Wie schrijft, die blijft VERLIEZEN BIJ VROEGER ROOIEN EN TUSSENOPSLAG VAN BIETEN Bedrijfsresultaten van de Zeeuwse voorlichtingsbedrijven over de jaren 1962-'63, 1963-'64 en 1964-'65 VRIJDAG 15 OKTOBER 1935 977 Met de toename van het machinaal bie- tenrooien heeft dit oogstwerk zich steeds ge- koncentreerd op de werkbare dagen. Ook de afvoer vanaf het land vindt meestal gelijk* tijdig met het rooien plaats. Dit gepaard met de beperkte ontvangst- en verwerkingska paciteit van de fabrieken brengt onvermij- delijk het probleem mee van TUSSENOP SLAG. Hoe groot zijn nu de suikerverliezen bij deze tussenopslag? Onderzoekingen hebben aangetoond dat dit vooral afhankelijk is van de temperatuur in de hopen. Bij middelgrote hopen van 40— 100 ton bieten konstateerde men verliezen variërend van 0,1 tot 0,5 kg suiker per ton per dag. Waarnemingen in hopen van onge veer 40 ton die na half oktober nog gemid deld 4 weken werden bewaard, toonden een gemiddeld verlies aan van 0,18 kg suiker per ton per dag. Dit zijn gemiddelde cijfers van waarnemingen die vrij ver uit elkaar lagen. Niet te grote van boven vlakke hopen met zo weinig mogelijk los blad en losse grond beperkt de verliezen. Men is van mening dat bewaring in middelgrote hopen de voorkeur verdient. In zwaden op hoopjes op het land zijn de verliezen groter. Gaan we uit van deze gemiddelden en re kenen we een prijs van f 4,per suiker dan komt dit per week opslag op het vol gende: Bij een verlies van 0,5 kg suiker per ton per dag: 7 X 0,05 X f 4,f 1,40 per ton45 X f 1,40 f 63,per week. Een verlies van 0,18 kg suiker per ton per dag: 7 dagen X 0,018% X f 4,— - f 0,50 per tondit komt per ha op 45 X f 0,50 f 22,50 per week. Hele grote hopen geven de grootste verliezen. Aangezien de bieten gedurende het najaar nog groeien zijn er naast de bewaar- ook nog groeiverliezen. Afhankelijk van weer. ge was en grond loopt dit sterk uiteen, maar ze zijn eveneens in de eerste helft van de cam pagne het grootst. Onderzoekingen over meerdere jaren we zen op een gemiddelde groei van 120 kg per ha per dag in de eerste maand van de cam pagne en van 80 kg per ha per dag in de tweede maand. Een ha bieten een week eerder rooien en opslaan kan dus in het begin van de cam pagne de volgende verliezen meebrengen: a. voor bewaring 63,— b. voor de groeiderving 0,84 ton X f 6554,60 Moeten we nu uit deze cijfers konkluderen dat voorraadvorming ongewenst is? Beslist niet, zeker bij machinaal werk zal de schade van laat en onder ongunstige omstandighe den rooien meestal groter zijn dan die van de voorraadvormingAlleen in de eerste we ken van de campagne zal men vorming van grote voorraden beter kunnen vermijden. KONKLUSIES: Samen f 117,60 Omstreeks eind oktober/begin november wordt dit: a. voor bewaring b. voor groeiderving 0,56 X f 65,— f 22,50 36,40 1. Tussenopslag is onafwendbaar verbonden aan machinaal rooien. 2. In het begin van de campagne zijn de verliezen zodanig dat vorming van grote voorraden geen aanbeveling verdient. 3. Eind oktober zijn de verliezen sterk af genomen. Bij machinaal rooien zullen de nadelen van laat oogsten dan vaak gro ter zijn dan die van voorraadvorming. 4. In de grootte en de samenstelling van de hopen heeft de boer middelen de verlie zen zoveel mogelijk te beperken. Samen 58,90 per ha R.L.V.D. - Goes J. KODDE. (Vervolg van pagina 975.) De bedrijfsleider, de heer Boot, verricht alle werkzaamheden alleen, waar door een hoge 'arbeidsproduktiviteit wordt bereikt, hetgeen mede doorslag gevend is voor het uiteindelijk bedrijfsresultaat. In toenemende mate vindt samenwerking met kollega's plaats, omdat enerzijds individuele mechanisatie te duur zou worden en anderzijds het werk met volautomatische machines niet meer is rond te zetten. Uit onderstaande cijfers blijkt, dat de genoemde hoge arbeidsproduktiviteit, gekombineerd met een hoge veebezetting per ha en goede opbrengsten, zo wel in de sektor van de rundveehouderij als de akkerbouw een goed in komen mogelijk maakt. Ook hier vond berekening van de bedrijfsekono- mische boekhouding plaats aan de hand van een bedrijfsboek. HET BEDRIJFSPLAN Bouwplan in ha Granen (w.t., z.t., z.gerst) Erwten (schokkers) Aardappelen Suikerbieten Voederbieten Uien, deelbouw Snijmais Grasland Totaal kultuurgrond Gemiddelde veebezetting Melkkoeien Jongvee 01 jaar Jongvee 12 jaar Overig rundvee Varkens Kosten per ha (in gld) Arbeidskosten: betaald loon berekend loon Werktuigkosten 1 Werk door derden Zaaizaad en pootgoed Bemesting Veevoer: aankoop eigen bedrijf Pacht (exclusief woonhuis) Overige kosten Totaal kosten 62/63 63/64 64/65 2.90 1.40 1.45 1.00 2.50 1.45 1.40 1.45 1.40 2.20 1.55 1.60 0.30 0.50 0.60 0.70 0.45 6.10 6.95 7.15 14.35 14.35 14.35 13.77 12.85 14.08 6.00 4.31 6.08 3.69 5.69 3.54 1.15 0.92 1.54 1.08 28 22 15 490 529 547 282 295 307 185 270 264 118 139 125 183 210 221 405 348 337 110 75 81 243 270 270 299 374 380 2343 2532 2547 Rentabiliteit (in gld per ha) Totaal opbrengsten Totaal kosten Netto-overschot Berekend loon van de boer Arbeidsinkomen van de boer Opbrengsten (in kg per ha) Wintertarwe Zomertarwe Zomergerst Schokkererwten Aardappelen Suikerbieten Overige kengetallen Melkproduktie in kg per melkkoe Melkvetpercentage Melkvetproduktie in kg per melkkoe Melkprijs in ct per kg Melkgeld per melkkoe Gemiddelde veebezetting in grootvee-eenheden (per ha voedergewassen) Aantal bewerkingseenheden Bewerkingskosten per bew.eenheid Saldo marktbare gewassen per ha Saldo rundveehouderij per ha voedergewas Oogstjaar 1962 Hoge opbrengsten voor marktbare gewassen en de rundveehouderij lever den ondanks de hoge voederkosten toch een zeer goed netto-overschot. De marktbare gewassen waren relatief beter dan de rundveehouderij. Oogstjaar 1963 5 Bij de goede opbrengsten (behalve voor de suikerbieten) en bij tame lijk hoge kosten werd toch nog een bevredigend resultaat verkregen. Rela tief was de rundveehouderij beter dan de marktbare gewassen. Oogstjaar 1964 Alle gewassen, met uitzondering van de schokkererwten, gaven goeda tot zeer goede opbrengsten. De rundveehouderij gaf eveneens zeer goedé opbrengsten. Ondanks de tamelijk hoge kosten werd een zeer hoog netto-overschot be haald. De marktbare gewassen waren relatief beter dan de rundveehouderij. DE RIJKSLANDBOUWKONSULENT, tevens belast met de algemene leiding van de voorlichtingsbedrijven Ir. H. P. DE BRUIN. 2990 2786 3504 2343 2532 2547 647 254 957 490 529 547 1137 783 1504 6000 5255 6370 4210 - 4140 3226 3217 37.061 37.963 39.800 44.283 34.756 56.884 4970 4883 5063 4.07 3.96 3.79 202 193 192 26.43 30,79 32.06 1314. 1504.— 1623 2.68 2.48 2.53 2235 2096 2217 6.32 7.64 7.34 2125 1325 2368 1435 1806 2138

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 9