suikerpieten POLYRAV TRIRAVE JLandbouwaktuaiiteiren in Zeeland 1965 Uitnemende rassen doop hut» onovertroffen loofontwikkeling en hun goede suikeropbrengstet». B«$Ut tijdig zaaizaad) (Adv.) VOORTPLANTING EN FOKKERIJ IN DE RUNDVEESTAPEL, door de heer C. den Engelsen van de R. V. V. D. Dank zij de melkkontrole en selektie in de rundveestapel is zowel de melk- produktie per koe als het gemiddelde vetgehalte sterk gestegen. Tegen het huidige prijspeil betekent dit een verhoging aan melkgeld per koe per jaar van ca. ƒ250,De rundveefokkerij biedt nog verdere mogelijkheden tot verhoging van de produktiviteit van de melkveestapel en tot verbetering van de melkbaarheid en andere gebruikseigenschappen van het vee. In het bijzonder kunnen van de fokverenigingen grote resultaten worden verwacht. KALIUM EN NATRIUM DE RUNDVEEHOUDERIJ OP HET ZEEUWSE LANDBOUWBEDRIJF, Grondwaterstand met èn zonder drainage. DE MELKKAMER, door de heren J. H. Lantinga en J. H. van Nieuwenhui- zen, resp. van de R. V. V. D. en de R. L. V. D. Een voortgaande ontwikkeling op het gebied van de machinale melkw in ning en koeling werkt de noodzaak voor de aanwezigheid van een melk- kamer in de hand. Daar mag worden verwacht dat in de toekomst het zoge naamde tankmelken in meer of mindere mate ingang zal vinden, moet hier mee rekening worden gehouden bij de inrichting van een melkkamer. Daar voor zijn doelmatige adviezen in het betreffende hoofdstuk gegeven. MOGELIJKHEDEN EN VOORUITZICHTEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP ZEEUWSE BEDRIJVEN, door de heer J. H. Ter Keurs van de R. V. V. D. Er is een ontwikkeling waarneembaar naar meer varkens per bedrijf. Het gemiddelde aantal varkens per bedrijf in Zeeland bedraagt momenteel ruim 9 stuks. In vergelijking tot het landelijk gemiddelde van 30 stuks is er een aanzienlijke achterstand. De vermelde bedrijfsresultaten over 1964 geven aan dat de varkenshouderij in de vorm van fokkerij en/of mesterij het bedrijfsinkomen sterk kan vergroten. Op grond van het percentage landbouwbedrijven, met een oppervlakte van 15 ha of kleiner (73 tellingen C. B. S. 1959) kan worden gesteld dat er in Zeeland op verschillende bedrijven plaats en perspektief is voor fok- en/of mesteenheden van 25 a 35 fokzeugen en/of 150 a 250 mestvarkens. ALS WAARDEBEPALENDE BESTANDDELEN VAN DE SUIKERBIET Ir. Jorritsma van het Instituut voor Rationele Suikerproduktie schrijft dat de suikerfabrieken niet meer voor de suikerbieten kunnen betalen dan hei rendement van de fabrieken toelaat. Door rassenkeuze en bemesting heeft de boer veel invloed op dit rende ment en dus ook op de uitbetaling per 1000 kg. door de heer R. C. C. de Bruyckere van de R. L. V. D. te Axel. Ook de rentabiliteit van de rundveehouderij op het Zeeuwse landbouw bedrijf komt aan de orde, waarbij de mest- en melkveehouderij met elkaar worden vergeleken. Wat saldo betreft kan het melkvee konkurreren met dat van suikerbieten, maar daartegenover vraagt melkvee wat meer arbeid dan mestvee. Tegenover een overmatig scheuren van grasland wordt een waarschuwende vinger opgeheven. Zéér geschikt voor de voorjaars- mechanisatie door een snelle grond- bedekking en hoge éénkiemigheid van het te leveren precisiezaad.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 31