Werkelijkheid
en verbeelding
Ons commentaar
Officieel orgaan \an de Muatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland
Zeeland wordt, menen wij, nog steeds in toeris
tische kringen „verkocht" als een rustig vacantie-
gebied. Voor hoelang nog, zal diegene die een
glimp heeft gezien van de drukte rond de Pinkster
dagen zich afvragen. Wat zal er van het oude
vertrouwde beeld overblijven nu steeds meer en
betere verbindingen tot stand komen? Zal de
sterkste verbeelding van de miljoenen mensen bin
nen een afstand van enkele uren rijden, met va-
canties, op weekenden en op vrije dagen uitvlie
gend uit de mensenpakhuizen, uit de nestkastjes
van onze beschaving, nog niet sterk genoeg zijn
om de werkelijkheid te benaderen? Hoe dit ook zij
en hoe men ook over de ontwikkeling mag den
ken, vast staat dat nog heel wat in onze provincie
moet gebeuren om de toenemende toeristenstroom
die onherroepelijk komt, te kunnen opvangen. De
voorzieningen zowel van algemene aard, als de
accomodatie vragen om uitbreiding in kwalitatief
en kwantitatief opzicht. Het is ons bekend dat er
bij verschillende particulieren in onze agrarische
sector plannen gereed liggen om, geheel of gedeef-
telijk, in de recreatiesector een onderneming op te
bouwen. Serieuze plannen zijn dit van mensen die
aan de strenge eisen die aan de inrichting van een
recreatiebedrijf gesteld worden willen voldoen. De
realisering van deze plannen gaat echter nogal
eens met moeilijkheden gepaard, veelal omdat de
plaats en het type van het recreatiebedrijf niet
overeenkomt met de denkbeelden die de overheden
hebben over de totale ontwikkeling van het gebied.
Uitgaande van de goede opzet der plannen en
eveneens uitgaande van de noodzaak om de ont
wikkeling van een streek als geheel te bezien met
name ook om ongewenste situaties te voorkomen,
vragen wij ons toch af, of gezien de nu aan de
gang zijnde ontwikkeling niet méér mogelijk is dan
nu gedaan wordt
AP het landbouwpolitieke front was er vorige
week ook sprake van werkelijkheid en ver
beelding.
De werkelijkheid is dat zoals de minister in de
eerste kamer der Staten-Generaal mededeelde dat
wij nog steeds Biesheuvel de eerste aan het be
wind hebben Met andere woorden de landbouw
in zijn geheel behoudt ook onder het kabinet Cals
de hoge prioriteit die het had gekregen.
Onze illusie dat dit toch het geval moest zijn, in
één der vorige nummers naar voren gebracht, is
dus werkelijkheid geworden Gelukkig
Over het beleid ten aanzien van het onroerend
goed, dat het kabinet Cals denkt te voeren, bracht
de behandeling van de landbouwbegroting in de
eerste kamer geen nieuws. De minister adviseerde,
evenals trouwens verschillende kamerleden, om
de concrete voorstellen af te wachten. Het toege
zegde nader commentaar zullen we dus ook moe
ten opschorten
Nog bijna drie weken. Dan wordt in Axel de door de Kring Axel georganiseerde Z. L. M. Land- en
Tuinbouwtentoonstelling gehouden. U hebt 1 - 2 of 8 juli toch al vastgelegd voor een bezoek? Wij
verwachten grote belangstelling voor dit Z. I.. M.- familiefeest en rekenen op mooi weer. Allen op naar
Axel Enkele bijzonderheden over deze hoogtijdagen der Z. L. >1. vindt u op pag. 583.
PEN tweetal uitspraken van de minister tijdens
deze begrotingsbehandeling, die ons opvielen,
willen we hier nog graag releveren. „De kosten
stijgingen in de landbouw in de komende jaren zijn
niet uitsluitend op te vangen door prijsverhogin
gen" stelde de minister naar aanleiding van de
vaststelling van de melk- en vleesprijzen. Hij ver
volgde: „Deze illusie moet de Nederlandse boeren
stand echt eens één keer kwijt raken".
We dachten dat de Nederlandse boerenstand
deze verbeelding allang was kwijtgeraakt
Bovendien de werkelijkheid van de E. E. G. laat
daar waar E. E. G.-prijzen zijn vastgesteld maar
een vage mogelijkheid om kostenstijgingen op te
vangen. En dit verontrustende is toch bekend.
Wel bestond de illusie, althans bij ons, dat daar
waar nog slechts van een prijsvork in E. E. G.-ver-
band sprake is, de minister de ruimte zou benut
ten, ten behoeve van een versterking van de posi
tie van de Nederlandse boerenstand. Natuurlijk
speelt bij de prijsbepaling de afzetmogelijkheid
van onze agrarische produkten een rol van beteke
nis. Maar de vraag blijft of de uitkomst niet an
ders had moeten zijn. Want het is toch maar een
halve definitie
De andere uitspraak van de minister die ons op
viel was dat „de overheid er is om de zwakke te
steunen". Wij dachten dat, zeker in de huidige
overgangstijd, de overheid de taak had de ge
hele ontwikkeling in de landbouw te begeleiden.
En hierbij moet toch in de eerste plaats de nor
male rentabiliteit in het oog worden gehouden.
Verder hebben we nog steeds de illusie dat ook
net als in het buitenland aan de kostenkant ook
wel iets gedaan kan worden.
Als we deze uitgangspunten niet vasthouden
krijgt de dagbladpers gelijk, die zich vorige
week tot tweemaal toe verschreef over het O-
en S-fonds en er het Ondersteunings- en Sane
ringsfonds van maakte
We kunnen ons de verschrijving wel indenken.
De ontwikkelingskant van jiet fonds blijft nog in
belangrijke mate een zaak voor de boer en tuinder
alleen.
Dat is de werkelijkheid
Pr.