.UIT DE PRAKTIJK 1044 ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD OP alle ladingsplaatsen voor suikerbieten op THOLEN en ST. PHILIPSLAND heerst een grote bedrijvig heid. De afgelopen week echter mocht er vrijwel niet aan gevoerd worden, omdat de fabrieken eerst hun oude voor raad wilden opruimen. Dit viel in een gunstige week, nu er behoorlijk wat neerslag is gevallen. Wanneer het hier voorlopig bij blijft dan is deze regen alleen maar gunstig geweest. Vooral de tarwepercelen hadden een beetje regen hard nodig, want hier en daar lag er nogal wat tarwe droog. Meerdere percelen lagen geploegd doch konden tij dens het droge weer niet gezaaid worden. Tegen het laatst van de week rukten de zaaimachines dan ook weer uit om het zaad aan de bodem toe te vertrouwen. Het suikergehalte van de bieten beweegt zich in stijgen de lijn, er komen vrij veel gehalten voor van rond de 18 terwijl de tarrapercentages binnen de perken blijven. Er zijn al veel bieten gerooid; we schatten zo'n 75 a 80 WANNEER het weer goed blijft dan zullen de meeste bietenpercelen in de eerstvolgende week zeker klaar gerooid worden. Tussenopslag op de bedrijven zal daarbij noodzakelijk zijn. Het aantal verharde bietenopslagplaatsen op onze be drijven is nog steeds erg klein, naar onze mening te klein. Het verdient aanbeveling om a.s. winter of voorjaar daarin verbetering te brengen. Veel bieten worden op de boerderijen met een kraantje geladen en dan nijpt dit probleem niet zo hard als wanneer van een laadschop gebruik wordt gemaakt, maar toch is een verhard bieten terrein beslist geen overbodige luxe. Op vrijdag 26 november zal de Kring afscheid nemen van haar „eigen" algemeen-voorzitter, die bij die gelegenheid zal spreken over een klein land in een grote wereld. Tholen en St. Philips- land in de eerste plaats, doch heel de Zeeuwse Z. L. M. ziet dan node „een groot man van een klein eiland" vertrekken. Dat vele streekgenoten bij dit afscheid aan wezig zullen zijn ligt wel voor de hand, en het Holland Huis kon dan ook wel eens te klein zijn. MOEST er deze zomer vaak geschreven worden over een achterstand in het werk, nu kun nen we zelfs van een voorsprong spreken. Het najaarswerk bestaande uit wintervoor ploegen, tarwe zaaien en bieten rooien vordert goed. Voor al het wintervoorploegen is op NOORD-BEVE LAND al een heel eind. Geploegd land geeft toch direkt weer een verzorgde indruk en zeker na dit jaar is het van enorme waarde dat het land droog omgaat. De vroeg geploegde zware gronden kunnen onder droge omstandigheden deze maand weer al een keer bewerkt worden met de kulti- vator. Vooral voor gewassen als bieten en vlas heeft zo'n bewerking bepaalde voordelen en dan is het beter om dit in het najaar nog te doen dan tot januari/februari te wachten. Er is ook weer veel wintertarwe gezaaid en als men de kans krijgt zullen er nog diverse percelen bietenland volgen. Rassen zoals Ibis en ook Ma- nella hebben bewezen dat zij laat zaaien goed verdragen. Als de grond voldoende droog is dan kunnen deze rassen het gehele najaar door nog wel gezaaid worden. Gaat het werk op het land vlot, heel anders is het met de aflevering van de bieten. Er zijn di verse bedrijven die momenteel nog maar onge veer 3 van de bieten hebben afgeleverd, terwijl de opslagterreinen op het erf overvol liggen. Deels wordt deze trage afvoer veroorzaakt doordat de opbrengst hoger is dan aanvankelijk geraamd, maar de schepen kunnen Noord-Beveland dit na jaar toch wel wat erg moeilijk vinden. De laatste weken is ook de najaarsbestelling van de kunstmest de deur uitgegaan en zodoende ook het bouwplan voor het volgend jaar weer wat nader bekeken. Bij het opstellen van dit bouw plan speelt uiteraard de onderlinge financiële ver gelijking der gewassen een grote rol, waarbij deze gewassen gezien kunnen worden als eikaars con currenten voor een zo groot mogelijke oppervlak te. Bij de vergelijking van de financiële opbrengst zullen we vooral twee zaken goed moeten onder scheiden: 1. De bijzondere omstandigheden van het laat ste jaar. 2. De grote lijnen die er in zitten over meer dere jaren. Het is heel menselijk om aan de eerste faktor te veel en aan de laatste te weinig waarde toe te kennen. Dit is wel begrijpelijk maar daarom nog niet juist! UET stormachtige weer met regen en hagel buien de eerste twee dagen van deze maand, deed verschillende veehouders op WALCHEREN er toe besluiten hun melkvee op stal te halen. Het zou nu wel gebeurd zijn met het mooie weer zo redeneerde men. Later bleek dat we weer een periode van zonnig en droog weer kregen, waar bij 's morgens lichte vorst. Op de meeste bedrij ven is de ruwvoedervoorziening voor de a.s. win ter gunstig, zodat wat dit betreft het vee rustig op stal gehaald kan worden. We verwachten een goede kwaliteit ingekuild bietenloof daar dit on der gunstige omstandigheden is gebeurd, namelijk schoon en geen grondbevattend loof. Daar op vele bedrijven maar een matige kwaliteit weidehooi is gewonnen lijkt het ons gunstig dat er weer iets goeds tegenoverstaat. Belangrijk is dat het voe deren met beleid wordt gedaan. We bedoelen hiermee de samenstelling van het winterrantsoen. Hoewel we respekt hebben voor het vingertop penwerk van sommige kollega's, gaan we toch zelf maar eerst eens wat rekenen alvorens het rantsoen definitief vast te stellen. Hierbij is vooral van belang de hoeveelheid en kwaliteit van het eigen ruwvoer. De aan koop van de hoeveelheid en soort krachtvoer dient hierop gebaseerd te zijn. Ondertussen begint de eindfase van de bieten- kampagne zich al af te tekenen. Op vele bedrij ven is men aan het laatste strookje of perceel toe. Het zal echter nog wel even duren eer de laatste biet van dit jaar de Sloedam over, resp. het Veer- se meer door is. Op sommige bedrijven ligt nog een flinke voorraad gerooide bieten. Het wintervoorploegen zal met het eind van de bietenkampagne ook wel veruit klaar zijn. De winterperiode zal wat het werk betreft lang duren. Op de gemengde bedrijven zal de veeverzorging weer de volle aandacht krijgen. Mogelijk heeft men al eens plannen beraamd om de aanwezige beschikbare arbeid ook in de a.s. winter zo ren dabel mogelijk te benutten. Sorry, indien er nog arbeid over is. Bij een normale arbeidstijd en ar- beidsbezetting blijft er ook in de winter niet zo heel veel tijd meer over indien het vee goed wordt verzorgd, de werktuigen en machines wor den opgeknapt en nagezien en de nodige tijd ge reserveerd voor het bezoeken van vergaderingen. Eén van de eerste zal zijn de vergadering van onze kring op maandag 22 november a.s., waarop afscheid van de algemeen-voorzitter. AOK op ZUID-BEVELAND hebben we wat v regen gehad, veel is het nog wel niet ge weest, voor de pas gezaaide wintertarwe was het wel nuttig, maar het was toch ook weer zo wei nig dat het niet van invloed was op de werkzaam heden. Deze blijven dan ook zeer verlopen. De suikerbieten zijn bijna allemaal gerooid. De pf,7^Pr nq9r de fabrieken gaat goed. Op vele be drijven had men, ondanks dat steeds de termijnen normaal werden afgevoerd, gehoopt dat de af levering van de vroegst gerooide bieten nog wat sneller was gegaan. Door het gunstige weer heeft men in oktober veel grotere voorraden kunnen rooien als voorgaande jaren. Bovendien komt daar nog bij dat de opbrengst eigenlijk overal mee valt. Ook bat suikergehalte blijft tot op dit mo ment zeer goed. Er is zeer veel wintertarwe uitgezaaid, de laat ste weken ook nog al wat op reeds vrijgekomen percelen bietenland. Wanneer alles boven staat zal pas blijken hoeveel er in werkelijkheid wel gezaaid is. Jammer is het dat er hier en daar percelen zijn waar de opkomst te wensen over laat. Dit komt het meest voor op de zeer vroeg geploegde, zwaardere grond die na het zaaien erg grof is blijven liggen. Het is te hopen dat door het beetje regen dat we hebben gehad de opkomst hier toch verbeterd is. He't wintervoor ploegen is op zeer veel bedrij ven reeds zeer ver gevorderd. In de zwaardere gronden is men hier reeds een heel eind mee klaar. In de oudere polders en op de lichte gron den is ook reeds heel wat geploegd. Met de enkele regenachtige en koude dagen van begin november, bleek het dat we reeds een heel eind in het najaar zaten. We weten dan ook dat het vergaderseizoen weer gaat beginnen. HET is de 2e week van november als we deze bijdrage uit WEST ZEEUWS-VLAANDEREN neerschrijven en nog steeds kunnen we het land werk onder bijzonder gunstige omstandigheden uitoefenen. Zelden zien we dan ook zo weinig stnkgereden bietenland, dammen en opritten en zelfs op die boerenerven waar men om deze tijd van het jaar meestal tot over de enkels in de mod der wegzakt kan men nu gerust met z'n zon dagse schoenen aan rondlopen. Overigens zijn de meeste boerderijen wat dat betreft de laatste tientallen jaren veel verbeterd en treft men. meestal een behoorlijke verharding aan. Ook heeft naast de inkrimping van de veestapel de invoe ring van de luchtband op onze landbouwwagens veel bijgedragen om onze erven en dammen in betere staat te houden. Waarbij vooral de brede banden weer extra gunstig afsteken tegen de luchtbanden die we vroeger gebruikten. De werkzaamheden op de boerderijen beperken zich thans tot het oogsten van de laatste bieten, ook hier en daar nog wat voederbieten en suiker bietenkoppen, en natuurlijk de periodieke afleve ring van de suikerbieten. Waarbij we ons niet kunnen onttrekken aan de indruk dat de aardig heid van het laten afhalen van de suikerbieten er alweer een eind af is. Een paar jaar heeft dat overigens prachtig gewerkt, maar momenteel zien we hier en daar onevenredig grote hopen lange tijd liggen alvorens ze worden of zullen worden weggehaald. Wat trouwens niets nieuws is, want hetzelfde hebben we ook in de jaren rond 1950 meegemaakt, waardoor velen er toen toe zijn overgegaan om de bieten dan maar zelf naar de haven te brengen. Het ploegwerk vordert ook snel en naar het zich momenteel laat aanzien zal het landwerk dit jaar vroeg klaar zijn. Dit, terwijl het er begin septem ber naar uitzag dat we dit jaar ons werk niet allemaal tijdig zouden kunnen uitvoeren. Waar mee weer eens wordt bewezen dat de weersom standigheden de vrijwel alles bepalende factor vormen om het boerenwerk te kunnen uitoefenen. En waarbij niet meer het aantal mensen dat men een heel jaar op de boerderij werk moet geven een maatstaf is voor het tempo waarin men het werk kan verrichten, maar veel meer de bereid heid van de beschikbare mensen om gedurende een periode gunstig weer het aantal arbeidsuren indien nodig te vergroten. Waarbij het helemaal niet npdig is om het aantal arbeidsuren per jaar te vergroten; een verschuiving is vaak van veel groter belang. Wat in veel gevallen slechts een kwestie is van willen, meer dan van kunnen, gezien de lichte werkzaamheden die het meestal betreft. Dit in tegenstelling met vroeger, toen het werk meestal zware lichamelijke arbeid betrof en men na de normale arbeidstijd blij was huiswaarts te kunnen om voldoende te kunnen uitrusten om de volgende dag zijn taak te kunnen hervatten. Reeds vaker hamerden wij op dit punt, een punt dat voor zover wij het kunnen overzien steeds meer parten gaat spelen voor een econo mische exploitatie van het boerenbedrijf. Een ge- dachtengang waar velen fel tegen zijn gekeerd, ook verscheidene van onze collega's. En waar we zelf eerlijk gezegd ook niet blij mee zijn, maar het zijn de omstandigheden die ons in deze rich ting dwingen. Waarbij de één wel wat gemakke lijker zit dan de ander, maar waarmee steeds meer boeren te maken krijgen. Want het is heus niet zo eenvoudig, om een boerderij beiden, zowel economisch als arbeidstechnisch rond te krijgen. ANDANKS de enkele dagen met buien in het begin dezer maand vorderen de werkzaam heden op SCHOUWEN-DUIVELAND goed. De „bietensituatie" is momenteel (begin der 2e week) zo, dat wel 80 van het areaal suikerbieten ge rooid is. Dachten we eerst aan een kg-opbrengst van tegen de 40 ton, het blijkt nu wel dat deze ligt omstreeks de 43 ton per ha. Ook 't rooien van de voederbieten en gladiolen schiet best op. We geloven wel dat de opbrengst van de voeder bieten minder meevalt als die van de suikerbieten. Ten aanzien van de kans op zware nachtvorsten om deze tijd van het jaar is 't voor d^ voederbie ten ook nodig op tijd klaar te zijn. Verschillende vrijgekomen bietenpercelen zijn of worden nog ingezaaid met tarwe. We kunnen wel aannemen dat 't areaal wintertarwe een uitbreiding zal on dergaan van 1015 Enkele percelen op zwaar dere grond, die bij 't zaaien wat grof zijn blij ven liggen, geven thans een wat dunne en soms wat onregelmatige stand te zien. In sommige ge vallen heeft de tarwe hier wat te ondiep en wel licht te lang droog gelegen. De regen in 't begin dezer maand zal wel verbetering te zien geven. Waar de wintertarwe vroeg gezaaid is, bestaat er een redelijke kans op een onkruidbezetting van muur en kamille. In jong stadium zijn deze goed te bestrijden. Als de omstandigheden van weer en grond het toelaten kan met DNOC gespoten wor den. Door de meestal hoge luchtvochtigheid kan met weinig water gespoten worden, bijv. 200 1 per ha. Men kan met betrekkelijk weinig DNOC volstaan t.w. 4 kg DNOC 80 of 7 kg DNOC 50 Bij veel kamille iets meer. Als nachtvorst verwacht wordt, dan niet spuiten, ook niet direct daarna. Nu men veelal druk aan 't wintervoorploegen is, is het ook waarneembaar dat de kweek niet overal goed bestreden is. Vooral langs de kant, ondanks de zeer gunstige oktober-maand hier voor. Dit kan nog door een TCA middel te spui ten over de ploegsnedèn. Met een rugspuit van 15 1 water 1 kg TCA kan men ongeveer 120 m spuiten bij 2 m spuitbreedte.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 4