Doodspuiten van aardappelloof
OOGST UW WINST MET ESSO
fsso
773
J\E produkten op basis van DNOC zijn onder
U verschillende namen verkrijgbaar. Van de
80 %-ige droge DNOC-poeders gebruikt men 15
20 kg/ha. Bij bepaalde DNOC-poeders volge men
de gebruiksaanwijzing. Van emulgeerbare DNOC
in olie zijn de volgende merken toegelaten:
Spannende tijd... oogsttijdDe winst van het jaar moet worden
binnengehaald. Er moet extra hard worden gewerkt. Wat dat betreft...
op uw gemotoriseerde medewerkers kunt u rekenen. Altijd l Daarvoor
zorgt Esso! Met Esso Gasolie, Esso motoroliën, transmissie-oliën,
smeervetten, enz. Werken met Esso is wéten, dat alles vlot loopt!
MET ESSO BENT U BETER UIT!
VRIJDAG AUGUSTUS 1HS
UTANNEER de aardappelziekte (Phytophthora
infestans) zich sterk in het loof gaat uitbrei
den, verdient het aanbeveling het gewas kunst
matig te doen afsterven door het doodspuiten van
het loof. Hierdoor wordt een verdere uitbreiding
van de ziekte in het loof voorkomen en worden
de knollen enigermate tegen deze ziekte beschermd.
In het algemeen zal men met het doodspuiten
wachten totdat het gewas praktisch volgroeid is,
zodat de opbrengstderving zo klein mogelijk is.
Het doodspuiten van het loof is vooral van be
lang voor de meer zware of natte gronden, omdat
op deze gronden de kans op een ernstige knolaan
tasting het grootst is. Daarom moet op deze gron
den reeds tot doodspuiten worden overgegaan,
zodra het loof in lichte mate is aangetast en een
uitbreiding van de aantasting mag worden ver
wacht. In jaren met een ernstige knolaantasting
is in proeve» gebleken, dat de opbrengst aan ge
zonde knollen bij het doodspuiten van een licht
aangetast gewas hoger lag dan bij een normaal
uitgegroeid gewas.
Verder kan het doodspuiten bij nog groene ge
wassen enkele dagen vóór het rooien worden toe
gepast. Dit is vooral gewenst indien het gewas
reeds door de aardappelziekte is aangetast en de
weersomstandigheden bij het rooien gunstig voor
een uitbreiding van de ziekte zijn. Door het afster
ven van de bladeren wordt het gewas open en
droogt de grond sneller op, zodat een voor de
schimmel gunstige, broeierige sfeer in het gewas
wordt voorkomen.
Het doodspuiten van het loof kan met één van
de hieronder te noemen middelen worden uitge
voerd.
MIDDELEN EN BENODIGDE
HOEVEELHEDEN
J\E te noemen middelen worden bij voorkeur
verspoten in een hoeveelheid van ca. 800 liter
vloeistof per ha. Voor de bereiding van de spuit-
vloeistof volge men nauwkeurig de aanwijzingen
op de verpakking. De aangegeven hoeveelheden
zijn voldoende om van een normaal ontwikkeld
gewas de bladeren en de stengeltoppen te doen
afsterven. In geile gewassen zal men in ieder ge
val de hoogste doseringen moeten gebruiken.
ARSENICUM-BEVATTENDE MIDDELEN
UAN deze groep van middelen zijn de volgende
merken op basis van natriumarseniet in de
handel:
AAmorta, Asepta Loofdood, Brabant Loofdoder,
Duphar Loof verbrander, Javo-Loofdoder, Jebo-
mort, Liro-lofex, Luxan-Natriumarseniet, Natrium
arseniet P., Natriumarseniet 40-Unitas, Or ga-
Natriumarseniet en Shell Natriumarseniet.
Deze middelen worden in een dosering van
1620 1/ha gebruikt.
Het zijn zeer giftige middelen. Men dient dus
voorzichtig met deze middelen om te gaan en de
huid goed te beschermen, omdat deze middelen
ook in de verdunde spuitconcentratie sterk blaar
trekkend werken. Ook dient overwaaien op voor
mens en dier bestemde consumptiegewassen
(groenten, gras- en hooiland, enz.) te worden
voorkomen.
Neem daarom de voorgeschreven veiligheids
maatregelen in acht! Daar de werkzame stof van
deze middelen in de grond in weinig oplosbare
verbindingen wordt omgezet, kan bij onvoldoende
uitspoeling een voor de plantengroei schadelijke
ophoping van arsenicum plaatshebben. Op klei
gronden zijn tot nu toe slechts in enkele gevallen
schadelijke gevolgen hiervan ondervonden. Op
zand- en dalgronden daarentegen zijn reeds ver
schillende ernstige gevallen van arsenicumbescha-
diging waargenomen. Ook trad op laatstgenoemde
grondsoorten in een aantal gevallen een zeer ern
stige knolbeschadiging op als gevolg van een direct
contact met arsenicum-bevattende middelen. Hoe
wel in de meeste gevallen met schade een grotere
hoeveelheid dan de hierboven vermelde werd ge
bruikt, moet de Plantenziektenkundige Dienst voor
zand- en dalgronden het gebruik van arsenieten
ontraden en voor kleigrond waarschuwen tegeu
het gebruik van te grote hoeveelheden.
DNOC- EN DNBP-BEVATTENDE
MIDDELEN
in de hoeveelheid van 3050 1/ha: AAlomort,
Asepta, Denoline 15, Brabant DNC olie, DNOC in
olie-Unitas, Duphar Loofverbrander O.G., Javo
DNC olie, Jebonolie (DNC emulgeerbare olie), Liro
Loofdoder, Luxan DNOC-olie, Orga DNC olie,
Shell WN 101;
in de hoeveelheid van 2035 1/ha: AAlomort
G.C., Asepta Denoline Speciaal, DNOC in olie P,
Duphar Loofverbrander Speciaal, Luxan DNOC-
olie geconc.
De volgende merken var. middelen op basis van
DNBP zijn in de tussen haakjes vermelde hoeveel
heden toegelaten: AAlotox (24 1/ha), DNBP in
olie Unitas (2030 1/ha), Liromort (35 1/ha) en
Trifolex (25 l/ha).
Al deze middelen zijn eveneens zeer giftig.
Tijdens de bespuiting volge men alle voorgeschre
ven veiligheidsmaatregelen op. Dit geldt in het
bijzonder bij warm weer, omdat hogere tempera
turen het opnemen van DNOC en DNBP door de
huid bevorderen. Het werkzame bestanddeel wordt
in de grond afgebroken.
PCP IN OLIE
DE volgende middelen van dit type zijn in de
handel verkrijgbaar: AAmergens, Asepta 1000,
Duphar pre-emergence middel, Jebopremol, Lirop-
rem, Luxan PCP olie en Shell PE 30. Deze midde
len moeten worden toegepast in een hoeveelheid
van 80120 1/ha. Zij zijn eveneens giftig en wor
den in de grond afgebroken.
DIQUAT-BEVATTEND MIDDEL
DIT middel is onder de naam „Reglone" ver
krijgbaar en wordt in een dosering van 5 1/ha
toegepast. De werking van dit middel benadert die
van de middelen op basis van arsenicum en DNOC
en heeft het voordeel relatief minder giftig te zijra
dan deze middelen. Het werkzame bestanddeel
wordt in de grond afgebroken.
KALKSTIKSTOF
VAN dit middel wordt 300500 kg/ha op een
enigszins dauwnat gewas gestrooid. Verder
kan een behoorlijke doding worden verkregen met
het verspuiten van 8001000 1/ha van een 56
suspensie van kalkstikstof.
Bij een eventuele nateelt kan met de stikstof
werking van dit middel rekening worden gehou
den.
WAARSCHUWING
Daar gedurende de laatste jaren in verschil
lende gevallen ernstige moeilijkheden zijn voor
gekomen door het overwaaien van doodspuitmid-
delen op grasland, alsmede land- en tuinbouw -
gewassen, dringt de Plantenziektenkundige Dienst
met de meeste nadruk aan op een oordeelkundig
verspuiten van deze middelen. Dit geldt in heft
bijzonder voor arsenicum-, DNOC-, DNBP- en
diquatbevattende middelen.
Nadere inlichtingen worden verstrekt door de
Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst en de Planten
ziektenkundige Dienst.
(Adv.)
mipp'i 'Ui <4
i f" [w W <:*l
r/m/fl