KORT VERSLAG Gedachten rondom de veehouderijbedrijven op 4 oktober 1965 van de vergadering van het Dagelijks Bestuur VRIJDAG 8 OKTOBER 1965 „Officieel orgaan van de Muatsehappij tot bevordering van land en Tuinbouw en Veeteelt in Zeeland (ii) Voederwinning De staltypen 53e Jaargang No. 26#$ Frankering bij abonnement: Terneuzen De Voorzitter, Ir. M. A Geuze, opende de vergade ring met een woord van hartelijk welkom tot de aan wezigen. LANDBOUWBEGROTING De vergadering besprak uitvoerig de Memorie van Toelichting van de landbouwbegroting 1966, waarin het te voeren overheidsbeleid ten aanzien van de land bouw is weergegeven Het structuurbeleid krijgt in deze nieuwe begroting de grootste aandacht, gezien ook de verhoging van enkele begrotingsposten in deze sector. Het Bestuur toonde zich erkentelijk voor deze verhogingen, hoe wel het daarbij meende te moeten aantekenen dat deze verhogingen in niet onbelangrijke mate evenwel een meegroeien met de kostenstijgingen zal betekenen. De lastenverzwaring, die het hele volk zal worden opgelegd zal naar het oordeel van het Bestuur ook zijn konsekwenties hebben voor onze bedrijfstak, die onder andere in belangrijke mate is aangewezen op een energiebron als olie. De passage over de prijsontwikkeling der agrari sche produkten in de Memorie achtte de vergadering in verband met de situatie in de E. E. G. overigens niet geheel onbegrijpelijk enigszins vaag. Of nieuwe prijsbesluiten in de E. E. G., die naar het oordeel van het Bestuur toch snel te verwachten zijn zodra de politieke moeilijkheden zijn opgelost, veel nieuw perspectief zullen geven waagde men te betwijfelen. In het verband van de gehele nationale en internationale ontwikkeling meende het Bestuur zijn bezorgdheid te moeten uitspreken over het ren dement van het agrarisch bedrijf gelet op enerzijds de te verwachten trend van de kosten en anderzijds de prijzen. TUINBOUW De heer P. J. J. Dekker deelde mede dat de fruit oogst goed verloopt. De afzet van de tuinbouw-prc- dukten geeft reden tot voldoening, zowel in de groen te- als in de fruitsector. Er is een belangrijke vraag zowel uit binnen- als buitenland. De prijzen moeten zeer redelijk geacht worden. NOTA TUINBOUWVESTIGINGEN De door het Bestuur ingestelde commissie ter be studering van de problemen bij de vestiging van glas tuinbouwbedrijven bracht in deze vergadering haar rapport uit. In de nota waarin de commissie haar bevindingen heeft neergelegd wordt aandacht besteed aan een aantal technische en dreigende planologische problemen bij de vestiging van kasbedrijven. De nota geeft ook een beoordeling van de mogelijkheden van de ontwikkeling van de glastuinbouw in Zeeland. De nota werd ongewijzigd door liet Bestuur aan vaard. Door het Bestuur zal de nota worden aange boden aan het College van Gedeputeerde Staten, de leden van de Provinciale Staten en een aantal instan ties. Ook zal de nota in het Landbouwblad worden op genomen. ONTWIKKELINGS EN SANERINGSFONDS De vergadering besprak een nota van de Voorlich tingscommissie der Z. L. M. over het Ontwikkelings- en Saneringsfonds. Het Bestuur was met de commissie van mening dal hef verloop ten aanzien van de saneringswerkzaam heden van het fonds reden tot tevredenheid geven. Dit mede gezien het feit dat de werkzaamheden regelmatig uitgebreid worden en aanpassing krijgen. Een nieuw voorstel, te weten de uitkoopregeling der verkavelingen wordt in de nieuwe begroting ook voor buiten de verkavelingen in het vooruitzicht gesteld. Ten aanzien van de ontwikkelingswerkzaamheden van het fonds, waarover het Bestuur al vaker zijn teleurstelling uitsprak, beraadde het Bestuur zich over voorstellen, die gedaan moeten worden om tot uit breiding van dit werk te komen. Men was van oordeel dat meer algemene maatrege len die voor meerdere bedriifsgenoten profijt af kun nen werpen de voorkeur verdient, boven te zeer indi vidueel gerichte subsidies. De voorstellen, die te bestemder plaatse zullen wor den kenbaar gemaakt omvatten onder meer de nood zakelijke rentesubsidie met name voor bedrijfsover name binnen de familie en voor investeringen in ge bouwen. VEEHOUDERIJ Het Bestuur ging akkoord met het voorstel van de veehouderijcommissie op de veehouderijmiddag, die in begin januari zal worden gehouden, aandacht te besteden aan de markt- en afzetsituatie van vee en vlees. Tevens werd besloten in februari wederom een veehouderijexcursie te organiseren. Ten aanzien van de problemen, die zich voordoen met name in Zeeuws-Vlaanderen bij de export van vee naar het buitenland in verband met de veterinaire eisen, die in E. E. G.-verband worden gesteld, onder steunde het Bestuur het standpunt dat door de Ge zondheidsdienst voor Dieren in ons gewest is inge nomen. NATIONAAL LANDBOUWMUSEUM Naar aanleiding van de vele reacties, die de Alge meen Voorzitter Ir. M. A. Geuze op zijn artikel in hef Zeeuws Land- en Tuinbouwblad over de wenselijkheid van een nationaal Landbouwmuseum heeft ontvangen oordeelde het Bestuur het gewenst om na te gaan of door de instelling van een werkcommissie de moge lijkheden nader onderzocht kunnen worden. Men zal hieromtrent binnenkort met een voorstel komen BIJDRAGEN Het Bestuur besloot een bijdrage te verlenen aan. de Stichting Nederlandse Uienfederatie, het Zeeuw* Studiefonds en aan de Zeeuwse deelnemers aan de Volkshogeschoolcursus voor plattelandsjongeren I\E ontwikkeling in de veehouderij heeft in sterke mate te maken met de bedrijfsorganisatie. In dit verband zijn bouw en inrichting van de bedrijfsgebouwen (veestallen) aktueel geworden. Crite ria zijn de arbeid die melken, met inbegrip van de reiniging van het melkgerei, voedering en vee- verzorging vragen alsmede de investering in de gebouwen. De planning van goede bedrijfsgebouwen en het staltype geeft voor elke veehouder nog altijd de nodige problemen. Toch is er bijv. over de arbeidsbehoefte per koe de laatste jaren heel wat gestu deerd, waarbij tijdwaarnemingen voor melken en veeverzorging in stallen van verschillende type waardevolle aanknopingspunten geven. Hierbij is wel duidelijk dat naarmate de melkveestapel groter is niet alleen de arbeidsbehoefte per die# kleiner wordt maar ook dat verschillen in staltype gro tere invloed krijgen. Vooral bij grotere melkveestapels met meer dan 25 koeien kan de arbeidsbehoefte duidelijk beïn vloed worden door het staltype. De grupstal en ook de combinatie grupstal/doorloopmelkstal vra gen dan wat meer arbeidsuren dan de open loopstal, ligboxenstal en ook de roostervloerstal. Voor de melkveehouder behoeft het dan echter nog geen uitgemaakte zaak te zijn omdat andere fakto - ren en omstandigheden storend op de arbeidsbesparing kunnen werken. WANNEER wordt uitgegaan van het eenmans bedrijf en hulp van de loonwerker in de zomerperiode voor de voederwinning zal, onafhan kelijk van het staltype, het knelpunt bij de voeder winning, dus buiten de stalperiode, liggen. Arbeids- voordelen van een bepaalde stal komen dan bij eenzelfde produktieomvang (koeien jongvee) niet tot hun recht. Wanneer echter de boer 's zo mers wel over losse arbeid kan beschikken dan verschuift het knelpunt naar het voorjaar (maart) en maakt de arbeidsbehoefte van het staltype wel verschil. Voor grotere 2-mansbedrijven ligt de situatie niet anders. Op beide bedrijfstypen is de arbeidsbehoefte voor de voederwinning bij eigen mechanisatie altijd groter dan bij loonwerk, dus ongunstiger, bij een mansbedrijven in elk geval bedrijfseconomisch niet verantwoord. Een en ander betekent dat arbeidsvoordelen van een loopstal pas kunnen worden benut als er vol doende mogelijkheden zijn tot intensivering van de graslandexploitatie, oppervlaktevergroting of mogelijkheden tot het aantrekken van losse ar beid. Met evenveel recht kan ook gezegd worden dat een goede bedrijfsvoering in de veehouderij en dus ook de grootte van de veestapel moet zijn afgestemd op het knelpunt. We vestigen er in dit verband de aandacht op dat voor een betere arbeidsbenutting gedurende het hele jaar, juist bij toepassing van arbeidsbespa rende staltypen, een niet aan de grond gebonden produktierichting in aanmerking komt. Dit is voor al voor de kleinere bedrijven, waar de varkens houderij, in 't bijzonder de mesterij, het eerst mo gelijk en economisch. Uit het bovenstaande valt af te leiden dat loop stallen alleen zin hebben wanneer de faktoren ar beid en grond in voldoende mate aanwezig zijn, d.w.z. de omvang van de melkveehouderij groot genoeg is. De combinatie grupstal/doorloopmelk stai komt dan eerder in aanmerking omdat deze, ondanks een wat grotere arbeidsbehoefte, bij het melken dezelfde voordelen biedt als de loopstal. EEN ander belangrijk punt vormt de invloed van het staltype op de investering per koe. In ver gelijking met de grupstal komt de loopstal op de grotere melkveehouderijen wat voordeliger uit- waarbij de ligboxenstal het meest gunstige ver schil laat zien. De combinatie grupstal/doorioop- melkstal vraagt de grootste investering per koe. De keuze van de melkveehouder wordt echter niet alleen door arbeidsbehoefte en investering be paald. De grootte van de arbeidsinspanning, het meer of minder aangenaam zijn van het werk, ais- mede beperking van de weekendarbeid spelen mede een rol. Daarnaast is de aard (niveau) van het bedrijf (fokkerij of melkerij), ook gezien in verband met de hygiëne (stal, koe en melk) van invloed op de keuze. De volgende voorbeelden kun nen dit illustreren. Wanneer een grotere veestapel met 2 of meer apparaten wordt gemolken kan dit gemakkelijker plaats vinden in een doorloopmelkstal dan in een grupstal omdat de melker zich in eerstgenoemde stal minder hoeft te verplaatsen en te bukken. Een wat grotere investering voor een combinatie van grupstal en doorloopmelkstal kan uit dit oogpunt verantwoord zijn. Een voordeel is ook dat het krachtvoer in de melkstal kan worden verstrekt, terwijl dit in de grupstal twee keer daags met een voerkarretje moet worden gehaald en verdeeld. Het verstrekken van ruiovoeder (hooi en kuil) is daar entegen in de loopstal met voorraad- en/of zelf- voedering meer arbeidsbesparend dan in de grup stal, al of niet uitgebreid met een doorloopmelk stal. Naast het melken en voeren zijn het uitmesten en reinigen in de stalperiode de voornaamste werk zaamheden. In een met een drijfmestsysteem uit geruste grupstal vragen deze werkzaamheden maar een geringe inspanning. In een grupstal/doorloop melkstai gaat dit voordeel deels verloren omdat, de dieren dan 2 keer per dag de mestgang en de wachtruimte verontreinigen. Ten aanzien van d« (Zie verder pag. f51L>

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 1