«68
Gi
1
w
Ve
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
De maand
Ploeg niet als de grond werkelijk te nat is.
JN de afgelopen zome is het weer dikwijls van dien aard geweest,
dat we als we geen kalender gehad haddenons soms in de herfst
gewaand zouden hebben. Met het bereiken van de maand oktober is het
jaar nu toch echt in dat jaargetijde aangekomen.
Laten we hopen, dat het weer in deze maand een voortzetting zal zijn van
het gunstige weer van de tweede helft van september, dat we nog van een
nazomertjekunnen genieten, want voor een vlot verloop van de vele
werkzaamheden, die in deze maand nog verricht moeten worden, is mooi,
droog weer meer dan ooit gewenst.
Aan de ene kant wordt met het rooien van de suiker- en voederbieten
de laatste hand gelegd aan de oogstwerkzaamheden van 1965 en aan de
andere kant wordt met het zaaien van de wintertarwe en het op wintervoor-
pfcegen weer de basis gelegd voor de oogst 1966.
Van verschillende werkzaamheden zullen we hier enkele aspekten bespre
ken.
De bewaring van konsumptieaardappelen
||OEWEL de oogst laat was, zullen de meeste aardappelen nu wel in de
kuil of in een bewaarplaats liggen. Deze moeten ook nu nog terdege
in de gaten worden gehouden.
Bij de kuilen moet inregenen worden voorkomen. Hiervoor kan o.a. ge
bruik worden gemaakt van plastiek. Dit mag echter nooit direkt op de
aardappelen worden gelegd, omdat deze dan te veel gaan broeien. Dit is
te voorkomen, door op de aardappelen eerst een laag los stro te leggen en
daarop het plastiek. Het is verder aan te bevelen, hierin enige ventilatiegaten
te maken.
Bij de aardappelen, die onder dak liggen, moeten we de temperatuur goed
in de gaten houden. Wanneer de mogelijkheid aanwezig is om te ventileren
met buitenlucht, moeten we op verschillende punten letten.
Het ventileren heeft een tweeledig doel, n.l.:
1. liet droog blazen van de aardappelen
Bij c - gezonde partij is het niet gewenst om direkt na het rooien veel
te ventileren. De aardappelen moeten n.l. eerst tijd krijgen om de schil
te laten afharden. Dit gebeurt het snelst bij een niet te lage temperatuur.
Partijen met veel zieke en rotte knollen moeten echter wel zo spoedig mo
gelijk worden gedroogd.
2. Het koelen van de aardappelen
Hiervoor is het in de eerste plaats noodzakelijk dat men een goede steek-
thermometer heeft. Ook een regelthermostaat is noodzakelijk, wanneer
men op de meest gunstige manier gebruik wil maken van de lage tem
peraturen. Het is gewenst dat thermometer en regelthermostaat ieder
jaar worden nagezien.
F. VADER
R L. V D - GOES
Het oogsten van mais met behulp van een ma
ile minste verlies
Jtls de bieten mechanisch gerooid worden kan men op de meeste bedrijven
«iet zonder verharde stortplaats.
Aardappelen, die bestemd zijn om voor de winter te worden afgeleverd,
kunnen bewaard worden op een temperatuur van 5 a 6° C. Worden ze
langer bewaard, dan is dë beste temperatuur 2 a 4° C.
Bij het bewaren van aardappelen wordt steeds meer gebruik gemaakt van
kiemremmingsmiddelen. Wanneer de behandeling hiermee op tijd en
goed gebeurt, kan de bewaartemperatuur 710° C. zijn. Het is van groot
belang dat aardappelen die bij lage temperaturen worden bewaard, voor
het afleveren eerst opgewarmd worden tot ca. 13° C. om het „blauw"
te voorkomen.
Het tot nu toe meest gebruikte kiemremmingsmiddel bij konsumptie
aardappelen is CIPC en/of IPC in poedervorm. De dosering hiervan is 2 kg
poeder per 1000 kg aardappelen.
De laatste tijd zijn er bij de toepassing van dit middel enige nieuwe me
thoden ontwikkeld. Hierbij wordt het middel door een speciaal apparaat
in nevelvorm in de partij aardappelen gebracht. De resultaten hiermee zijn
vorig jaar goed geweest.
Voordelen zijn o.a. dat de natuurlijke kleur van de aardappelen beter
behouden blijft en dat men bij het afleveren geen hinder heeft van het
stuivend poeder.
Voor het bewaren van uien zie men het artikel hierover in het blad van
3 september j.l.
Suikerbieten
IN deze maand gaat de bietenoogst weer op veel bedrijven de werkzaam-
heden beheersen. Hoewel he* er naar uitziet dat het hier en daar
geen vette oogst zal zijn, moet het werk er aan toch gebeuren.
Het handwerk verdwijnt steeds meer, ook op de kleinere bedrijven. Het
gevolg van het machinaal rooien is, dat dit zoveel mogelijk gebeurt op de
dagen met goed weer. Deze dagen zijn meestal niet regelmatig verdeeld
©ver de campagne. Daarom is het noodzakelijk dat een gedeelte van de bieten
na het rooien ergens opgeslagen worden.
Een verharde stortplaats biedt voor het machinaal laden en het bereik*
baar zijn voor zwaar transportmateriaal vele voordelen.
Het opslaan van gerooide bieten geeft kans op ^suikerverlies door broei.
Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, lette men op het volgende:
1. Beschadig de bieten zo weinig mogelijk. Kop niet te diep.
2. Maak de hopen niet te hoog. Hoe hoger, hoe groter de kans op broei.
3. Vermijdt zoveel mogelijk los blad tussen de bieten, want dit bevordert
de broei en belemmert de natuurlijke ventilatie.
4. Maak de hopen van boven vlak, waardoor de kans op indrogen verkleind
wordt.
De vele mogelijkheden bij het rooien en afvoeren van de bieten zal bij
gunstige weersomstandigheden uitgebreid bekeken kunnen worden op de
internationale bietenrooidemonstratie op 12 en 13 oktober a.s. in de Wilhel-
minapolder. Hier zal getracht worden om van alle gangbare typen en van
enkele nieuwe machines het werk te demonstreren. Een mooie gelegenheid
om van de huidige stand van zaken een goed overzicht te krijgen.
Op veel akkerbouwbedrijven worden de koppen en het blad onderge-
pk
ve<
tin
we
I
sn«
kw
I
te
koi
J
dai
mo
koi
C
wii
vo<
vot
hul
gej;
is h
E
me
ter
Uit
boe
var
Wi,
wel
I
var.
bre
ket
ech
lig!