Koopprijzen van landbouwgronden Het ontwikkelings- en saneringsfonds voor de landbouw GROTE E. E. G.-TARWE- EN SUIKERBIETENOOGST, KLEINE AARDAPPELOOGST 1965 ZWARE TIJD 25 JAAR GRONDKAMER VOOR ZEELAND Wist dat....? VRIJDAG 2 NOVEMBER 19 «5 1083 In het Statistisch Bulletin heeft het C. B. S. (voorlopige) cijfers gepubliceerd over de kooDprijzen van land- bouwgronden gedurende 1964/65. Boerderijen (1 ha 61/62 63/'64 Zeekleigebieden 4.800 7.720 Rivierkleigebieden 5.840 9.510 Weidestreken 4.640 6.990 Zandgronden 4.840 6.970 Veenkoloniën 4.010 5.830 Tuinbouwgebieden 6.890 7.700 NEDERLAND 4.770 7.210 Wegens het geringe aantal verkopingen kan aan de gemiddelden van deze gebieden slechts geringe waar de worden toegekend. en meer) Los bouwland gld/ha Los grasland sld/ha 64/'65 61/'62 63/'64 64/'65 61/'62 63/'64 64/'65 8.780 3.750 7.840 8.240 3.640 6.650 6.990 10.330 3.950 7.520 9.430 3.160 6.670 7.730 7.060 3.660 6.680 7.510 2.930 5.720 6.550 7.750 2.680 5.690 6.880 2.810 5.670 6.190 6.090 2.910 5.060 5.470 2.280 5.010 5.500 7.350 4.100 5.020 6.600 3.540 5.520 6.890 7.790 3.260 6.840 7.610 2.980 5.860 6.470 De laatste rapporten over de oogst-1965 in de Europese Gemeenschap wijzen op een graanoogst die niet ver afligt van het record van vorig jaar. Er wordt 60 miljoen ton verwacht. Vorig jaar bedroeg de oogst 59,9 miljoen ton. Rijst is hierbij niet inbegrepen. Met name de tarwe-oogst lijkt met 30,1- miljoen ton groter te worden dan ooit te voren. Maar wel is de kwaliteit in de graansector minder dan vorig jaar. De voorlopige cijfers over de aardappeloogst, 38,6 miljoen ton, zijn de laagste sinds de tweede Wereldoorlog. Aan suikerbieten wordt daaren tegen een oogst van 41,8 miljoen ton verwacht, één van de beste sinds de oorlog. Voor landbouw en middenstand, voor de kleine zelfstandige bedrijven, zal een zware tijd aanbreken. Wij mogen hopen en verwachten, dat de overheid dit niet alleen inziet, maar vooral passende maatregelen zal nemen om de druk op deze bedrijven te verlichten. Met name de boer en de tuinder hebben hierbij ook nog de concurren tie te doorstaan van collega's uit andere landen, waar de overheden duidelijk oog hebben voor de moeilijkheden van bepaalde bedrijfstakken. Ik denk hierbij aan de heersende ongelijkheid op het gebied van belastingen en van sociale pre mies, maar ook aan de s ibsidies, zowel a fonds- perdu als rentesubsidies, en aan collega's uit lan den met lagere levensstandaard en lagere lonen. Kortom: we zullen weer in de problematiek van de beschutte en onbeschutte bedrijven terecht komen van zo'n veertig jaar geleden. Dat was de periode, waarin de organisaties tot extra grote activiteit kwamen. We zullen ervoor moeten zorgen, dat het appa raat, dat ons ter beschikking staat, gereed is en efficiënt kan werken. Zowel thuis op onze be drijven, als in onze organisatie zullen we alle zeilen moeten bijzetten. We zullen moeten pro beren de snelle veranderingen in de maatschap pij niet alleen te volgen, maar zelfs waar mo gelijk vóór te zijn. Dit vraagt veel van ons allen zowel binnen de landelijke organisatie, het Koninklijk Nederlands Landbouw Comité, als binnen de daarbij aange sloten gewestelijke organisaties. Ik durf dit echter te stellen, omdat dit héél de basis vormt om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Aldus de voorzitter van het K. N. L. C.Ir. C. S. Knott- nerus, in zijn rede op de algemene vergadering van het K. N. L. C. I\K oprichting van het pachtbureau voor Zeeland in augustus 1940 en de uit het pachtlieslult van november 1941 voortvloeiende totstandkoming van de Grondkamer voor Zeeland gaf vrijdag j.l. aanleiding tot het in besloten kring vieren van het zilveren jubileum van de Grondkamer voor Zee land. In zijn toespraak tot de genodigden bracht de voorzitter van de Grondkamer, de heer 1®. J. J. Dekker uit Wemcldinge, in herinnering het vele werk dat er gedaan is en de vele zaken waarmede men bemoeienis heeft gehad. Zo noemde de heer Dekker onder meer het toetsen van pachtovereen komsten, het behandelen van verzoeken tot pacht prijsverhoging, het toezicht op de uitvoering Be sluit Vervreemding' Landbouwgronden en het be trokken zijn bij herverkavelingen. De heer Dekker wees op de nauwe band van samenwerking tussen de leden van pachtbureau en grondkamer, die tot een vertrouwd naast elkaar gaan heeft geleid. Dit is het werk, aldus de heer Dekker, zeker ten goede gekomen en heeft er toe bijgedragen dat de Grond kamer voor Zeeland een goede naam naar buiten kreeg. Dit was mede te danken aan het werk van de eerste voorzitter nar. dr. A. J. J. M. Mes en wij len de secretaris mr. H. B. Bouwman, die beiden zeer veel voor het pachtbureau en de grondkamer hebben gedaan. ïn de bijeenkomst werd tevens aandacht besteed aan het zilveren jubileum van de vice-voorzitter van de kamer, de heer W. Staal uit Stoppeldijk, en de chef van het bureau de heer H. v. d. Sluis. Voor zitter Dekker dankte beiden voor het werk dat zij in deze periode hebben verricht. Tijdens de openbare vergadering van de vaste Commissie uit de Tweede Kamer voor Landbouw en Visserij is gebleken, dat het „Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw" in opzet en werkwijze een aanvaard begrip is. Het tempo van behandeling van aanvragen is zó verbeterd, dat de uitvoeringsmoeilijkheden van de aanvangs- periode als overwonnen kunnen worden be schouwd. Dat neemt niet weg, zo zeide Minister Biesheuvel, dat de voor de behandeling en de afwikkeling van aanvragen voor de bedrijfsbe- eindigingsregeling nodige tijd niet mag worden onderschat, mede omdat de betrokkenen tijd no dig hebben om hun zaken te regelen en zeker heid te verschaffen voor een verantwoorde af wikkeling. Bedrijfsbeëindiging en nieuwe projecten Weliswaar zal volgens de per 1 januari 1966 in werking tredende tweede regeling voor de bedrijfs beëindiging bij een vergoeding van tienmaal de pachtwaarde, de grond aan de Stichting Beheer Landbouwgronden dienen te worden verkocht, maar op grond van de inmiddels opgedane er varing is er geen reden de S. B. L. ook te belasten met grondaankopen buiten ruilverkavelingsgebie- den. De tweede saneringsregeling betekent een uitbreiding van mogelijkheden tot bedrijfsbeëin diging, in hoofdzaak met de bedoeling grond vrij te maken. In antwoord op aandrang uit de Landbouw- commissie om het O. en S.-fonds i:- de gelegen heid te stellen met finnanciële bijdragen nieuwe projecten te stimuleren, zeide de bewindsman, dat het bestuur van het fonds geheel openstaat voor dergelijke suggesties tot subsidiëring, b.v. van nieuwe produktiesystemen, stimulering van samenwerking, e.d. Afwikkeling voorschotten gemengde bedrijven Van de 50 miljoen, waarmede het Rijk de financiering van het O. en S.-fonds in eerste aan leg regelde, was 25 miljoen bestemd voor het verlenen van voorschotten aan landbouwers der gemengde bedrijven op de zandgronden, die in het seizoen 1962/1963 in acute moeilijkheden waren geraakt. Thans is in de Tweede Kamer een rege ling aangekondigd voor de afwikkeling van deze 1000 voorschotten. Volgens deze regeling zal de invordering dei- voorschotten per 1 mei 1966 in vijf jaarlijkse ter mijnen van 200 starten. Er zal evenwel gelegen heid worden geboden tot vervroegde aflossing: vóór 1 januari 1966 met 675 en vóór 1 mei 1966 met 750. Kwijtschelding zal worden verleend aan voorschothouders, die de laatste drie jaren gerekend per 1 november 1965 niet méér aan belastbaar inkomen hebben gehad dan ge middeld 6500 per jaar, dan wel een inkomsten belasting verschuldigd zijn geweest van gemid deld niet meer dan 350. Deze zelfde norm heeft namelijk indertijd bij het verlenen van de voor schotten ook gegolden. TIET fiscaal terrein thans zo ongeveer is als in de natuur? We waren in de mist en rijden op gladde wegen. Onze regering kwam met zeer verstrekkende plannen, maar zoals meer voorkomt, deze plannen vonden en vinden scherpe kritiek. Deels terecht, deels ten-onrechte naar mijn bescheiden mening. Laat mij eens met het laatste beginnen. Er is veel kritiek op de verhoging van diverse indirecte belastingen. Ik kan veel van die kritiek wel onderschrijven en begrijpen. Het is niet sympathiek dat de indirecte belastingen de neiging hebben het zwaarst te drukken op de minst draagkrachtig en. We moeten hierbij echter wel bedenken dat we leven in een periode van harmonisatiepogingen op belastinggebied binnen de E. E. G. en als dan in ons land de druk der directe belastingen zo hoog is dat b.v. de progressie van onze inkomstenbelasting als een in Europa te kijk staande „rariteit" wordt bestempeld moeten we in onze kritiek eerlijk en redelijk blijven. Ik bedoel dit. De druk der directe belastingen moet worden verlaagd en daaraan is de vorige re gering begonnen en wil de tegenwoordige verder gaan. Als nu verder de indirecte belastingen in ons land lager zijn dan in de andere E. E. G. landen dan moet men bij zijn kritiek met deze feiten rekening houden. Met deze feiten voor ogen is de kritiek gezond en kan ze opbouwend zijn. f}OK voor schrijver dezes is de Omzetbelasting op schoeisel en schoenreparatie en die op bromfiet- sen niet voor 100 sympathiek. Maar als we perfect en goedkoop onderwijs willen van fröbelschool tot universiteitals we een landsverdediging moeten hebben voldoende voor onze Havo-verplichtingen en we wensen een so ciale verzorging van de wieg tot het graf, dan moeten we de staat aan de daarvoor nodige middelen helpen. En dan moeten die komen uit de belastingen en wel uit directe en indirecte. De onjuiste ver houding tussen beide is ter discussie en vormt een zeer moeilijk probleem. Nu het oorspronkelijk belastingplan door volk en volksvertegenwoordiging ernstig is gecritiseerd, komt de minister van financiën met een gewijzigd plan. De volgende punten willen we noemen: 1. de omzetbelasting op textiel en schoenen is uitgesteld tot 1967 en de voorgestelde heffing wordt gehalveerd; (de omzetbelasting op textiel wordt nu Vh op schoeisel 2«/z terwijl die op schoen reparatie geheel vervalt 2 de omzetbelasting op bromfietsen gaat van 5 naar 10% en niet zoals oorspronkelijk bedoeld naar 18 (toe te juichen voor allen voor wie de bromfiets feitelijk „werkpaard" is, door mij betreurd t.a.v. die „brommers" diemet hun „gejakker" stad en land onveilig maken). rpEGENOVER deze verlagingen krijgen we ook nog een paar tegenvallers te incasseren, n.l: 1. een accijnsverhoging op benzine nu niet van één, maar van twee cent; 2. de verdere verhoging van de vennootschapsbelasting. Het wordt nu een verhoging van 1 punt voor winsten tot f 100.000,— en van twee punten voor winsten boven 100.000,—, terwijl de ver rekening met de Inkomstenbelasting wordt verhoogd van 10 tot 16 punten 3. omzetbelasting bij de invoer van textiel. Er zal wellicht ook aan deze voorstellen nog wel één en ander worden bijgeschaafd. MEIJERS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 3