Rundveemesterij of Melkveehouderij 7 563 Door R. C. C. DE BRUYCKERE CONCLUSIES Korte wenken VRIJDAG 4 JUNI 1965 R. L. V. D. AXEL De laatste tijd worden er nogal eens vra gen gesteld vooral als gevolg van de hogere rundveeprijzen naar de rentabili teit van melkvee ten opzichte van mest- vee op onze gemengde bedrijven. Door middel van enkele begrotingen, die grotendeels gebaseerd zijn op praktijkge- gevens, wordt in dit artikel getracht deze vragen zo objektief mogelijk te beantwoor den. UITGANGSPUNTEN: Uitgegaan wordt van een gemengd akkerbouwbedrijf waar gewassen als suikerbieten, vlas, peul vruchten e.d. verbouwd worden, zodat de mogelijkheid van inkuilen van suikerbietenkoppen en blad en stoppelklaver aanwezig is. De rantsoenen zijn volgens de voedernormen van het C. V. B. samengesteld onder gebruikma king van zoveel mogelijk bijprodukten uit de akkerbouwsektor. Aan het melkvee alsmede het jongvee beneden 1 jaar worden ook voederbieten gevoederd. Het vee boven 1 jaar krijgt kuil voer en eventueel pulp. Het mestvee wordt op een leeftijd van 2830 maanden (gedeeltelijk aan het eind van de stal- periode, doch grotendeels in de weideperiode, eind mei begin juni) verkocht. Er wordt aan genomen dat ze dan ongeveer gemiddeld 600 kg levend gewicht wegen. De gewichten op deze leeftijd lopen uiteen van 540 tot 625 kg. Op veel bedrijven wordt clit gemiddelde gewicht ech ter niet bereikt. Er wordt in beide gevallen uitgegaan van een goede weide-exploitatie n.l. een Z. "V.-opbreilgst van 4000 kg per ha. De melkveestapel heeft een verhouding van 4 melkkoeien, 1 kalf en 1 pink/kalfvaars. De overtollige kalveren worden verkocht voor 165,per stuk en de vaarzen en uitstoot van koeien voor 1000, De prijs van de kalveren bij aankoop op het mest veebedrijf is op 175,gesteld. De vergelijking van kosten en opbrengsten heeft voor het melkveebedrijf betrekking op 20 melkkoeien, 5 kalveren en 5 pinken. Voor het bedrijf met mestvee: 22 kalveren, 21 jaarlingen en 21 stuks van 24 30 maanden. Voor de melk is een prijs van 31 cent genomen. Voor vaste kosten (zonder arbeid) is 600,per ha gerekend. Voor grote bedrijven zijn de vaste kosten evenwel aanmerkelijk lager. Het arbeidsinkomen per uur is niet berekend, daar er verschillende methoden van melken, huis vesting en verzorging zijn waardoor het 'aantal uren veel uiteen kan lopen. Het trekken van verkeerde konklusies kan hier het gevolg van zijn. Het kan best zijn, dat het arbeidsinkomen per uur bij de beste vleesprijzen hoger is dan van het melkveebedrijf, maar dit wil daarom nog niet zeggen dat mest.en aantrekkelijker is, omdat bij mesten te weinig uren produktief kunnen worden gemaakt. Kosten van strooisel zijn niet genomen, omdat deze worden verondersteld weg te vallen tegen de waarde van de stalmest. Voor kosten van peulvruchtenstro is de gemiddelde verkoopwaarde aangenomen. Voor ingekuilde stoppelklaver zijn als kosten genomen: zaaizaad alle gemaakte kosten inkl. arbeidsloon. Voor ingekuilde bietenkoppen- en blad zijn als kosten berekend: verkoopwaarde bietenkoppen en blad alle gemaakte kosten inkl. arbeidsloon. Bij verse bietenkoppen- eri blad zijn als kosten genomen: verkoopwaarde arbeidsloon. Bij de kuilvoeders zijn alle kosten toegerekend, omdat op verschillende bedrijven het inkuilen ge heel door de loonwerker geschiedt. MELKVEEBEDRIJF Opbrengsten inkl. verkoop kalveren en uitstoot Toegerekende kosten Totaal saldo Saldo per ha Arbeidsinkomen per ha MESTVEEBEDRIJF Opbrengsten Toegerekende kosten Totaal saldo Saldo per ha Arbeidsinkomen per ha 4200 1 melk per koe 4400 l .melk per koe 4600 1 melk per koe 4800 1 melk per koe 33.200,— 15.500,— ƒ34.440,— 16.080,— 35.680,— 16.670,— 36.920,— 17.265,— 17.700,— 2.045,— 1.445,— 18.360,— 2.120,— 1.520,— 19.010,— 2.195,— 1.595,— 19.655,— 2.270,— 1.670,— ƒ2,30 per kg 28.980,— 21.930,— 2,40 per kg 30.240,— 21.930,— 2,50 per kg 31.500,— 21.930,— 2,60 p. kg 32.760,— 21.930,— 7.05?,— 855,— 255,— 8.310,— 1.010,— 410,— 9.570,— 1.160,— 560,— 10.830,— 1.315,— 715,— Uit deze berekeningen blijkt duidelijk dat het arbeidsinkomen bij melkvee aanmer- kelijk hoger ligt dan bij mestvee. Toch kunnen er omstandigheden zijn dat mes- terij te verkiezen is boven melkveehou derij, b.v. indien de arbeidsbezetting zeer krap is of het grasland ver van het be drijf gelegen is; of als men niet melkvee- minded is, enz. Voor de gezinsbedrijven is het zeer be langrijk dat de aanwezige arbeid geduren de het gehele jaar winterperiode! zo goed mogelijk beloond wordt en dat zal door middel van melkvee beter te realiseren zijn dan door mestvee. Ook voor mesten moet men voldoende feeling hebben en behalve veekenner zijn ook koopmanschap bezitten. Behalve dat het melken rendabeler is, geeft het een vaster en regelmatiger in komen dan bij mestvee. De kapitaalsbehoefte is bij mesterij gro ter dan bij melkvee en is tamelijk groot in vergelijking met de benodigde arbeid. De berekeningen tonen aan dat bij de mesterij saldo's per ha te behalen zijn die gelijkwaardig zijn aan die van granen en dit dikwijls op grond welke als bouwland minder geschikt is. De prijs der kalveren heeft ook invloed op de rentabiliteit. Een mester is gebaat bij lage kalverprijzen; een melker bij hoge. Zowel bij melk- als mestvee is het van groot belang dat er een groot aantal een heden aangehouden worden, om rationeel te kunnen werken. Het overschakelen van melkvee op de mesterij of omgekeerd, dient van tevoren terdege goed bekeken te worden in het kader van de gehele bedrijfsopzet. Op bedrijven met uitsluitend grasland zullen de saldo's bij beide groepen lager zijn, doch de verhouding in rentabiliteit tussen melkvee en mestvee blijft onge veer hetzelfde. Op gezinsbedrijven waar het inkuilen met eigen gezinsleden kan geschieden, wordt het arbeidsinkomen groter, omdat het ar beidsloon welke aan het inkuilen besteed is niet behoeft te worden betaald. Voor grote akkerbouwbedrijven met scheurbaar grasland is het mede ook om arbeidsorganisatorische redenen, geen probleem. Deze kunnen alles scheuren en bietenkoppen en -blad en stoppelklaver verkopen of onderploegen. Voor grotere bedrijven met onscheurbaar grasland zal mesterij meestal de aange wezen weg zijn om grasland en bijpro dukten der akkerbouw rendabel te ma ken. Voor kleinere akkerbouwbedrijven met onscheurbaar grasland en bedrijven op zandgrond met voldoende arbeid zal melkvee meer te verkiezen zijn boven mesterij orri een voldoende groot arbeids inkomen voor de aanwezige arbeids krachten te verkrijgen. O OOR de vele regen in april is blijkens ver richt grondonderzoek vrij veel stikstof uit gespoeld naar diepere grondlagen, zelfs tot 50 a 60 cm diep. Wanneer de granen stikstofgebrek ver tonen, is het nodig zó vlug mogelijk 2040 kg zui vere stikstof in de vorm van kalksalpeter bij te strooien. Vaak ook 'zal dit strooien pleksgewijs moeten gebeuren. fbOMMIGE percelen vlas vertonen een schrale ontwikkeling en verschillende boeren zijn geneigd vlug de kunstmestzak te grijpen. Strooi echter niet te vlug want vaak groeit het vlas te zwaar. Is een aanvulling met stikstof nodig dan kunt u ook 45 kg ureumsulfaat per ha spuiten. De werking hiervan komt overeen met onqeveer 20 kg N. PE wilde haver gaat als een brand door Neder land en het is zaak, dat u hieraan ontkomt. In heel wat streken en op heel wat bedrijven komt deze onkruidplant gelukkig nog weinig of zelfs helemaal niet voor. Zorg dat dat zo blijft, wees steeds paraat en slagvaardig en pluk de even tueel aanwezige planten terstond uit. Bedenk wel, dat verschillende boeren ten onrechte menen nog vrij te zijn. mmOLGENS verricht onderzoek is het op lichte, V doorlatende grond, die vroeg met stikstof is bemest, aanbevelenswaardig op aardappelen en bieten nog wat extra stikstof te geven. Vooral wanneer de structuur in belangrijke mate is ver slechterd, zal dat extra stikstof vragen. Met een extra gift van 20—40 kg zuivere N per ha kunt u veel goeC. maken. y 'li- V"' v* DOORDAT de laatste weken de werkzaam heden almaar ophoopten, wordt gemakke lijk vergeten de electrische afrastering te contro leren. Toch is dat hard nodig, want als de grond droog is dan is de schok al minder krachtig. Groeit er bovendien nog gras of onkruid tegen de draad, dan voelt het vee nauwelijks een schok en is de kans op uitbreken groot. jORIG jaar is er in heel wat erwtengewassen w schade ontstaan door het optreden van de knopmade. Vooral in gebieden of bedrijven waar vorig jaar veel schade was, zal nu een bestrijding noodzakelijk zijn. Let op waarschuwingen en spuit zodra de galmuggen aanwezig zijn met 2'A liter DDT 25 per ha. Dit tijdstip is aangebroken zodra de bloemknoppen uiteen beginnen te wijken. IJ ET wordt nu weer de tijd, dat er ook bij ïïw andere boeren in een andere omgeving of op proefvelden en demonstratiepercelen veel is te zien en te leren. Probeer een middag of avond vrij te maken en deze objecten te gaan bezien. Er is altijd voor u wel wat bij, want de ontwikkeling gaat snel. Bedenk: horen is goed, maarzién is beter. 0 MD AT straks waarschijnlijk ook een bespui ting tegen de peulboorder die de worm stekigheid in erwten veroorzaakt, nodig zal zijn, is het verstandig vroegtijdig een spoor open te leg gen, zodat u zonder schade door het gewas kunt rijden. Een spoor leggen gaat op een vroeg tijdstip beter dan wanneer u dat net voor het bestrijden doet. JU ET aanaarden van de aardappelen moet met fm zorg maar ook met kennis van zaken ge beuren. Tracht een flinke rug te vormen, die niet te spits toeloopt. Zorg er ook voor, dat de over blijvende voor voldoende open is, zodat bij hevige regen het water kan wegzakken. Wees er vooral in een droge periode op bedacht, dat beschadiging van de wortels stilstand in groei betekent.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1965 | | pagina 11