Suikerbieten
Resultaten proeven volledig
machinaal dunnen
D
B1J deze proeven is een vergelijkend onderzoek uit
gevoerd tussen volledig machinaal dunnen van
suikerbieten, uitgaande van 4,8 cm en 6,8 cm zaai
afstand in de rij, en het zaaien op eindafstand. Voor
dit laatste is een zaaiafstand van 12,5 cm genomen.
Daarnaast is getracht het nawieden tot een minimum
te beperken.
van een drietal suikerbietenverzorgingsproefvelden in het
Zuid-Westelijk kleigebied in 1965
28
7.9 2)
60l) 100
21
De proeven zijn uitgevoerd door de Werk-
groep voor het Technisch Onderzoek van de
Rijkslandbouwkonsulentschappen in dit ge
bied. De proefvelden hebben gelegen op de
proefboerderijen „De Scheldemonden" te
Bruinisse (2025 afslibbaar) en Marien-
hof" te Westmaas (3540 afslibbaar)en
op het demonstratiebedrijf „De Braakman"
te Biervliet (2025 afslibbaar)
De invloed van het zaaien is niet beperkt tot alleen de opkomst.
Een volledig machinaal gedund gewas.
iE verkregen resultaten laten duidelijk zien, dat een zaaiafstand van ca. 7 cm tot betere resultaten kan
leiden dan een zaaiafstand van ca. 5 cm. Men ne me er nota van dat hier sprake is van volledig machi
naal dunnen, waarna in het geheel geen korrigerend hardwerk is uitgevoerd. Wordt na machinaal dunnen de
stand van het gewas wel door handwerk gekorrigeerd, dan heeft een ruimere zaaiafstand dan 56 cm geen
zin. Bij voorgaande proeven is dat duidelijk gebleken.
Zij, die volledig machinaal dunnen, doch een zaaiafstand van ca. 7 cm op grond van omstandigheden en
ervaring te riskant oordelen, kunnen eveneens het beste een zaaiafstand van 56 cm aan houden; 7 cm
brengt nu eenmaal iets meer risiko met zich mee.
Bewerking
Scheldemonden (Trirave)
beginstand eindstand wortel- handw. beginstand eind- wortel- handw. beginst.
bbd bbd opbrengst manuren bbd stand opbrengst manuren bbd
Zaaiafstand 4.8 cm;
handdunnen 23.6 11.4
Zaaiafstand 4.8 cm;
machinaal dunnen 22.8 11.4
Zaaiafstand 6.8 cm;
machinaal dunnen 17.8 11.5
Zaaiafstand 12.5 cm;
eindafstand 10.1 10.1
ton/ha
54.4
47.6
52.5
52.0
/ha
26.3
24.1
17.3
8.9
Maviënhof (Polyhuhn)
l eind- wort
stand opbrer
bbd ton/ha
8.6 48.4
11.7
10.7
Braakman (Polybeta)
/ha
4329.6
9 30.2
9 21.9
eindst. wortelop- handw. wortelop-
bbd brengst manuren brengst in
ton/ha /ha t.o.v.
handwerk
Uren voor het handdunnen inclusief voor het nawieden.
2) Tengevolge van een bewerking met een cambridge-rol ging
Met het oog op de opbrengstvergelijking was een
objekt opgenomen dat volledig in handwerk is ge
dund. Ook is nog getracht bij het zaaien op eind
afstand een vergelijking uit te voeren tussen wel en
niet schoffelen. Dit aspekt is evenwel bij deze proe
ven niet voldoende tot zijn recht gekomen en blijft
hier dan ook verder buiten beschouwing^. De proeven
zijn aangelegd in 4-voud. Bij alle proeven bedroeg de
rijafstand 50 cm. Gelijktijdig met het precisiezaaien,
eind maartbegin april, is een rijenbespuiting uitge
voerd met ca. 1 kg pyrazon per ha. In de loop van
net voorjaar is tussen de rijen enkele malen geschof
feld.
1 bbd verloren.
De belangrijkste resultaten zijn weergegeven in d*
bovenstaande tabel.
0E proef op „Mariënhof' toonde door de aan
wezigheid van enkele struktuurplekken duide'ijk
het risiko van zaaien op eindafstand om een voldoen
de plantaantal te verkrijgen. Ook het aantal grote
gaten nam onder die omstandigheden sterk toe. Voor
het overige waren de beginstanden goed tot zeer
goed.
Het machinaal dunnen is uitgevoerd in één bewr r-
king tot ca. 11 bbd. De planten hadden toen over
wegend vier echte blaadjes.
Bij twee proeven kon met oppervlakkig nawieden
in junibegin juli worden volstaan. Op de „Braak
rr an" moest wel intensief worden nagewied, wat re
sulteerde in een hoger aantal manuren. Duidelijk blijkt
hieruit de storende invloed van met name wortel-
onkruiden op het aantal uren handwerk bij een ex
tensieve teeltwijze.
0E opbrengstbepalingen zijn uitgevoerd middels
machinaal rooien. Op „De Scheldemonden" en
„Mariënhof" is hierbij gewerkt met een 1-rijige Vicon,
op „De Braakman" met een Volvo.
Aangaande de invloed van de bewerkingen op het
suikergehalte en het percentage grond- en koptarra
kwamen geen duidelijke verschillen naar voren-
Bij volledig machinaal dunnen bleek de wortel
opbrengst bij 6,8 cm zaaiafstand positief gunstiger te
zijn dan bij 4,8 cm. Hoewel dit verschijnsel zich op
„De Scheldemonden" het sterkst voordeed, is deze
tendens toch ook bij de andere proeven aanwezig.
Minder verliezen bij het rooien en een hoger ge
middeld bietgewicht vormen hiervoor de verklaring.
Door te zaaien op eindafstand werden ook bij een
goede opkomst, geen betere resultaten verkregen dan
met volledig machinaal dunnen uitgaande van een
zaaiafstand van 6,8 cm. Daarnaast bleek deze laatste
methode aanzienlijk bedrijfszekerder.
R. L. V. D. Goes Ir. M. A. VAN DER BEEK.