Georganiseerd bedrijfshulp
in Land- en Tuinbouw
Z.L.M. vraagpunt 1964-1965
925
b. De behoefte aan het nemen van meer vrije tijd en/of vakantie wordt nu of in de naaste toekomst
groter.
Rapporteur: J. Markusse
VRIJDAG 1 OKTOBER 19 0 3
De laatste jaren komt in de Nederlandse Land- en Tuinbouw de georganiseerde bedrijfshulp steads
meer in het middelpunt van de belangstelling te staan. Landelijk gezien zijn er voor de opkomst
van deze hulpverleningskosten wel factoren aan te wijzen die dit begrijpelijk maken.
We kunnen onder meer noemen:
a. Doordat er steeds meer éénmansbedrijven komen wordt het risico bij ziekte of ongeval van de
bedrijfsleider groter.
c. De schaarste op de arbeidsmarkt heeft in vele gebieden in Nederland de mogelijkheden van het
inschakelen van vervangende arbeidskrachten verkleind en tot een versnelde opkomst van de hulp
verleningsdiensten geleid.
d. In sommige streken wordt burenhulp (de oudste vorm van hulp, die wordt verleend in noodge
vallen) moeilijker.
In Zeeland is door verschillende oorzaken aan deze hulpverleningsdiensten nog weinig aandacht
besteed. De behoefte om tot oprichting hiervan te komen werd niet gevoeld. Alleen in Tholen is
door de actieve veehouderijcommissie in 1964 een dergelijke hulpverleningsdienst tot stand geokmen,
die met 26 leden is begonnen, en waar in de beginphase een goed gebruik van wordt gemaakt. Het
Dagelijks Bestuur van de Zeeuwse Landbouw Maatschappij heeft gemeend, via een vraagpunt, in de
afdelingen te peilen hoe de situatie ligt en of er eventueel behoefte is aan een bedrijfshulpverlé-
ningsdienst. Indien de leden de noodzakelijkheid hiervan zelf naar voren brengen kunnen zonodig
verdere stappen ondernomen worden.
INGEZONDEN RAPPORTEN
Uit het aantal inzendingen blijkt wel dat het
onderwerp de nodige aandacht heeft gehad. Ont
vangen werden namelijk 47 rapporten volgens on
derstaande opstelling.
Kring
Aantal
Aantal
afd.
rapporten
Schouwen en Duiveland
14
3
Tholen en St. Philipsland
8
5
Oost Zuid-Beveland
8
3
West Zuid-Beveland
9
5
Noord-Beveland
5
1
Walcheren
19
19
West Zeeuws-Vlaanderen
14
6
Axel
4
4
Hulst
1
1
82
47
Van die afdelingen waar de leden hoofdzake
lijk uit akkerbouwers en/of tuinders bestaan werd
geen antwoord ontvangen, wat ons inziens be
grijpelijk is. De P. J. G.-afdeling AxelZaamslag,
heeft als enige jongeren-afdeling de vragen van
een gedegen antwoord voorzien en hierbij bepaald
in de toekomst gekeken.
BEANTWOORDING
In Zeeland vindt men de melkveehouderij over
wegend op de wat men nu gezinsbedrijven noemt.
Bij ziekte of ongeval van de boer is het vaak on
mogelijk het noodzakelijke werk rond te krijgen.
In de meeste gevallen komt dan het werk op de
schouders van de boerin en of kinderen terecht.
Op de akkerbouw- en tuinbouwbedrijven gaat uit
m verband met de steeds grotere terugloop van
vreemde arbeidskrachten eveneens een steeds gro
tere vorm aannemen.
Vraag: Heeft men in dergelijke gevallen in Uw
omgeving andere oplossingen? Welke?
In het merendeel van de afdelingen wordt op
deze eerste vraag geantwoord, dat de gemengde
bedrijven door buren, kennissen of familieleden
worden geholpen bij ziekte of ongeval van de boer.
In andere afdelingen is het zo dat in een onver
wacht noodgeval de buren tijdelijk bijspringen.
Wanneer het echter een ziekte is van een langere
duur wordt de te verrichten arbeid op het bedrijf
uitgevoerd door de vrouw en kinderen, althans
wat de veeverzorging en het melken betreft. De
veldwerkzaamheden worden dan verricht door de
loonwerker. In één afdeling wordt bij langere
noodzakelijkheid hulp te verlenen dit georgani
seerd vanuit kerkelijke organen. De afdeling Krui-
ningen ziet een oplossing in het gezamenlijk plaat
sen van twee of meer veestapels in een gezamen
lijke schuur. De jongeren-afdeling AxelZaam
slag wijst erop dat in hun omgeving 5 bedriiven
één arbeider in dienst hebben genomen. Ieder
heeft deze man een bepaalde tijd in dienst tegen
een goed loon.
De afdeling Domburg meent dat door de steeds
verdergaande afvloeiing uit de landbouw ook de
buren- en familiehulp steeds moeilijker zal wor
den. Er zal dan ook volgens hen naar andere op
lossingen gezocht moeten worden.
Alleen op het eiland Tholen heeft men een an
dere oplossing gevonden en wel in die zin dat er
een bedrijfsverzorgingsdienst werd opgericht.
De 5-daagse werkweek is voor zowel werkgevers
als werknemers in de meeste bedrijven algemeen
goed geworden. Op de gemengde bedrijven moet
het werk ook 's zaterdags en 's zondags doorgang
vinden. Dit betekent dat op de gezinsbedrijven
veelal geen vrij weekend mogelijk is.
Vraag: a. Wordt dit nu of in de toekomst als een
ernstig bezwaar gevoeld? b. Is hiervoor volgens
U een oplossing mogelijk? Welke?
Dat er op de gezinsbedrijven veelal geen vrij
weekend mogelijk is wordt door '/j van de afdelin
gen als een nu reeds overwegend bezwaar gevoeld.
Eveneens Vs van de afdelingen gaf als antwoord
dat het momenteel nog niet bezwaarlijk wordt ge
vonden, maar in de naaste toekomst wel. De ove
rige afdelingen vonden het geen bezwaar! De af
deling Domburg meent dat, wie liefde heeft voor
zijn vak dit nog niet zo zwaar neemt. Uit ver
schillende rapporten valt te concluderen dat men
meent dat steeds meer jongeren van het gemeng
de en veeteeltbedrijf zullen afzien, zeker wanneer
de oppervlakte of de eenheid vrij klein is.
b. De afdeling Terneuzen meent dat we naar gro
tere eenheden toe zullen moeten, om dan de me
chanisatie in en om de gebouwen verder op te
kunnen voeren. Een meergerichte bedrijfsorgani
satie kan eveneens arbeidsbesparing geven.
De afdelingen Vrouwenpolder, Axel, Biggeker-
ke, Veere, Terneuzen en de jongerenafdeling Axel
Zaamslag zien een oplossing in samenwerking
tussen 2 of 3 buren met bedrijven van gelijksoor
tige grootte. Hiervoor is volgens hen nodig een
goede verstandhouding onder elkaar en de juiste
mentaliteit.
De afdeling St. Laurens ziet de radicaalste op
lossing en meent dat de bedrijven moeten ont-
mengen. Dit stuit echter af op de kwaliteit van
de grond enerzijds en de zeer hoge investeringen
in de gebouwen anderzijds.
De afdeling St. Philipsland vindt dat de melk
prijs drastisch moet worden verhoogd. Zij die niet
bereid zijn de weekends te werken zullen er toe
overgaan het melkvee op te ruimen. Waar enigs
zins mogelijk zal het grasland dan worden omge
zet in bouwland.
De afdelingen Borssele, IJzendijke en Zaamslag
zijn wat dit laatste betreft dezelfde mening toe
gedaan. Verschillende afdelingen verwachten een
overschakeling op vetweiderij in de toekomst, met
een aanpassing van de gebouwen tot open loop
stal, zelfvoedering en een drijfmestsysteem. Men
meent dat de mogelijkheden van automatisatie
en mechanisatie aan een nadere studie moeten
worden onderworpen.
De afdeling Middelburg meent dat wanneer de
wil tot samenwerken niet aanwezig is, er ook geen
oplossing zal worden gevonden.
De afdeling Oostkapelle ziet de oplossing in be
drijfshulp in groter verband, terwijl de kring Hulst
meent dat de georganiseerde bedrijfshulp geen
oplossing biedt voor de vrije weekends, want ook
de bedrijfsverzorger zal niet meer bereid zijn
ieder weekend te werken.
Vraag: Zijn er in Uw omgeving oplossingen ge
vonden om tot een vrij weekeinde om de 14 dagen
te komen?
In 80 van de afdelingen werd deze vraag be
antwoord met: er is nog geen oplossing gevonden
om tot 'n vrij weekeinde om de 14 dagen te komen.
Volgens de kring Hulst en de afdeling St. Lau
rens wordt wel eens bij toerbeurt op eikaars be
drijven gemolken. In die afdelingen waar op de
bedrijven nog vreemde arbeidskrachten zijn is de
werknemer wel genegen om eens in de 14 dagen
of 3 weken het vee te verzorgen. Op de bedrij
ven met een meewerkende zoon wordt dit in de
familiekring geregeld.
EDRIJFSVERZORGING in de landbouw was
het vraagpunt dat de afgelopen winter in da
afdelingen werd behandeld.
In de zomervergadering van het Hoofdbestuur
der Z. L. M. werd het rapport, dat naar aanleiding
van de besprekingen in de afdelingen was samen
gesteld, behandeld.
Daar dit rapport zeker aanleiding zal geven tot
nieuwe besprekingen in afdelingen en kringen over
de noodzaak en mogelijkheden van bedrijfsverzor-
gingsdiensten in onze provincie, hebben wij met
de publicatie van dit overzicht gewacht tot het ver
gaderseizoen weer in zicht kwam.
RED.
Vraag: a. Het grootste gedeelte van de Nederland
se bevolking gaat met vakantie. Op de gemengde
bedrijven en vele akkerbouw- of tuinbouwbedrij
ven is dit vaak niet mogelijk. Gaan in Uw omge
ving ook veel landbouwers of veehouders met va
kantie van b.v. één week? b. Of neemt men slechts
losse dagen? c. Bestaat er behoefte aan het nemen
van een dergelijke vakantie?
a. In praktisch alle afdelingen werd deze vraag
beantwoord dat er praktisch geen veehouders met
vakantie van een week gaan. Bij de akkerbouwers
komt dit steeds meer voor. Vooral de jongere on
dernemers hebben hieraan behoefte. Op de een
mansbedrijven is dit niet mogelijk en men legt
zich hierbij neer.
b. Losse dagen worden er overal genomen. De
behoefte aan een dergelijke vakantie wordt door
de afdeling Terneuzen als volgt geformuleerd:
Er ontstaat steeds meer behoefte aan een lan
gere vakantie bijvoorbeeld voor een week, vooral
onder de jongere generatie ondernemers. Men wil
meer dan een vergadering, excursie, familie- of
tentoonstellingsbezoek. Waarom, zo vragen zij, wij
geen vakantie, terwijl het overgrote deel van de
bevolking een gesubsidieerde vakantie geniet.
Het merendeel van de afdelingen meent dat de
hulp van vreemde arbeidskrachten steeds verder
zal afnemen. De hulp van familie en buren zal
volgens praktisch alle afdelingen blijven bestaan,
bij ziekte, ongeval en andere buitengewone om
standigheden. Anders ligt dit eqhter bij het nemen
van vakantie of een vrij weekend. Men meent dat
dan hulp van buren en of familie slechts in spo
radische gevallen mogelijk zal zijn, omdat deze
steeds meer met hun eigen bedrijf belast zullen
worden.
Het merendeel der afdelingen meent dat de
behoefte tot het nemen van een week vakantie
van persoon tot persoon zeer uiteen loopt. De af
deling Middelburg meent dat de behoefte nog maar
in geringe mate aanwezig is, omdat men het ge
not van vakantie nog niet heeft geproefd.
De afdeling Soubufg zegt dat men op de één
mansbedrijven zich er bij neerlegt dat er geen
vakantie mogelijk is, terwijl de afdeling Borssele
vakantie een modeverschijnsel vindt.
Vraag: Indien er met vakantie wordt gegaan, wie
verzorgt dan de werkzaamheden op de bedrijven?
De antwoorden op deze vraag luiden: familie,
buren, andere gezinsleden, kennissen, rentenieren
de vader of eventueel aanwezig personeel.
Vraag: In het verleden zijn verschillende van deze
moeilijkheden door middel van vreemde arbeids
krachten, burenhulp en/of hulp van familieleden
opgelost. Maar door de vermindering van het aan
tal arbeidskrachten en de door velen gevoelde be
hoefte aan meer vrije tijd wordt dit steeds moei
lijker. Denkt U dat deze drie vormen van hulp in
de toekomst nog in voldoende mate zal plaatsvin
den? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
De afdeling St. Philipsland meent dat de oplos
sing door vreemde arbeidskrachten zal afnemen.
Verder zal burenhulp moeten toenemen, omdat
hulp van familieleden te zeer afhankelijk is van
omstandigheden, als afstand, bezoek en leeftijd.
De afdeling Borssele meent dat de verplichting
van de bedrijven ten opzichte van elkaar steeds
groter zal worden, we zullen dit moeten leren.
De afdeling Souburg meent dat alle drie vor
men van hulp aanwezig zullen blijven. De behoef
te aan meer vrije tijd kan slechts bevredigd wor
den door een steeds voortgaande welvaartsver
meerdering. Er komt een tijd, en deze is er reeds,
dat de „vrije-tijdeisers" graag in hun vrije tijd
een boer of tuinder zullen helpen.
De afdeling Terneuzen zegt dat de behoefte aan
burenhulp steeds groter zal worden. Men begint
dit ook als een normaal verschijnsel te aanvaar
den en men is er door de druk der omstandighe
den ook meer toe genegen. Door een goede wil,
aanpassing en er zich op instellen kan nog heel
veel meer bereikt worden dan tot nu toe gedaan
is.
De afdeling Serooskerke meent dat hulp door
buren en familie zal toenemen omdat men steed*
(Zie verder pagina 928)