veehouderij met 42 en die van de tuinbouw met 133 Vanaf 1954 is het steeds moeilijker geworden, met name voor verschillende akkerbouw- en vee- houderijprodukten, om deze gestegen produkten tegen een lonende prijs af te zetten, temeer waar het niet mogelijk bleek de sterk gestegen kosten volledig op te vangen. In 10 jaar, nl. van 1953-1963, stegen de kosten nl. met 60 terwijl de prijzen, inclusief de subsidies, slechts met 20 stegen. WELKE CONCLUSIES VALLEN HIERUIT TE TREKKEN: le. dat de land- en tuinbouw in haar totaliteit gezien, bezig is aan een enorme krachttoer; een krachttoer, die hierin bestaat, dat vrijwel het ge hele produktie-apparaat gemoderniseerd wordt, waarbij intensivering en specialisering, met name in de veredelingslandbouw, naar voren komt, ter wijl bij aan de grond gebonden produktie, met name de vergroting van bedrijven naar voren komt. 2e dat deze aanpassing gepaard gaat met een belangrijke verschuiving van arbeidsintensieve naar kapitaalintensieve bedrijven, met de daarbij be horende afneming van het aantal in de landbouw werkzame personen. De tuinbouw is, wat de kapi taalintensiteit betreft, wel een heel sprekend voor beeld. Het blijkt, dat voor onverwarmd glas rond ƒ200.000,per ha nodig is aan investering, voor verwarmd glas 375.000, 3e dat de aanpassing, die al bereikt is, tot de op merkelijkste prestatie van de na-oorlogse Neder landse land- en tuinbouw gerekend kan worden en als bewijs gezien mag worden dat de boeren en tuinders, ook als ondernemers in de zin van het steeds zoeken naar nieuwe mogelijkheden, hun taak terdege hebben verstaan. Deze ontwikkelingen voltrekken zich enerzijds als gevolg van de spontane beslissingen van de on dernemer, anderzijds krijgen zij een stimulans door de gevoerde landbouwpolitiek met als hoofdaccent „de structuur". De belangrijkste instrumenten hier voor zijn het onderzoek, het onderwijs en de voor lichting, zowel door Overheid als door de Land bouworganisaties, op ruime schaal gegeven. Daarnaast wordt een omvangrijk programma van cultuurtechnische werken uitgevoerd en tenslotte, (Vervolg van eerste pag.) kan aan de hand van het nummer teruggevonden worden op het overzichtskaartje op de middenpagina. De standbeschrijving moest in verband met de be schikbare plaatsruimte kort gehouden worden. Daar naast een aantal „nieuwtjes", zoals deze opgegeven werden door de exposanten. Ook „Voor de Vrouw" is er weer het nodige te vinden in de vorm van een „ontspanningsprogramma". CR zal weer enorm veel te zien zijn op de 4e Ten- toonstelling „Het Landbouwwerktuig", nog meer dan in vorige jarenZoveel dat, bij een rondgang door de R. A. I., men wellicht het idee krijgt erin „te verdrinken". Het verdient dan ook aanbeveling zich van te voren te oriënteren, waarover voorlichting en inlichtingen worden gewenst. Tracht het bezoek te „plannen". Daarnaast kan men zich algemeen oriën teren over de nieuwste ontwikkelingen en er zijn nut mee doen. Twee jaar geleden was het de spitmachine, een nieuwe uitvoering van de bonenplukmachine, evenals een nieuw geconstrueerde bietenrooier, die sterk de aandacht trokken. Wanneer men de noviteitenlijst van dit jaar bekijkt ziet men dat er weer enkele interessante nieuwtjes zijn. Straks als „Het Landbouwwerktuig 1966" haar poorten weer zal hebben gesloten, zal blijken of deze een wereldsucces zullen worden, zoals met zovele hierboven genoemde machines het geval is geweest Een goede reis en een goede Tentoonstelling BI. van meer recente datum, bevordert het Ontwikke- lings- en Saneringsfonds de bedrijfsbeëindiging van die bedrijven, die geen levensvatbaarheid meer be zitten. NIEUWE COMBINATIES JJINNEN deze ontwikkelingen en deze politiek opereert de boer en tuinder. De ontwikkelingen zijn het gevolg van honderdduizenden beslissingen van honderdduizenden boeren, die hebben zitten na denken, rekenen en voorspellen; beslissingen heb ben genomen met alle risico's, die er aan verbonden waren; vaak de spijker op de kop hebben geslagen en ook de plank volledig hebben misgeslagen. Kortom, datgene gedaan wat iedere ondernemer moet doen, natuurlijk in een andere entourage, met een andere kleur, met andersoortige risico's, vaak meer traditioneel bepaald, maar toch ondernemer. De ondernemer die de produktiefactoren her groepeert, zodanig, zodat er een optimaal resultaat bereikt kan worden. Een boerenstand, die niet meer het beste gekenschetst wordt door de beroemde dichtregelen „en de boer, hij ploegde voort", maar door de regel „en de boer, hij hield op met ploegen". Hij doet niet meer hetgeen hij jarenlang gedaan heeft. De continuïteit is verbroken. VERANDERENDE WERELD MAAR niet een mentale verandering bij de boer zelf, ook de reusachtige wijzigingen in de ver werking en afzet van levensmiddelen stellen aan het primaire produktiebedrijf hun eisen; de ge weldige investeringen, de opbouw van de markt, de massale verkooppunten, dwingen de industrie tot het stellen van eisen aan de hoeveelheid, kwaliteit en continuïteit bij produktie en levering; de steeds sterker wordende vervlechting van de verschillende stadia die het produkt moet gaan doorlopen, de ver- tikale integratie, maken de boer in toenemende mate een rader in dit geheel. Dr. Constandse vermeldde vorige maand op een Congres, dat door het K.N.L.C. georganiseerd was, ook in verband met dit vraagstuk, dat in Amerika plm. 30 van de beroepsbevolking in de zgn. agri business werkzaam was. Slechts 1/5 hiervan was boer of tuinder. In deze veranderende wereld is de boer en tuinder verzeild geraakt. Aan alle kanten wordt op hem ingepraat. Hij moet zich aanpassen jawel maar waaraan Aan de gewijzigde omstandigheden voegen wij hem zelfverzekerd toe. Ja, maar dan druk ik mij misschien niet helemaal duidelijk uit, zegt een boer. Ik ben 30 jaar, heb het bedrijf van mijn vader over kunnen nemen, niet eens zo gek duur, een gemengd bedrijf akkerbouw en vee houderij van 25 ha, met een stal die niet erg best meer is. Moet ik gaan overschakelen, gaan speciali seren Een ton extra is er al gauw mee gemoeid. Deze ton, gevoegd bij de anderhalf die ik er al in heb zitten, betekent dat ik op dit bedrijf een kwart miljoen gulden heb geïnvesteerd. Is dit verant woord Wat vindt U ervan Dit is de vraag die in allerlei variaties vandaag naar voren komt op boeren- en tuindersvergade ringen. De moderne ontwikkelingen hebben de schaal van de beslotenheid, tradities en behoudenheid doen openbarsten en zij kijken onthutst rond, alles lijkt een vijand. Is het een wonder dat er dan een groep is die gemakshalve ook alles maar tot vijand ver klaart. Het Landbouwschap, de vakbonden, de grote pers, de standsorganisaties allemaal gladde, goed betaalde jongens, die met behulp van een onbegrij pelijke hoogdravende terminologie als structuur, verticale integratie, interventie, restitutie, contin- genteringen en forfaitaire bedragen, eigenlijk maar één doel hebben, nl. een groot deel van de nijvere agrarische stand de nek om te draaien. In dit spanningsveld moet vandaag landbouw politiek worden bedreven, moeten er individuele boeren en tuinders als ondernemers vandaag beslis singen nemen over investeringen, produktierich- tingen en afzet. In deze situatie komt hy begin januari mei tienduizenden collega's dit gebouw binnen om de formidabele prestaties van de landbouw werktuigenindustrie te bewonderen en dit niet alleen, maar ook om deze aan te schaffen. Waarschylyk heeft hy by het bekijken wel hetzelfde gevoel als vier weken geleden zjjn kinderen hadden toen ze door de speelgoed afdeling van de Bijenkorf liepen. Alleen hij kan helaas niet verwachten dat een goedheilig man op een ochtend een maaidorser, een bietenrooimachine of een melkmachine voor zijn deur zet. Hy zal hopenlyk alleen kopen, na zorgvuldige afweging van kosten en opbrengsten en als hy nadien de overtuiging heeft dat de „nieuwe combinatie", die dit werktuig op zijn bedrijf betekent er een is die de rentabiliteit gunstig beïnvloedt, bewijst hy daarmede dat hy in toenemende mate op het punt van de in vesteringen het ondernemersinzicht heeft, dat zijn toekomstige positie in de landbouw zal bepalen. Financieringsvraagstukken, kennis van afzet- verhoudingen, marktinzicht, contractuele ver bindingen enz., in het algemeen gezegd een juist bedrijfseconomisch inzicht, dat de keus van alternatieve mogelijkheden moet verge makkelijken, zijn de onderwerpen waarmede men in toenemende mate te maken krijgt en die de steeds meer zakelijk ingestelde onder nemer in Land- en Tuinbouw zal moeten kunnen overzien om de strijd in deze moeilijke periode vol te kunnen houden. 99 99 De officiële opening van de tentoonstelling „Het Landbouwwerktuig" zal worden verricht door de Minister van Landbouw en Visserij, Zijne Excellentie Mr. B. W. Biesheuvel. Naast de totale oppervlakte van het RAI-gebouw van 45.000 m- welke deze tentoonstelling beslaat, zal ook de Glazen Zaal als centrum voor de gehele voorlichting worden ingeschakeld. Hier krijgt de „man" gelegenheid zich ruimschoots te kunnen laten voorlichten terwijl de „vrouw" in de grote zaal van het Internationaal Congrescentrum een programma kan volgen dat op haar is afgestemd. 190 fabrikanten, importeurs en handelaren van werktuigen, machines, gereedschappen en aanverwante produkten van land- en tuinbouw tonen hun nieuwste ontwikkelingen. De voorlichtingsdiensten op het gebied van land- en tuinbouw nemen deel aan deze tentoonstelling en hebben zich zoals genoemd verenigd in de Glazen Zaal. Naast het hoofdthema van Het Landbouwwerktuig 1966 mechanisatie en rationalisatie in land- en tuinbouw" is deze maal als speciaal onderwerp het transport op het bedrijf gekozen, onder het motto GOED TRANSPORT MINDER KOSTEN. In de Glazen Zaal zal.de voorlichting op dit onderwerp inhaken. Ook zullen vele exposanten op de tentoonstelling met machines en werktuigen de praktische kant van dit onderwerp tonen. De Cultuurtechnische Dienst is met een stand aanwezig, voornamelijk gericht op de mechanisatie op de landbouwbedrijven en de ver doorgevoerde mechanisatie bij de uitvoering van ruilverkavelingen. De „Bovag" afdeling landbouwmechanisatiebedrijven heeft op de tentoonstelling een voorlichtings centrum dat uitgebreide voorlichting en inlichtingen verstrekt over al datgene wat de Bovag voor zijn leden doei. Voor de vrouw „Een uurtje voor U"; in de grote zaal van het Congresgebouw wordt een ontspannings programma van luchtige aard geboden met o.m. een quiz met prijzen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 3