UIT DE PRAKTIJK
1084
GRONDBEWERKING
ZEEUWS L A N I> EN TUINBOUWBLAD
NADAT het ploegwerk door de vorst van de vorige week
op de meeste bedrijven in WEST ZEEUWS-VLAAN-
DEREN een paar dagen heeft stilgelegen, is men nu weer
overal bezig om de laatste percelen te ploegen. Overigens
waren de meeste ploegers in de 2e helft van de vorige
week alweer 'aan de gang, maar waar men toen geen
groenbemestingsgewas had om over te rijden raapte de
ontdooide klei veel op. Nu, op maandag 22 november, heb
ben we daar geen of weinig hinder van. want met de
nachtvorstjes die we hebben lopen de trekkers prachtig
over het stijfbevroren bovenste laagje, terwijl de ploegen
daar gemakkelijk doorheen gaan. Als dit weertype met
enkel 's nachts een beetje vorst nog enige dagen aanhoudt,
zal het ploegwerk op de meeste bedrijven deze week een
heel eind klaar zijn.
De laatste suikerbieten is men nu ook aan het rooien,
zowel met de rooimachine als met de tang, terwijl we ook
hier en daar nog iemand bezigzien om de reeds een paar
weken geleden gelichte bieten af te kappen. Die bieten,
welke goed gelicht zijn hebben veel van de vorst geleden,
zodat hierbij een goed werk achteraf slecht gebleken is.
Maar dat overkomt ieder wel eens. Jammer echter dat
zoiets ons als teler altijd geld kost! Want we menen toch
te moeten veronderstellen dat daarmee bij de kostprijs
berekening niet veel rekening gehouden wordt.
Op veel bedrijven ziet men thans de niet vorstvrij opge
slagen aardappelen afleveren. Voor de meeste van deze
aardappelen is de dooi wel precies op tijd ingevallen, want
bij aanhouden van de vorst zou hier en daar wel eens een
minder aangename verrassing voor de dag zijn gekomen.
Nu zijn er maar heel weinig aardappelen bevroren.
THANS moeten we ons er alweer over gaan be
zinnen wat we het a.s. voorjaar zullen zaaien.
Waarbij vaak, en wellicht te vaak, wordt uitge
zien naar die gewassen welke het voorgaande jaar
goed opbrachten of gemakkelijk binnen kwamen,
zoals dit jaar met de najaarsgewassen het geva'l
was. Iets wat op zichzelf heel belangrijk is, maar
wat vaak niet als uitgangspunt voor een nieuwe
oogst zal gelden. Zeker niet als het een vergelij
king over één jaar betreft. Anders is dit voor ge
wassen die meerdere jaren achtereen goed of min
der goed uit de bus zijn gekomen. Voor zulke ge
wassen kan uitbreiding of inkrimping van de teelt
wel eens tot betere bedrijfsresultaten leiden. En
als zodanig vragen wij ons af of we met de vlas
teelt nog langer moeten voortgaan. Want de over
wegend slechte resultaten over de laatste jaren
met de teelt van dit gewas behaald, resultaten
welke voor vele telers in onze omgeving beslist
een negatief driejarig gemiddelde te zien zullen
geven, hebben ons vertrouwen voor een renda
bele teelt van dit gewas steeds verder verkleind.
En dit niet in de eerste plaats vanwege de abnor
maal veel mislukkingen die we de laatste jaren
bij de teelt van dit gewas hebben gezien, maar
veel meer vanwege de teleurstellende prijs die
men ook nu weer voor zijn vlas kon bedingen.
Het minder goede en zeker het slechte vlas
brengt vanzelfsprekend weinig op, maar ook van
de enkele partijen goed vlas zal men niet veel
deuren moeten opensteken; zeker niet in ons ge
west.
En dat is jammer, heel jammer!
De vlasteelt past op onze bedrijven en past in
ons bouwplan. Maar slechts dan, als we er vlas
teler bij kunnen blijven. En daar gaan we steeds
meer aan twijfelen!
DE mooiste bietencampagne die we in jaren
gehad hebben, werd ook op SCHOUWEN-
DUIVELAND tot staan gebracht door een dit jaar
zeer vroege vorgtaanval, n.l. op half november. Op
dat moment zat er hier nog ongeveer 10 van de
suikerbieten in de grond en ook nog ongeveer
10 lag aan de hoop.
Na de narigheden van de natte zomer ging het
sinds half september zo goed met de bieten. Het
weer was mooi, de nachten koel, hetgeen in veler
lei opzichten gunstig was. Nu werd het opeens
anders. De vorstschade zelf zal nog wel meevallen,
tenminste als we niet verrast worden. Wel veroor
zaakte deze „koude" verandering een hoop extra
werk, zowel buiten als binnen. Immers, buiten
moest er nog veel „beschermd" worden en binnen
kwam werk door het opstallen van het veè.
In de loop van de derde week kon men echter
weer aan de slag. Hopenlijk is het gezegde „De
laatste loodjes wegens het zwaarst" nu niet van
toepassing en kunnen de laatste werkzaamheden
zonder moeilijkheden verricht Worden. Dit wil
overigens niet zeggen, dat dan een rustige tijd op
onze bedrijven aanbreekt. Naast het onderhoud
van machines en werktuigen gaan we ons al weer
bezinnen op het bouwplan van 1966. Grondonder
zoek en aaltjesonderzoek verdienen hun aandacht,
anders zijn de onderzoekresultaten soms te laat
terug. We kunnen dan met de uitslag ervan reke
ning houden bij het bouwplan voor het volgende
jaar.
De vergaderingen van onze organisatie en Be-
drijfstudiegroep gaan ook weer beginnen en de
problemen die we daar samen gaan doorpraten
zijn van dien aard, dat we de besturen beslist niet
alleen mogen laten zitten.
DE dit jaar wel erg vroeg invallende vorst
heeft ook het werk op de NOORDBEVE-
LANDSE landbouwbedrijven tijdelijk stilgelegd.
Gelukkig hebben we op dit moment weer wat
hogere temperaturen want half november reeds
vorst is zo ongebruikelijk, dat we daar echt niet
op berekend zijn. De meeste bedrijven hebben nog
1 a 2 weken buitenwerk voor de boeg, dat men
graag voor de winter af zou maken. Het vroege
wintertje heeft heel wat ongemak en extra werk
meegebracht, maar we hebben verder toch echt
niet de indruk dat de schade door bevriezing van
de akkerbouwprodukten in ons gebied al van
grote betekenis is.
Onze huidige rooimethoden brengen mee dat er
weinig gerooide bieten op het land blijven liggen,
Ze staan dus of nog in de grond of ze liggen
op het erf. Door dé achterstand bij het afleveren
lagen er zelfs 'abnormaal veel op de erven en
stortterreinen. Deze grote hoeveelheid in netten-
opslag heeft heel wat problemen meegebracht
i.v.m. de zorg voor afdekmateriaal e.d.
Voorzover deze hopen afgedekt konden worden
is er geen of weinig schade. Enkele kleine partijen
zijn nog versneld afgevoerd om onmiddellijk ver
werkt te worden. Voorzover de bieten nog onge-
rooid in de grond stonden hebben blad en grond
nog zoveel bescherming geboden dat bevriezing
niet of slechts sporadisch voorkomt. De kans is
wel groot dat het rooien van deze laatste bieten
nog een modderig slotstuk zal voegen aan een
overigens mooi najaar.
Het is ook weer tijd om de aardappelen die
tot in het voorjaar bewaard moeten blijven met
kiemremmingsmiddelen te gaan behandelen. Naast
de reeds jarenlang bekende poeders zijn er ook
met de gassen op basis van CIPC en IPC gun
stige ervaringen opgedaan. Wel is een iets hogere-
bewaartemperatuur bij poeder beter te realiseren
dan bij gassen. Bij gasbehandeling zal vaak in
febr./maart nog een tweede behandeling nodig
zijn voor die partijen die dan nog niet direkt wor
den afgeleverd.
DE vroege aanval van de vorst heeft ons op
WALCHEREN óók verrast. Gelukkig waren
de voederbieten vrijwel overal geoogst. Van de
suikerbieten was er op de meeste bedrijven nog
wel een beperkte oppervlakte te rooien. Naar
schatting moesten. ,in ons gebied nog 810 n/o van
de suikerbieten worden gerooid bij het invallen
van de vorst. De meeste telers hadden ze gerooid
kunnen hebben, doch met het oog op het voor
handen hebben van verse bietenkoppen en blad
werd dit nog even uitgesteld.
Voorzover net thans te overzien is zijn er van
de nog te rooien bieten ook een percentage door de
vorst aangetast. Dit betreft vooral die bieten, die
weinig loof meer hadden en tamelijk boven de
grond zijn gegroeid. Deze bieten zullen minder
goed bewaarbaar zijn en snel in suikergehalte
dalen. Het rooien van bevroren nog niet ontdooi
de bieten moet ook worden afgeraden. We zullen
hopen dat hiervoor nog wel eens een geschikte
tijd komt. Ook in de opgeslagen bieten komen
enkele bevroren exemplaren voor.
De plastichandelaren hadden het bij het begin
van de vorstperiode zeer druk. Bij een dergelijke
vorst is plastic echter niet voldoende. Er moet dan
tussen de bieten en het plastic wat isolerend ma
teriaal worden aangebracht in de vorm van riet,
slootvuil, stro of bietenkoppen cn blad. Deze laag
hoeft echter niet dik te zijn, wanneer er maar
voor gezorgd wordt dat het plastic goed lucht
dicht wordt aangebracht.
Met de afvoer van de bieten wil het op som
mige bedrijven nog niet erg vlotten. Hopelijk zal
het tegen het einde van de kampagne wat vlotter
gaan, wanneer steeds meer telers afgeleverd zijn.
Nu het einde van dit oogstjaar nadert mogen
we wel konstateren dat 1965 wat de weersom
standigheden betreft vanaf zaaien tot oogsten een
zeer bijzonder jaar is geweest. De inzaai gaf al
veel zorgen vanwege de vele regen tijdens deze
periode. Tijdens de oogstperiode was de vele regen
eveneens spelbreker en gaf nogal wat kwaliteits
verlies bij diverse produkten. Daarna een uitzon
derlijk droge periode met overwegend mooi weer.
We hadden in twee maanden tijds, van half sep
tember tot half november slechts ruim 50 mm
neerslag. En tenslotte de huidige koudeperiode.
Volop zomerweer in oktober en winter in novem
ber.
Al met al verwachten we nogal wat uiteen
lopende financiële resultaten op de bedrijven over
dit oogstjaar. Vooral de kg-opbrengsten en prij^
zen van erwten, vlas en aardappelen lopen van
bedrijf tot bedrijf sterk uiteen. Ditzelfde geldt
voor de laatgezaaide bieten wat de kg-opbrengst
betreft.
Voor de veehouderij waren de omstandigheden
en resultaten gunstig.
Gemiddeld dachten we te mogen spreken van
een matig gunstig boerenjaar voor ons gebied.
Achteraf gezien tegen de ongunstige weersomstan
digheden tijdens de graanoogst valt het nog niet
tegen.
WE krijgen dit jaar ook op ZUID-BEVELAND
voor 't landbouwwerk wel met allerlei weers
omstandigheden te maken. Gaven de vele natte
periodes bij het zaaien, het onderhoud aan de ge
wassen en gedeeltelijk ook nog bij de oogst van
graszaad, karwij, erwten, vlas en granen heel wat
moeilijkheden, de aardappeloogst alsook het
grootste deel van de suikerbietenoogst verliepen
in de afgelopen droge periode gelukkig zeer vlot.
Voor het laatste deel van de suikerbietenoogst
heeft het plotseling invallende winterweer nog
wat roet in het eten gestrooid. Naar schatting zit
(22 nov.) nog circa 5 a 8 in de grond. Voor
zover de bieten aan grote hopen lagen valt de
schade wel mee. Alleen aan kleine hoopjes of in
zwaden kan wel wat schade veroorzaakt zijn.
Wanneer er voldoende blad op de nog in het veld
staande bieten aanwezig was kunnen we er wel
op rekenen dat de schade aan de bieten van geen
of in ieder geval van zeer geringe betekenis zal
zijn. Gelukkig is het zo dat de afvoer ondanks
het winterweer vlot doorgaat.
De andere werkzaamheden als wintervoor ploe
gen zijn een heel eind gevorderd. Het is evenals
met de oogst van de suikerbieten, we hadden nog
r'tiim een week met goed weer nodig gehad om
deze beide werkzaamheden aan de kant te krij
gen.
Nu. op verschillende bedrijven het ploegwerk
ongeveer klaar is, is het. ook tijd om die ploeg-
sneden waarin kweek zit te behandelen met TCA.
Er moet minstens drie maanden gewacht worden
aleer een gewas als graan, vlas of erwten zonder
schade weer ingezaaid kan worden.
Het rundvee is bij het invallen van het ongun
stige weer grotendeels opgestald. Of het onder
deze omstandigheden nog zin heeft het vee nog
in het grasland te laten lopen moét sterk betwij
feld worden. Het gegeven bijvoer zal meer nut
doen als dit op stal gegeven kan worden.
Het inkuilen van de suikerbietènkoppen en
blad is ook wat verlaat. Hier en daar waren nog
niet alle voederbieten geróld en in de hoop of in
de schuren gebracht. Aan dit gewas dient wel de
nodige aandacht besteed te worden, willen deze
niet tot rotting overgaan.
De verzorging van de in de koelcellen opgesla
gen aardappelen vraagt ook thans de nodige zorg.
Worden ze niet vóór de winter, afgeleverd dan
dienen ze nu met een conserveringsmiddel behan
deld te worden.
Om in het voorjaar een zaaibed van gelijke
dikte te krijgen, is het noodzakelijk dat de grond
in de herfst voldoende vlak komt te liggen.
Op de Zeeuwse kleigronden heeft een te holle
ligging tot gevolg dat alleen de toppen van de
ploegsneden goed verweren. Een vlakker ligging
kan men verkrijgen door strijkers aan de ploeg-
risters te bevestigen.
Bij niet voldoende vlakke ligging van zware
gronden, kan nog veel morden hersteld door de
grond in de winter nog eens te eggen of te kulti-
vateren, b.v. over de vorst.
Deze bewerking mag er nimmer toe leiden dat
de grond fijn komt te liggen; alleen vlak maken
is het doel.