De P.J.G. op dit moment
1
WAT vervult onze gedachten deze dagen met Kerst en „Oud en nieuw" in
zicht? Zijn het de gedachten aan lekker (en zwaar) eten, aan eventuele
partijen en feesten, aan de huiselijke gezelligheid samen met de naaste
familie? Of denkt men aan de diepere betekenis van het leven, of is het
weemoed omdat weer een jaar achter de rug is met alle lief en leed, of zitten
we alweer ver vooruit te kijken, het nieuwe jaar in, vol met plannen en
voornemens?
1153"
P. J. G.
P. J. G.-LID STUDEERT IN FRANKRIJK
PRETTIGE KERSTDAGEN
EEN GELUKKIG EN
VOORSPOEDIG
NIEUWJAAR
HET STAARTJE
ONTSPANNINGSAVOND
IJZENDIJKE
VRIJDAG 24 DECEMBER 1965
Het zal voor ieder verschillend zijn. Ik voor mezelf wil het in dit artikel
deze keer bij de P. J. G. en aanverwante zaken houden, 't Klinkt misschien
wat zakelijk, maar dat wil niet zeggen dat het geen nut heeft.
DE lettercombinatie „P. J. G." is een ingeburgerd begrip evenals vroeger de L. J. G. (2 jaar na de
naamsverandering noemt de P. Z. C. ons nog wel eens zo). Zesentwintig jaar na haar oprichting
heeft ze nog steeds een reden van bestaan en voorziet ze in een behoefte. Dit ondanks het feit dat vele
omstandigheden in die tijd sterk zijn gewijzigd. Het hele levensklimaat is veranderd; grotere welvaart,
T.V., betere verbindingen, en hier in Zeeland de toeristenstroom en de industrialisatie. Dientengevolge
zijn ook de leden veranderd; ze hebben meer van de wereld gezien, ze zijn meer met andere mensen
in aanraking gekomen en profiteren van hetgeen de hoogconjunctuur en de nieuwe mogelijkheden
ons bieden.
Ze zijn minder wereldvreemd en hebben een bredere kijk op het leven. Hun interesse ligt totaal an
ders. Door de hedendaagse gemakken zijn begrippen als „plichtsbesef" en „idealisme" wat vervaagd.
WIL een organisatie welke is gebaseerd op ideële normen door een dergelijk tijdperk heen bestaans-
recht houden dan moet er in zo een organisatie ook wat veranderen. Er is ook veel anders ge
worden. Als men bij jubileum-avonden verhalen hoort van oudgedienden uit die eerste tijd van vlak
vóór of na de oorlog, of men slaat „Het boek van Cevaal" open, dan komt dit sterk naar voren. Men
kan zich moeilijk meer voorstellen, dat op een van die eerste vergaderingen in Koudekerke iemand
te voet uit Souburg kwam waarbij hij ook nog een eindje moest varen (inundatie), dat een afdeling
in Zuid-Beveland regelmatig excursies organiseerde om te gaan kijken naa,r b.v. mangaangebrek in
bieten waarop zelden of nooit een lid werd gemist, dat op vele afdelingen alle inleidingen door eigen
leden werd verzorgd, dat op alle uitvoeringen het L. J. G.-lied uit volle borst werd gezongen en dat er
in elke streek één of meer L. J. G.-orkesten bestonden.
HET zou volkomen fout zijn dit allemaal nog te willen en te proberen. Onze vaktechnische kant is
(grotendeels) overgenomen door de landbouwscholen, voorlichting, landbouwbladen en andere
vaktechnische literatuur. Strijd- en verenigingsliederen wil men tegenwoordig niet meer zingen, via
T.V. en radio laat men liever voor zich zingen. Volksdans is alleen nog in trek als kijk-spel (als het
goed is en niet te lang duurt), tegenwoordig is het shake, twist, jive wat de klok slaat. Het is in deze
tijd voor een lid uit eigen kring moeilijk om voor een verwend publiek als het onze met een inleiding
voor de dag te komen. Op het gebied van ontspanning zijn we ook verwend: op een feestavond moet
de zaai heel gezellig zijn ingericht en moet de muziek en het andere wat geboden wordt van het beste
zijn. Amateurtoneel accepteert men vaak nog alleen als men de spelers persoonlijk kent.
Het is er voor een bestuur niet gemakkelijker op geworden. Het is zaak na te gaan en te door
gronden wat de leden willen en nodig hebben. De bestuursleden moeten inspiratie hebben om ge
regeld met nieuwe ideeën te komen en nauwlettend nagaan wat er in het programma geschrapt moet
worden en wat eraan toegevoegd. Daarbij zorgend geen kinderen met het waswater weg te gooien.
WAAR de leden passief zijn moet het bestuur des te actiever zijn. De tijd dat de leden kwamen
uit plichtsbesef is (helaas) voorbij. Men komt alleen nog uit interesse. Voor het bestuur de taak
te zorgen dat er wat interessants is. Indien medewerking van leden vereist is kan het bestuur de men
sen daarvoor niet meer aanwijzen, het moet worden gevraagd. Dan vooral niet te vergeten de sfeer
in een vergadering, men neemt geen vervelende en langdradige avonden meer.
Het is voor een bestuurslid een zaak van werken, denken en dienen. Als hij dit niet kan opbren
gen hoort hij in een bestuur niet thuis.
Aan de andere kant zijn de leden vrij om kritiek uit te oefenen, en het is noodzakelijk dat die kri
tiek naar voren komt. Échter alleen als er een opbouwende bedoeling achterzit.
UJAAROM is er op het ogenblik nog een P. J. G. en waarom zijn er in Zeeland 750 jongeren lid?
Volgens de twee jaar geleden gehouden enquête is men voorel lid omdat men andere mensen
wil ontmoeten. De mensen van een plattelandsgemeenschap voelen zich één, ze kennen elkaar of wil
len elkaar leren kennen en hebben behoefte aan iets dat hen bindt. Ze willen met elkaar ontspanning
genieten, met elkaar discussiëren over voor hen belangrijke onderwerpen en elkaar be-wedijveren in
wedstrijden. Verder is er de mogelijkheid om via de P.J.G. in aanraking te komen met andere be
volkingsgroepen (uitwisseling stad-platteland) of met soortgenoten elders (uitwisseling andere streken,
provinciën). Ook niet te vergeten de contacten met de toeristen die in Zeeland (zij het nog aarzelend)
worden gelegd.
UET is een waar feit dat er niet alleen een plaats is voor de F.Jf. C. in Cle plattelandssamenleving
maar ook een noodzaak. De industrie verheft zijn schoorstenen en gebouwen in het platteland,
de steden vloeien uit tot uitgestrekte huizenmassa's, en de recreatiebedrijven dringen zich overal in het
landschap. Daar tussen zitten wij.
We zien elkaar niet meer op dorpsfeesten en zanguitvoeringen, we ontmoeten elkaar niet meer op de
boot, 's zomers aan onze eigen stranden zijn het allemaal vreemden die men tegenkomt.
De P. J. G. i~ er nog, voor de besturen de taak bij de tijd te blijven, voor de leden de taak het
nut ervan in te zien.
Dan zal het waarachtig w 1 gaan
F. D.
De heer J. C. Zandee te Nieuwdorp (lid van de
Afd. Goes), oud-leerling van de H. L. S. te Dor
drecht is als een van de drie kandidaten in Neder
land in staat gesteld om zijn landbouwkundige
studie dit jaar in Frankrijk voort te zetten. De
andere twee Nederlanders die van het Europees
Universitaire Centrum te Nancy een studiebeurs
ontvingen zijn de heren G. Lans te Amsterdam en
J. G. Beusmans te Noorbeek (Limburg). Het Euro
pees Universitaire Studiecentrum te Nancy had
voor het studiejaar 1965/1966 een 10-tal beurzen
voor jon - boeren in de E.E.G. beschikbaar. Via
de afdeling landbouw van de voorlichtingsdienst
Het Provinciaal Bestuur van de
Plattelands Jongeren Gemeenschap
Zeeland wenst alle leden, donateurs
en overige relaties
en
Namens het Prov. Bestuur,
F. A. DEES, voorzitter.
L. A. NOBELS, sekretaris.
van de Europese Gemeenschappen te Brussel
kwam bij de 3 centrale landbouworganisaties het
verzoek binnen om kandidaten voor deze beurzen
op te geven. Daartoe zijn de direkteuren van de
hogere landbouwscholen te Dordrecht, Ede en Den
Bosch benaderd, die de 3 genoemde kandidaten
opgaven. Alle drie zijn zij onderworpen aan een
toelatingsexamen door de Franse ambassade, waar
voor zij slaagden.
Wij hopen van Jaap Zandee nog eens een artikel
over zijn belevenissen in Frankrijk te kunnen
plaatsen.
„Dat muisje heeft nog een staartje".
Ieder kent deze uitdrukking wel. Het
wil zo ongeveer zeggen: „Dat geval,
die zaak zou wel eens gevolgen kun
nen hebben". Aan deze uitdrukking
heeft één van onze leden gedacht toen
hij zich voornam om zijn persoonlijke
mening over de meest uiteenlopende
onderwerpen regelmatig op onze pa
gina weer te geven. De redaktie hoef
de niet lang te piekeren over een naam
voor dit rubriekje: laat de „Muis"
maar zijn eigen „Staartje" naar voren
brengen. Hopelijk blijven reakties op
de mening van „Muis" niet uit, zodat
we ook wat deze rubriek betreft met
recht de boven aangehaalde uitdruk
king kunnen toepassen.
RED.
We zijn weer zo langzamerhand toe aan het
Kerstfeest. Ik hoor het u nu al zeggen: „Het valt
anders dit jaar wel slecht, precies op zaterdag en
zondag, die dagen heb ik toch al vrij". Dus viert
u alleen Kerstd ag en en geen Kerstf eest? Hebt
u er ioel eens over nagedacht hoe het Kerstgebeu-
ren is ontstaan? Ja juist, u weet het wel, het is
het Feest van de geboorte van Gods Zoon. En of
u nu aan de Kerk doet of niet, die paar vrije
dagen hebt u toch maar gekregen door de geboor
te van het Kind, nu 1965 jaar geleden. Maar nee,
velen verheugen zich op twee extra vrije dagen
waarop zij eens lekker uit de band kunnen sprin
gen. Natuurlijk eerst uitslapen tot 11 of 12 uur
dan nog een uurtje wakker worden en dan gaan.
we ons opdirken voor we, vaak zonder een groet
en zonder te zeggen waarheen, weggaan. Dikwijls
weten we zelf nog niet eens waar we heengaan,
we zien welals het maar „gezéllig" wordt. En is
het op de ene plaats niks dan wel ergens andei's
we zijn toch met de auto, dan ben je er vlug ge
noeg. Goed hard rijden, vooral ook nadat er een
behoorlijke hoeveelheid bier e.d. door onze keel is
gevloeidwant zonder dat heb je als jongen dé
kans om voor „flauw" of kinderachtigte wor
den aangezien.
Natuurlijk mag, nee moet iiet erg laat worden
en naarmate de kleine uurtjes groter worden,
wordt de taal ruwer. Natuurlijk komt ook het einde
weer en dan moet je als „heer" toch zorgen dat je
een „dame" hebt versierd, die je dan naar huis
brengt. Je trapt het gaspedaal flink diep in en
maar rijden, het is toch al laat en de weg ken je.
Maar over verkeersveiligheid of enige verantwoor
delijkheid voor (meestal) pa's auto, eventuele
medeweggebruikers of voor de medepassagiers is
er niet bij; mooi om het de volgende dag lekker
aangedikt aan je vrienden te vertellen. Geen enkel
moment is er overgebleven voor een gedachte aan
het pasgeboren Kind.
Maar Muis vraagt zich af of u dan echt wel
prettig Kerstfeest hebt gevierd. Zullen we het dit
jaar eens anders doen, en er eens bij stilstaan dat
het een groot voorrecht is om Kerstfeest te kun
nen en mogen vieren? Nee, u hoeft echt niet thuis
te blijven, maar het kan allemaal wel met wat
meer nuchterheid en verantwoordelijkheid. Dacht
u ook niet?
Een echt prettig Kerstfeest toegewenst door
MUIS.
Door omstandigheden is de ontspanningsavond
in IJzendijke, die op 16 december gehouden zou
worden in ,,'t Oude Raedthuys" te Biervliet ont
19.30 uur, verschoven naar donderdag 23 decem
ber. Ieder die de andere avond op 18 december t#
Schoondijke niet meemaakte heeft dus nog de
kans om het blijspel „Tinus de Treiteikop" te
ffaan zien.
(Zie verder pag 1159)