De maand juni Zeeuwse Landbouwbedrijf 557 op het door M. VAN GASTEL Suikerbieten VRIJDAG 4 JUNI 1965 NATUURGETROUW is het ieder jaar zo, dat in de eerste week van juni de eerste tarwe- en zomergerstaren, alsook de eerste vlas- en erwtebloemetjes zich laten zien. Ondanks de vele regen in april en begin mei zal ook dit jaar deze natuurregel wel opgaan. Hoewel op vele later gezaaide percelen de achterstand ten opzichte van deze datum vrij behoorlijk zal kunnen zijn. Voorheen moest gerekend worden dat in de maand juni In onze hakvruchten nog veel gewied ("gehakt) moest wor den. Deze mechanische onkruidbestrijding wordt gelei delijk maar in een vrij snel tempo vervangen door de chemische bestrijding. Dit dient in de meeste gevallen direkt, of kort na het zaaien, voor de opkomst of vrij snel na de opkomst van het gewas als het onkruid nog niet aanwezig of in ieder geval zeer klein is, te geschieden. Zo ziet het er naar uit dat het aanvullende handwied- werk vrij spoedig aan de kant zal zijn. In enkele gevallen, namelijk in die gewassen die later gezaaid en/of traag in ontwikkeling zijn, zal indien nodig een chemische onkruidbestrijding toegepast moeten wor den. Verder zal in vele gewassen onze volle aandacht ge vraagd worden voor de chemische bestrijding van ziekten en plagen. Na het wiedwerk in de gewassen dient ook zorg besteed te worden aan de winning van hooi en de verzorging van het grasland. Vele gewassen zijn over een vrij lange periode uitgezaaid. Er zijn dan ook belangrijke verschillen in ontwikkeling te konstateren, daarnaast zijn er ook grote verschillen in stand. In een artikel in dit zelfde blad van vorige week is ge schreven over de mogelijke uitspoeling van de stikstof door de vele regen. Daarnaast is geadviseerd op welke gronden, bij welke gewassen en onder welke omstandigheden een extra overbemesting nog noodzakelijk was. We moeten er op rekenen dat lang niet in alle gevallen de achter gebleven plekken met stikstof zijn bij te werken. Plekken die tijdelijk onder water hebben gestaan, wend akkers en rijstroken kunnen door de vele regen zo'n slechte struktuur hebben gekregen dat de extra gift niet heeft geholpen. De oorzaak moet dan gezocht worden in de slechte wortelontwikkeling van de planten. Bovendien is de kans aanwezig dat op zulke plekken nog meer gebreken voor de dag komen, doch die in wezen alle het gevolg en terug te voeren zijn op de verregende en daardoor kapot gemaakte struktuur van de grond. Granen Alleen in de allerjongste percelen zomertarwe en zomergerst kan het nog noodzakelijk zijn een bespuiting met MCPA tegen distels uit te voeren. Meer aandacht zal deze zomer gevraagd worden voor de bestrijding van de tarwe- stengelgalmug. In Zeeuwsch-Vlaanderen is de eerste galmug reeds op 20 mei in een daartoe geplaatste vangbak aangetroffen. In Oost Zuid-Beveland werd de eerste op 24 mei gekonstateerd. Aan de hand van deze gegevens moeten we aannemen dat bij het verschijnen van dit blad voor deze ge bieden mogelijk reeds tot chemische bestrijding is geadviseerd of binnen kort geadviseerd zal worden. Via waarschuwingskaarten of voorlichtings- brieven, eventueel via de radio zal hier tijdig op geattendeerd worden. Erwten Hier kan alleen in de late erwten nog een chemische onkruidbestrijding DNBP uitgevoerd worden. Grote onkruidplanten worden niet meer gedood, het is echter wel zo dat ze in vele gevallen niet meer tot zaadvorming komen. Het eerste insekt dat aandacht opeist is de knopmade. Dient hier een bestrijding tegen uitgevoerd te worden, dan is dat enkele dagen voor de bloei. Het te gebruiken middel is 2V2 liter DDT 25 per ha. Indien een tweede bespuiting uitgevoerd moet worden dient dit na 810 dagen plaats te vinden. Halverwege de bloei kan 15 kg mangaansulfaat verspoten worden. Dit is vooral van belang op de kalkrijke gronden, waar de noodzaak bij de schokkers i.v.m. de grotere kans op kwade harten groter is dan bij de kleine groene. Wanneer het noodzakelijk is om een 2e maal met mangaansulfaat te spuiten kan deze bespuiting gelijktijdig met de eerste bestrijding van de peulboorder worden uitgevoerd. Het tijdstip voor de eerste bestrijding tegen het rupsje van de peulboor der is wanneer langs de perceelsranden de eerste peulen beginnen te zwel len. Als bestrijdingsmiddel dient 1.6 kg of liter parathion gebruikt te wor den. Een 2e bespuiting moet uitgevoerd worden wanneer de erwten in de onderste peulen langs de perceelsranden voor zijn gevuld. Bij konservenerwten dient 10 dagen voor de oogst niet meer gespoten te worden. Overleg over het tijdstip van oogsten is dan ook zeer belangrijk. Bonen Ongeveer 10 dagen na de opkomst van de bonen kan hierin met S4 kg Ivosit of 7Va liter DNBP tegen het onkruid gespoten worden. Veel water, een grove druppel gebruiken en toepassen bij een hoge luchtvochtigheid is gewenst. Spuiten tegen de avond geeft de beste resultaten. Midden bloei is het juiste stadium van spuiten om Mangaangebrek te voorkomen In dit gewas kunnen twee ziekten voorkomen, deze worden vrij sterk bepaald door de gemaakte rassenkeuze. De vetvlekkenziekte kan met koper bestreden worden, de vlekkenziekte met zineb. Zonodig kunnen deze mid delen indien voor sommige rassen noodzakelijk, ook gelijktijdig gespoten worden. R.L.V.D. - GOES Verwijder de wilde haver voordat het deze ontwikkeling bereikt. Vlas In deze maand dienen we in het vlas alleen nog te letten op het voor komen van thrips. Goede kontrole is noodzakelijk daar de schade in enkele dagen vrij groot kan zijn. Op vele percelen is de stand thans zodanig dat belemmering van de groei niet geriskeerd mag worden. Voor de bestrijding van de thrips kan een keuze gemaakt worden uit parathion, dieldrin of heptachloor. Kar wij Reeds in de laatste dagen van mei kwamen plaatselijk enkele rupsjes van de karwijmot voor. Een bestrijding met de landmachine is niet meer mogelijk, zodat voor de bestrijding met parathion of DDT vloeibaar van het vliegtuig gebruik moet worden gemaakt. Graszaad Indien dit nog mogelijk is kan nog in het graszaad geselecteerd worden, plaatselijk schijnt nogal duist in te sterke mate voor te komen. Of op het eind van deze maand de eerste percelen veldbeemd reeds gemaaid kunnen worden, is thans nog moeilijk te beoordelen. Aardappelen Het verschil tussen de eerst en laatst gepote aardappelen is vrij groot. In een deel van de vroeg gepote kwam nu na de regen nogal wat onkruid voor, waarvoor om dit te vernietigen verschillende bewerkingen nodig wa ren. Noodzakelijkerwijze dienen via meerdere bewerkingen de aarclaooel- ruggen weer op hoogte te worden gebracht. Uit een onderzoek is gebleken dat bij meerdere bewerkingen, in dit geval dus aanaarden, de hoeveelheid losse grond in de ruggen niet noemenswaardig meer toeneemt. Door de druk van de trekkerbanden gaat soms nogal wat losse grond verloren. Op de percelen die in één of twee keren op hoogte zijn gebracht en daar na voor de opkomst tegen het onkruid zijn gespoten, hebben we over het algemeen bereikt dat de aardappelruggen nu schoon zijn. Wanneer de aardappelen in de rij elkaar gaan raken zal begonnen moeten worden met de bestrijding van de Phythophthora. In de vroeg gepote aard appelen zal dit waarschijnlijk nog 2 x in juni zijn. Voor de laat gepote zal dit wellicht maar éénmaal in deze maand zijn. Voor deze bestrijdingen kan gebruik gemaakt worden van zineb, maneb of maneb-tin. Voor de vol gende bestrijdingen kan overgegaan worden op tin of koper. De chemische onkruidbestrijding van de bieten heeft dit jaar overal goed voldaan. Hoewel niet alle onkruiden even goed bestreden zijn, behoeven we alleen na deze vele regen te denken aan het idee, wanneer in de suiker bieten geen chemische onkruidbestrijding was toegepast. Algemeen wordt 4 kg Pyramin per ha genoemd als norm. Voor de allerlichtste gronden blijkt deze hoeveelheid vrij dikwijls wat te hoog te zijn. Dit is dan te kon stateren in een groeiremming en een wat steile lepelvormige stand van de bladeren. Na enige tijd herstelt het gewas zich geheel. In vele gevallen was de noodzaak om na het dunnen nog wat na te wie den niet groot, hoewel men dit traditiegetrouw vrijwel op dezelfde ma nier uitvoert als voorheen. Ook bij dit stadium is dit geheel wieden niet als een noodzaak te beschouwen. Werd voorgaande jaren soms reeds in de maand mei het noodzakelijk geacht om de perzikbladluizen in de bieten te bestrijden, tot op dit moment zijn deze praktisch nog niet gekonstateerd. Ondanks dit late tijdstip kan het in de eerstvolgende weken nog wel gewenst zijn om een bestrijding toe te passen. Via waarschuwingskaarten en per radio zal hier tijdig aandacht aan. besteed worden. Op dit tijdstip werden plaatselijk reeds eitjes van de biete- vlieg" gevonden. In welke mate of dit zich uitbreidt is sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Er zijn hiervoor verschillende «niddelen beschik baar, in vele gevallen zullen de systemische middelen de voorkeur verdie nen i.v.m. de mogelijk gelijktijdige bestrijding van de bladluizen. Uien Bij vochtig warm weer worden de kansen op aantasting van valse meel dauw in dit gewas vrij groot. Het is dan ook gewenst om tijdig met de voorbehoedende bespuitingen te beginnen. Ze dienen om de 7 a 10 dagen herhaald te worden en kunnen uitgevoerd worden met 3 kg zineb per ha. Grasland De grasgroei is dit voorjaar vrij goed geweest. Het blijkt dat er iets min der voor hooi zal worden gemaaid als aanvankelijk werd gedacht. Reeds in de laatste dagen van mei werd een enkel perceel voor hooi gemaaid. Het (Zie verder pag. 561)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 5