TARWEPROBLEMEN wie Polykuhn zaait zal winst oogsten Gerst larws Meer resultaten met minder werk dankzij de kwaliteit van de Polykuhn biet Raad voor de Bedrijfsontwikkeling in de Landbouw 114 De hóógste éénkiemigheid. Zéér hoge kiemkracht. VRIJDAG 24 DECEMBER 1965 De granen zijn het enige landbouwprodukt, waarvoor in E. E. G.-verband alle belangrijke beslissingen ge nomen zijn. De zes landen hebben sedert midden 1962 hetzelfde stelsel aanvaard en toegepast met richtprijzen, interventieprijzen en met wisselende heffingen voor de invoer. Deze heffingen zijn wïsselend, omdat hun hoogte bepaald wordt door het verschil tussen de drempelprijs en de aanbiedingsprijs en deze laatste schoriv melt. Einde 1964 werd bovendien door de toen nog voltallige Ministerraad van de E. E. G. besloten richtprijzen en de daarmede samenhangende inname- en drempelprijzen op 1 juli 1967 op gelijke hoogte te stellen. Wan neer de huidige crisis in de E. E. G. geen roet in het eten gooit, zal er dus in het gehele E. E. G.-gebied vanaf die datum een vrije markt in granen zijn en tevens een vrije markt in varkensvlees, slachtpluimvee en eieren, daar de verschillen in prijs voor deze produkten voor een groot deel hun oorsprong vinden in het verschil in de voedergraanprijzen, welke dus straks niet meer bestaan. Alvorens een aantal hangende problemen rondom de granen en speciaal tarwe te bespreken, is het wellicht interessant enige cijfers te geven omtrent de produktie van de voornaamste graansoorten in de E. E. G. gedu rende de laatste jaren, cijfers welke wij ontlenen aan de Afdeling Statistiek van de diensten der Europese Commissie. Totale opbrengst (1000 ton) 1963 1964 1965 4.856 5.203 4.3*9 10.249 13.838 14.376 8.127 8.582 9.780 530 712 68* 770 911 876 50 39 42 E. E. G. 9.975 10.632 10.643 2.460 2.750 2.830 24.582 29.285 30.111 Duitsland 1.144 1.153 1.193 3.110 3.400 2.820 3.561 3.915 3.364 Frankrijk 2.538 2.360 2.383 2.900 2.880 3.060 7.384 6.791 7.293 Italië 204 197 187 1.370 1.280 1.520 280 252 285 Nederland. 101 87 99 3.840 4.320 3.760 387 376 370 België 134 128 147 3.580 4.030 3.630 482 516 533 Luxemburg 8 9 10 2.700 2.060 22 19 24 E. E. G 4.129 3.934 4.019 2.930 3.020 2.950 12.116 11.869 11.869 ENKELE CONCLUSIES UOOR diegene die van het bestuderen van cijfers houdt zijn bovenstaande tabellen zeker aardig. V/ij zouden er voorlopig slechts enkele conclusies uit willen trekken. Ie. dat de tarweteelt voor landen als Frankrijk en Italië van veel belang is. 2e. dat de tarweteelt zich de laatste drie jaren vooral in Frankrijk, Nederland en België heeft uitgebreid. In de laatste twee landen kan het prijsverloop hierop van invloed zijn geweest, in Frankrijk misschien de verwachting van hogere prijzen in E. E. G.-verband. 3e. dat de gerstteelt alleen in Frankrijk een teruggang te zien geeft. 4e. dat de opbrengstcijfers per ha zeer ten gunste van Nederland en in iets min dere mate van België uitvallen. Dit beeld geldt ook voor vele andere produk ten en het is daarom reeds verklaarbaar, waarom er in landen als Duitsland, Frankrijk en Italië hard getracht wordt de achterstand in te halen met behulp van de hier te lande zo gevreesde en aan de andere kant gewenste subsidies. 5e. wij zien een vrij sterk gestegen produktie in de E. E. G. van tarwe en kunnen begrijpen, dat dit verschijnsel in grote tarwe-exporterende landen als Amerika en Canada onrust verwekt. Deze landen zien hun kansen op handhaving van reeds lang bestaande verkooostromen vooral naar Duitsland en Nederland verminderen naarmate de E. E. G. voor granen een groot, vrij marktgebied wordt. 6e. voor voedergranen ziet de situatie voor deze exportlanden er gunstiger uit. De gerstproduktie vertoont een constant beeld. De haverproduktie gaat achter uit evenals de roggeproduktie. De oppervlakte met mais beteeld daalde in de drie genoemde jaren met 140.000 ha en de opbrengst met 750.000 ton. DE WERELDSITUATIE Ï\E E. E. G. is verreweg de grootste voergraanimporteur van de wereld en gezien de door de welvaartsstijging hogere consumptie van veredelde produkten, stijgt de invoerbehoefte eerder dan dat zij daalt. Wij komen dan tot een zeer glo bale beschouwing van de wereldsituatie van de tarwe. Hoewel de schattingen over de weraldopbrengst een daling van 2 beneden de recordoogst 1964 te zien geven liggen zij toch nog 14 boven het gemiddelde van de jaren 19551959. Maar deze daling ligt uitsluitend aan de slechte resultaten in China en Rusland. In de vrije wereld is de opbrengst 5 hoger dan verleden jaar. Het betekent dat de moeilijkheden om afzet te vinden voor de overschotten voortduren en dat de grote voorraden in de exportlanden niet zullen verminderen. Een voordelig punt in de internationale tarwehandel vormen de aankopen van China en Rusland van vele miljoenen tonnen. Vooral Canada, Australië en Frank rijk deden zaken met deze twee communistische kolossen, waarbij zij echter geen hoge prijzen konden bedingen. Het is voorts bekend, dat vooral de Verenigde Staten van Amerika zeer veel tarwe in de vorm van hulpprogramma's aan onderontwikkelde landen slijt, waarvan met name India profiteert. Daarnaast pogen vooral Canada en Amerika de produktie van tarwe te beper ken, hetgeen overigens geen eenvoudige zaak is. Kort geleden traden in Amerika nieuwe regels, vastgelegd in een op 4 november door President Johnson onder tekende Voedsel- en Landbouw Wet 1965 in werking, volgens welke opnieuw de tarwetelers stimulansen ontvangen in de vorm van een hogere prijs, wanneer zij hun produktie inkrimpen. Het is echter duidelijk, en dat is voor ons in Europa van belang, dat de druk, met name op de E. E. G., aanhoudt om evenveel als vroeger en liever meer tarwe van Amerika te kopen. Eveneens de druk om toch vooral de garantieprijzen (richt en interventieprijzen) niet zodanig vast te stellen dat de produktie in de E. E. G. wordt uitgebreid. In dit verband herinneren wij nog even aan onze bovenstaande vijfde conclusie! Men zou natuurlijk kunnen stellen, dat wij ons in de E. E. G. van deze druk niets moeten aantrekken. Maar dan zien wij de onderlinge samenhang van de gehele wereldhandel over het hoofd, de belangen van anderen dat de tarwetelers en de vele landen, die er in de Westelijke wereld bestaan. GOED WERKENDE INTERNATIONALE TARWEOVEREENKOMST GEWENST Het is om al. deze redenen duidelijk, dat wij allen het meeste gebaat zouden zijn met het bereiken van een goed werkende internationale tarweovereenkomst, die zelfs uitgebreid zou dienen te worden tot de voedergranen. De bestaande overeen komst, die al van 1949 dateert en sindsdien wel enkele wijzigingen heeft ondergaan voldoet niet meer aan de huidige eisen en inzichten en aan de veranderde omstan digheden. Wij noemen in dit verband alleen maar het ontstaan van de E. E. G. In het kader van de besprekingen, die te Genève door meer dan 60 lander gevoerd worden onder auspiciën van de Algemene overeenkomst voor Tarieven en Handel (G. A. T. T.) en die bekend staan onder de naam Kennedy-ronde hoopt men tot een dergelijke nieuwe graanovereenkomst te komen. De E. E. G., die daar als een eenheid opereert verdedigt er haar theorie van de steunbedragen. De Verenigde Staten daarentegen willen garanties voor een toegang tot de Europese markten. De crisis in de E. E. G. heeft echter ook deze belangrijke onderhandelingen stil gelegd, hetgeen zeer te betreuren valt, daar een betere ordening van de wereld handel in het belang is van alle graantelers en van de in- en uitvoerlanden. De Europese Commissie, die de onderhandelingen voert, moet namelijk steeds weer instructies hebben van de Raad van Ministers. Door het wegblijven van de Franse Ministers stagneert deze zaak. Ook om deze redenen valt het te hopen, dat de regeringen der zes landen spoedig een weg vinden om het voortgaan van de E. E. G. te waarborgen. J. F. G. SCHLINGEMANN. Oppervlakte (1000 ha) 1963 1964 Duitsland 1.382 1.447 Frankrijk 3.850 4.388 Italië 4.394 4 408 Nederland 126 151 België 204 219 Luxemburg 19 19 Opbrengst per ha (kg) 1965 1963 1964 1963 1.412 3.510 3.600 3.080 4.534 2.660 3.150 3.170 4.290 1.850 1.950 2.280 158 4.200 4.710 4.340 231 3.780 4.150 3.790 18 2.700 2.020 Polykuhn staat ook nu weer aan de top van de Rassen- lijst. Het beste bewijs dat de edele kwaliteiten en da buitengewone resultaten niet onopgemerkt zijn gebleven. Technische gegevens. Precisiezaad C 3.25 -4.25 mm D 3.50 - 4.50 mm N.B.! Geleverd in standaardverpakking van 21/2 kg me* bijlevering van insekticide in afgepaste hoeveelheid. M-zaad 3.25 - 4.75 mm Normaal zaad (onbewerkt) Of het nu de voorgenomen exkursie of de veranderde plaats van vergaderen was, vast gesteld mag worden, dat de vergadering van de Zeeuwse Raad voor de Bedrijfsontwikke ling van 7 december j.l. zich in een grote opkomst mocht verheugen. Misschien gaf de agenda hier mede aanleiding toe. Er waren immers tenminste twee punten die de moeite van een diepgaande bespreking zeker loonden. In dit verband willen wij noemen het urgentieprogramma voor de streekverbeteringsgebieden en het volgordeschema voor ruilverkavelingen. Urgentieprogramma streekverbeteringsgebieden. Bij de vaststelling van het urgentie programma voor streekverbeteringsgebieden in Zeeland overwoog de Raad dat in verband met de personeelssituatie bij de konsulentschappen voorzichtigheid geboden is. Urgente gebieden werden geacht de Poel-Heinkenszand (6500) en Kapelle-Wemeidinge (4000 ha). In beide gebieden is een ruilverkaveling in voorbereiding. Het leek de Raad niet gewenst nog meer gebieden aan het urgentieprogramma toe te voegen, omdat het nog wel 8 a 10 jaar zal duren voor een derde gebied in behandeling zou kunnen worden genomen. Volgordeschema voor ruilverkavelingen. De Raad kon instemmen met het door de Cultuurtechnische Dienst voorgestelde volgordeschema voor ruilverkavelingen in Zeeland voor de jaren 19661970. Naast de reeds eerder genoemde gebieden de Poel-Heinkens zand en Kapelle-Wemeidinge komt in dit volgordeschema een 2-tal Zeeuwsvlaamse gebieden voor, terwijl het vijfde gebied, de ruilverkaveling Scheldezocm, eigenlijk een Brabantse ruilverkaveling is, waarin Zeeland voor een oppervlakte van 1000 ha is betrokken. Tijdsduur streekverbetering Walcheren. De tijdsduur van de streekverbetering Walche ren werd door de Raad vastgesteld. In overeenstemming met het voorstel van de streek - verbeteringskommissie Walcheren zal de hoofdperiode eindigen in 1967, waarna nog een eindperiode van 2 jaar kan volgen. De streekverbetering Walcheren zal bijgevolg eind 1969 aflopen. Met de aanloopperiode zal zij dan 7 jaar hebben geduurd. Werkplan en begroting voor 1966 streekverbetering Walcheren. Met het programma en de begroting voor 1966 van de streekverbetering Walcheren kon de Raad zich gaarna verenigen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 19