i¥l AU RITS PLEIN 23 Bedrijfsopvolging op pachtbedrijven1 906 AARDGASLEIDLNG OOST ZEEUWS-VLAANDEREN Wist dat....? ZEtUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD W? v.|p? y<&M>x4iüwüA '/Sa^MW v/tofev&u&i&£*Jckikkr", In vorige artikelen hebben we ons voornamelijk beziggehouden met de be drijfsopvolging in eigendomsbedrijven. Een bijzondere aandacht verdient toch zeker ook de bedrijfsopvolging op gepachte bedrijven. Wat in vorige artikelen is gezegd over het belang van een goede voorberei ding tot de gehele bedrijfsopvolging gaat ook bij de pachtbedrijven op. Ook hier geldt dat men het meewerken van de zoon zakelijk dient te regelen, d.w.z. dat hij voor zijn arbeid betaald dient te worden. Toch doen zich bij de bedrijfsopvolging in pachtbedrijven een aantal proble men voor die we niet tegenkomen bij bedrijven in eigendom. PROBLEMEN BI-T PACHTBEDRIJVEN Allereerst zouden we willen stel len, dat bij pachtbedrijven de be drijfsopvolging in vele gevallen een min of meer onzekere onderneming is. We hebben in een dergelijke situa tie immers altijd te maken met de eigenaar-verpachter, die zijn mede werking moet verlenen om de vader door de zoon te laten opvolgen. Over leg met de eigenaar-verpachter over de onroerende goederen zal dan ook eigenlijk een eerste vereiste moeten zijn. De roerende goederen (vee en werktuigen), kunnen, zover ze al thans eigendom van de vader zijn, di- rekt aan de zoon worden verhuurd of verkocht. Bij de bedrijfsopvolging in pacht bedrijven doen zich de volgende mo gelijkheden voor: overname van de pacht door de zoon, al of niet met toestemming van de verpachter, nog tijdens het leven van de vader; in de plaatsstelling na het overlij den van de pachter (vader) door zijn zoon-opvolger; onderverpachting; het sluiten van een maatschap. PACHTOVERNAME DOOR DE ZOON In alle gevallen ligt het voor de hand dat men eerst probeert in over leg met de verpachter tot overeen stemming te komen. Wanneer met de verpachter over eenstemming wordt bereikt, kan de zoon de plaats van de vader overne men. Het pachtcontract kan dan blij ven bestaan, alleen verandert de per soon van de pachter. Het is ook mo gelijk dat een nieuw pachtkontrakt tussen verpachter en zoon wordt ge sloten. Dit biedt echter weinig voor delen. Allereerst is het omslachtig omdat het nieuwe kontrakt door de grondkamer moet worden goedge keurd. Ook biedt een nieuw kontrakt niet meer bedrijfszekerheid vanwege een aanvankelijk langere duur, die het zal hebben, (nl. 12 jaar voor een hoeve en 6 jaar voor los land). Im mers de regel van verlenging van rechtswege van een bestaande pacht overeenkomst, biedt praktisch dezelf de zekerheid. Weigert de verpachter zijn mede werking te verlenen aan een nieuwe pachtovereenkomst met de zoon, dan is men in vele .gevallen uitgepraat. Voor bepaalde gevallen biedt de pachtwet wel een oplossing. Is de va der nl. 65 jaar of ouder of is hij door ziekte of invaliditeit niet meer in staat om zelf het gepachte bedrijf te exploiteren, dan kan hij zich tot de pachtkamer wenden kantonrech ter met twee bijzitters-landbouwkun- digen) met het verzoek het gepachte door zijn echtgenote of door een van zijn kinderen over te laten nemen. De verpachter kan daarentegen de pachtkamer verzoeken een of meer anderen in de plaats te stellen. De pachtkamer beslist naar billijk heid, maar zal het verzoek van de verpachter afwijzen, indien de voor gestelde pachter (bv. de zoon) niet voldoende waarborgen biedt voor een behoorlijke bedrijfsvoering. IN DE PLAATSSTELLING NA OVERLIJDEN VAN DE VADER Ook voor een dergelijke situatie bevat de pachtwet een regeling. Komt de pachter (vader) te over lijden dan kunnen de nabestaanden (bv. de zoon) de pachtkamer verzoe ken één of meer van hen in de plaats van de overleden pachter de pacht overeenkomst voort te zetten. Dit verzoek moet men binnen 6 maanden na overlijden van de vader doen. De verpachter kan een soortgelijk verzoek doen. Beslissing door de pachtkamer weer naar billijkheid. ONDERVERPACHTING Voor onderverpachting is schrifte lijke toestemming van de verpachter nodig. Onderverpachting zonder schrifte lijke toestemming is een gevaarlijke bezigheid. Het recht op verlenging gaat verloren en zelfs kan de ver pachter pachtontbinding eisen. Onderpacht is dan ook in het alge meen geen bruikbare vorm van be drijfsopvolging. MAATSCHAP Ook bij het aangaan van een maat schap moet men rekening houden met de verpachter. Zeker indien de vader oud is en niet meer aktief in het bedrijf meewerkt. Dan staat het maatschapskontrakt in feite gelijk met onderverpachting tegen een pachtprijs bestaande uit een winst aandeel. En is daar wettelijk wél goedkeuring van de verpachter voor nodig. VOORKEURSRECHT PACHTER In verband met het voorgaande is het van belang te wijzen op het voor keursrecht van koop voor de pachter, als de verpachter zijn bedrijf wil ver kopen. Tenslotte willen wij de lezers die bij een goede bedrijfsopvolging be lang hebben, wijzen op de mogelijk heid hiervoor advies te krijgen van een deskundige. We denken dan vooral aan voor lichters en deskundigen in dienst van uw organisatie en aan uw landbouw- boekhoudbureau. v. d. T. WU het einde van de werkzaamheden verbon den aan het leggen van de aardgasleiding in Oost Zeeuws-Vlaanderen in zicht komt, acht de Gewestelijke Raad voor Zeeland van het Land bouwschap het noodzakelijk bepaalde punten on der de aandacht van belanghebbenden te brengen, zulks naar aanleiding van hetgeen in laatste in stantie met de Gasunie is overeengekomen. In de eerste plaats is gebleken, dat diverse merk palen hinder oorveren voor een normale bedrijfs voering, zodat verplaatsing dringend gewenst is. De Gasunie heeft toegezegd, dat op korte ter mijn tot verplaatsing zal worden overgegaan, waar bij de Begeleidingscommissie van advies zal dienen. Vervolgens is besloten de herstelwerkzaamheden met betrekking tot de drainage in regie te doen uitvoeren door de Gront Mij. Hiermede is inmid dels een aanvang gemaakt en verwacht mag wor den dat het totale herstel 6 a 8 weken in beslag zal nemen. Tenslotte is overeengekomen, dat de resultaten van de opmetingen, inzake de breedte van de strook die voor het werk n~dig was, ter beschik king zullen worden gesteld van de leden van de Begeleidingscommissie, zodat belanghebbenden zich voor eventuele inlichtingen rechtstreeks tot de leden van deze commissie kunnen wenden. Uiteraard zal in de gevallen, waarbij de oor spronkelijk vastgestelde 22 meterstrook is over schreden, alsnog betaling volgen over hetgeen daarboven in beslag is genomen. Mochten er nog vragen overblijven dan zullen de leden van de Begeleidingscommissie deze gaar ne vernemen. Voor de goede orde volgen hier nogmaals de namen en adressen van de leden van de com missie A. Staal. Willem Hendrikstraat 14, Graauw, tel. 01143—379 J. de Kraker, Capellestraat 15, Axel, tel. 01155—804 L. Dieleman, Kruisweg 3, Axel, tel. 01155465 TEN aanzien van het landbouwbedrijf in de wet Inkomstenbelasting 1964 meerdere ingrijpende wijzigingen zijn aangebracht? Wij hebben in het verleden hierover wel meer een aantal opmer kingen gemaakt. In de eerste plaats valt het op dat we in de wet 1964 geen definitie van landbouwbedrijfmeer vinden. In het Besluit Ink. Bel. 1941 was dit wel het geval. Bij de wetsopzet was het de bedoeling de bekende landbouwvrijstelling geheel te doen verdwijnen, waarmee het belang van de omschrijving landbouwbedrijf goeddeels kwam te vervallen. Nu deze landbouwvrijstelling, zij het ALLEEN VOOR GRONDEN, toch weer in de nieuwe wet kwam, blijft het toch weer van belang te weten, wat hieronder moet worden verstaan. Wellicht dat we in de toekomst op dit terrein nog wel een aantal moeilijkheden krijgen. Het is nu zo, dat de vrijstellingen van onder het regime van het Besluit Ink. Bel. 1941 gebleven zijn, maar ALLEEN VOOR GRONDEN. Dit schept allerlei problemen. Men denke er maar eens aan dat ook de ONDERGROND van de gebou wen onder het begrip gronden valt. Als dus op de bedrijfsbalans in één post voorkomt 10 ha gronden met gebouwen, dan komen we in de noodzaak dit balansbedrag te splitsen in twee stukken, n.l. 10 ha gronden en de gebouwen ZONDER de grond onder deze gebouwen. Immers heeft te eniger tijd vervreemding plaats dan is het verschil tussen de opbrengst en de boek waarde van de gronden vrij, maar een verschil in opbrengsten boekwaarde van gebouwen kan bestaan uit een belast en een vrij gedeelte. BELAST is de waardevermeerdering die IN DE UITOEFENING VAN 'T BEDRIJF IS ONTSTAAN, d.w.z. waardeverandering met een interne oorzaak, VRIJ is de waardevermeerdering die NIET IN DE UITOEFENING VAN HET BEDRIJF IS ONTSTAAN, d.w.z. waardeverandering met een externe oor zaak. Onder het besluit Ink. Bel. 1941 is hierover reeds een zeer uitvoerige jurisprudentie ontstaan en het komt ons voor dat deze onder de wet 1964 nog wel zal toenemen. Een zeer belangrijk punt is nu de waarde waarvoor opstallen en opstanden op de eerste balans onder de werking van de nieuwe wet voorkomen. Daar nu tot 31 december 1964 het Besluit Ink. Bel. 1941 van kracht was en de vrijstelling ook van toe passing was op opstallen en opstanden zou het onbillijk zijn het verschil tussen de waarde (in het eco nomisch verkeer) per 1 januari 1965 en de boekwaarde mede te belasten, daar deze waardevermeerde ring ontstaan is in de periode toen ook voor opstallen en opstanden de vrijstelling ex art. 6 lid 2 gold. Vandaar dat in art. 70 der wet 1964 een ovwaarderingsregeling is getroffen, waarover later nader. MEIJERS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 6