Kapitaal en arbeid
VRIJDAC 27 AUGUSTUS 1965
Officieel orgaan van de Maatschappij tot bevordering van land enTuinbouwenVeeteelt in Zeeland
Frankering bij abonnement: Terne «een
5Je Jaargang Ne. JJW
DIJ iedere productie hebben wij te maken
met de productie-factoren natuur, arbeid en
kapitaal. De „kunst" van het produceren is de
meest gunstige combinatie van deze factoren te
vinden. Het economisch motief, produceren met
tnaximaal resultaat en minimaal offer, dwingt
daartoe.
Nu zijn invloed en betekenis van deze drie fac
toren lang niet in alle tijden en omstandigheden
gelijk.
Voortdurend kunnen zich hier onder invloed
®owel van technische als van economische facto
ren wijzigingen voordoen.
In onze tijd zien we hiervan een treffend voor
beeld in de agrarische sector tussen de productie
factoren kapitaal en arbeid. Vandaar de titel van
•dit artikel.
Het is een bekend verschijnsel dat allerwege
een zeer krappe arbeidsmarkt aanwezig is. In
velerlei branches worstelt men met een tekort
aan menselijke kracht. Wellicht is dit verschijnsel
wel het allersterkst in de land- en tuinbouw. De
productiefactor arbeid is schaars en mede daar
door duur.
Hieruit is te verklaren de drang naar een rui
mer gebruik van de productiefactor kapitaal. Het
is in meerdere gevallen en situaties zo, dat we
wel van dwang kunnen spreken.
OMSCHAKELING GEEFT PROBLEMEN
Boer en tuinder zijn door de omstandigheden
gedwongen om te investeren. Het aantrekken van
arbeidskrachten is meermalen öf onmogelijk, om
dat ze 'eenvoudig niet beschikbaar zijn, óf omdat
d<e arbeidskosten (loon en sociale lasten) zó hoog
zijn, dat hierdoor de prodvtie te kostbaar worden
aou.
Nu is deze omschakeling lang niet altijd een
voudig. Er is hier velerlei verschil, b.v. tussen
de problemen voor groot- en kleinbedrijf, voor
intensief gevoerde bedrijven en die waar de be
drijfsvoering veel meer extensief gericht is, voor
eigen bedrijven en pachtbedrijven.
Als men menselijke arbeidskracht door mecha
nisatie uitschakelt, bespaart men loonkosten, maar
komen de kosten van de mechanisatie de deur
binnen.
Nu kan de situatie zó zijn, Jat men eenvoudig
geen keuze heeft. Menselijke arbeidskrachten zijn
niet te krijgen de oogst moet van het veld en dus
moet men mechaniseren.
Voor zover de situatie niet een zodanige dwang
positie inhoudt en men als ondernemer de keuze
heeft, moet scherp worden nagegaan wat de kos
ten en resultaten van een verdere mechanisatie
zijn.
Vanzelfsprekend komen nu bedrijfsgrootte en
bedrijfsaard een woordje meespreken.
Uit bovenstaande zien we reeds dat het vraag
stuk van kapitaal en arbeid en de combinatie
van die beide een kostenvraagstuk en daarmee
ook een rentabiliteitsvraagstuk is. Maar boven
dien is het ook een liquiditeitsprobleem. Inves
teren vraagt geld. Wie machines koopt moet ze
ook betalen. Dus ook een financieringsvraagstuk.
FINANCIERING
Om met het iaatste te beginnen. Het is zeer
goed mogelijk dat aankoop van bepaalde machi
nes economisch verantwoord is, maar dat de be
taling van de koopsom te zware eisen aan de
financiei'ing stelt. Eigen middelen zijn niet vol
doende of zouden als ze geheel of voor een groot
deel voor een bepaalde investering werden aan
gewend, de liquiditeitspositie aantasten en de
onderneming voor voortdurende betalingsmoeilijk
heden stellen.
Nu hebben we, en dat is bijzonder gelukkig,
in ons land een goed werkend credietwezen. Ons
Nederlandse bankwezen is prima georganiseerd
waar nog bij komt dat de agrarische sector over
een zeer groot eigen apparaat beschikt in de
Boerenleenbanken. De centrales te Utrecht en
Eindhoven zijn machtige lichamen die in een
zeer grote behoefte van land- en tuinbouw kun
nen voorzien en ook werkelijk voorzien.
Geld lenen doet echter aan de zijde van de
uitlener de behoefte aan waarborgen ontstaan.
Blanco credieten zijn altijd maar op zeer beperk
te schaal mogelijk.
Hier kunnen we direct wijzen op het verschil
tussen eigenaar en pachter. De eigenaar heeft
In djt nummer is de bekende jaarlijkse prijsvraag „Wie wordt kampioen?" opgenomen, uitgeschreven door de
Kon. Ver. „Het Nederlandsche Trekpaard", ter gelegenheid van de op 17 en 18 september te houclen Nationale
Tentoonstelling te Den Bosch. Onze abonné's kunnen met het inzenden van een oplossing mededingen naar
één van de waardevolle prijzen die beschikbaar zijn gesteld. Bijzonderheden over deze prijsvraag zoals de na
men van de hengsten die bij de prijsvraag betrokken zijn, het prijsvraagreglement, de prijzen en het formulier
om de oplossing in te zenden vindt u op pagina 821 en 823. Denk aan het tijdig inzenden
altijd in de waaide van zijn onroerende goederen
een sterke waarborg, de pachter mist deze. Waar
tegenover weer kan worden opgemerkt dat aan
koop van onroerende goederen zeer veel eigen
vermogen bindt.
LIQUIDITEIT EN RENTABILITEIT
Naast dit financieringsaspect speelt de liquiditeit
een betekenende rol. Geleend geld moet worden
terugbetaald en zolang het niet terugbetaald is,
brengt het rentekosten mee. Rente- en aflossings
verplichtingen stellen hun eisen aan de beschik
bare geldmiddelen en beïnvloeden de liquiditeit.
Wie dus investeert is niet klaar met de aanschaf
en de geldlening maar moet wel degelijk nagaan
of rente en aflossing inzake het geleende geen
te zware eisen aan de draagkracht van zijn onder
neming stellen.
Zeer belangrijk is ook het vraagstuk van kos
ten en rentabiliteit.
Investering in duurzame productiemiddelen, b.v.
machines, brengt mee kosten van onderhoud en
afschrijving, verzekering- en rentekosten.
Wil "de keuze tussen kapitaal en arbeid geen
slag in de lucht zijn, dan moeten deze kosten zo
nauwkeurig als mogelijk is worden begroot vóór
tot de investering wordt besloten. Nakaarten kan
hier wel zeer duidelijk zijn, maar is even gevaar
lijk.
De tegenwoordige steeds korter wordende eco
nomische levensduur van vele duurzame produc
tiemiddelen en de hoge rentevoet zijn twee fac
toren, die de -ondernemer tot de grootste voor
zichtigheid manen. In iedere kostenbegroting dient
men hiermee ernstig rekening te houden.
Bij het rentabiliteitsvraagstuk gaat het behalve
over de kosten ook over de opbrengst. Welke in
vloed zal het gebruiken van bepaalde machines
hebben op de gang van zaken in het bedrijf. Bij
komstige verschijnselen der mechanisatie kunnen
niet worden verwaarloosd. Ondergaat de struc
tuur der gronden nadelige gevolgen van het veel
vuldig gebruik van zware machines? Hoe groot
is het voordeel dat men behaalt als men met
eigen machines werken kan op een tijdstip dat.
het meest gunstig is? Bij samenwerking moet men
zijn beurt afwachten, bij gebruik van de 'loonwer
ker ook.
KEUZE VRAAGT BEREKENING
Er is dus een scala van punten waarop men bij
keuze tussen kapitaal en arbeid dient te letten.
Nog al te veel wordt geïnvesteerd zonder dat
men zo nauwkeurig mogelijk de gevolgen hiervan
heeft begroot.
Nog al te vaak horen we de opmerking dat men
dit alles van te voren toch niet nauwkeurig be
rekenen kan.
Met dit laatste gaan we accoord, maar als het
waar is dat een gewaarschuwd man voor twee telt,
dan geldt dit wel zeer in het bijzonder voor de
ondernemer t.a.v. zijn investering.
Een globale begroting, met inderdaad een aan
zienlijke foutenkans, is altijd beter dan helemaal
ni€ts' MEtJERS.