HET AARDAPPELROOIEN Rooibeschadiging 841 Dr. D. E. VAN DER ZAAG de landbouw in de europese gemeenschap VOORNAAMSTE LANDBOUWPRODUKTEN 0 VRIJDAG 3 SEPTEMBER 1965 ijkslandbouwconsulent voor Hakvruchten IN de komende weken zal men de machines weer bezig zien met het rooien van aardappelen. Met een zekere trots denken we aan deze tijd waar de machine veel zwaar werk van de mens heeft overgenomen. Dit gevoel van tevredenheid verdwijnt evenwel spoedig als men over de sloot stapt en het geheel wat nader bekijkt. Men zal dan al gauw zien, dat een door de natuur mooi gevormd produkt in enkele seconden zwaar beschadigd kan worden. Aan gevoelens heeft de boer echter weinig, het gaat hem om de harde feiten. Hier zijn de feiten 1. De financiële resultaten op vele akkerbouwbedrijven blijkt sterk be paald te worden door de netto-opbrengst van aardappelen en suiker bieten. Bij aardappelen bestaat netto-opbrengst uit onbeschadigde knollen. 2. Op vele bedrijven worden nog veel aardappelen beschadigd. Het gaat niet alleen om stukgesneden en gebarsten knollen, maar ook om stootblauw (blauwachtige plekken onder de schil). Deze plekken laten zich pas na enige dagen zien. Vooral aardappelen met een hoog droge-stofgehalte zijn hiervoor gevoelig. Gelukkig hebben de meeste aardappelen dit jaar een minder hoog gehalte dan vorig jaar. 3. Veel aardappelen zitten dit jaar in de vaste grond. Er zullen dan ook dikwijls veel kluiten op de machine meekomen. Iedere teler zal op zijn eigen wijze dit probleem moeten oplossen. Zoek de oplossing echter niet in veel beschadigde knollen. 4. Er is een kans dat vrij veel aardappelen een tamelijk zwakke schil zullen hebben. Ontvelde aardappelen verkopen zich niet gemakkelijk. Bovendien worden ze_gemakkelijk door Phytophthora aangetast. 5. Komt Phytophthora in de partij voor, probeer dan zoveel mogelijk de zieke knollen vóór het binnenbrengen te verwijderen en zorg ervoor dat de partij zo spoedig mogelijk droog is. 6. Bedenk wel, dat door de verplichte kwaliteitsregeling beschadigde aardappelen slechts één bestemming hebben, namelijk veevoer. Over het goed afstellen van de machine, juiste rijsnelheid, kleine valhoogte van de knollen,enz. willen we niet weer ingaan. Het is al zo vaak gezegd en het blijkt nog steeds waar te zijn Indien U inlichtingen wenst, wendt U rich tot de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst. x 1.000 ton Gemiddelde 1961/1963granen {1 cm=*6 miljoen) Frankrijk flHBBHBB 23.655 België/Lux. ■1.939 Nederland 1.855 Duitsland (B R) ■HHHHB 13.929 Italië 13.260 Gemiddelde 1961/1963 aardappelen (1 cm=vó miljoen) Frankrijk ■■■■■BHI 14.559 België/Lux. ■1.842 Nederland 3.842 Duitsland (B R) ■■■■■■HHMHÜ 24.13» Italië 3,959 Gemiddelde 1961/1963 suiker (1 cm-300.000) Frankrijk 640 België/Lux. ■■■1350 Nederland 448 Duitsland (B R) MÊÊÊÊÊÊÊÊÊ^ÊÊÊKBÊÊÊÊÊKÊÊBÊÊÊ 1.533 Italië 389 1963 vCees (in tot aai, wausier jiachtafvai - tonow vrnw) 1 em *=>760.000) 3.699 België /Lux. ■■|640 Nederland 82! Duitsland (B R) ESÊ^ÊÊÊEBÊÊÊÊE/ÊBÊÊÊÊÊE 3.246 Italië ■■■■11220 1963 melk (1 cm=6 miljoen) Frankrijk België /Lux. Nederland Duitsland (B R) Italië 9.248 I 26.253 20.848 fr—I 1963 eieren (1 cm—2.225000.000) MILJOENEN STUK9 Frankrijk België/Lux. Nederland Duitsland <B R> kallë 19.35* 13.041 15.340 9.997 17.558 Van de landen van de Europese Gemeenschap is Frankrijk de groot ste producent van granen, suiker, vlees en melk. Voor al deze pro- dukten komt Duitsland op de tweede plaats. Voor wat eieren betreft, hier zijn de rollen omgekeerd, Duitsland staat op de eerste plaats. Frankrijk op de tweede. Het spreekt vanzelf, dat de grote landen In het algemeen meer voortbrengen dan de kleine. Het is evenwel opmerkelijk dat voor aardappelen, suiker, melk en vooral voor eieren de produktie van Nederland verhoudingsgewijs zeer groot is. 7NIETTEGENSTAANDE hierover al zo vaak geschreven is hierbij nogmaals enkele rooi-wenken Eet bij het rooien op de juiste afstelling van de spoor breedte van trekker en rooimachine, opdat de banden niet tegen de aardappelrug gen lopen. Te brede banden van de trekker drukken de aardappel ruggen in elkaar Pas de rijsnelheid en de omtreksnelheid van de zeefket- ting zo goed mogelijk aan bij de rooiomstandigheden. Zorg ervoor dat er zich steeds grond tot aan het eind van de zeefketting tussen de aardappelen bevindt. Het gebruik van rubbermatten met pennen of een zak met grond moet worden afgeraden, omdat dit de kans op beschadiging van de aardappelen aanzienlijk vergroot. Tijdens het rooien moet de machine op de wendakkers niet worden leeggedraaid. De valhoogten van de aardappelen in de rooimachine moeten zo gering mogelijk zijn. Ook het overstorten van de aardappelen op de wagenbodem moet met de groot ste voorzichtigheid geschieden. Ook bij het lossen in de opslagplaats moet de valhoogte beperkt blijven. RED. ftNLANGS kreeg ik de resultaten onder ogen van een beproeving van een aantal aardappelverzamelrooiers. Deze resultaten loochenen de door gebruikers en leveranciers van aardappelrooimachines vaak geuite be wering dat hun machine geen beschadiging veroorzaakt en in dit opzicht beter zou zijn dan andere machines. Elke aardappelrooier geeft een bepaald per centage beschadiging, net zoals er bij het rooien van aardappelen met de hand altijd beschadiging wordt veroorzaakt. Aldus ir. J. Crucq in „Landbouw mechanisatie van augustus 1965. Tussen de bekende machines die in ons land voor het rooien van consump tieaardappelen en pootgoed worden gebruiktbestaat in dit opzicht niet veel verschil. De onderlinge verschillen zitten veel meer in het opnemen van de aardappelrug, de verwerking van loof en onkruid en de constructie en de gemakkelijke bediening van de rooiers dan in de beschadigingMet de meeste machines kunnen de aardappelen zonder veel beschadiging worden gerooid. Als er maar nergens verstoppingen optreden of aardappelen bekneld raken, dan valt de beschadigingook bij de grote verzamelrooiers, erg mee. De belangrijkste factor bij het optreden van rooibeschadiging is dan ook niet de machine maar de man die ermee werkt. Bij bovengenoemde beproe ving veroorzaakte dezelfde machine onder dzelfde omstandigheden eerst 60 beschadiging en even later bij een andere afstelling, slechts 10 De wijze waarop men de machine gebruiktheeft een veel grotere invloed op het percentage beschadiging dan de machine zelf. Daarom is het goed om, nu het rooiseizoen weer begonnen is, er nog eens op te wijzen dat men een rooimachine op de juiste wijze moet gebruiken. Stel de schaar zo diep dat alle aardappelen worden opgenomen, maar beslist niet te diep; als er een enkele aardappel wordt doorgesneden, is de afstelling net goed. Zorg dat alle zeef organen steeds met een laagje grond bedekt zijn, zodat de aardappel niet met het ijzer in aanraking komt. Men kan'dit bereiken door het toerental van de machine en de rijsnelheid goed op elkaar af te stemmen. Laat liever wat grond met de aardappelen meegaan, dan te proberen om ze geheel schoon af te leveren. Men kan dan, als de omstandigheden dit toelaten, gerust met een snelheid van 5 a 6 km/u rijden. Dit is vaak zelfs beter dan te langzaam rijden. Tracht verstoppingen en ophopingen te voorkomen. Hoe ge lijkmatiger het rooiproces verloopt, des te minder beschadiging wordt er ver oorzaakt. Maak de valhoogtes zo klein mogelijk door bij wagenrooiers de transpor teur vlak boven de wagenvloer of de aardappelen te houden en bij zakken- en bakrooiers de val van aardappelen onder in de lege zak of bak te breken. Verder is het van belang om te weten dat een belangrijk percentage van de beschadigingen niet bij het rooien maar pas daarna ontstaat. Denk er dus ook bij het transport, het lossen, het vullen en ledigen van de bewaarplaatsen, het sorteren, enz. aan, dat een aardappel geen keisteen is maar een levend kwa- iiteitsprodukt

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 9