BENZINE- en
DIESELMOTOREN
WESTSTRATE
H. J. HOEGEN DIJKHOF
met 12 versnellingen
voor de Granit 500
(40 PK) en Brillant600
(50 PK) en 8 versnel
lingen voor de Perfekt
300 (25 PK) en 400
(32 PK) verder:
doordraaiende aftak-
as, hydraulische hef-
inrichting met 3 pts.
bevestiging, complete
elektrische uitrusting,
differentieelslot, trek
haak achter, duw en
trekhaak voor. enz. in
standaarduitvoering.
De juiste verhouding
tussen gewicht-wiel
basis-motorvermogen
geeft de Hanomag-
trekkers hun enorme
trekkracht.
Handel my N.V.
MOTOREN
KRABBENDIJKE
GRONTMIJ ACTIEF
VOEDERWINNING
HANOMAG
Importeur voor Nederland:
Keppelseweg 20-26 Tel. 083 40-5941* Doetlnchem
Filialen Te: Emmeloord Tel. 05270-3103
*s Heer Arendskerke - Tel. 01106-592
IS7
voor: Land- en Tuinbouwers - Veehouders
Bouw- en Aannemersbedrijven
voor aandrijving van: Motormaaiers - Hooiblazers - Melkmachines - Sproei-
machines - Tuinbouwtractoren - Sorteermachines -
Waterpompen - Compressoren - Betonmolens enz enz.
ASPERA benzinemotoren 2,5 t/m 6 P.K. vanaf 150,
CUNEWALDE dieselmotoren 6 t/m 12 P.K. vanaf ƒ1235,
HIRTH benzine- en dieselmotoren 2,1 t/m 10,5 P.K. vanaf 290,
I. L. O. benzine- en dieselmotoren 0,85 t/m 13,5 P.K. vanaf 180,
VILLIERS benzine- en dieselmotoren 0,8 t/m 15 P.K. vanaf 240,
WISCONSIN benzinemotoren 6 t/m 21,5 P.K. vanaf 550,
Vraagt voor nieuwe motoren, ruilmotoren en motorenrevisie vrijblijvend
inlichtingen bij:
OOSTWEG 27—32 - Telefoon 01134—255 (3 lijnen)
De Grontmij heeft het 50e jaar van haar bestaan
bereikt en wij menen dat zij blijk heeft gegeven
van een grote groeikracht en dat het maatschap
pelijke nut van onze onderneming ruimschoots is
aangetoond. Van eenvoudige grondverbeteringen
hebben de werkzaamheden zich uitgebreid via het
gehele scala van cultuurtechnische activiteiten
naar de civiele techniek, landschapsverzorging en
recreatie. Daardoor kan een wezenlijke bijdrage
worden geleverd aan de ruimtelijke ordening. Deze
uitbreiding van werkzaamheden, waarbij voort
durend rekening moet worden gehouden met steeds
meer belangen, heeft tot consequentie gehad, dat
de Grontmij haai apparaat heeft uitgebreid, zodat
ook opdrachten voor gehele projecten en van
grote omvang konden worden aanvaard. Aldus
prof. dr. A. H. M. Albregts, president-commissaris
van de Grontmij op de onlangs gehouden algemene
vergadering van aandeelhouders.
In zijn rede wees prof. Albregts onder meer op
de massale uittocht uit de landbouw naar andere
sectoren van het bedrijfsleven.
In de E. E. G. liep het aantal arbeidsplaatsen in
de landbouw gedurende deze periode terug van
17,3 miljoen naar 13,4 miljoen, een daling van bijna
4 miljoen arbeidsplaatsen, zijnde 22 van de ar-
beidsbezetting van 8 jaar geleden. In totaal steeg
het aantal arbeidsplaatsen in de industrie en
dienstensector met ongeveer 10 miljoen, waarvan
derhalve 40 werd mogelijk gemaakt door de af
vloeiing uit de agrarische sector. Deze afvloeiing
was het sterkst in België (in 8 jaar niet minder
dan 25 en het geringst in Nederland 17
Met deze cijfers is de nauwe samenhang van de
structurele ontwikkelingen in de industrie en
dienstensector enerzijds en de landbouw anderzijds
duidelijk aangetoond. Deze samenhang zal ook in
de eerstvolgende jaren, ook in Nederland nog zijn
invloed- doen gelden. Onmiskenbaar zijn de moge
lijkheden van expansie in de industrie en de dienst
verlenende bedrijven belangrijk gunstiger dan in de
landbouw. Ook daar zal een groei van het inkomen
per hoofd moeten worden gerealiseerd, gelijk met
de ontwikkeling in andere- bedrijfstakken. Dit
vraagt een sterke opvoering van de arbeidsproduc
tiviteit, verdere vervanging van de arbeid door
kapitaal, mede door diepte-investeringen, die even
wel slechts renderen bij bedrijfseenheden van vol
doende omvang.
Momenteel omvat de werkgelegenheid direct in
de landbouw in ons land omstreeks 400.000 arbeids
plaatsen. De landbouw-economen houden er reke
ning mee, dat dit in de eerstvolgende decennia zal
teruglopen tot minder dan de helft. Het spreekt
vanzelf dat het tempo waarin dit proces zich zal
voltrekken afhankelijk is van de conjunctuur en
de werkgelegenheid in andere sectoren.
Over de ontwikkeling van de industrie en de
snelle bevolkingsgroei merkte prof. Albregts - op
dat thans 20 van de Nederlanders wonen in
plattelandsgemeenten, 25 in verstedelijkte plat
telandsgemeenten en 55 in uitgesproken stede
lijke gemeenten. Men verwacht dat over 35 jaar
meer dan 90 van de bevolking in stedelijke ge
meenten zal wonen. Het behoeft geen betoog dat
een zeer zorgvuldige, inrichting van de beschikbare
ruimte noodzakelijk is om onder dergelijke om
standigheden Nederland bewoonbaar te houden.
Alleen reeds in het westen van het land wordt een
bevolkingsconcentratie van 8 miljoen verwacht.
De uitbreidingsplannen, industrieterreinen, ha
vens, recreatieve voorzieningen en grote verkeers
wegen zullen enorme investeringen vergen. De
hiervoor nodige zandwinningen op zeer grote
schaal zullen plassen doen ontstaan welke bij een
zorgvuldige situering en vormgeving een grote
"recreatieve functie zullen kunnen vervullen. Ge
combineerd met de aanleg van wandelparken kun
nen daardoor groenelementen van formaat worden
gerealiseerd, welke gelijktijdig dienst kunnen doen
als bufferzones tussen de stedelijke conglomeraten
en de open ruimte van het platteland, waarin de
landbouw een eigen functie moet kunnen blijver,
vervullen. De directie van de Grontmij is ook op
dit gebied zeer actief werkzaam en gebleken is, dat
hierin ook nog grote mogelijkheden voor de Gront
mij aanwezig zijn.
Nieuwe methoden bij hooi- en kuilvoerwinning
vinden alom navolging. Begrijpelijk, want zij zijn
er op gericht met zo weinig mogelijk kosten (aan
arbeid vooral) het hooi in de schuur of berg en het
silovoer in de kuil te krijgen.
Behalve met weinig kosten, moet er voldoende
ruwvoeder worden gewonnen. In deze drukke tijd
zal er daarom ook aan de bemesting aandacht
moeten worden besteed.
Naast stikstof zullen vele gemaaide percelen een
kalibemesting nodig hebben, of een complete
mengmeststof. Dit is afhankelijk van wat reeds in
het voorjaar werd gestrooid. Het is van belang dit
eens na te gaan, want zonder een voldoende basis
bemesting komt de stikstof niet volledig tot zijn
recht.
Bovendien, de laatste maanden zijn bijzonder
nat geweest. Deskundigen nemen aan, dat vooral
op de lichte grond een deel van wat aan voedings
stoffen beschikbaar was, reeds naar diepere lagen
is gespoeld en: voor de plant onbereikbaar is ge
worden.