Zeeuwsch-Vlaanderen als tuinbouwland
651
Toenemende betekenis van de fruitteelt
VRIJDAG 25 JIN. i 9 6 5
NEDERLAND heeft bij de teelt en de export van groenten en fruit zeker
in de laatste jaren een zeer vooraanstaande plaats in Europa ingeno
men. Dit is zo langzamerhand ook in het buitenland een bekend feit gewor
den. Daarnaast zijn bepaalde gebieden van ons land steeds meer in het teken
van de belangstelling komen te staan. Zo spreekt men vaak in het buiten
land over het Westland als de bakermat van de glascultuur, al zijn ook an
dere streken van ons land voor de teelt onder glas inmiddels van groot be
lang geworden. Hetzelfde is het geval bij de teelt van hard fruit. Dan spreekt
men vaak over „de Betuwe", hoewel ook reeds honderden hectaren buiten
dit gebied met hard fruit worden beteeld. In de laatste jaren is er een ont
wikkeling gaande, waarbij meerdere streken van ons land zich in toenemende
mate voor de teelt van groenten en fruit zijn gaan interesseren. In dit
verband zouden wij thans eens speciaal de aandacht willen vestigen op
ZEEUWSCH-VLAANDEREN, waar de laatste jaren de teelt van groenten,
maar vooral ook van hard fruit in toenemende mate is uitgebreid. Wij ge
loven dat dit van belang kan zijn, nu vaak in de oude gevestigde gebieden
weinig ruimte voor uitbreiding meer aanwezig is. Daarenboven worden in
deze oude teeltgebieden soms bedrijven onteigend voor stadsuitbreiding of
recreatiedoeleinden.
Toch zal in verband met de nog steeds groeiende vraag de produktie zeker
van kwaliteitsprodukten op peil moeten blijven. Dat dus in bepaalde streken
hieraan aandacht wordt gegeven is op zichzelf verheugend en zeker van
belang. Wel dient men zich natuurlijk af te vragen, of de gronden voor tuin
bouw geschikt zijn en of de ligging van het gebied gunstig of ongunstig moet
worden beoordeeld.
In dit artikel willen wij als een wel zeer opkomend tuinbouwgebied, spe
ciaal voor de fruitteelt, de aandacht vragen voor Zeeuwsch-Vlaanderen.
N. A. LAARMAN
Direkteur Centraal Bu
reau van de Tuinbouw
veilingen in Nederland
De uitbreiding van de teelt van het kleine fruit
bleef echter nog maar beperkt, namelijk van 58
ha in 1950 naar 70 ha in 1964. De uitbreiding van
deze teelt is voor een belangrijk deel afgeremd
door gebrek aan arbeidskrachten vooral in hefc
oogstseizoen. De voornaamste produkten bij het
kleine fruit zijn aardbeien en bessen.
Uit voorgaande cijfers blijkt duidelijk, dat de
grootste belangstelling uitgaat naar de teelt van
hard fruit en veel minder naar klein fruit en
de teelt van groenten in de vollegrond. Daarnaast
blijft de teelt van uien in dit gebied zeker van
betekenis, met alle ups and downs aan deze teelt
in de verschillende jaren verbonden.
Vooralsnog zal dus de teelt van hard fruit en
uien in Zeeuwsch-Vlaanderen de boventoon blij
ven voeren. Bezien we de cijfers van de beteelde
oppervlakte tegen het landelijke totaal, wat bij
voorbeeld bij hard fruit een kleine 50.000 ha be
draagt, dan is men in eerste instantie geneigd
te stellen dat de omvang van de teelt van het
harde fruit nog maar van geringe betekenis is.
Wü geloven echter dat dit onjuist zou zijn. Van
veel meer belang is, hoe de kwaliteit van het fruit
is en hoe het pakket is samengesteld.
Gunstige voorwaarden
WAT de grondsoorten betreft is dit gebied
voor bepaalde groentegewassen en zeker
voor de teelt van hard fruit uitstekend geschikt.
De struktuur is niet veel anders dan op Zuid-
Beveland en het harde fruit dat van deze streek
afkomstig is heeft in vele opzichten een uitste
kende naam verworven. Waarom zou dit in
Zeeuwsch-Vlaanderen dan niet mogelijk zijn? De
aanwezige produktie heeft hiervan reeds het be
wijs geleverd.
Het zuidelijke klimaat biedt ongetwijfeld grote
voordelen voor de groei en de kwaliteit van de
produkten. Hierdoor is het vaak mogelijk reeds
vroegtijdig aan de markt te komen met goede
kwaliteitsprodukten, zodat men vaak net iets
vroeger is dan in andere gebieden, wat voor de
gemiddelde prijsvorming van belang kan zijn.
Ook de ligging van Zeeuwsch-Vlaanderen, mede
speciaal ten opzichte van het Belgische achter
land, is zeker niet ongunstig te noemen, al mag
men hierop niet uitsluitend zijn hoop en ver
wachting stellen. De in deze streek geteelde pro
dukten zullen op den duur steeds meer ook elders
hun bestemming moeten kunnen vinden. Wanneer
het aanbod voldoende is zal naast de binnenlandse
handel ook de vraag voor export naar West-
Duitsland en Frankrijk zeker gaan toenemen.
Daarbij is het wel van belang dat nu en in de
toekomst veel wordt gedaan aan de ontsluiting
van dit mooie land, door de bouw van moderne
en goed op het snelle verkeer ingestelde brug
gen en wegen, zodat de verbindingen naar noord
en zuid, oost en west vlot tot stand kunnen wor
den gebracht. Aan dit punt steeds de grootste
aandacht te blijven geven zal van doorslaggevende
betekenis zijn om een vlotte afzet van de in deze
streek geteelde produkten te waarborgen.
Er zijn dus, wanneer wij het voorgaande samen
vatten, wel de nodige voorwaarden in Zeeuwsch-
Vlaanderen aanwezig om met succes een gezonde
produktie en afzet, zeker van hard fruit, te ont
wikkelen en in stand te houden.
De ontwikkeling
HET is in dit verband wellicht interessant zeer
in het kort even stil te staan bij de ont
wikkeling van de teelt van groenten en fruit in
Zeeuwsch-Vlaanderen in de laatste 15 jaar.
In het jaar 1950 bedroeg de teelt van groenten
in de vollegrond in totaal 352 ha, waarvan 247
ha zaai-uien. In 1964 was de totale oppervlakte
met groenten 564 ha, waarvan 398 ha zaai-uien. In
totaal is dus de teelt met 212 ha uitgebreid, waar
van 151 ha voor rekening van de uien komt en
slechts 61 ha voor de teelt van groenten in de
vollegrond. Op dit onderdeel is dus de uitbrei
ding nog maar beperkt. De teelt van groenten
onder glas is tot op heden ook nog maar van
weinig belang, namelijk 2 ha in 1950 en 4 ha in
1964.
Geheel anders is het gesteld met de teelt van
hard fruit. Hiervan bedroeg de beteelde opper
vlakte in 1950 538 ha, tegenover 800 ha in 1964.
Een uitbreiding dus van niet minder dan 262 ha.
Rassenkeuze en kwaliteit
TEN aanzien van de kwaliteit kan men over
het algemeen wel gerust zijn, al blijft het
van belang hieraan steeds de grootste aandacht
te geven. Bij de afzet wordt mede door de thans
heersende welvaart de vraag naar kwaliteitsfruit
in de brede lagen van de bevolking in binnen-
en buitenland steeds groter en men is ook be
reid hiervoor een redelijke en voor de teler lo
nende prijs te betalen. Voor de mindere kwali
teiten en rassen is deze belangstelling direct een
heel stuk minder en alleen in jaren van schaarste
door oogstmislukkingen is voor dit fruit nog een
lonende prijs te behalen. Ook de rassenkeuze is
ongetwijfeld van belang. Bij de vroege rassen zijn
Stark Earliest en James Grieve wel het meest
gevraagd en bij de latere rassen vooral Cox Oran
ge Pippin, Golden Delicious, Goudreinette en Lax-
ton's Superbe.
Bij een zekere spreiding past ook het ras Jona
than nog wel in het assortiment, hoewel het vaak
onder onze klimatologische omstandigheden moei
lijk is van dit ras een kwaliteitsprodukt te telen
en bovendien dan goed gekleurd aan de markt
te brengen. Wanneer dit laatste mogelijk is, zal
ook voor Jonathan belangstelling bestaan.
Bij de peren zijn het vooral rassen als Beurré
Hardy, Beurré Alexander Lucas, Légipont, Con
ference en Doyenné du Cornice die steeds goed
gevraagd zullen blijven. Wanneer in het teelt -
patroon behoefte bestaat aan enkele vroege ras-
(Zie verder pag. 655.)