^Uoor de CUrouw Van maaimes tot modepaleis Reisimpressies uit Canada en U. S. A. 1022 van het Platteland tr ^EtUWS LAND- EN I UINBOU W B LAO Onder redaktie van Mevrouw L. N. HUIJSMAN - GRIEP /e kennen welhaast allemaal de verhalen van Amerikaanse krantenjongens, die hei tot machtige heersers van één of ander groot concern hebben gebracht en veten ouder ons zijn geneigd te geloven, dat zo'n fabelachtige carrière slechts in de Nieuwe Wereld mogelijk is. Het moge dan in ons oude Europa in een langzamer tempo gaan, toch bestaan er ook in ons land industriële grootheden, wier voor vaderen slechts eenvoudige lieden waren. Wij willen U daar graag een voorbeeld van geven in de vorm van een zeer beknopt verhaal uit de wonderlijke historie van één der Nederlandse confectionairsgeslachten. ZOGOED als Urk vroeger de plaats van her komst was voor vele vissers, zo is het West- faalse plaatsje Mettingen hèt moederoord van vele groten uit de textielwereld. Om een wonderlijke reden is het juist dit boerendorp, waar de bekende namen als Brenninkmeyer, Lampe, Voss en zo meer hun oorsprong vinden. Dat zij naar Neder land kwamen is te verklaren als wij ver in de geschiedenis teruggaan, naar de 17de eeuw. Toen Duitse jongens naar Friesland werden gestuurd, om met grasmaaien „hannekemaaien" een „centje" bij te verdienen. Het zou zo jaren en jaren heb ben kunnen doorgaan, ware het niet, dat deze jon gens jasjes droegen van zo mooi blauw lin nen, dat daar van de zijde der Friese boerinnen een grote vraag naar ontstond. Al spoedig waren er Mettingers, die als marskramers met een par tijtje linnen in de knapzak de boer opgingen. Eén van hen was Herman Lampe, wiens ondernemings zin leidde tot het ontstaan van de Lampe Mode huizen, verdeeld over heel Nederland. In 1808 hield Herman, die toen 50 jaar oud was, zijn zoon Benedictus ten doop. Toen de jongen nog nauwelijks zijn moedertaal in woord en geschrift meester was, liet zijn vader hem al les geven in het Nederlands. Dit getuigde van een ver vooruit ziende blik, want Benedictus ontwikkelde zich tot een géwiekst zakenman. Hij was zeventien jaar. oud, toen hij zijn vader opvolgde als reizend en vooral als succesvol koopman. Het schijnt, dat het geheim van zijn welslagen vooral was gelegen in zijn populariteit bij de Frie zinnen; hij had altijd wel een leuk verhaal of een grap gereed. Zijn ware koopmansgeest openbaarde zich, toen hij in 1834 op het Grootzand in Sneek een textiel- winkeltje opende, welk initiatief enkele jaren la ter door Brenninkmeyer in datzelfde Sneek werd gevolgd. DE Mettinger marskramers vormden zulk een. apart volkje, dat zij zelfs een geheel eigen taal hadden. Een koopman bijvoorbeeld heette een „tjödt", en de taal, die zij spraken werd genoemd „Humpisch". Het Humpisch was een typische spreektaal, die jammer genoeg niet tot een schrijf taal is uitgegroeid. Momenteel zijn er nog maar weinigen, die een beetje Humpisch kennen. Zo'n man is Ernst Lampe, een der direkteuren van Lampe Nederland, dat nu 19 Modehuizen ex ploiteert. Hij is in staat enkele woorden Humptisch te spreken en als hij hier of daar een afstammeling van de Mettinger Tjödten ontmoet er naarstig naar streeft de beperkte woordenschat uit te breiden. In de familie Lampe wordt Benedictus be schouwd als de grondlegger van het huidige mo derijk. Hij heeft zich althans niet tevreden gesteld met zijn zaakje in Sneek alleen. Zo reisde hij op gezette tijden naar Amsterdam, waar hij zo voor delig mogelijk handdoeken, tafellakens, slopen en beddetijken kocht. Toen zijn zoons Julius en August in de zaak waren opgenomen, werd in 1883 een tweede zaak geopend, op de Nieuwedijk in Amsterdam. Vandaar uit werd de handel uitge breid met zaken in Den Haag en Rotterdam. ALS een familiezaak meer familieleden heeft dan zaken, valt het niet mee om zonder ver schil van inzicht de bedrijven te leiden. In 1911 was het i nde familie Lampe althans zó gesteld, dat men eens rond de tafel ging zitten om te komen tot herverdeling. De zaak in Den Haag kwam aan een neef en ook Amstedam en Rotterdam werden zelf standige bedrijven. De zaken gingen voorspoedig; in 1926 kwam er een vestiging in Utrecht en een jaar later een filiaal van Lampe in Rotterdam en in Den Haag'. Dit laatste ging echter „Haags Mo dehuis" heten, omdat de naam Lampe immers al door de andere familietak werd gebruikt. Benedictus Lampe, grondlegger van vele modehuizen. Na de tweede wereldoorlog roerden de Lampe's zich pas goed. In verschillende plaatsen van ons land werden filialen geopend. Per 1 januari 1964 vond een interne reorganisatie plaats, waardoor alle Lampe Modehuizen onder één centrale leiding: kwamen. Ofschoon: de eerste zaak in Sneek werd voor de eeuwwisseling opgeheven en is nooit meer terug gekeerd. Het beduimelde kasboekje van de vorige eeuw is geworden tot een groot kantoorgebouw met alles wat bij een modern grootbedrijf behoort tot een computer toe. De plaats van Benedictus Lampe is ingenomen door zijn nakomeling E. F. Lampe. Onder de ruim 800 mensen, die dagelijks in het Lampe-rijk in de weer zijn, dragen er acht de naam „Lampe". Maar het „Humpisch" der Tjödten hoort men er niet meer II DE muzikale omlijsting bij de begroeting verzorgen 't Is wat over tijd en ze reclameren wat luidruchtig bijzonder goed. In de huiskamer bij en na het eten is er wel zo een fers komen zitten we midden in Holland. Besloten wor wat ruim 200 km ver is. Dicht in de buurt (60 km> ko Wageningen, maar dan in het groot. Langs het Ontario-meer is er een behoorlijk fruit peren en appels. Alles gaat naar de coöperatie, die de De fruitteelt is hier gedoemd te verdwijnen daar Heel veel kleine bedrijven, die onderdelen maken voor dustrie. Langs brede mooie en drukke wegen rijden wij naar gara. Falls van de eerste orde Een machtig tafereel dat neerstortend water, vooral werkt. Waternevel hangt als mist boven de val en je delweg loopt, want je kunt er tot zeer dichtbij lopen. Op dat machtig zicht raak je niet uitgekeken, maar 200 km is niet naast de deur 't Was dan ook hard de nesten zowat vol met eieren gelegd en daar kunn VHOENSDAG, na eerst wat hulp op de boerderij, H komen we ook in 't land terecht. Onder deskun dige leiding van mijn broer krijg je een indruk van dit land. Een hard land is het met zijn vele stenen, verspreide bomen en velden vol wilgenstruiken. Om het gesteente op te ruimen en de grond op de nodige plaatsen te draineren kost ongeveer net zoveel als de koopsom van de grond Mijn broer heeft ze met ongelooflijk veel moeite uitgegraven en laten springen met dynamiet, geraapt en op lage gedeelten weer gestort. Alles ten koste van veel moeite en heel veel geld. De grote keien wegen 35 a 6 ton Ook de wilgen en bomen heeft hij voor het grootste deel er uitgetrokken, wat alles bijeen teveel werk is voor een echtpaar zonder kinde ren. maar beiden waren bezeten om een goede boer derij op te bouwen. Nu is dat wel zowat gelukt. Veel gaat. er machinaal, zoals stallen uitmesten, meel malen (2 miljoen kg in 11 jaar tijds>, automa tische drinkbakken voor de kippen, varkens en koei en, machinaal melken, enz. Alles bijna geheel zelf aangelegd (vorstvrjj). Een nieuwe graansilo voor 50 ton graan, een com bine, een zwadmaaier, enz. enz., behoren tot de in ventaris van zo'n 150 acres groot bedrijf. Daardoor varkens, waarvan ei- zo'n 200 in de schuur zitten, want de ondermelk van zo'n 15 koeien smaakt altijd en ander te bepraten en als er cadeautjes uit de kof- dt om de volgende dag de „falls" te gaan bezichtigen, men wij door een landbouwcentrum, te vergelijken met centrum voor Toronto, veel druiven en perziken, wat prijzen vaststelt, alles bestemd is voor en opgekocht is door de industrie, grote concerns naast bijvoorbeeld een grote staalin- de falls, een toeristen-trekpleister voor het stadje Nia- het Canadese gedeelte dat 90 van het water ver wordt behoorlijk nat van de spatten als je op do wan de tijd gaat door en een boer denkt aan zijn koeien en tijd dat we weer thuis waren, want de kippen hebben en de onderste niet zo goed tegen is het ook een boven andere uitstekend bedrijf ge worden. Anderen, die de moeite niet. konden Opbren gen voor al dal werk, doen er liever nevenwerk bij. wat gemakkelijker gaat, zoals de schoolbus rijden en de post rondbrengen. Dit zijn baantjes die elk jaar verpacht worden. Ook de burgemeester wordt elk jaar opnieuw ge kozen en een boer of veearts of winkelier kar. het worden. DE koopprijs van de grond in deze streek is pl.m. 10.00020.000 dollar voor een boerderij met 100 150 acres grond, gebouwen inbegrepen. De helft staat er echter te koop. Je gaal naar een makelaar, zegt dat je de boerderij wilt verkopen, waarop de makelaar de boerderij komt schatten en je beslist of je de boerderij voor het geschatte bedrag wilt verkopen. Lukt het "niet om een koper te vinden en 'oen je te oud, of ga je in de stad werken omdat je .ie afbe talingen niet kon voldoen, dan blijft de boerderij leeg staan. Er behoeft, dan geen grondbelasting meer te wor den betaald en na 5 jaar neemt de regering de grond zonder vergoeding over. Dan vervallen de gebouwen; er worden dennen ge plant op de beste gedeelten, waarna de vroegere toe stand weer terug is. Overal zijn deze verlaten be drijven te vinden. Het land is in grote vierkante stukken verdeeld en een boerderij is .100 acres, of een veelvoud er va«v groot. Soms kopen twee buren elk de helft van een leegstaande farm er bij. Wij reden op een zonnige middag (die er dit jaar ook hier practiscn niet veel zvjni door dat wijde rol lende land, zoals ze het noemen, naar Collingwood, een stadje aan het meer Gorge Bay, dat het recreatie centrum van deze streek is. In de vallei langs de baai wordt fruitteelt uitgeoefend met bijna uitsluitend het ras Mac Intos. Veel en gave appels geeft dit ras per boom; aan grote bomen tot wel 300 kg. Hoe de boeren, die iets hoger op de hellingen leven, de kost kunnen verdienen op die steile stenige heuvefs, is mij een raadsel. Maar toch is elk stuk grond in gebruik ook al groeien daar alleen maar dennen, waar ze in de winter nog wat palen van weten te zagen. Iets verder van de baai groeit het graan weer en een enkel perceeltje vlas (dat maar 20 cm lang is) voor zaadwinning. De eei'ste snede luzerne ligt vaak nog op het iacwl tussen de klaver van de tweede snede. Door gebrek aan werkkrachten laten sommigen het maar liggen. Eerst halen ze het rond de boerderij weg en zetten het in stapels. De rest, die ze niet direct nodig heb ben blijft wel liggen tot november. Toch valt het in de ronde balen nog niet tegen, als we ze gaan bekijken; zelfs niet. in deze vochtige zomer. Nu ja, alles op z'n Canadees De huizen op de farms zijn groot, omdat vroeger ook de getrouwde kinderen er bleven wonen om te- samen het werk te doen. Thans is er voor één gezin op een farm van 100 acres slechts een magere boter ham te verdienen. Dit na 1948 toen Canada zich los maakte van Engeland om zelf een industrie op te bouwen, maar daardoor niet zijn gehele agrarische productie aan Engeland kwijt kon. Vele prijzen daal den toen met bijna 100 Dit is nu pas weer wat verbeterd. Dit is de reden dat voor vele bedrijven geen opvolger te vinden is. Alleen met veel vee. veel varkens, veel kippen, en daarbij veel graan bijkopen, is er met hard werken een fatsoenlijke boterham te verdienen. Maar welke Canadees wil dat allemaal opbrengen? Liever gaat hij acht uur in de stad werken en doet 's avonds en zaterdags en zondags met zijn vrouw de farm dan hele dagen hard te wei-leen met boven beschreven resultaat W. ROEl.SE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 18