W :at de agrarische produktie betreft, is de
.'klimatologische situatie in Zeeland een van
de beste in ons land. Belangrijk is, hoe het
straks zal zijn, na de sluiting van de Deltawerken.
Zullen we, als de bekkens verzoeten, eerder
nachtvorst en ijsbezwaar krijgen? Vooral voor de
fruitteelt is dit een zaak van de eerste orde.
De fruitteelt in Zeeland is een vak, dat nog een
grote ontwikkeling tegemoet gaat. Veel is nog niet
bekend en uitgepluisd. Verheugend is echter, dat
vele uitstekende vakmensen bevruchtend op hun
omgeving werken, waardoor een verdere verschui
ving naar de fruitsector optreedt.
DINSDAG 7 DECEMBER 1965
15
appelen, waarmee een ook economisch in
teressante veredelingsgraad is te bereiken.
NIEUWE VORMEN
0 r komt steeds meer vraag naar een gediffe
rentieerd produkt. Kunnen wij bijvoorbeeld
blijven concurreren met een produkt als lin
nen? Vroeger was er naar verhouding meer vraag
naar duurzame goederen, nu wil men snelle af
wisseling.
Is er juist in de welvaartssfeer niet meer kans voor
mooie, wat exclusieve produkten, al zal het kwan
titatief niet altijd belangrijk zijn? Laten we vooral
niet menen, dat alles onpersoonlijk gemassificeerd
gaat worden. De waarde van het service-element
blijft naar mijn mening. Naast de in aantal toene
mende supermarkets blijft ook de kleinere, gespe
cialiseerde winkelier een arbeidsterrein houden.
Het viel mij bijvoorbeeld op, dat je In Frankrijk
steeds meer kleine modezaken ziet, die maatkle
ding leveren aan een beperkte kring van afneem-
sters. Ze floreren!
Service en een kwaliteitsmerk zijn belangrijk ter
vergroting van de afzet. Zoals men in midden-
Europa wijn koopt van dat of dèt Chateau of Wein-
gut, zo kan ik me indenken dat ook het kwaliteits
merk voor de primaire levensbehoeften meer per
spectief biedt. Ik zou graag alle openingen open
willen houden. Er komen zoveel gedifferentieerde
behoeften. Het is de taak van de producenten om
deze te peilen. Zoals de bollenkwekers het doen.
Gebruikmakend van goed adressenmateriaal en
van aantrekkelijk gebrachte catalogi hebben zij
zich ieder een eigen klantenkring opgebouwd.
NIET TE TRADITIONEEL
k wil dit soort dingen vooral tegen jónge boeren
zeggen. We moeten namelijk oppassen voor
défaitisme. Die bewerkt een soort sluipende in
flatie ten opzichte van het eigen werk. Men moet
niet te traditioneel te werk gaan, maar bij de tijd
blijven en de nieuwe mogelijkheden uitbuiten.
Juist in ons land, waarin voor andere doeleinden
in de komende tientallen jaren produktie-eenheden
beschikbaar komen, moet er een basis zijn voor
een voedselareaal. Men denkt veelal wat te ge
makkelijk over de omvang van de agrarische bij
drage aan het exportpakket. Deze is toch altijd
nog een kwart van het totaal. Steeds minder men
sen doen steeds meer: het lukt ons om relatief
omhoog te komen. Wij moeten er toe bijdragen,
dat we het exportpakket zo gespreid mogelijk hou
den. In het buitenland kijkt men nogal hoog tegen
ons op, terwijl wij zelf er zoveel vraagtekens ach
ter zetten. Wel iets te veel, naar mijn mening. Wat
het aan de andere kant de belastingbetaler nog
kost, moet voor een deel beschouwd worden als
een verzekeringspremie voor moeilijke tijden.
Men hoort wel eens de vraag stellen: kunnen we
de agrarische produkten niet laten importeren.
Maar om het bij één produkt te houden: wie wil de
melkaanvoer afhankelijk maken van het buiten
land? Voor ons, met onze bevolkingscentra, is het
alleen al met het oog op de steeds hoger worden
de transportkosten noodzakelijk de basisvoorzie
ning hier te hebben.
Als we in een werkelijke E.E.G. niet mee zouden
kunnen, dan zouden we misschien met bepaalde
produkties het hoofd in de schoot moeten leggen,
maar de feiten wijzen daar vooralsnog niet op.
RECREATIE
g epaal ik mij nu tot Zeeland, dan moet mij
allereerst van het hart, dat ik er tegen ben,
dat onze provincie een deel van de Randstad
zou worden. Dit zou geen aanlokkelijk perspectief
zijn voor dit zo aantrekkelijke gebied. Laten we
met onze eigen stijl niet ons eerste geboorte
recht voor een dergelijke schotel linzenmoes ver
kopen. Bovendien moeten we spaarzaam zijn met
de beste kultuurgronden. Wat ik wél toejuich,
zijn vele nieuwe mogelijkheden die het gevolg zijn
van schaalvergroting en toenemende verkeersver
bindingen. Een zeehavencomplex als de Sloehaven
zal een grote rol in de welvaartsontwikkeling spe
len. Wij staan positief tegenover de recreatie. On
ze provincie kan in het bieden van ontspanning
aan de zo dichtbij levende miljoenen landgenoten
een steeds aantrekkelijker geheel worden. Niet
voor niets waren wij de eerste landbouworgani
satie, die een rapport aan de recreatie wijdde.
Er ontstaat bij ons een nieuw soort „gemengde
bedrijven", boeren, die tevens een camping heb
ben of zich anderszins met de recreatie bezighou
den. Langs de kust zijn al veel „recreatieboeren".
Men bijt er hier wel in, alleen de financiering is
moeilijk. Immers: de voorzieningen moeten goed
zijn, de toerist van vandaag stelt terecht
hoge eisen. Bouwen is kostbaar en: niet iedere
boer is geschikt voor dit werk of krijgt een ver
gunning.
AGRARISCH ZEELAND
Wat de akkerbouw in Zeeland betreft: de bieten
vormen nog altijd de ruggegraat, gevolgd door de
tarwe. Het zou mij niet verbazen, als de bollenteelt
die hier als gladiolenteelt al bestaat steeds
meer aandacht gaat krijgen, ook in verband met de
voortdurend schaarser wordende grond in de
Randstad. Daarom neemt ook de belangstelling
voor de glastuinbouw toe. De fruitteelt houdt trou
wens ook sterk het oog gericht op de grote bevol
kingscentra in Vlaanderen en Noord-Frankrijk.
PLICHTSGEVOEL
ee, ik ben niet pessimistisch: we kunnen na
melijk, ondanks de stroomversnellingen, ook
zélf invloed op onze toekomst uitoefenen. Het
is goed, om te constateren, dat vooral de Zeeuwse
jongeren ook sterk geïnteresseerd zijn in alles wat
er elders in de wereld te koop is. Ook al moeten
we de invloed van de televisie niet overschatten,
feit is 't, dat op de vergaderingen blijkt, dat men
een bredere kijk op tal van vraagstukken heeft ge
kregen, al is het gelukkig wel zo, dat men zich
door het T.V.-toestel niet laat opslokken.
Ik meen te mogen vaststellen, dat de Zeeuw tole
rant is. Het is een van z'n beste eigenschappen,
maar hij vraagt het ook van een ander. Misschien
staat hij daarom nog wel eens kritisch tegenover
Nederlanders uit andere delen van het land. Een
zekere zwaarmoedigheid (dat geldt ook voor me
zelf) is ons niet vreemd. Het plichtsgevoel is ech
ter zo omhoog gericht, dat men ook omhoog weet
te kómen. Het Geloof is de sterke positieve kracht
van waaruit deze, in de laatste kwarteeuw twee
maal geslagen provincie, zich er bovenop gewerkt
heeft. De Zeeuw heeft altijd om z'n bestaan moe
ten vechten: het water is er om bevochten te
worden.
De gehele beschavingsgeschiedenis heeft geleerd,
dat weelde het gevaar inhoudt, dat een volk slap
wordt. Streven naar een menswaardig bestaan
maakt sterk.
MOEILIJK EN MOOI
k realiseer me, dat ik over vele zaken niet heb
gesproken. Zo heb ik het in het geheel niet ge
had over iets dat me bijzonder na aan het hart
ligt, en wel de concentratie in de landbouw, noch
over onze verhouding tot de zg. ontwikkelings
landen en de daar voor ons uit voortvloeiende
consequenties. Maar misschien mógen mijn uitin
gen ditmaal een iets ander karakter hebben, dan
die van de afgelopen twintig jaar.
Twintig moeilijke en mooie jaren, waarvoor ik
dankbaar ben!
'v
,,M'n vader was 39 jaar dijkgraaf in een van de
grootste polders, dus van kindsaf ben ik met het
water opgegroeid. Alles, dat met de „natte'' wa
terstaat te maken heeft interesseert me. Het is
immers vele Zeeuwen aangeboren. Daarom ook
was in Wageningen polderbemaling mijn keuze
vak en ben ik nu nog landbouw-vertegenwoordiger
in de Raad voor de Waterstaat.
Ja, m'n bedrijf leid ik zelf, tenminste: de koop en
verkoop en iedere ochtend bespreek ik, voordat
ik de deur uitga, met m'n eerste medewerkers (3
man, 60 ha) de werkzaamheden. De administratie
doen mijn vrouw en ik samen.
Voor 't overige ben ik tot dusverre vrijwel niet
thuis geweest, 'n Halve dag op 5 werkdagen is al
veel. Behalve in augustus. Bij het oogsten ben ik
altijd op de hoeve.
Van nu af hoop ik een hele werkdag per week
thuis te blijven, dat wil ik niet door andere be
slommeringen laten overwoekeren.
Maar: wat er ook gebeurt: zo lang mogelijk wil ik
het contact met andere mensen zien te onder
houden. Ik heb veel in het eigen land en in het
buitenland omgezien: het begrip, dat daaruit voort
komt voor de ander z'n problemen en die bij de
ander voor jezelf zijn een eerste noodzaak om
verder te komen".