VREDESTEIN Tien jaar veredelingsonderzoek bij peulvruchten Twee vormen pn bodembederf ondermijnen Uw bezittingen 722 EEN KEER PER DAG VOEREN IS MOGELIJK ZEEUWS LAND- EN TUINBOUWBLAD |a rapport „Tien jaar verdelingsonderzoek bij peul- vruchten 1954-1964", (uitgegeven als Mededeling no. 241 door het Instituut voor de Veredeling van Tuin- bouwgewassen te Wageningen, Dr. S. L. Mansholtlaan 15, Postbus 16, giro 935477, prijs 1,75) geeft ir. E. Kooi- stra onderzoeker bij het I.V.T. te Wageningen, een overzicht van het veredelingsonderzoek bij bonen, dop erwt en tuinboon gedurende de laatste tien jaren. Ook worden in dit rapport perspectieven voor de komende jaren naar voren gebracht. Inleidend wordt gewezen op de toenemende betekenis van de tuinbouwpeulvruchten, met name bonen, dop erwt en tuinboon, voor de verwerkende industrie en op de verschuiving van de teelt naar grotere opper vlakte-eenheden, gepaard gaande met mechanisatie van de oogst. ■JEZE ontwikkeling is voor stamslabonen in volle gang. Er dient daarom rekening te worden gehouden met een aantal speciale eisen, ondermeer met die welke de machinale pluk aan de rassen stelt. Een zwak punt bij de teelt van bonen is de geringe oogstzekerheid. Aan een aantal ziekten van parasitaire aard is veel aandacht geschonken. Het probleem van de vlekkenziekte is, in ieder geval voorlopig, volledig opgelost. Ook veredeling op resistentie o.a. tegen scherpmozaïek, topsterfte en vetvlekkenziekte is thans goed mogelijk. Met een aanvankelijke oplossing voor rolmozaïek werd vatbaarheid voor zwarte vaatziekte geïntroduceerd. Naar een goede oplossing voor dit virus wordt inten sief gezocht. Behalve ziekten van paraistaire aard be ïnvloeden klimaatsfactoren als lage temperaturen (in clusief nachtvorsten) tijdens kieming en/of groei en harde wind de oogstzekerheid. Om een grotere weer stand tegen deze ongunstige factoren te verkrijgen, werd o.a. een kruising uitgevoerd met een wilde boon. Bij deze soortstkruising moeten nog talrijke moeilijk heden worden overwonnen, zodat bruikbare resultaten hiervan niet op korte termijn kunnen worden ver wacht. D°» 'ERWTEN zijn vrijwel geheel een industrieprodukt geworden. Aan de rassen worden uiteenlopende eisen gesteld, ondermeer afhankelijk van de wijze van verwerking. Verder vraagt de industrie naar rassen met uiteenlopende rijptijd. Daar door particulieren in tensief veredelingswerk wordt gedaan, is het rassen- sortiment zeer groot. Dit sortiment werd daarom systematisch onderzocht, waarbij o.a. talrijke syno niemen werden vastgesteld. Gewerkt wordt aan -een overzicht met zo mogelijk van ieder ras een aantal kenmerkende kuituur-eigenschappen. Op de proefboerderij „De Waag" te Creil zijn de afgelopen jaren uitvoerige proeven genomen met betrekking tot het één keer per dag voeren. Gebleken is dat dit systeem zonder bezwaar toe gepast kan worden. Deze proefboerderij is 42 ha groot. De grond soort bestaat uit lichte zavel met ongeveer 10 afslibbare delen. Ongeveer 23 ha ligt in kunst- weide, de rest is bouwland. Er worden 40 melk koeien gehouden, die alle in september/oktober kalven. Dat is noodzakelijk i.v.m. de proeven in de wintc:- Het uoel van deze proefboerderij is: het nemen van veldproeven op gras- en bouw land tijdens de zomer; het nemen van voederproeven met melkvee tijdens de winter. Van de veldproeven nemen vooral de chemische onkruidbestrijding in suikerbieten, de diverse stik stofbemestingen op het 'jonge grasland een be langrijke plaats in en de verschillende methoden van hooien en inkuilen. Van de proeven met melkvee hebben vooral die van de laatste jaren met betrekking tot het één keer per dag voeren veel opzien- gebaard. Stond men hier aanvankelijk twijfelachtig tegenover, later veranderde dat, temeer daar bleek dat het één keer per dag voeren geen enkel nadelig ef- fekt had. De arbeidsbesparing van ruim 20 is belangrijk, maar nog belangrijker is het feit dat men in de middag niet meer behoeft te voeren. Vooral in de drukke periode van de veldwerk- zaamheden is dat een belangrijk facet. In de prak tijk is deze methode reeds op diverse bedrijven toegepast. In de zomer worden de koeien gemolken in een doorloopmelkstal, waar twee personen acht koeien tegelijk kunnen melken. De melk komt via de melkleiding in een melktank van 2.000 liter, waar ze wordt gekoeld en twee dagen wordt bewaard. Deze werkwijze die thans voor het tweede jaar wordt beproefd, voldoet uitstekend. De kwaliteit van de melk is vrijwel altijd eerste klas. In de komende winterperiode zal een proef wor den genomen met twee groepen van 13 koeien, waarvan de ene groep al het voer in gekneusde vorm (gekneusde kuil, hooi- en suikerbietekop pen) ontvangt en de andere groep in de normale vorm. Dit om na te gaan welk effekt de arbeids besparende kneusmethode heeft op de konditie en de produktie van de dieren. Gewerkt werd voorts aan de belangrijkste ziekten, die bij doperwten voorkomen. Het inkruisen van resi stentie tegen Amerikaanse vaatziekte vormt geen pro bleem meer. Naar een betrouwbare toetsmethode voor topvergeling werd, aanvankelijk zonder succes, gezocht. De jongste resultaten met een luizenkweek in de kas bieden vermoedelijk perspectieven. Voorts behoeft de betrouwbaarheid van een toets op enatiemozaïek nog enige verbetering. Een goede resistentie werd gevonden tegen vroege verbruining; een bevredigende resistentie tegen valse meeldauw werd tot nu' toe niet aangetroffen en evenmin tegen de zgn. St. Jansziekte. Bij een beoordeling van de gevoeligheid van verschil lende rassen voor nachtvorstschade wezen de resultaten er op dat vroegrijpe rassen hiervoor het meest gevoelig zijn. Met het oog op de kwaliteit wordt gezocht naar bruikbare vormen met een behoorlijk gecomprimeerde rijping. De indruk werd verkregen dat een uitstoeling (basale vertakking) minder gewenst is. Naast de bekende rondzadige en gekreuktzadige ras sen werd een tweetal andere erwtetypen ontdekt: deze zullen nog op hun gebruiksmogelijkheden voor indu striële verwerking worden onderzocht. Uiterlijk komen ze overeen met de bekende kreukerwten. Ze verschillen hiervan echter in chemische samenstelling, speciaal in hun samenstelling van het zetmeel. jgCONOMISCH gezien zijn tuinbonen van geringere betekenis dan bonen en doperwten. Opvallend is echter ook bij dit produkt de sterke stijging in de omvang van de industriële verwerking van de laatste jaren. Onderscheiden worden twee typen tuinbonen: de zgn. blankblijvende en de bruinverkleurende. De eerste geven een aantrekkelijk uiterlijk, vooral van belang voor glas- conserven, ze missen echter in tegenstelling tot de bruin- verkleurende de zgn. typische tuinbonensmaak. Het zoeken naar een combinatie van een dergelijke smaak met blankblijvend bleef zonder resultaat. Daar tuinbonen vrijwel tegelijk met doperwten ge oogst en verwerkt moeten worden, werd nagegaan in hoeverre een verschuiving van de teelt mogelijk zou zijn. Ook hierbij openden zich tot nu toe geen pers pectieven. Een verlating van de teelt door latere zaai gaat gepaard met een aanzienlijke opbrengstreductie, vervroeging door vroegere zaai (herfstzaai) bleek bij het onderzochte materiaal niet mogelijk wegens een te geringe wintervastheid. In onderzoek is thans of door inteelt een grotere uniformiteit van de huidige rassen verkregen kan wor den, zonder dat dit met inteeltverzwakking gepaard gaat. Een grotere uniformiteit zal gewenst zijn, zodra machinaal en dus in één keer, geoogst kan worden. Tenslotte dient vermeld te worden de resistentie tegen zwarte boneluis in de wilde soort Vicia narbonensis met V.-narbonensis slaagden tot nu toe niet. Zgn. paardentractiebanden, d.w. z afgekeurde wegbanden, veroorzakei beschadiging aan de bouwkruin. Stugge banden: structuurbederf. Samen persing van de grond geeft ontwaarding van de grondkwaliteit: *Juist in de loop der jaren zal dit nu reeds zéér gevreesde probleem een steeds bedenkelijker rol gaan spelen. Vredestein gespecialiseerde landbouw- wagenbanden. Géén beschadiging aan de bouwkruin. De ideale Vredestein-profilering ge combineerd met groot drijvend vermo gen. De moderne ontwikkeling, ont plooid in nauwe samenwerking met vooraanstaande deskundigen en autori teiten op landbouwgebied. Géén struc- tuurbederf. Bovendien: vervanging en nabestelling altijd mogelijk, daar de maten in onze produktie gehandhaafd blijven. Een belangrijke besparing bij het onderhoud van Uw wagenpark: géén aanschaf van nieuwe wielen géén oponthoud omdat bepaalde bandenmaten niet meer verkrijgbaar zijn. De Vredestein landbouwbanden zijn constant leverbaar in dé maten: 700-12, 850-12, 10-15, 11,5-15, 1100-16, 13-16, 13,5-17, 10-18, 16-20 lage spanning, hoog draagvermogen Vredestein landbouwbanden zijn aangepast aan de bijzondere typen Nederlandse bodem, dus óók geschikt voor veen- en zandgrond. Ook andere gangbare maten uit voorraad leverbaar. Uitvoerige inlichtingen enadviezenbij Door ononderbroken research specialisten in landbouwtractie

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 14