.UIT DE PHAKTNK
924
STAND VAN DE
LANDBOUWGEWASSEN
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
AP de WEST ZEEUWS-VLAAMSE boerderijen is er in de
voorlaatste week van september veel werk verricht.
Zaterdag 25 september gaven onze landerijen dan ook een
geheel ander beeld te zien dan een week voordien. De stam-
bonen staan nu zo goed als alle op de ruiter, het stro is
grotendeels van het land, hetzij geperst, hetzij verbrand,
de uien zijn gedeeltelijk geplukt en op enkele vroege per
celen reeds opgeborgen en er werd bijna overal een begin
gemaakt met het aardappelenrooien. Alles en ieder die
nog boerenwerk wil en kan verrichten ziet men dezer
dagen druk in de weer om met het mooie weer te trachten
een deel van de grote achterstand bij de oogstwerkzaam-
heden in te lopen. Wat dan ook reeds gedeeltelijk gelukt
is, zij het in vele gevallen met naar moderne begrippen
onmenselijk lange arbeidstijden.
Maar nog zijn we er bij lange na niet. We heb
ben nog verscheidene weken goed weer nodig,
willen alle producten geborgen kunnen worden.
Dit laatste geldt vooral voor de zware grond, waar
het rooien van aardappelen nog maar pas begint
te gaan, maar ook op de liphte grond is nog een
enorme achterstand in te lopen.
Het suikerbietenrooien zou deze week ook een
aanvang moeten nemen, maar we denken dat er
verscheidene suikerbietentelers zullen zijn die
tiaar nog niet aan toe kunnen komen. Hoe graag
ook zij misschien hun vooreinden en gangen onder
gunstige omstandigheden zouden uitrijden. Maar
ja. men kan nu éénmaal niet alles tegelijk doen,
zeker niet als men met weinig mensen in korte
tijd heel veel werk moet verzetten. Dat is nog
niet zo eenvoudig, zeker niet met andere voor
beelden voor ogen.
AP WALCHEREN is de oogst nu eindelijk ook
v klaargekomen. Slechts enkele percelen laat-
g_zaaide zomertarwe staan nog in het nu kaalge-
v. orden landschap. De erwten zijn nu ook uit de
ruiter gedorst en het vlas hoofdzakelijk afge
voerd. Met de bietenoogst is een bescheiden begin
gemaakt. Zo zien we dit jaar het merkwaardige
verschijnsel dat het rooien van de bieten als laatst
1e oogsten gewas aansluit op het beëindigen van
de eerst te oogsten gewassen, erwten en vlas.
De werkzaamheden zijn de laatste 14 dagen
weer flink gevorderd. Bruine bonen en uien zijn
opgetrokken, terwijl al wat uien zijn afgeleverd
en bonen 0eruiteid of reeds gedorst.
Het rooien van de aardappelen vorderde ook
goed. We zagen op enkele percelen in de zak
rooien. Het werk was redelijk goed, doch op zach-
1e grond. Vele kollega's rooien nog met de voor-
raadrooier, daar op de meeste percelen met de
verzamelrooier meer kluiten dan aardappelen
worden verzameld. Vooral rond de bevolkings
centra is het nog wel mogelijk aardappelrapers te
werven. Bij gunstig weer is men nog wel genegen
dit werk te doen, uiteraard tegen een goede be
loning.
De schade aan de graanoogst blijkt achteraf nog
wel mee te vallen. Wel zijn er de onvermijdelijke
droogkosten. Het schotpercentage is echter meest
al nog wel meegevallen. Boven de 10 zijn er
weinig. De meeste partijen zijn nog wel onder de
5 gebleven. Ook de korreluitval is bij de win
tertarwe wel meegevallen, in de zomertarwe zagen
we echter percelen 3 a 4 maal zaaidik.
Rest nog op vele percelen een slechte struktuur
als gevolg van het berijden met zware machines
onder te natte omstandigheden. We zullen hopen
dat de natuur hier ook weer een handje meehelpt.
Wij zijn van mening dat we deze percelen maar
zo vlug mogelijk in oktober op wintervoor moe
ten ploegen, onder zo gunstig mogelijke omstan
digheden uiteraard. Bovenstaande geldt trouwens
wel voor vrijwel alle gronden, doch speciaal voor
de zgn. rooie grond die we meestal in de komge-
bieden aantreffen. Laat modderen in deze grond
geeft vrijwel altijd een slechte struktuur.
Komende periode zal weer veel wintertarwe
worden ingezaaid. Gezien de kwaliteit van het
zaaizaad en de struktuur van de grond lijkt het
ons wenselijk geen korrel onontsmet uit te zaaien.
De landbouwjongeren hielden weer hun jaar
lijkse pioegWedstrijd. De kwaliteit van het ploeg-
werk was over het algemeen goed. Jammer dat
enkelen verstek lieten gaan, vooral voor de orga
nisatoren die er veel werk voor moeten verzetten.
Er waren 12 deelnemers doch de rubriek rond
gaande en paardenploegers hadden beter vertegen
woordigd kunnen zijn. De belangstelling van het
publiek was matig.
IN enkele weken tijds zijn alle werkzaamheden
op ZUID-BEVELAND zeer vlot verlopen. Toen
hadden we een achterstand met alle werkzaam
heden. We kunnen nu gerust zeggen dat deze ach
terstand vrijwel geheel is ingehaald. Van de stop
pelbewerking. reeds meerdere jaren een stiefkind
op vele bedrijven, is deze zomer niet veel terecht
gekomen. Vele percelen zullen dan ook zonder
voorafgaande bewerking op winterland geploegd
worden.
Op maandag 27 september zat nog ongeveer 30
van de aardappelen in de grond. Het ziet er naar
uit dat bij goed weer de rest deze week wel ge
rooid kan worden. Leek de grond onlangs zeer
slecht van struktuur en moeilijk verwerkbaar,
over het geheel genomen valt bij het rooien dit
op vele percelen veel mee. Het los op de wagen
rooien is dit jaar weer sterk toegenomen. In meer
dere gevallen werd met betrekkelijk weinig men
sen (4 a 5 man), voor ooien en afvoer tot in de
opslagplaats, 2 ha en soms nog meer per dag met
één rooimachine gerooid.
Waren we met zijn allen enkele weken terug
erg pessimistisch gestemd over de opbrengst, nu
met het rooien valt dit veel mee. Wel is door de
grote aanslag de sortering wat aan de fijne kant.
Door kwaad aangetaste knollen komen gelukkig
slechts zeer weinig voor. Wel komen op enkele
percelen nog gedeelten voor waar nu wat natrot
optreedt. De grote regenval is voor zulke plekken
dan ook funest geweest.
In het begin van deze week is op verschillende
bedrijven een begin gemaakt met het bietenrooien.
Hoewel allen aanvoelen dat er volgens termijnen
geleverd moet worden en dat het voor de arbeids
verdeling noodzakelijk wordt om aan de bieten-
oogst te beginnen, toch willen vele landbouwers
de suikerbieten onder deze gunstige omstandig
heden nog zolang mogelijk een t kans geven om
langer door te groeien.
Het één zal in dit geval tegen het ander afge
wogen moeten worden.
Voor sommige percelen is het goede weer wel
wat laat gekomen, de opbrengst zal hier tegenval
len. Daarnaast zijn er ook weer percelen, waar
gedurende deze zomer de weersinvloeden met
vooral veel regen minder funest op de struktuur
hebben ingewerkt, waar een behoorlijke, soms
een zeer goede oogst verwacht kan worden.
In de zwaardere gronden is men reeds enkele
weken aan het zaaivoorploegen. Wanneer we de
opbrengsten van de wintertarwe en de zomer
tarwe naast elkaar zien dan is het "wel te ver
wachten dat diegene die er maar enigszins de
kans voor heeft wintertarwe zal uitzaaien. De
eerste helft van oktober is toch bij uitstek de
meest geschikte zaaitijd.
Wat de rassenkeuze betreft, geloof ik dat er op
dit moment voldoende goede rassen aanwezig zijn
om hieruit een keuze te maken.
DE werkzaamheden op SCHOUWEN-DUIVE-
LAND zijn de afgelopen weken zeer vlot ver
lopen. Het late zomerse weer in de 2e helft van
september kwam goed van pas. De laatste per
celen tarwe en gerst konden gecombined wor
den en 't ziet er naar uit dat het laatste stroo
(10 eind september ook geperst zal zijn. Dat
de werkzaamheden door de slechte zomer een
ongekend verloop te zien gaven, blijkt wel uit het
volgende. In de 4e week van september is/zijn:
de laatste tarwe en gerst gecombined
het laatste perceel staand vlas getrokken
het erwtendorsen klaar gekomen
de eerste percelen wintertarwe gezaaid
de eerste suikerbieten gerooid
groot gedeelte van de aardappelen reeds ge
rooid
vele percelen uien nog niet geplukt.
Betreffende de opbrengst van de granen mogen
we nie'. ontevreden zijn. We schatten hier de ge
middelde opbrengst van wintertarwe op 28 mud,
van zomertarwe op 26 a:d, van zomergerst op 27
mud. Ten aanzien van de erwten kunnen we niet
tevreden zijn. Er zijn grote verschillen, wat trou
wens ook bij granen het geval is, de opbrengst zal
liggen ongeveer tussen 12 en 15 mud (alles per
gemet).
Het ziet er naar uit dat de aardappelen in sep
tember voor het grootste gedeelte gerooid zullen
zijn. Met deze oogst is dit jaar een grote ar-
beidstop in onze oogstwerkzaamheden zonder bij
zondere moeilijkheden verlopen, al bracht het
probleem van de kluiten vooral gedurende 't be
gin van de rooiperiode nog al wat narigheid. De
kwaliteit van de aardappelen is over 't algemeen
goed (weinig kwaad en weinig natrot).
Ook hier komen grote verschillen in opbrengst
voor. Gemiddeld zal deze liggen rond de 35 ton.
De uien beginnen ook 't veld te ruimen, naast
de prijs zal de kg-opbrengst in vele gevallen dit
jaar interessant zijn. Veel wordt gewerkt met de
uienrooimachine, waarbij wel blijkt dat secuur
zaaien hierbij een eerste vereiste is.
De bruine bonen staan aan de ruiter. Dat de
verwachtingen hier niet hoog zijn, is bekend.
Op de gemengde bedrijven begint straks weer
extra werk te komen, zoals bij voederen van bie
tenkoppen en -blad en het inkuilen van 't loof.
Tot nu toe waren de weersomstandigheden gun
stig voor het nog in de weide lopende jongvee,
maar ongeacht 't weer gaat het nu hard tijd wor
den om het jongvee, nu 't nog gezond is, reeds op
stal te zetten.
Ten aanzien van de te zaaien wintertarwerassen
ziet het er naar uit dat de vroege Manella terrein
wint ten koste van de late Ibis.
UOLOP aardappelen rooien" was het devies
in de afgelopen week voor agrarisch
NOORD-BEVELAND. Zowat alles en iedereen was
daarmee bezig. En als we dit nog een week zo
kunnen houden zullen er niet veel meer in de
grond zitten. We schatten dat met het weekend
ongeveer 55 van de oppervlakte was geborgen
Behoudens die gedeelten waar natrot voorkomt
zijn de opbrengsten normaal tot goed, terwijl hel
met de phytophthora gemiddeld meevalt. Dit laat
ste eigenlijk boven verwachting, wat niet weg
neemt dat deze ziekte met vaak wel IV2 ct. spuit-
kosten per kg aardappelen jaarlijks een flinke posi
opeist.
Dat er plaatselijk nog ..tro is verbrand is ener
zijds begrijpelijk, anderzijds toch jammer. Be
grijpelijk gezien de moeite waarmee soms de
graanoogst moest worden geborgen en de berijd
baarheid of liever onberijdbaarheid van het land.
Jammer, omdat hiermee toch een waarde aan or
ganische stof, waarvan onze grond nog steeds meer
tekort dan over heeft, verloren gaat. Als wij ge
zien de arbeidsbezettine niet in staat of gezien
arbeidsbezetting en prijs niet bereid zijn veel
moeite te besteden aan de stroberging, moeten we
ons er dan niet op instellen dit toch voor onze
grond te benutten? Vergelijking van de waarde
na verbranden en de waarde na op goede wijze
onderploegen komt ook bij verrekening van b.v.
hakselkosten nog ongunstig uit voor het verbran
den.
Ook voor de bieten, waarvan de oogst inmid
dels is begonnen, is het goede weer zeer welkom.
Zon overdag en betrekkelijk koude nachten zijn
gunstig voor groei en suikervorming. Toch lijkt
de oogst gemiddeld maar matig. Naast goede per
celen, vooral op de zwaardere gronden, zijn er
te veel met een matige stand om gemiddeld een
goede oogst te geven.
DOOR de aanhoudende regenval hebben de oogst
werkzaamheden een traag verloop, aldus het
landbouwoogstbericht van de directie akker- en weide-
bouw van het ministerie van landbouw en visserij,
dat de situatie op 10 september 1965 weergeeft. Over
het algemeen worden door het ongunstige weer ook
de andere werkzaamheden gestagneerd. Van een aan
tal nog te velde staande gewassen is de stand achter
uit gegaan.
DF STAND VAN DE AKKERBOUWGEWASSEN
Peulvruchten. De stand van de veldbonen en de
stambonen is achteruit gegaan. Voor een goede af
rijping van de peulen is zonnig en droog weer nood
zakelijk. De opbrengstverwachtingen zijn niet hoog
gespannen. Voorts zal ook de kwaliteit matig zijn.
Knol- en wortelgewassen. De aardappelen zijn wei
nig in stand veranderd. De laaggelegen percelen heb
ben te kampen met wateroverlast. Vrijwel overal is
het loof reeds doodgespoten. De vele regenbuien heb
ben op de suikerbieten een nadelige invloed gehad,
op sommige laaggelegen percelen vertoont het blad
geelkleuring wegens stikstofgebrek. De wortelontwik
keling valt in het algemeen tegen.
Stoppelgewassen. Nu de graanoogst later plaats
vindt dan in normale jaren is de stoppelbewerking
in gedrang gekomen. Bovendien wordt door het slech
te weer veel stagnatie ondervonden. De opkomst van
de reeds ingezaaide stoppelgewassen is matig. Het
totale areaal zal dit jaar echter kleiner zijn dan in
normale jaren, waardoor de voorraad wintervoer nog
krapper zal zijn.
Het grasland. Voor het gras is het in het algemeen
te nat geweest. Stuktrappen van de zode kwam veel
vuldig voor, vooral op de laaggelegen percelen. Over
het algemeen is er echter nog voldoende weidegras.
Voor zover het weer het toelaat wordt nog gras in
gekuild.