olicfcl
WEEKOVERZICHT
NOTERINGEN
Produktschap granen, zaden en peulvruchten
UIT EEN errhtim
cs -f§weekb o ek vah
lj^bramurr pfstjkhöïx
27
(Ons verstrekt door C. Z. V. V. Wemeldinge)
Granen, zaden en peulvruchten. De traditie getrouw
bleven de omzetten op de binnenlandse voer-graan-
markt tussen Kerstmis en Nieuwjaar zeer beperkt.
Zowel kopers als verkopers namen een afwachtende
houding aan met de mededeling dat men wilde wach
ten tot na Nieuwjaar, alvorens weer aandacht te wil
len schenken aan zaken.
Tarwe. In tarwe kwamen kleine afdoeningen tot
stand voornamelijk ter indekking van exportcontrac
ten, welke deze maand nog dienden te worden uitge
voerd. Overigens had deze handel weinig betekenis.
De markt sloot in een rustige stemming.
Zomergerst. Zomergerst lag prijshoudend in de
markt.
Haver. Was aanvankelijk kalmer gestemd, doch bij
iets meer belangstelling bleek het zeer moeilijk te zijn
gunstig te kopen. In hoeverre hier sprake is van een
vastere markt is twijfelachtig. De tendentie zal eer
der veroorzaakt zijn door de tijd van het jaar.
Fijne zaden en peulvruchten. Wat peulvruchten en
fijne zaden betreft zijn alle soorten peulvruchten vast
gestemd, doch wegens het ontbreken van offertes van
betekenis zijn de omzetten van geringe omvang. Het
buitenland geeft er over 't algemeen de voorkeur aan
het nieuwe jaar af te wachten. Karwijzaad is even
eens vast gestemd, doch ook in dit artikel gebeurt
weinig.
Uitvoeren in de maand november 1965. Tarwe: to
taal 28.621 ton, waarvan 14.388 ton naar het Verenigd
Koninkrijk; 12.864 ton naar Polen; 969 ton naar West-
Duitsland en 400 ton naar Ierland.
Karwijzaad: 450 ton, waarvan 179 ton naar de U.
S. A.; 91 ton naar Tsjechoslowakije; 43 ton naar W.
Duitsland; 38 ton naar Oostenrijk; 40 ton naar Hon
garije en 22 ton naar Canada.
In november 1964 bedroeg de uitvoer 498 ton; idem
1964 2.485 ton.
Invoeren in de maand november 1965. Bruine
bonen: 123 ton. Consumptie-erwten: 1.504 ton uit Bel-
gië-Luxemburg. Voererwten: 36.000 ton vnl. uit
Rusland.
AARDAPPELTERMIJ NM ARKT
Weekbericht van 29 dec.-4 jan. 1966, verstrekt door
G. de Vries Zonen, N.V., Amsterdam; Voor Zeeland,
Goes, tel. 01100—6451.
Consumptie-aardappelen: Bintje 40 mm opw., april.
De laatste beursdagen van 1965 gaven nog een ver
dere stijging der noteringen te zien met een hoogste
prijs van 24,70. De weekomzet beliep 217 contracten
terwijl de totaalomzet over '65 3966 contracten heeft
bedragen. De openstaande positie is 904. De slotnote-
ringen waren 24,50// 24,30.
NOTERINGEN VAN DE ROTTERDAMSE
BEURZEN EN MARKTEN
Van maandag 3 januari '66
De korenbeurs. Tarwe: Ondanks het geringe aanbod
•was ook dit nog maar moeilijk bij de fabrieken onde-
te brengen. Notering, basis 17 vocht, nieuwe kwali
teitscondities, franco fabrieken binnenland, naar ge
lang week van aflading van ƒ38,10 tot. ƒ38,20.
Brouwgerst: Lag vandaag nog buiten de belangstel
ling. C. B. K.-notering voor volledig geschoonde gerst
37,50 plus eventuele kwaliteitspremie.
Basis franco Rotterdam (bruto). Groene erwten: Ir
een prijshoudende stemming hadden de zaken een
rustig verloop. Partijen geschikt om op exportkwali
teit te worden verwerkt, deden van 45,tot 54,—.
Op beperkte schaal kocht de industrie spliterwten
aan, naar gelang kwaliteit van 38,tot 47,—.
3 kwaliteit januari aflading 61,bieden.
6 kwaliteit januari aflading 58,
Schokkers: De handel op monster is zeer klein ge
worden tot 55,3 kwaliteit 67,5 kwali
teit 64,laten.
Bruine bonen: Zeer vast gestemd bij gering aanbod.
Doorsneekwaliteit tot 130,Extra mooie kwaliteit
daarboven.
Kapucijners: Onveranderd prijshoudend gestemd, tot
85,—.
Karwijzaad: Goed prijshoudend gestemd. Export
kwaliteit januari levering 138,— bieden, 140,
laten; idem nieuwe oogst sept./okt. levering 140,—
bieden.
De aardappelmarkt. Bintje: 40 mm opwaarts, voor
het binnenland van 21,tot 22,autovrij bin
nenland. Bintje: 35 mm opwaarts, in 2 maten gesor
teerd voor West-Duitsland, van 20,50 tot 21,50
autovrij binnenland.
Uit de mededelingen behorende bij de bestuursver
gadering van het Produktschap van granen, zaden en
peulvruchten, dat op 6 januari j.l. vergaderde ontlenen
wij de volgende gegevens.
DE AFZET VAN INLANDSE TARWE
In november en december is in de afzet van in
landse tarwe een zekere ontspanning opgetreden.
Mede door het wegvallen van verdere exportmoge
lijkheden toonden voorraadhouders 'n grotere geneigd
heid om tot verkoop in het binnenland over te gaan.
De niaalbedrijven hebben daardoor redelijke hoeveel
heden inlandse tarwe kunnen aankopen op basis van
het eind oktober 1965 bereikte prijsniveau, dat na
dien alleen nog verhoogd werd met het bedrag van
de maandelijkse prijsstaffel van 0,35 per 100 kg.
In de loop van november was de aanvoer van in
landse tarwe bij de fabrieken nog niet groter dan
nodig was bij een vermaling van inlandse tarwe van
ongeveer 25 De voorraad bij de fabrieken kon dan
ook slechts op ongeveer 65.000 ton worden gehand
haafd.
Verwacht mag worden dat zowel de ontvangsten bij
de fabrieken als de omvang van de vermalingen van
inlandse tarwe in december en januari evenwel een
stijgende lijn zullen vertonen.
De afleveringen voor export nemen snel al en
zullen per 1 januari geheel komen te vervallen,
daar dan geen geldige uitvoercertificaten meer in om
loop zullen zijn.
Daar de maalbedrijven nog vrij aanzienlijke hoe
veelheden kunnen aankopen, mag verwacht worden
dat vooralsnog voldoende plaatsingsmogelijkheden
voor inlandse tarwe aanwezig zullen zijn. Indien de
voorraadhouders regelmatig tarwe blijven aanbieden,
is de mogelijkheid van een voor alle partijen redelijk
te achten prijsniveau voor inlandse tarwe reëel aan
wezig.
Wel wordt nogmaals gewaarschuwd tegen
stagnatie in de aanvoerDat zou vervanging
van inlandse tarwe door importtarwe van on
geveer eenzelfde kwaliteitstype ten gevolge
kunnen hebben en een gevoelige druk op de
prijzen van de inlandse tarwe in het voorjaar.
Aankoop van dergelijke tarwe in het buiten
land heeft in de maanden november en decem
ber praktisch niet plaatsgehad.
DE AFZET VAN PEULVRUCHTEN
De totaal met peulvruchten bebouwde oppervlakte
was deze oogst circa 20 lager dan vorig jaar. De
stand van het gewas werd deze zomer, vooral in de
tweede helft van juli, zeer ongunstig beoordeeld. De
opbrengsten per hectare werden, voor zover het de
erwten, de schokkers en de kapucijners betreft, geba
seerd op 20 beneden die van de oogst 1964, De
totale produktie van laatstgenoemde soorten peul
vruchten bleef ongeveer 40 en die van bruine bonen
20 achter bij die van 't vorige jaar met 'n pessimis
tische kijk op de kwaliteit. Zo begonpen we dit peul
vruchtenjaar. Het seizoen zette dan ook in met een
flinke prijsstijging, zoals uit de navolgende gegevens
blijkt:
Beursprijzcn Rotterdam in gld. per 100 kg.
groene erwten 6
schokkers 5
kapucijners
bruine bonen
28/6 '65 30/8 '65
45,— 57,—
59,— 70,—
34,63,—
75,— 120,—
27/9 '65
61,50
68,50
80,—
125,—
De afzetmogelijkheden bleken op wat verdere ter
mijn toch minder gunstig te zijn, althans op basis van
de inmiddels gestegen prijzen. Zowel de beursprijzen
als de door de telers gemaakte prijzen liepen in de
priode september tot december dan ook weer terug,
voor zover het de groene erwten betreft met circa
ƒ5,per 100 kg en de schokkers zelfs met circa
10per 100 kg. De prijsstijging die in het begin
van het oogstjaar voor dit laatste produkt optrad,
werd daarmee praktisch weer geheel ongedaan ge
maakt. De prijzen van de kapucijners en de bruine
bonen hebben zich tot dusverre op het hogere niveau
weten te handhaven. Deze produkten worden echter
in hoofdzaak op de binnenlandse markt afgezet.
Uit een en ander blijkt, dat de geringere
produktie van de peulvruchten slechts een
prijsstijging ten gevolge heeft gehad voor zo
ver de produkten geheel of voor een belang
rijk deel op de binnenlandse markt hun be
stemming vinden en niet gemakkelijk door
soortgelijke produkten of kwaliteiten uit im
porten worden vervangen. Op de buitenlandse
markten ondervinden onze peulvruchten (in de
eerste plaats de schokkers, doch ook de groene
erwten) een zodanige concurrentie dat de klei
nere voor uitvoer beschikbare hoeveelheid
slechts weinig hogere prijzen schijnt te kunnen
opbrengen.
MET volle moed den drempel van het nieuwe
jaar 1966 overgestapt en we staan weer voor
een geheel nieuw jaar, dat precies is als een on
beschreven blad papier. We gaan het weer pro
beren beter te doen dan vorig jaar, dit en dat zal
ons niet meer gebeuren en het zal ons niet meer
overkomen als vorig jaar.
Het zal echter wel eens weer fout lopen, dat
weten we haast van te voren. Maar ook het po
gen is al mooi!
Wanneer we naar buiten kijken over onze ak
kers is er niet veel moois te zien. Het is een en al
water wat je ziet, alle watergangen en sloten zijn
vol of lopen over, het grondwater is tot aan de
oppervlakte gekomen. De wind is ons ook nog
tegen want bij deze wind gaat het water slecht
van de wal. We kregen vorige week 50 mm neer
slag erbij en de grond was nog vol, dus nu is het
helemaal fout.
Toch mogen we niet mopperen wanneer we
lezen en zien, hoe het bij anderen, boven de rivie
ren en ook in het Noorden van ons land is gesteld.
Dan is het bij ons heel wat minder, al leven we
dan in Zeeland! Wanneer de mensen boven de
rivieren over Zeeland spreken, denken ze dat het
zo maar net boven water staat en zeker nu onder
gaat lopen!
Koud is het niet, zelfs wat te hoge temperatu
ren voor januari. Toch zou er volgens weerkun
digen in 't laatst van deze week vorst komen tot
half februari. Laten we hopen dat dit waar is.
Maar dan moet eerst het opperwater nog wat
weglopen. Nu vorst zou veel schade aanbrengen.
We hadden de laatste jaren succes met het riet
uit de sloten te weren met chemische middelen.
Nu blijkt dat dit riet de zaak van onder goed bij
elkaar hield want nu gaan de afzakkers komen
met dit hoge water! Zo zie je dat alles wat mooi
lijkt nog niet altijd goed is.
Gisteren kwamen de buren nog even nieuwjaar
wensen. Buurman begon met ons het goede te
wensen in het pas begonnen jaar en liefst wat
minder waeter dan vlie jaer zei hij er achter.
Jon, zei Plone, begun noe asseblief wee^ nie over
dat waeter, wan daer praet je al een êele weke
over. 't Is ok nog nooit bie m'n weten zo erg
ewist, zei buurman, en dan praet je er allicht over,
maer laeten we er dan van daege nie over praten,
ik vin dat eel goed.
Toen begonnen we maar wat te pok/ieken. Die
de kool eit toch een les gehad èe, zou't ie noe een
bitje makkelijker worden in de E.E.G. vroeg buur
man. Daer geloof ik niks van, zei Plone, zo'n
ouwe vent kan nie meer veranderen, ik kieke
maer nae joe. Das één nul voe joe, zei buurman,
maer ik ergens elezen dat ie tuus niks in te
briengen ei as lege briefjes en daerom is ie buu-
tenuus zo moeilijk, want dan wilt ie ok wel is
geliek èn. Das één één, zei Plone, laeten we maer
oöpen dat julder as boeren er is wat meer van
profiteren, van die E.E.G. bedoel ik.
RESULTATEN ONDERZOEK 1964 NAAR OPSLAG
EN DROOGCAPACITEIT GRANEN OP
TELERSBKDRIJVEN
Ter aanvulling op het onderzoek in 1962 naar de
beschikbare opslag- en droogcapaciteit bij de graan
handels-, de gr aan ver werkende- en de dienstverle
nende bedrijven, is tegelijk met de landbouwtelling iri
mei 1964 een onderzoek ingesteld naar de beschik
bare opslag- en droogcapaciteit op de telersbedrijven.
Dit onderzoek, uitgevoerd door de Stichting tot Uit
voering van Landbouwmaatregelen, heeft zich be
perkt tot de belangrijkste produktiegebieden en tol de
bedrijven, waar mechanisch kan worden belucht of"
gedroogd en die voor de oogst 1964 tenminste 10
hectare met graan bebouwden.
Uit het onderzoek is gebleken, dat in 1964 op de
telersbedrijven circa 85.600 ton opslagcapaciteit voor
losgestorte granen beschikbaar was, waarvan circa
69.000 ton uit siloruimte en circa 16.000 ton uit vloor-
of zonderruimte bestond. Van deze opslagcapaciteit
1 was in de provincie Groningen 50 in de provincie
Noord-Holland 16% en in d provincie Zeeland 10
beschikbaar. Het totale aantal telersbedrijven, die
over een dergelijke opslagcapaciteit beschikten, is
176, waarvan in de .provincie Groningen, Noord-Hol
land en Zeeland achtereenvolgens 182, 94 en 90. Rela
tief gezien, is 'n aantal van 476 bedrijven zeer weinig,
nl. nog geen van het totaal aantal graanver-
bouwende bedrijven in Nederland.
Rekening houdende met de resultaten van het
onderzoek bij de graanhandels-, de graanvei werkende-
en de dienstverlenende bedrijven in 1962, kan worden
gesteld, dat in- 1964 in Nederland circa 1.670.000 ton
opslagcapaciteit voor losgestort. graan beschikbaar
was.
Het aantal bedrijven met droogapparatuur was in
de provincies Groningen, Noord-Holland en Zeeland
respectievelijk 113, 101 en 24, terwijl het aantal be
drijven met ventilatoren in deze provincies achter
eenvolgens 76, 29 en 81 was. Hieruit blijkt, dat in
tegenstelling tot de provincies Groningen en Noord-
Holland, waar de bedrijven met. drooginstallatie de
overhand hebben, in Zeeland de bedrijven met venti
latoren verreweg in de meerderheid zijn.