Hulde
1141
VRIJDAG 24 DECEMBER 1965
De heer P. J. J. Dekker, vice-voorzitter
der Z.L.M., wendde zich met de volgende
woorden tot onze scheidende voorzitter ir.
M. A. Geuze.
Mijnheer Geuze,
„PERIODE-GEUZE"
Uhebt gemeend ons tijdig op dit afscheid te
moeten voorbereiden. Reeds 2 jaar geleden
hebt U het Dag. Bestuur van het besluit om eind
december 1965 het voorzitterschap van de Z. L. M.
neer te leggen in kennis gesteld.
Het afscheid is er niet minder zwaar om. De
overwegingen, welke tot Uw besluit hebben ge
leid respecteren wij, maar toch zien wij U node
weggaan.
Hoewel wij ons dus het onvermijdelijke van
Uw besluit hebben gerealiseerd, kunnen wij ons
moeilijk voorstellen, dat in de toekomst de voor
zittersplaats niet meer door U zal worden inge
nomen en dat de vergaderingen niet meer onder
Uw voortreffelijke en vertrouwde leiding zullen
staan.
In de loop der jaren bent U bij wijze van spre
ken met de Z. L. M. vergroeid geraakt. De Z. L. M.
is moeilijk los te maken van de naam Geuze, en
als men in Zeeland de naam Ir. M. A. Geuze
noemt, denkt me i tegelijkertijd aan de Z. L. M.
Uw afscheid betekent meer dan het passeren
van een mijlpaal, het betekent ook het losmaken
van hechte banden met een organisatie, waarin
U en waarvoor U met liefde hebt gewerkt, een
organisatie, die tevens voor U een rijke voedings
bodem moet zijn geweest voor Uw persoonlijke
ontplooiing.
Op het Z. L. M.-werk in de afgelopen 20 jaren
hebt U Uw stempel „gedrukt; deze periode zal on
getwijfeld in de geschiedenis van de Z. L. M. be
kend blijven als periode-Geuze.
ZWARE TAAK
EEN periode van 20 jaren, geprojecteerd tegen
de achtergrond van de 122-jarige geschiede
nis van de Mataschappij toont ons weer duide
lijk de betrekkelijkheid van de aardse dingen,
ook van de tijd.
Naar menselijke maatstaven gemeten vormen
deze 20 jaren, voor het bekleden van een verant
woordelijke functie, welke men vrijwillig op zich
heeft genomen, een respectabel aantal jaren. 20
jaren immers vormen de helft van de periode,
die men voorstelt werkzaam te mogen blijven in
bedrijf, beroep of ambt.
U bent in de rij van - oorzitters der Z. L. M. de
13de, een getal dat in ons geval alleen maar geluk
heeft gebracht. In zittingsjaren wordt U slechts
door één Uwer voorgangers overtroffen.
Uw lange zittingsperiode heeft de Z. L. M. uit
zonderlijke voordelen gebracht, zij heeft daardoor
vele jaren van Uw deskundigheid en werkkracht
kunnen profiteren, wees ervan overtuigd dat wij
U hiervoor zeer erkentelijk zijn en zullen blijven.
In deze periode van 20 jaren was Uw werk
kracht onvoorstelbaar groot, Uw arbeid veelom
vattend en Uw arbeidsveld zeer uitgebreid.
Persoonlijk kan ik meegetuigen, omdat mij het
voorrecht beschoren is geweest Uw streven en
werken van nabij en verre te mogen volgen.
Ik herinner me nog de H. B. vergadering van
27 augustus 1945, toen U met praktisch algemene
stemmen werd gekozen.
De Zeeuwse landbouw bloedde toen uit vele
wonden. Maar met groot vertrouwen legde het
Hoofdbestuur U de zware taak op Uw schouders.
Met vertrouwen, omdat U, voortgekomen uit
een oud-Thools boerengeslacht, op verschillende
plaatsen en in verschillende functies blijk had
gegeven over bijzondere gaven te beschikken.
Het dragen van de leiding van de in 1945 reeds
meer dan 100-jarige Zeeuwse Landbouw Maat
schappij was een moeilijke maar voor de juiste
man op de juiste plaats een uiterst eervolle en
dankbare taak.
Immers het behartigen van de belangen van het
grootste deel van de Zeeuwse land- en tuinbouw-
bouwende bevolking mag gerust bijzonder zinvol
worden genoemd. In een wereld waarin zich hoe
langer hoe meer belangengroepen vormen en de
enkeling in de verdrukking dreigt te komen, kan
de boer en tuinder individueel niet veel meer be
reiken. Het verdedigen van en het strijden voor
deze belangen in onze ingewikkelde maatschappij
is een mooie taak.
VOORUITZIENDE BLIK
UET was voor U als 28-jarige jonge man een
hele aanpak, maar U trad Uw taak met groot
zelfvertrouwen tegemoet. U gaf het Hoofdbestuur
de verzekering dat de hoogste eisen aan U gesteld
konden worden. Verder gaf U blijk de draag
wijdte van Uw taak ten volle te beseffen, met
de volgende woorden: „De Z. L. M. ligt een erote
taak te verwachten, veel is in Zeeland verloren,
worstelend zullen we ontkomen, gaarne zal ik
mijn beste krachten geven".
Op 19 september 1945 kregen de leden van de
Z. L. M. op de eerste door U geleide algemene
vergadering een eerste indruk van Uw uitgebreide
kennis, Uw belezenheid, Uw helder inzicht. Mede
door het perspectief, dat U de leden voorhield,
maakte Uw eerste optreden in het openbaar, de
indruk van: de leiding bij de Z. L. M. is in goede
handen.
Ik kan niet nalaten om uit Uw eerste jaarrede,
gehouden naar aanleiding van het 100-jarig be
staan der Z. L. M., waarvan de herdenking in 1943
ongemerkt moest voorbijgaan en welke rede als
titel droeg „Verleden. Heden en Toekomst", het
volgende te citeren: „Grote veranderingen in onze
landbouw zijn nog te verwachten, door verder
doorgevoerde mechanisatie. We staan ongetwij
feld in hetzelfde schuitje als onze voorouders 25
jaar geleden en onze grootouders 25 jaar daar
voor.
De meeste van hen hebben destijds niet geloofd
en ook niet kunnen voorzien, hoe hun zoons met
behulp van nieuwe werktuigen het bedrijfskarak-
ter volledig zouden kunnen veranderen". Het wa
ren welhaast profetische woorden, als men be
denkt, dat er in die dagen nog weinig of geen uit
zicht was op aankoop of import van nieuwe werk
tuigen of machines.
Ook met betrekking tot de te verwachten ont
wikkeling op het gebied van de tuinbouw sprak
U opmerkelijke woorden. Ook hier hebben de
feiten Uw verwachtingen bevestigd, toen U stelde:
„Voor de tuinbouw ziet het ernaar uit, dat we be
trekkelijk snel weer voldoende groente en fruit
zullen produceren. Het komende overschot is aan
gewezen op export. Het binnenlandse verbruik
is door doelmatige propaganda en voorlichting nog
wel te vergroten, terwijl ook voor verwerking
genoeg perspectieven aanwezig zijn.
Het experimenteel onderzoek in de fruitteelt is
uit haar aard, vergeleken met dat in de akker
bouw, nog jong en zal vele goede resultaten op
leveren. Te verwachten valt, dat door keuze van
het fruitsortiment bij vernieuwing en nieuwe aan
plant van boomgaarden de exportwaarde van ons
fruit zal stijgen.
Uw waarschuwing aan het slot van Uw rede
werd niet misverstaan: „Vijf jaren oorlog liggen
achter ons, waarvan voor de Z. L. M. drie jaren
van afbraak. Het is aan U leden te tonen, wat wij
innerlijk aan kracht gewonnen hebben. Is het een
dracht, dan wordt het macht".
HET WERK VAN ALLE DAG
VAN Uw eerste optreden af hebt U in de krin
gen van de Z. L. M. een gezaghebbende po
sitie ingenomen. Dat, U Uw taak breed opvatte
moge blijken uit het feit, dat U in 1945 ook het
kringvoorzitterschap van de kring Tholen op U
nam en tevens de voorzittershamer hanteerde in
Uw plaatselijke afdeling, de afdeling Poortvliet
der Z. L. M.
Verder bleef U praktisch boer op De Zandhoeve
wat velen aansprak. U deed dit bovendien goed,
wat niet van belang ontbloot geacht mag worden,
omdat men in onze kringen ook in dit opzicht
pleegt gewogen te worden.
U bleef op de hoogte van het werk van alle
dag, hetgeen met Uw zeer uitgebreide theoreti
sche en praktische kennis van de landbouw en
het landbouwbedrijf van grote waarde voor Uw
organisatiewerk is geweest.
Daarbij gevoegd de ervaringen, welke U opdeed
op talloze vergaderingen en bij Uw markt- en
beursbezoek was U op de hoogte van de noden en
behoeften, de klachten en wensen van Uw col
lega's en bedrijfsgenoten. U wist wat er leefde op
het platteland.
„HET STANDPUNT VAN DE Z. L. M."
DE omstandigheden waaronder U Uw taak aan
vaardde waren zeer moeilijk. De Regering
was pas begonnen met het herstel en de weder
opbouw. De moeilijke voedselpositie noopte tot
een straf voedselvoorzieningsbeleid met inleve
ringsplicht voor bijna alle producten. De weder
opbouw van de boerderijen, het herstel van de-
grond, de distributie van landbouwmachines,
kunstmest en de schadevergoedingsregelingen ver
eisten aller aandacht.
Met Mr. Schlingemann, die in januari 1946 tot
algemeen secretaris werd benoemd en vanaf die
tijd Uw naaste en vertrouwde medewerker is ge
weest, hebt U al deze taken met grote werkkracht
en geestdrift aangepakt.
In Uw afscheidsrede hebt U erop gewezen, dat
de ontwikkeling van de Zeeuwse Landbouw
Maatschappij na 1945 parallel met die van de
Nederlandse economie één is geweest van voort
durende groei en hoe de bestaande activiteiten
werden verbreed en verdiept.
De Z. L. M. is een krachtige organisatie, waarop
we met gepaste trots mogen wijzen. De Z. L. M. is
geen doel op zichzelf hebt U ons altijd voorgehou
den, het is slechts een middel om de belangen van
de land- en tuinbouw en die van boeren- en tuin
dersstand te behartigen. Maar voor een doeltref
fende belangenbehartiging blijft hoofdvoorwaarde
(Zie verder volgende pag.j)
DEZE dag staat in het teken van uw officiële afscheid als algemeen voor
zitter van onze Zeeuwse Landbouw Maatschappij. Het is voor U een
gewichtige dag, niet minder ook voor de Z. L. M.
De aanwezigheid van zovelen, autoriteiten, familie en vrienden, leden, be
stuurders van afdelingen en kringen, ere-leden, leden van Verdienste, ad
viserende leden, leden van Hoofdbestuur en Dagelijks Bestuur, Z. L. M.-
functionarissen en persvertegenwoordigers, accentueert de betekenis van dit
afscheidsgebeuren, het afscheid nemen door de Z. L. M. van zijn scheidende
voorzitter.
U hebt in Uw afscheidsrede gememoreerd, dat U reeds op verschillende
plaatsen afscheid hebt genomen. Op de kringvergaderingen en in de ver
gaderingen van Hoofdbestuur en Dagelijks Bestuur is U dank en hulde ge
bracht voor alles wat U voor de land- en tuinbouw, voor de boerenstand en
voor de Z. L. M. hebt gedaan, terwijl U op een bijeenkomst van het per
soneel van de Z. L. M. en van het Boekhoudbureau op hartelijke wijze af
scheid hebt genomen van vele trouwe medewerkers.
De Redactie van het „Zeeuws Land- en Tuinbouwblad" heeft ter gelegen
heid van Uw afscheid een speciale bijlage laten verschijnen, waarin een
groot aantal artikelen en vraaggesprekken zijn opgenomen, die samen een
volledig en treffend beeld vormen van Uw persoon en van Uw werk in de
afgelopen 20 jaren.
Het officiële afscheid vandaag biedt de gelegenheid om uit naam van de
hele Z. L. M. de scheidende voorzitter te huldigen.
Dat ik daarbij de tolk mag zijn, acht ik een grote eer en een bijzonder
voorrecht. Ik zal dit trachten te doen op eigen wijza, op een wijze zoals U
ook van mij verwacht, daarbij gedachtig aan de woorden van de Franse
schrijver André Gide, vrij vertaald: „Ook nederigheid leert ons de omgang
met litteratuur, want wij merken dat alles reeds gezegd is, onvoorstelbaar
superieur aan hetgeen wij ooit te voorschijn zullen brengen".