Brouwgerst Rassenkeuze Ontmoetingsvlak van de belangen van teler en brouwer 5 Voor brouwgerst is de kiemkracht van groot belang. Geëist wordt een kiemkracht van 97 Behalve dat dit ras landbouwkundig een sprong vooruit betekent, is bij proeven op industriële schaal gebleken dat met Cambrinus een bier van uitstekende smaak en opvallende stabiliteit te brouwen is, beide voor de brouwer zeer belangrijke eigenschappen. Daar in 1965 reeds 75% van het zomergerst- areaal met dit ras in het zuidwesten werd bezaaid, wordt het thans in grote hoeveelheden in de brou werijen verwerkt. De ook dit jaar weer zo goede resultaten zullen er wel toe leiden dat Balder nog slechts voor een zeer gering percentage zal worden uitgezaaid. ZEPHYR BROUWGERST! J£EN ander ras dat de aandacht verdient is het nog wat korter in onderzoek zijnde ras ZEPHYR, ge kweekt in de Fredericapolder door het Kon. Kweek- bedrijf en Zaadhandel D. J. van der Have N.V. Het niveau van de korrelopbrengst van dit ras ligt even hoog als Cambrinus. Evenals bij Cambrinus is het stro matig stevig maar toch vrij soepel. Voor al de resistentie van dit ras tegen bespuiting met D.N.O.C. is goed. Zephyr heeft te velde een geheel ander aanzien dan Balder en Cambrinus. Deze laatste twee rassen zijn lichtgroen van kleur doordat in de planten geen rode kleurstof (anthocyaan) voorkomt. Zephyr bezit deze rode kleurstof in ruime mate waardoor de kleur te velde donkerder is, hetgeen vooral opvalt als het gewas in de aren staat. De resultaten van de verwerking in de proef- mouterij en de proefbrouwerij van het N.I.B.E.M. deden reeds veronderstellen dat we hier met een goed brouwgerstras te doen hebben. Bij de ver werking van partijen in de praktijk van mouterij en brouwerij werd deze indruk bij de oogsten 1963 en 1964 bevestigd. Het laat zich thans aanzien dat ook bij de verwerking van oogst 1965 geen teleur stelling zal optreden. Voor uitzaai in 1966 is nog slechts een beperkte hoeveelheid zaaizaad ter beschikking maar op grond van bovengenoemde resultaten heeft het Centraal Brouwerij Kantoor, na het advies van het N.I.B.E.M.. besloten Zephyr van oogst 1966 op dezelfde voor waarden aan te kopen als Balder en Cambrinus. De verbouwers in het zuidwesten van het land kan geadviseerd worden tot uit zaai van de zomergerstrassen Cambrinus, Zephyr en Balder als zomergerst. Alleen de opbrengst van oogst 1966 van deze rassen zal door het Centraal Brouwerij Kantoor op de gebruikelijke voorwaarden als brouwgerst worden gekocht. ANDERE RASSEN AFWACHTEN NOG kortei in onderzoek is DELISA, een ras van het Veredelingsbedrijf van Cebeco te Hoofddorp. De korrelopbrengsten van dit ras liggen op het zelfde niveau als van de eerder genoemde rassen Cambrinus en Zephyr, de laatste twee jaren zelfs nog wat hoger. De ervaringen met de strostevigheid lopen sterk uiteen. Wij hebben met dit ras op de ha-velden een misgewas beleefd door sterke legering zodat het ons dan ook sterk verbaasde dat het zich in 1965 zowel op de ha-velden te Colijnsplaat als te Zaamslag als stevigste (vergelijkingsobjecten: Bal der en Zephyr) liet aanzien. Ook dit ras heeft even als Zephyr een goede resistentie tegen bespuiting met D.N.O.C. De beoordeling van Delisa in de proefmouterij is gunstig. Deze resultaten werden echter niet be vestigd bij de verwerking van een partij in de industrie, ofschoon toegegeven moet worden dat deze partij de handicap had van een hoog eiwit gehalte (11,5 en een lage kiemkracht (94 Al deze onzekerheden bijeengenomen kon het N.I.B.E.M. nog niet aan het Centraal Brouwerij Kantoor adviseren dit ras in 1966 reeds als brouw gerst aan te kopen. Tenslotte het ras SULTAN, eveneens van Cebeco te Hoofddorp. Over dit ras kunnen we kort zijn. De korrelopbrengsten zijn goed en de strostevigheid eveneens. Op grond van proefmouterij-resultaten ziet het er echter op dit moment niet naar uit dat het ooit als brouwgerst zal worden erkend. 31-12-1965. door I. W. Wilten, N. I. B. E. M. T. N. O., Rotterdam JARENLANG is er op het ge bied van de rassenkeuze van zomergerst in het zuid westen van Nederland, het brouwgerstgebied, weinig bij zonders te beleven geweest. Het in 1947 geïntroduceerde Zweedse gerstras Balder was toen in een 5-tal jaren in staat de oude Deense Kenia zomer gerst te verdrijven en nam van 1955-1963 regelmatig 90% van het zomergerstareaal in beslag. De goede brouwkwaliteit van dit ras als brouwgerst (èn de goede verzorging ervan door handel en coöperatie) zorgde ervoor dat de Zeeuwse gerst tot ver in het buitenland een zeer goede naam als brouw gerst kreeg. Sinds enkele jaren is er in deze situatie verandering op getreden. Er zijn thans gerst rassen aanwezig die het tegen Balder kunnen opnemen en doel van onderstaand artikel tje is dan ook de lezer, aan sluitend aan de elders in dit nummer opgenomen rassen- berichten, in te lichten om trent de huidige situatie op dit gebied. Het verheugende ervan is dat de rassen welke thans in het centrum van de belang stelling staan Nederlandse ras sen zijn en het ziet er naar uit dat deze in zeer korte tijd bij de zomergerst het gehele bui tenlandse sortiment zullen vervangen. WET mag langzamerhand bekend worden ver ondersteld dat het gehele veredelingswerk in de richting van brouwgerstkwaliteit in 1956 een belang rijke stimulans ondervond door het in uitzicht stel len van een premie van 30.000,door de Neder landse industrie voor de kweker van een Neder lands brouwgerstras „beter" dan Balder. Dank zij de goede samenwerking tussen de kwe kers en het N.I.B.E.M., dat de kwaliteitsbeoordelin gen van de nieuwe rassen doorvoert, zijn momen teel een aantal gerstrassen naar voren gekomen die een hoger produktievermogen hebben dan de oude rassen maar bovendien een uitstekende brouw kwaliteit blijken te bezitten. Dat over dit laatste een goed oordeel kan worden uitgesproken wordt veroorzaakt door het feit dat de kwekers hun iets belovend materiaal ter beschikking van het N.I.B.E.M. stellen dat de nieuwe stammen uitzaait op een kwekersstammenveld in het brouwgerstge bied en aan de oogst daarvan een vergelijkende kwaliteitsbepaling doorvoert. Zodoende is men reeds tijdig omtrent de kwaliteit van nieuwe stam men geïnformeerd. Het is niet overdreven de heer L. bij de Vaete, bedrijfsleider van het Landbouw- proefbedrijf „de Scheldemonden" te Bruinisse, waar dit proefveld ieder jaar wordt aangelegd, ook op deze plaats nog eens te danken voor de goede zor gen welke hij ieder jaar weer aan dit proefveld besteedt. WAT ZIJN DE NIEUWE RASSEN? WEEDS het langst in onderzoek is CAMBRINUS, een ras van Landbouwbureau Wiersum N.V. dat, zoals uit de cijfers van het rassenbericht blijkt, in het zuidwestelijk kleigebied korrelopbrengsten geeft die 6 boven die van Balder liggen. De goede veerkracht van het matig stevige stro maakt dat slechts zelden een volkomen legering bij dit ras optreedt. Een wat dunner zaai dan gebruikelijk geeft bovendien een nog wat steviger opgroeien. Vergeleken met Balder is dit ras beter bestand tegen een D.N.O.C.-bespulting. De kwaliteit ervan is zodanig dat de kweker in 1964 en in 1965 10.000, heeft ontvangen van de reeds eerder genoemde kwekerspremie voor een ras „beter dan Balder".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 5