Graszaadteelt Goede perspectieven Vele goede eigenschappen Zeer hoge opbrengsten Het meest verbouwdeen vertrouwde zomertarweras 13 door C. KARSBERGEN CEBECO Rotterdam JAARLIJKS wordt in Neder- J land ruim 80.000 ha benut voor de teelt van zaaizaad en pootgoed, dat is meer dan 10 °/o van de totale oppervlakte bouw land. Voor de provincie Zeeland ligt het percentage zaaizaad en pootgoed nog hoger, namelijk op ca. 15 Hierbij moet bedacht worden, dat het aandeel van Zeeland in de pootaardappel- teelt, welke in het totaal een grote plaats inneemt, slechts zeer gering is: Zeeland heeft slechts 2 van het landelijk pootgoed- areaal. Ook vindt men in Zee land geen suikerbieten- of voe derbietenzaad, daar deze zaad teelt, in verband met het gevaar van de vergelingsziekte en het overbrengen daarvan op de sui kerbieten, verboden is. Landelijk is deze teelt met een oppervlak te van ca. 3000 ha en een export waarde van 15 tot 20 miljoen gulden van grote betekenis. Van de in Nederland verbouw de zaaigranen neemt Zeeland ongeveer 10 voor zijn reke ning (van wintertarwe en zo- mergerst bedraagt het percen tage ca. 25%), van erwten 50 van stambonen 75 van vlas 40% en van graszaden 25%. Uit deze cijfers blijkt wel, dat Zeeland op het gebied van de zaadteelt een vooraanstaande plaats inneemt. Kan men de zaadteelt van gra nen, peulvruchten en vlas zien als een min of meer veredelde vorm van de verbouw voor kon- sumptie, bij graszaad ligt dit an ders. Graszaad heeft alleen waar de als dit geschikt is en be stemd kan worden voor zaai zaad. Aan de teelt van graszaad liggen dan ook andere argumen ten ten grondslag dan aan de zaadteelt van konsumptiegewas- sen. DeÈe argumenten zijn o.a.: goede vruchtwisseling, grond verbetering, gunstige werkver deling. Men zou kunnen zeggen, dat graszaad verbouwd wordt, om de teelt van andere gewas sen (granen) blijvend mogelijk te maken. Natuurlijk speelt daar bij ook de financiële uitkomst een rol. In dit opzicht is de teelt dooreengenomen eveneens een succes geweest, wat een belangrijke uitbreiding van de teelt ge durende de laatste 10 jaar tot gevolg heeft gehad. De laatste tijd zijn de financiële vooruitzichten van de graszaadteelt onderwerp van discussie ge weest. Dit in verband met het optrekken van de graanprijzen tot E. E. G.-niveau, waardoor de gras zaadteelt relatief in een ongunstiger positie komt te verkeren. Hoewel er vele motieven aan te voe ren zijn, dat een of andere regeling voor de gras zaadteelt billijk zou zijn, is de moeilijkheid om de vorm te vinden waarin een dergelijke regeling gegoten zou moeten worden. Gelukkig is de positie op de wereldmarkt dit seizoen zodanig, dat er voor de naaste toekomst reden is om de verdere ontwikkeling met ver trouwen tegemoet te zien. Dit geldt vooral ook voor de belangrijkste grassoort, waarvan wij hier te lande zaad telen, het veldbeemdgras. Maar ook voor roodzwenk en andere grassen lijken goede perspektieven aanwezig. Er wordt in Nederland van een twintigtal grassoorten zaad gewonnen. Het is moeilijk in algemene termen aan te geven, welke soort het best past in het bouwplan van een bepaald bedrijf. Wel is onze ervaring, dat het verstandig is zo mogelijk een aantal jaren bij een zelfde grassoort te blijven. Om de beste resultaten bij de graszaadteelt te bereiken, is ervaring van zelfsprekend van groot nut. Voor beginners is het daarom verstandig, om met een bescheiden oppervlakte aan te vangen, niet meer dan één soort te nemen en de oppervlakte aan te passen aan de mogelijkheden van arbeidsbezetting en machines. Voor alle grassen geldt, dat men uit dient te gaan van schoon land, waarin geen gras achtige onkruiden als l week, duist (zwartgras) en tuintjesgras voorkomen. Andere zaad- en wor telonkruiden kunnen in het algemeen met succes met chemische middelen worden bestreden. Voor de genoemde grasachtige onkruiden wordt naar stig naar geschikte bestrijdingsmethoden gezocht. Dit onderzoek vindt plaats door het P. A. W. on der auspiciën van de Commissie voor de Gras- en Klaverzaadteelt. Behalve op het gebied van de onkruidbestrijding wordt onderzoek gedaan naar zaaizaadhoeveel- heden, zaaitijden, standdichtheid, bemesting, oogst- methoden etc., kortom naar alles wat met de gras zaadteelt te maken heeft. De zaadteeltdeskundi- gen van de kwekers kunnen zich regelmatig op de hoogte stellen van het verloop van de proeven en de resultaten er van doorgeven aan de telers om ze in de praktijk toe te passen. Ongetwijfeld heeft de graszaadteelt in hoge mate van dit on derzoek geprofiteerd en is mede daardoor op het peil gekomen, dat wij momenteel in Nederland kennen. Ook de goede begeleiding door de teelt deskundigen van de kwekers is een zaak van zeer groot gewicht. Bij de keuze van de soort, de verpleging, het bepalen van het tijdstip van het oogsten kan het advies van de teeltdeskundige van groot nut zijn. Vanzelfsprekend dient ook de teler zelf er op toe te zien, dat de werkzaamheden juist en op tijd uitgevoerd worden. Het schoonmaken van de zaaimachine, het opzuiveren, het schoonmaken van de dorsmachine zijn o.a. enkele voorwaarden, die voor het winnen van goed zaaizaad niet uit het oog verloren mogen worden. Want het is duide lijk, dat een partij met hoge zuiverheid en kiem- kracht een betere afzet vindt dan een minder waardige partij. Ofschoon het prijsverloop enkele jaren van te voren moeilijk te voorspellen is, lijkt het ver antwoord met de graszaadteelt op dezelfde schaal door te gaan. Er is een grote afzetmarkt voor graszaad. Nederland exporteerde de laatste jaren voor ca. 25 miljoen gulden aan graszaad naar meer dan 30 landen. Het Nederlandse zaad heeft in het buitenland een goede naam. Het is voor ons land, ook voor de telers, van groot belang deze exportmogelijkheden te behouden. publikatie van de MGH-kombinatie

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1966 | | pagina 13