Rassen in het moderne bouwplan
Bij de rassenkeuze is niet alleen de opbrengst belangrijk,
maar spelen ook andere eigenschappen een grote rol, zoals
stevigheid, vatbaarheid voor ziekten, schot en korreluitval,
tijd van rijpen enz. Het beste ras bestaat niet; voor elke
streek en soms van bedrijf tot bedrijf is een andere combi
natie van ras-eigenschappen het beste compromis. Het uit
zaaien van voor uw bedrijf geschikte rassen is mede een
voorwaarde voor goede financiële uitkomsten. Omdat dit
artikel maar een kort overzicht van een aantal gewassen
geeft, is het aan te bevelen voor een doelbewuste keuze de
zojuist verschenen 41e Beschrijvende Rasscnlijst voor Land
bouwgewassen 1966 te raadplegen.
ZOMERTARWE
RWEDE door de grote wintertarwe-uitzaai van de afgelopen herfst zal het
zomertarwe-areaal in Zeeland wel niet groot worden.
Het zeer produktieve ras Orca wordt in deze provincie het meest gezaaid.
Het is een ras met weinig risico's. De late rijping kan soms een bezwaar zijn,
maar toch kan de oogst van Orca wel in de arbeidsverdeling passen, bijv. indien
op het bedrijf ook pootgoed wordt verbouwd. Want deze tarwe kan een late
oogst wel verdragen, het gewas is vrij stevig en goed veerkrachtig, rijpt gezond
af, heeft een vrij goede schotresistentie en is weinig gevoelig voor korreluitval.
Weinig vatbaar voor gele roest.
Gaby is een nog vrij nieuwe stevige tarwe, die vroeg rijpt en gemiddeld
4% hogere opbrengsten geeft. De verbouw is echter riskant door de gevoelig
heid voor schot en korreluitval, maar vooral door de grote vatbaarheid voor
gele roest.
Voor het doorzaaien van hol staande wintertarwepercelen is Opal wegens
de zeer vroege rijping het aangewezen ras. Is ook wel geschikt indien zeer laat
moet worden gezaaid, maar zomergerst is dan waarschijnlijk een betere keuze.
Overigens kan Opal niet meekomen, omdat dit ras in stevigheid, opbrengst en
in resistentie tegen gele roest en schot te kort schiet.
ZOMERGERST
^AMBRINUS heeft in enkele jaren tijd door zijn zeer goede opbrengsten het
grootste deel van het brouwgerst-areaal veroverd. Het gewas is weliswaar
matig stevig, maar het komt zelden plat op de grond te liggen. Is ook vrij
.weinig gevoelig voor doorwas. Stelt geen hoge eisen aan de structuur van de
grond en kan dus ook op stuk gereden bietenland nog goede resultaten geven.
Intussen vragen twee nieuwe brouwgersten de aandacht, nl. Zephyr en Delisa.
Tussen Cambrinus en Zephyr zijn de verschillen niet groot. Zephyr is iets
steviger en stelt iets hogere eisen aan de grond. Geeft gemiddeld even hoge
opbrengsten. Maakte in de brouwerij een goede indruk. Delisa is korter dan
de beide andere en stelt nog iets hogere eisen aan de grond en is ook iets
steviger. Deze stevigheid is weinig betrouwbaar, want in sommige jaren is het
veel voorgekomen dat het gewas plat op de grond kwam te liggen met o.a. veel
doorwas als gevolg. De opbrengst is gemiddeld 1 °/o hoger dan van Cambrinus
,en Zephyr. Delisa zal van oogst 1966 slechts beperkt als brouwgerst worden
aangekocht.
HAVER
WRIT gewas wordt in Zeeland weinig verbouwd. Indien echter door het terug
lopen van het vlas- en erwtenareaal de oppervlakte granen erg groot wordt,
is het voor de vruchtwisseling wenselijk haver in het bouwplan op te nemen.
De tegenwoordige haverrassen laten zich vrij goed maaidorsen.
Astor is een kort, zeer stevig ras met de hoogste opbrengsten. De grote
korrel is wat minder gevoelig voor schot en valt minder gauw uit dan de
meeste andere rassen, maar bij slecht weer iets gevoelig voor verkleuren.
Marino is vrij stevig en geeft goede opbrengsten. Uitstekende kwaliteit. Condor
is weliswaar stevig en zeer goed opbrengend, maar gevoelig voor schot en
grauw worden.
ERWTEN
"R^AN de ronde groene erwtenrassen wordt Rondo C.B. voornamelijk op de wat
stro-arme gronden verbouwd. Voldoet daar wat opbrengst en kwaliteit be
treft zeer goed. Maar op strorijke percelen wordt het gewas veelal te zwaar en
kan dan in opbrengst niet meekomen. Het zeer korte, stevige ras Dik Trom
geeft op strorijke gronden zeer goede opbrengsten en een zeer goede kwaliteit.
Op de gemiddelde en vooral op de stro-arme percelen laten de ontwikkeling
van het gewas en de opbrengsten te wensen over. Het op strorijke gronden
nog vrij veel gezaaide ras Pauli geeft daar gemiddeld ongeveer dezelfde op
brengsten als Dik Trom, maar de erwt van Pauli is veel kleiner, niet zo mooi
rond en heeft een minder goede consumptiekwaliteit. Op de stro-arme percelen
is Pauli minder produktief dan Rondo C.B.
Rovar heeft enige verbreiding in verband met de resistentie tegen Ameri
kaanse vaatziekte. Het nieuwe ras Laga is wegens de resistentie tegen deze
ziekte en het korte stro in de eerste plaats geschikt voor die percelen waar
Rovar in de i-egel te veel gewas heeft.
Van de gele erwten geeft Flavanda op de stro-arme en gemiddelde gronden
goede tot zeer goede resultaten. Voor, de strorijke percelen is dit ras minder
geschikt, wel echter het nieuwe ras Porta. Dit zeer vroeg rijpende ras heeft
kort stro en geeft op deze percelen zeer goede opbrengsten.
Bij de schokkers maakt Maro veel opgang. Het gewas is vrij massaal, maar
toch steviger dan de andere rassen. Is ook minder vatbaar voor valse meeldauw.
Maro geeft ook hogere opbrengsten dan de andere rassen, behalve op zeer
vruchtbare gronden, omdat Maro daar te veel stro kan leveren en Big Ben
dan betere resultaten geeft.
Bij de kapucijners is het nog nieuwe ras Imposant een duidelijke verbete
ring van Aureool. Het gewas komt veel overeen, maar de opbrengst is belang
rijk hoger (op het niveau van de ronde groene erwten), de zaadkwaliteit is
beter bestand tegen slecht weer.
VLAS
IVAAST Wiera zijn er de rassen Reina en Fibra. Reina komt op gewas veel
met Wiera overeen, geeft iets meer gerepeld strovlas, iets hoger vezel-
géhalte en een nog iets betere lintkwaliteit. Fibra komt wegens de goede
stevigheid in aanmerking voor percelen waar men een zwaar gewas kan ver
wachten, maar geeft ook daar een lagere opbrengst aan gerepeld strovlas dan
Wiera. Het vezelgehalte is echter veel hoger dan van Wiera en Reina. De lint
kwaliteit laat soms te wensen over. Fibra heeft een zeer goede brandresistentie.
AARDAPPELS
R7AN de nieuwere rassen kan er voor Zeeland geen enkele worden aanbevolen
om te worden beproefd naast de in deze provincie vrijwel algemeen ge
teelde Bintje.
Ter vervanging van Doré kan als vrij vroeg rijpende binnenlandse con
sumptie-aardappel Lekkerlander op praktijkschaal worden beproefd. Is welis
waar voor vroeg gebruik iets later rooibaar dan Doré, maar heeft veel minder
last van virusziekten en de opbrengst is iets hoger.
LUZERNE
2^ EEL AND yas in 1965 met 28 van het totale areaal de provincie met de
grootste oppervlakte luzerne. Luzerne kan er veel toe bijdragen structuur-
bederf o.a. als gevolg van de sterk toegenomen mechanisatie tegen te gaan...
Meer dan de helft van de oppervlakte werd in het afgelopen jaar ingenomen
door het zeer goed opbrengende ras du Puits. Dit is een ras van het Noordfranse
type. De andere rassen van dit type vertonen er veel overeenkomst mee. Ook
F.D. 100, Eméraude, Flandria, Chartainvilliers en Socheville zijn produktieve
rassen. Orchesïa geeft een iets lagere opbrengst. Het nieuwe ras Europe
Desprez heeft een zeer goede indruk gemaakt. Dit ras lijkt iets minder gevoelig
voor verwelkingsziekte te zijn dan de andere rassen en herkomsten. De her
komsten uit diverse landen zijn tot nu toe alle minder produktief gebleken.
Verschillende ervan zijn in jaren met zaaizaadtekort van de Noordfranse rassen
nog wel eens gebruikt.
VOEDERBIETEN
vele landbouwbedrijven in Zeeland loopt de oppervlakte voederbieten,
evenals elders in het land, regelmatig terug, vooral in verband met de
geringere arbeidsbezetting. Aangezien de produktivitelt van dit gewas zeer
hoog is, blijft het nuttig aan de rassenkeuze aandacht te besteden.
Onderstaand overzicht geeft een vergelijking in procenten van de verbouw
van de voederbietentypen die in 1965 in Zeeland en in geheel Nederland werden
geteeld.
TABEL I
Typen
Oppervlakte
in u/«
Zeeland
Nederland
Ovale voederbieten laag gehalte
14
22
Jaapjes voederbieten laag gehalte
26
24
Stompvoeten
1
sporadisch
Lange voederbieten laag gehalte
14
16
Jaapjes voederbieten hoog gehalte
32
34
Ovale voederbieten hoog gehalte
13
3
Rijkmakers en ovale voedersuikerbieten
1
WJIT dit overzicht blijkt, dat de rassenkeuze in Zeeland niet in belangrijke
mate afwijkt van gemiddeld in Nederland. Het percentage lange voeder
bieten, de zgn. lange Belgen, is nog vrij hoog. Dit is vooral in het zuiden van
ons land het geval. Verder worden in Zeeland kennelijk meer Ovale voeder
bieten met hoog gehalte verbouwd dan in overig Nederland en minder ovale
voederbiekten met laag gehalte. Er zijn de laatste jaren vele uitstekende rassen
op de markt gekomen. In de volgende tabel zijn diverse eigenschappen van
een aantal rassen gegeven.
(Zie verder pag. 15)
t