De ontwikkeling van de pluimveehouderij
ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD
F. EDZERS
Hoofdass. R. P. V. D.
J^OG niet zoveel jaren' geleden was Zeeland een pro
vincie, die door onze overige landgenoten niet of
zeer weinig werd bezocht. Mede door de Delta-werken
is Zeeland in de belangstelling gekomen en men kwam
loen tevens tot de ontdekking dat de duinen en stranden
hier bijzonder mooi en rustig waren. Helaas kan dit nu niet
meer worden gezegd, want niet alleen Nederlanders, maar
nog meer buitenlanders behoren tot de regelmatige be
zoekers van onze provincie, waardoor het met de rust
voorgoed is gedaan.
Het zijn vooral de toeristen geweest, die een gunstige
invloed op de ontwikkeling van de pluimveehouderij in
onze provincie hebben g?had. Vooral in de kustgebieden
kon men niet aan de vraag naar eieren voldoen en werd
tot uitbreiding van de pluimveestapel overgegaan. Deze
uitbreiding is thans echter over de gehele provincie waar
neembaar.
Wij mogen dan ook stellen dat de pluimveehouderij in
de provincie Zeeland een snelle ontwikkeling ondergaat.
W:;s het een 5 a 10 jaren geleden nog zó, dat het overschot
aan kuikens uit de overige provincies voor ons nog goed
genoeg was, hieraan is voorgoed een einde gekomen.
Het voorlichtingsbedrijf in Walcheren.
DE GROTERE EENHEDEN
IIET la~t zich aanzien dat wij in de landbouw
steeds meer met grotere eenheden moeten
gaan werken. Dit betekent, Tlat het gemoedelijke
moet plaats maken voor een meer zakelijke men
taliteit. In de pluimveehouderij is het niet anders
gesteld. Het houden van pluimvee in grotere een
heden is nu eenmaal niet te vergelijken met het
houden van pluimvee in kleinere eenheden. De
pluimveehouder moet zich hierop instellen en met
dc gewijzigde omstandigheden rekening houden.
Voor de bedrijven, die van klein tot groot
overgaan, zijn de veranderingen vaak groter dan
wanneer men zondermeer een groot pluimveebe-
drijf gaat stichten. Hierbij is natuurlijk liefde
voor het vak en een goed luisterend oor een
eerste vereiste. De pluimveehouder moet hierbij
voldoende vertrouwen kunnen stellen in zijn voe
derdeskundige en de kuikenbroeder/opfokker.
Vooral aan de voederdeskundige worden hoge
eisen gesteld. Van de voederdeskundige wordt
verwacht dat hij het kuiken van de wieg tot het
graf de juiste voedermethode voorschrijft. Voor
de voederdeskundige is dit niet altijd een ge
makkelijke opgaaf, vooral als wij bedenken, dat
er in de lichtere rassen onderling nog grote ver
schillen voorkomen. Het zou voor de voederdes
kundige heel wat gemakkelijker zijn als hij over
meerdere volledige samenstellingen zou kunnen
beschikken. De voederbehoefte is nu eenmaal ook
bij onze kippen niet steeds constant.
Door de grotere eenheden neemt de belang
stelling voor bulkvoedering toe. Hoewel de menin
gen over bulkvoedering nogal verdeeld zijn, mo
gen wij toch stellen, dat hieraan verschillende
TROEFBEDRIJF WISSENKERKL
Het was het hoofdbestuur van de V. P. Z., dat
Sn samenwerking met de Rijkspluimveeteeltcon-
sulent Ir B. H. v. d. Zanden, aan de pluimveehou
derij in Zeeland een gunstige wending heeft ge
geven. Zo werden in de eerste plaats de z.g.
opfokbedrijven in het leven geroepen. Deze be
drijven fokten kuikens op tot een leeftijd van 8 a
9 weken, die bij aflevering door een keurmeester
werden gekeurd en geknopt, waarbij een certifi
caat van herkomst werd uitgeschreven. Deze me
thode heeft tot 1963 zeer gunstig gewerkt. Door
dat het aantal kleinere bedrijven sterk is terug
gelopen en hiervoor in de plaats de grotere pluim-
veebedrijven zijn gekomen, was het niet moge
lijk deze georganiseerde opfok langer in stand
te houden. De bestaande opfokcapaciteit was nu
eenmaal niet berekend op aantallen van 2000 en
meer hennen tot een leeftijd van 16 weken.
Thans wordt naar mogelijkheden gezocht de op
fok in het groot te stimuleren.
Wij mogen echter wel stellen, dat uit deze cen
trale opfok het proefbedrijf te Wissenkerke ge
boren is. Vooral door deze centrale opfok werd
het de V. P. Z. steeds duidelijker, dat het gewenst
zou zijn, zelf de bestaande rassen te toetsen, waar
door de pluimveehouders d.m.v. proefgegevens in
staat werden gesteld een juiste keuze te maken.
Het proefbedrijf te Wissenkerke is er gekomen en
heeft aan de vraag voldaan. Mede door het proef
bedrijf te Wissenkerke kwamen toen de betere
rassen naar Zeeland, terwijl de kuikenbroeders
in staat werden gesteld dié rassen aan te trekken,
waarnaar de grootste vraag bestond.
Was het proefbedrijf te Wissenkerke aanvan
kelijk alleen een Zeeuwse aangelegenheid, de
laatste jaren worden ook inzenders van buiten
de provincie geaccepteerd, tenminste als de in
zending aan de gestelde eisen voldoet.
Het aantal buitenlandse rassen neemt steeds
toe; dit is ook op het proefbedrijf merkbaar. Het
is jammer dat het aantal kuikenbroeders de laat
ste jaren sterk is afgeromen. Dit betekent dat
Vele pluimveehouders gaan eerst naar het
proefbedrijf te Wissenkerke kijken, alvorens er
een nieuw hok gebouwd wordt. Vooral het „Elite-
hok" voldoet aan de moderne eisen.
niet alle goede rassen via een Zeeuwse kuiken
broeder te leveren zijn.
Het proefbedri heeft de grote verandering in
Zeeland teweeg gebracht, want niet alleen als
proefbedrijf, maar ook als voorlichtingsobject
heeft dit bedrijf aan de vraag voldaan.