.u:t de praktijk
he
1008
KORTE WENKEN
ZEEUWS LAND- EN I U I NB O I) W B LAD
IET bijzonder mooie najaarsweer duurt onverminderd voort, tot grote
verheugenis van boer en tuinder. Alle werkzaamheden verlopen uiter
mate vlot zonder dat daarvan byzonder grote inspanningen worden vereist.
De bietenoogst meestal een ncgal modderig en zwaar karwei levert hele
maal geen moeilijkheden op. We hebben dan ook de indruk dat vele collega's
al ongeveer de helft van hun bietenareaal hebben gerooid. Weliswaar groei
en de bieten met dit weer nog flink, maar als het weer omdraait (en dat is
in deze tijd van het jaar toen te verwachten!) dan kan de groeiwinst weer
spoedig verloren gaan door de extra rooiverliezen die op kunnen treden.
Onder de huidige gunstige omstandigheden rooien betekent heel weinig
structuurbederf van de grond, die onder natte omstandigheden vrij aanzien
lijk groter is. Steeds meer rooimachines worden uitgerust met een loofklap-
per. hetgeen wij als uitermate gunstig bestempelen. Een bezwaar is o.i. nog
al eens dat deze loofklappers minder goed worden afgesteld, waardoor er
of te veel of te weinig blad aan blijft zitten. Goed geklapte koppen zijn goed
verkoopbaar.
ONder deze omstandigheden is het wellicht
lonend om het bietenblad van het land te
verkopen omdat de auto's gemakkelijk en zonder
veel structuurbederf geladen kunnen worden,
doch zodra de omstandigheden minder worden
dan vragen wij ons af of het netto rendement van
verkocht bietenblad wel zo hoog is.
Misschien is het beter geformuleerd door de
vraag aldus te stellen „of er dan nog wel van
een nettorendement sprake is"?
De organische stofvoorziening van onze akkers
is van uitermate groot belang. De stalmest ver
dwijnt steeds meer op onze grotere akkerbouwbe
drijven, en meerdere klaver groenbemesters mis
lukken. Juist tegen deze achtergrond bezien, ver
dient het wellicht aanbeveling om maar zoveel
mogelijk bietenblad op het land achter te laten,
want de bemestingswaarde van bietenkoppen
loof komt ongeveer overeen met een goed ge
slaagde klavergroenbemester.
De wintertarwe is gezaaid, het land ligt er nogal
grof bij en de regen van vorige week heeft de
akkers goed gedaan. De eerstgezaaide tarwe komt
er mooi op.
In andere delen van de provincie is blijkbaar
nogal tarwe gezaaid met de centrifugaal kunst
meststrooier. Op THOLEN is ons het gebruik van
deze strooier dit jaar niet bekend, terwijl dit op
ST. PHILIPSLAND tot één geval beperkt is.
|\OOR de aanhoudend gunstige weersomstan-
digheden vorderen de werkzaamheden op de
WALCHERSE bedrijven zeer goed. Er is een flin-
ke oppervlakte wintertarwe uitgezaaid. Op som
mige percelen is inzaai niet mogelijk omdat er
geen goed zaaibed kan worden verkregen. Ook
zal op vele percelen het zaad geheel of gedeelte
lijk droog liggen. Op de zachte grond staan de
vroeggezaaide percelen mooi boven. We hebbén
de indruk dat de hoofdmoot van ons wintertarwe-
areaal bestaat uit Ibis, met daarnaast nog een
aanzienlijke oppervlakte Cleo en Manella.
De bietenoogst vordert goed. De loonwerkers
hebben het zeer druk met het machinaal rooien.
We wille, i graag zoveel mogelijk op wintervoor
ploegen onder deze gunstige omstandigheden zo
dat het machinaal rooien wel aan zijn trekken
komt. Zo hier en daar zijn er nogal verliezen bij
het rooien. Door minder snel te rijden had men
dit voor een groot gedeelte kunnen voorkomen.
De kg-opbrengsten zijn bevredigend. Vele telers
'leveren 45 ton per ha en meer. Het suikergehalte
varieert van 1618 Veel bieten worden via
de harde-weglevering afgevoerd. De tijd van lan
ge wachttijden bij de leverplaatsen is hierdoor
wel voorbij, althans wanneer er voldoende sche
pen zijn. En daar mankeert het soms wel eens
aan op enkele plaatsen!
Het percentage tarra schommelt sterk. Wijze
van rooien, grondsoort, weersomstandigheden en
wijze van bemonsteren schijnen hierop van in
vloed te zijn.
De voederbieten geven ook een zeer goede op
brengst. Sommige kollega's schatten tot 125 ton/ha.
De snijmais is eveneens gekuild, de opbrengst
is V3 lager dan vorig jaar wat betreft de massa.
Vermoedelijk zal de kwaliteit ook lager liggen
daar de kolven minder goed uitgegroeid en ge
rijpt waren.
•Voor de veehouderij zijn de omstandigheden
eveneens goed. Het vee kan onder gunstige weers
omstandigheden in de weide blijven, terwijl de
graszode niet wordt beschadigd. Gewaakt dient
te worden tegen overvloedig voeren van suiker
bietenkoppen en blad. Dit geeft verspilling van
kostbaar voer en kans op smaakbeïnvloeding van
de melk.
Het is nu de tijd voor het laten nemen van
grondmonsters voor bemestingsonderzoek. Daarbij
is het zeer aantrekkelijk de grond ook te laten
onderzoeken op het voorkomen van bietecysten-
aaltjes. De suikerbietenindustrie wil de belang
stelling voor het bietecystenaaltjesonderzoek sterk
aanmoedigen door het beschikbaar stellen -van
subsidie op dit onderzoek. In kombinatie met be
mestingsonderzoek kost het cystenaaltjesonder-
zoek nog slechte ƒ5,— per monster. Daar op vele
bedrijven de bietenverbouw zeer intensief is, is 't
van groot-belang te weten hoe het staat met de
besmetting van ons bouwland met dit gevreesde
aaltje.
AOK op ZUID-BEVELAND verlopen de werk-
zaamheden bij dit prachtige langaanhouden-
de herfstweer van de laatste weken zeer vlot. Dit
geldt wel voor alle werkzaamheden of het nu
gaat om het rooien van de suikerbieten, het op
zaaivoor ploegen en het wintertarwe zaaien of
om het op wintervoor ploegen.
Het rooien van de suikerbieten verloopt op dit
moment vrij snel. De voorraad reeds gerooide
bieten is op vele bedrijven vrij groot, toch kan
niet gesproken worden dat het rooien hierdoor
ook maar enigermate wordt afgeremd. Met dit
weer zijn weinig mensen voor het rooien nood
zakelijk.
Op de grote rooidemonstratie in de Wilhelmina-
polder is gebleken dat we bij het bietenrooien
steeds meer gaan in de richting van éénmansbe-
diening. Dit blijkt goed mogelijk te zijn met een
verzamelbak op de trekker of op de rooier. Ook
kwam naar voren dat weer meerdere machines
uitgevoerd waren met bewegende rooi- of licht-
scharen. Deze zijn technisch wel wat kwetsbaar
der, maar aan de andere kant is de reiniging van
de bieten heel wat beter.
Rond 1 november zal het wel zo zijn dat op de
meeste bedrijven ongeveer van de totale opper
vlakte gerooid zal zijn. Wel blijkt het dat de bie
ten lang blijven doorgroeien. De vorige maal ge
raamde opbrengst van 40 ton per ha kunnen
we dan ook gerust zo n ton of 5 hoger stellen.
Ook het suikergehalte is zeer goed. Hoewel er
hier en daar wel gehaltes voorkomen beneden de
16 komen er ook voor van boven de 18 Het
gemiddelde ligt zo tussen de 16,5 en 17
Het wintertarwe zaaien blijft nog steeds door
gaan, hoewel sommige percelen na het ploegen
wel te hard zijn geworden om het zaad er vol
doende in en om het ook gedekt te krijgen. Van
de zomer hadden we regen te veel, nu zouden we
best voor zulke percelen wat kunnen gebruiken.
Op de zwaardere grof-liggende percelen die voor
de regen van 12 oktober gezaaid zijn, hebben de
korrels voldoende vocht gehad om te kiemen. Of
dit nu ook voldoende zal zijn om de korrels vol
doende houvast in de grond te geven en hier het
verder benodigde vocht uit te kunnen halen of
dat deze vochtvoorziening niet voldoende is waar
door de korrels dan gaan schimmelen, moeten we
maar even afwachten. Daarom komen dan ook
nog al wat percelen wat onregelmatig voor de
dag.
Het rundvee loopt met dit prachtige herfstweer
lang buiten. Hier en daar wordt op de weide wat
bietenblad bijgevoerd. Wanneer het weer nu gaat
veranderen is het wellicht veel beter om het vee
maar snel op te stallen, dit geeft minder verliezen
aan ruwvoer, terwijl ook de zode onbeschadigd
de winter in kan gaan.
HE werkzaamheden op SCHOUWEN-DUIVE-
LAND hebben als gevolg van de zeer gun
stige weersomstandigheden een zeer vlot verloop
gehad. De suikerbieten zijn wel voor meer dan de
helft gerooid, maar uiteraard nog niet allemaal
afgevoerd hetgeen niets verwonderlijk is bij deze
omstandigheden. Dag voor dag mooi weer geeft
een maximum aan capaciteit. De rooimachines
hebben tot nu toe vrij goed werk te zien gegeven,
hoewel de tarrapercentagesover 't algemeen vrij
hoog zijn. De suikerbieten zijn de laatste weken
nog veel gegroeid en ook 't suikergehalte werd
bij dit mooie weer gunstig beïnvloed. Gemiddeld
schatten we nu 't gehalte tussen de 16 en 17
De kg-opbrengst valt haast overal nog mee. Zelfs
van verschillende zeer laatgezaaide percelen, hoe
wel er grote verschillen voorkomen.
De wintertarwe vertoont een mooie stand (de
vroeggezaaide). Ook in de afgelopen 14 dagen is
er nog veel tarwe gezaaid. Hoofdzakelijk zijn het
de rassen Ibis, Manella en Cleo en 't ziet er naar
uit dat we dit jaar boven de 2600 ha van vorig
jaar komen.
In de veehouderij is het nu weer wat drukker
geworden: voederwinning en 's nachts opzetten
van 't melkvee. Door 't mooie weer loopt 't vee
Overdag nog veelal uit, maar dat duurt niet lang
meer. Toch zou 't in meerdere gevallen beter zijn
de dieren op stal te houden, 't Mindere werk is
ingebeelde winst. De verzorging gaat dus straks
weer meer aandacht vragen. Iedere boer kent wel
't spreekwoord: „Borstelen is voeren", zodat het
hier dus beslist niet alleen bij de veevoeding zal
blijven.
Het ploegwerk gaat nog steeds gestadig door
en we kunnen gerust zeggen dat we stukken voor
liggen met dit werk ten opzichte van vorig jaar.
Doordat de grond in de afgelopen natte zomer
sterk dichtgeslagen was vraagt 't ploegen mede
door 't droge najaar, nog al trekkracht. Ondanks
dit, zien we nog al eens dieper ploegen, waarbij
de kans benut wordt om de vastgereden onder
grond onder deze droge omstandigheden weer los
te maken.
UET tekort aan dagen met mooi zonnig weer
gedurende de afgelopen zomer is in de eer
ste helft van de herfst wel grotendeels goedge
maakt. Waarvan wij allen profiteren en waarbij
het nogal eens voorkomt dat personen die bui
ten de boerderij staan ons zeggen dat wij toch
zulk mooi weer treffen. Wat we dan natuurlijk
gaarne erkennen, maar waarbij we toch niet kun
nen nalaten om op te merken dat ook zij mooi
weer treffen. Opmerkelijk daarbij is, dat men
dan bijna van hun gezicht kan aflezen dat ze daar
eigenlijk nog niet aan hadden gedacht. Wat na
tuurlijk niet wegneemt dat het weer voor een
boer meer parten speelt dan voor een burger.
Maar treffen doen we het met het weer van de
laatste weken, dat is zeker. En het werk dat we
in WEST ZEEUWS-VLAANDEREN moeten doen
op onze akkers heeft niet zo heel veel te beteke
nen zolang het zo mooi droog is.
Hier en daar is de grond wel wat hard om sui
kerbieten te rooien, maar het is bij dat werk beter
wat te hard dan wat te zacht. En er worden blijk
baar toch nog voldoende bieten gerooid om de
suikerfabrieken geregeld van grondstof te voor
zien. Misschien wel meer dan voldoende.
Behoudens enkele uitzonderingen is de winter
tarwe nu gezaaid. Waarbij we grote verschillen
zien tussen de gezaaide percelen. Sommige liggen
erg klurtig maar we zien ook nogal wat percelen
waar de grond nogal fijn is gevallen. Vooral op
de lichte gronden loopt men dan nogal veel risico
voor wateroverlast. Maar ook hierbij geldt, dat
het weer in de eerstkomende weken de vrijwel
alles bepalende factor zal zijn.
Naar we vernemen willen de suikerfabrieken
nu eindelijk proeven gaan nemen met de verwer
king van ongekopte, overigens wel van bladeren
en bladstelen ontdane bieten. Waar wij reeds vele
jaren verlangend naar hebben uitgezien. Want
suikerbietenkoppen verkopen valt ogenschijnlijk
wel eens mee, maar valt ook nogal vaak tegen.
En de koppen onderploegen geeft ook geen ren
dement in verhouding tot de vele kilo's suiker
die men daarmee terug in de grond stopt.
We zijn dan ook erg benieuwd wat er uit het
voorgenomen onderzoek door de suikerfabrieken
zal voortvloeien,
1XJECHANISAT1E van cle suikerbietenoogst be-
tekent tussenopslag", schrijft „De Suiker
biet". Het is de buffer tussen het telende bedrijf
en de verwerkende fabriek. Omdat opslag altijd
gepaard gaat met verliezen, moet u de bewaar
periode zo kort mogelijk houden. Broeihaarden
moeten worden voorkomen en daarom moet U
blad, onkruid en rotte bieten uit de hoop verwijde
ren.
/IF U suikerbietenblad gaat onderploegen of
verkopen zal afhangen van de prijs, de be
hoefte van de grond aan organische stof en de
omstandigheden waaronder U het blad van het
land moet weghalen. De droge organische stof van
35 ton suikerbietenkoppen en blad kómt overeen
met 35 ton stalmest en is dus een niet te ver
waarlozen post. De bemestingswaarde aan stikstof,
kali en fosfaat is te stellen op 150,per ha
waarbij rekening is gehouden dat slechts een ge-
deetle tot nut gebracht wordt. Voeg daarbij de or
ganische stofwaarde en het zal U duidelijk zijn,
dat U als akkerbouwer eerst diep moet nadenken
alvorens te gaan verkopen.
]\A deze droge periode komt vast en zeker
weer een periode van regen. Op lagere ge
deelten van ingezaaide tarwepercelen komen bij
veel regenval gemakkelijk plassen te staan, waar
in de tarwe verrot. Graaf direct na het zaaien
een geultje waarlangs het water meteen kan wor
den afgevoerd en demp de put niet nadat het kalf
reeds is verdronken.