Wie schrijft, die blijft EXCURSIE NAAR DE FLEVOPOLDER GROND- EN PACHTZAKEN 585 VB IJ DAG 11 JUNI 19 6 5 BEWERKINGSKOSTEN EN BEWERKINGSEENHEDEN Enkele normen voor deze bewerkingseen heden: De BEWERKINGSKOSTEN omvatten al die kosten welke gemaakt worden om al het werk op een landbouwbedrijf te verrichten. Hieronder vallen: a. de arbeidskosten van betaald en eigen personeel b. de werktuigenkosten; c. de trekkrachtkosten van trekker en paard; d. werk door derden (inkluSief bestrijdings middelen). Deze bewerkingskosten maken samen on geveer 60 uit van de totale kosten. Zij geven een indruk over het meer of minder duur werken op een bepaald landbouwbe drijf. De bewerkingskosten per ha zijn echter moeilijk te vergelijken met die van andere bedrijven, omdat de hoeveelheid werk per ha van bedrijf tot bedrijf nogal kan verschillen. Om een betere maatstaf te kunnen gebrui ken dan de ha voor de hoeveelheid werk per bedrijf werden de z.g. BEWERKINGSEEN HEDEN ontwikkeld. Deze bewerkingseen heden zijn slechts verhoudingsgetallen voor de hoeveelheid werk of bewerking per ha gewas of per diersoort. Met deze bewerkings eenheden kunnen enkele belangrijke ge gevens van een bedrijf worden aangeduid. 1. Totaal aantal bewerkingseenheden per bedrijf. Geeft dikwijls een beter inzicht in de „be drijf sgrootte". 2. Aantal bewerkingseenheden per ha. Geeft een indruk over de intensiteit van het bedrijf. 3. Aantal bèwerkingseenheden per man. Geeft een indruk over de prestatieper man. Granen Peulvruchten Suikerbieten Konsumptie-aardappelen Melkkoe Mestvee Jongvee 90 bew. eenh 115 bew. eenh. 190 bew. eenh. 230 bew. eenh. 55 bew. eenh. 25 bew. eenh. 12 bew. eenh. Wanneer we de bewerkingskosten delen door het aantal bewerkingseenheden vinden ive de BEWERKINGSKOSTEN per BEWER- KINGSEENHE1D. Dit kengetal geeft een in druk over de doelmatigheid van de AR BEIDSORGANISATIE van het bedrijf. In de praktijk vinden we hier grote ver schillen. Gemiddeld ligt dit ongeveer bij 8,a 8,50 per bewerkingseenheid; bedrijven die duur werken 9,a 10,per bewerkings eenheid, en bedrijven die goedkoop werken f 6,50 a 7,50 per bewerkingseenheid. Bij volkomen vergelijkbare bedrijven vin den we vaak verschillen van 2,per be werkingseenheid. Dit betekent dat bij een intensief bedrijf met 150 bewerkingseen heden per ha het meer of minder doelmatig werken al gauw 300,per ha kan uit maken. Deze en meer belangrijke gegevens vindt u in een bedrijfsekonomisch overzicht van uw bedrijf R.L.V.D., Goes. R. KRIJGER. 70NDER twijfel is het een gelukkige gedachte geweest van de Z. L. M. om in samenwerking met de andere organisaties een excursie te organi seren naar de Flevopolder voor de grondgebruikers uit de ruilverkavelings- gebieden Heinkenszand, de Poel en Kapelle. Dinsdag 1 juni ging de eerste groep, ruim 100 personen, naar het nieuwe land. Dinsdag 15 juni hoopt een bijna even grote tweede groep te gaan. De deelnemers, onder wie veel echtparen, kregen volop gelegenheid zich te oriënteren ten aanzien van de mogelijkheden in de Flevopolder. Zij zullen in de eerste plaats onder de indruk zijn gekomen van de grootsheid en wijds heid van dit nieuwe land en van de zeer goede, uniforme stand van de ge wassen. In de „fruittelersbus", er waren ruim 60 deelnemers uit Kapelle en om geving, ging de belangstelling (vanzelfsprekend) zeer sterk uit naar de fruit- teeltgronden. Deze liggen rond Dronten. Dit voorjaar zijn hier 21 fruitbe- drijven uitgegeven met een totale oppervlakte van 200 ha. Onder de 21 ge lukkigen die een nieuw bedrijf kregen zijn drie Zeeuwen. Deze kunnen het komend najaar gaan planten. Nu staan er enkel nog de windsingels. Het land was ingezaaid met tarwe of koolzaad. De heer A. G. Lindenbergh, plv. hoofd van de sociaal-economische hoofd afdeling van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, gaf in Lelystad voor de Zeeuwen een uiteenzetting over de kolonisatie van de IJsselmeerpolders, waarbij in de loop der jaren de accenten steeds werden verlegd. In de nieuwe Flevopolder, die ruim 54.000 ha groot is, zal 13.000 ha be stemd worden voor bebossing (recreatie) stedelijke bebouwing, wegen etc. Ruim 41.000 ha grond is bestemd voor de landbouw en hiervan zal 2500 ha grond een fruitteeltbestemming krijgen. Het landbouwuitgifteplan voorziet in de uitgifte van 1000 bedrijven, in grootte variërend van 2060 ha. Hiervan zullen volgens de huidige plannen 815 akkerbouwbedrijven zijn en 185 weide- of gemengde bedrijven. De bedoe ling is de komende jaren elk jaar rond 3000 ha in de landbouwsektor uit te geven. Tot op heden zijn er 258 landbouwbedrijven uitgegeven, waarvan 248 aan particulieren. UITGIFTE DIJ de uitgifte van nieuwe bedrijven staan de de belangen van het oude land sterk op de voorgrond. Zo is thans bepaald dat 50 van de uit te geven bedrijven moet worden toegewezen aan ondernemers uit ruilverkavelingsgebieden. 25 is bestemd voor ondernemers die het slacht offer zijn geworden van pachtbeëindiging, stads uitbreiding enz. en dan blijft er voor de vrije sek- tor nog 25 over. In de praktijk zijn er de minste liefhebbers voor de groep waarvoor de meeste bedrijven bestemd zijn, zodat de kansen voor de mensen de ruil verkavelingsgebieden zeker niet ongunstig liggen. De meeste bedrijven worden in pacht uitgege ven maar sinds kort bestaat ook de mogelijkheid een bedrijf in erfpacht te krijgen. De liefhebberij voor een erfpachtbedrijf was aanvankelijk zeer gering. Thans wordt deze wel wat groter. Ten aanzien van de pachten zei de heer Lin denbergh dat deze rond 260,per ha deden vóór de herziening van de pachtnormen. De be drijfsgebouwen doen 50,tot 60,per ha. De woning vormt een apart onderdeel. Deze deden tot op heden 1300,tot 1400,per jaar, maar hierin zal verandering komen. Interessant was ook nog wat de heer Linden bergh vertelde over de arbeidsbezetting. Deze was bij de uitgifte-opzet gepland op één man per 20 ha landbouwgrond, dat is dus voor een bedrijf van 40 ha de ondernemer zelf met een landarbeider. In de praktijk blijkt echter dat er op de uitgege ven bedrijven nog niet één arbeider per 40 ha vast werkzaam is. Op het gebied van de teelt was er voor de fruit telers nog weinig te beleven in deze polder, voor de akkerbouwers des te meer. BEDRIJVEN BEZOCHT TWEE bedrijven werden bezocht, namelijk van de heren Klompe en Bom, beiden Zeeuwen, respectievelijk afkomstig van Noord-Beveland en de Wilhelminapolder. De een heeft een bedrijf van 29 ha, de ander van 49 ha. De vrouwen kregen gelegenheid de woning te bezichtigen en de heren gingen de schuur in en het betonpad op aan het eind van de kavel. Het was een lust hier de stand van de gewassen te zien en de structuur van de grond. Dit, ondanks dat het toch ook in dit gebied veel heeft geregend. Graan en bieten zijn de hoofdprodukten van deze ondernemers. Ook aardappelen treft men er nog al wat aan en verder vlas. Steeds weer kwam in de gesprekken met deze akkerbouwers naar voren de samenwerkingsvor men die zij hebben gekozen met collega's en het veelvuldig inschakelen van de loonwerker voor verschillende werkzaamheden. Men is hiervoor ook gekomen tot een grote mate van uniformiteit in de zaai- en plantafstanden. De meeste boeren in het gebied waar we waren hadden de bieten op 50 cm en de aardappelen werden praktisch alle maal op 75 cm geteeld. NUTTIGE ORIËNTATIE UR zou nog veel te vertellen zijn over de indruk die dit nieuwe land achter liet op de mensen uit het oude land. Laten we het hierbij laten en vaststellen dat het nuttig was voor de mensen uit de ruilverkavelingsgebieden om te zien hoe het daar is. Er liggen zonder twijfel voor velen kan sen in deze nieuwe polders. Het lijkt een hard land, waar geen plaats is voor romantiek en sen- timentaliteiten maar wel een land met mogelijk heden. Waarschijnlijk zal binnenkort de kans weer bestaan om een bedrijf in deze polder aan te vragen. De mensen uit de ruilverkavelingsge bieden hebben een belangrijke voorsprong bij de toewijzing. We hopen dat ook de Zeeuwse land- en tuinbouw zal kunnen profiteren van deze voorsprong. Niet alleen degenen die naar een nieuw bedrijf vertrekken zijn er mee ge baat, ook het oude land komt het ten goede omdat de grond die wordt ingeleverd bestemd kan worden voor verbetering van de bedrijfs structuur. P. G. V. UET ligt in de bedoeling in het vervolg regelmatig in korte stukjes iets te vertellen over zaken betreffende het grordgebruik welke voor eigenaar en/of grondgebruiker van belang zijn. Daar de verhouding eigenaar/pachter voor het grondgebruik van bijzonder grote betekenis is, ligt het voor de hand met de behandeling van de voornaamste bepalingen van de Pachtwet te beginnen. Het is duidelijk dat, wil er sprake zijn van pacht, er ook een pachtovereenkomst moet zijn. Alleen op deze pachtovereenkomst is de Pachtwet van toepassing en daarom is het belangrijk om te weten wat zegt de Pachtwet hierover. De Pachtwet nu verstaat onder een pachtovereenkomst volgens de woordelijk overgenomen tekst van de wet „elke overeenkomst, in welke vorm en onder welke benaming ook aangegaan, waarbij de ene partij zich verbindt aan de andere partij, tegen voldoening van een tegenprestatie een hoeve of los land in gebruik te verstrekken ter uitoefening van de landbouw." In de praktijk bestaan juist op dit punt heel wat foutieve meningen. Vele overeenkomsten waarvan men denkt dat het geen pachtovereenkomsten zijn blijken wel degelijk volgens bovenstaande omschrij ving onder de Pachtwet te vallen. En wat dit betreft dan vaak met alle gevolgen van dien Men denkt dikwijls dat de benaming die de betrokkenen aan de overeenkomst geven maatgevend is voor het al of niet onder de Pachtwet vallen. Dikwijls hoort men iemand dan ook zeggen: „ik heb mijn land niet verpacht, maar ik heb het maar voor één jaar verhuurd", of „het is deelbouw" of „we exploiteren de grond samen." De benaming echter is zoals uit de wettekst duidelijk blijkt niet belangrijk. Wel van belang is of men werkelijk de grond in gebruik heeft gegeven. IN het algemeen is degene die de zeggenschap over de exploitatie van de grond heeft en de gehele verzorging van de grond en de daarop geteelde gewassen voor zijn rekening moet nemen aan te merken als pachter. Wanneer dan ook bijvoorbeeld een eigenaar samen met iemand anders grond ex ploiteert, alleen met het motief een hoger inkomen van de grond te hebben dan de pacht en waarbij de eigenaar zich met de gehele exploitatie niet bemoeit, is er volgens de wet sprake van een pacht overeenkomst. Uit de rechtspraak blijkt tevens, dat zelfs in bepaalde gevallen waar een maatschapsovereenkomst tussen een grondeigenaar en een derde is gesloten, er sprake kan zijn van pacht. Als de eigenaar, hoe wel hij een maatschap heeft gesloten, de zeggenschap over de gronden geheel aan de maatschap overlaat is er sprake van een pachtovereenkomst. Voorzichtigheid bij het in gebruik afstaan van gronden is, als men niet de bedoeling heeft te ver pachten, dus zeker een eerste vereiste.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 7