Te weinig
aandacht
TER BEGROETING
Mr. J. VAN AARTSEN
„Officieel orgaan van de Muatschappij tot bevordering van land enTuinbouw en Veeteelt in Zeeland
In een zeer lange regeringsverklaring heeft de
Minister-President de plannen van het nieuwe Ka
binet, nu al weer een aantal weken geleden, bekend
gemaakt. De verleiding is natuurlijk groot om op
allerlei onderdelen in te gaan, maar het lijkt ver
standiger eerst af te wachten wat er van al het ge
zaaide werkelijk boven komt. Slechts wanneer er
concrete voorstellen komen, kan men bijvoorbeeld
beoordelen in hoeverre sommige bewindslieden het
tegenovergestelde gaan verdedigen van wat zij in de
vorige regering beweerden.
Er is echter één opvallend feit. In deze urenlange
verklaring was slechts één volzin aan de landbouw
gewijd. Na vele andere zaken opgesomd te hebben
verklaarde Minister-President Cals, dat de verbete
ring van de structuur van de landbouw een hoge
prioriteit bleef behouden. Dat was wat anders dan
indertijd in het akkoord van Wassenaar, waarin niet
alleen het structuurbeleid genoemd werd, maar het
gehele landbouwbeleid. Wel heeft de bewindsman
na opmerkingen hierover in de Kamer, verzekerd
dat ook het markt- en prijsbeleid in deze prioriteit
begrepen zijn, maar toch zijn wij niet geheel gerust.
Had niet Minister Biesheuvel bij de behandeling van
de landbouwbegroting in de Tweede Kamer gezegd,
dat in de prijzen rust moest komen? De het vorig
jaar plaats gehad hebbende verhogingen waren
spectaculair geweest, maar thans diende een periode
van stabiliteit aan te breken. Stabilisatie, terwijl de
kosten geenszins op hetzelfde peil blijven en grote
groepen van de bevolking steeds hogere inkomens
krijgen, wat op zichzelve zeker toe te juichen valt.
Wij willen gaarne toegeven, dat de structuur
van de landbouw en van vele bedrijven in deze tijd,
waarin mechanisatie en motorisatie tot grotere een
heden drijven, een knelpunt van de eerste orde
vormt. Maar daarnaast dient een prijs- en markt
beleid te zorgen, dat de boerenstand een levenspeil
kan verwerven, dat niet achterblijft bij dat van ver
gelijkbare groepen van de bevolking.
ENGELSE BOEREN OOK ONTEVREDEN
Dit vraagstuk is minstens even knellend en het
doet zich in dezelfde of nog ergere mate voor in vele
ontwikkelde landen. Zelfs in een land als Engeland,
waar de gemiddelde bedrijfsgrootte ver uitgaat
boven die op het vasteland van Europa, zit het op
liet ogenblik behoorlijk scheef.
Zoals men weet had Engeland een landbouw
beleid, waarbij met behulp van toeslagen uit de
schatkist de te lage inkomsten van de boeren wer
den goedgemaakt. Zij kregen namelijk voor hun
produkten slechts de wereldmarktprijzen, maar
kwamen door deze toeslagen, die jaarlijks worden
vastgesteld na overleg met de grote Farmers Union
(landbouworganisatie) toch aan hun trek.
Hoewel dit systeem in principe nog wórdt "toe
gepast, zijn er enkele voor de boeren ongunstige
wijzigingen in aangebracht. Want de produktie van
vele produkten steeg naar de mening van de Engelse
regering te onrustbarend en dat ging de schatkist te
veel geld kosten. Maar daar ook in Engeland de
kosten stijgen en het inkomen der'boeren eerder
achteruit dan vooruit gaat, is de ontevredenheid er
thans groot. Deze uit zich zelfs in een enkele de
monstratie en in aanplakbiljetten, wier opschrift
doen denken aan de Franse. Een ongewoon ver
schijnsel tot nu toe voor de kalme Britten!
EEN ZIN OVER LANDBOUW ONVOLDOENDE
Ook hier dus hetzelfde probleem en daar de
structuur van de Engelse bedrijven veel beter is dan
in vele andere Westeuropese landen, blijkt dat met
structuurverbetering alleen men niet uit de pro
blemen komt. Nog maar 4 van de Engelse be
roepsbevolking werkt in de landbouw! Veel kan er
daar echt niet meer af.
Er is nog een factor, die zorgen baart. Het betreft
het financieringsprobleem van de landbouwbedrij
ven. Met het groter worden van de bedrijven wordt
de financiering vooral voor de jonge boeren moei
lijker. Het aantrekken van vreemd kapitaal is geen
eenvoudige zaak. Ook is het de vraag of men niet
naar nieuwe juridische ondernemingsvormen moet
zoeken, die aangepast zijn aan de behoeften van het
moderne landbouwbedrijf. Vandaar, dat wij de pas
sage in de regeringsverklaring, gewijd aan de land
bouw, niet alleen summier, maar ook onvoldoende
achten.
Er liggen te grote vraagstukken, dan dat men
deze met een versterkte structuurverbetering en een
prijsstabilisatiebeleid kan afdoen. Want men zal
toch een gezonde landbouw moeten behouden. Niet
alleen in het grotere E.E.G.-verband maar ook in
ons kleine land. Juist omdat de concurrentieverhou
dingen in onze wereld van vandaag niet zuiver zijn
en de wereldmarkt van de belangrijke produkten
een chaotisch beeld vertoont, zal men de eigen land
bouw, naastv het gezonder maken, een zekere be
scherming moeten blijven geven. Tezelfdertijd moe
ten wij blijven hopen, dat in wereld verband dege
lijke afspraken gemaakt zullen kunnen worden, op
dat geen dodelijke concurrentie ontstaat, waar noch
de boeren van de grote landen met overschotten,
noch de boeren van de importerende landen mee ge
baat zijn.
Zo hebben wij allen belang bij een goede afloop
afloop van de onderhandelingen, die in het kader
van de Kennedy-Ronde aan de gang zijn. Al lijken
de daar behandelde onderwerpen ver van het dage
lijks gebeuren af te staan, toch zal een goede of
slechte afloop wel degelijk het bestaan van onze
boerenstand in de komende jaren beïnvloeden.
Mr. J. F. G. SCHLINGEMANN.
Gaarne willen wij in ons blad de nieuwe Commissaris van de Koningin in de provincie Zeeland welkom
heten. Mr. Van Aartsen is uit Zeeuwse ouders geboren en hij kent Zeeland mede uit dien hoofde wel.
De nieuwe Commissaris is 55 jaar oud. Hij heeft een voortreffelijke staat van dienst uit bestuurlijk
oogpunt, die uiteindelijk culmineerde in de funkties van minister van Volkshuisvesting en Bouwnijver
heid en die van Verkeer en Waterstaat. De laatste funktie, die het verst in het geheugen ligt, heeft hij
met grote ijver en volharding waargenomen onder moeilijke omstandigheden, n.l. met een (te) krap
budget. In een eerder stadium heeft Zeeland aan de nieuwe Commissaris de snelle goedkeuring van het
Oosterscheldebrugplan te danken.
Mr. Van Aartsen komt naar Zeeland op een moment dat er zeer veel gaat veranderen. Dit zal hoge
eisen stellen aan het te voeren beleid; hij beschikt daartoe over veelzijdige ervaring. Zo zal Zeelands
aansluiting op het gebied van de randstad Holland worden verkregen; anderzijds zal dit niet tot te
grote afhankelijkheid mogen leiden en zal onze provincie niet overspoeld mogen worden door krachten
en machten van elders. Integratie zij liet doel, met waardering van de eigen inbreng.
De Zeeuwse Landbouw Maatschappij biedt de heer en mevrouw Van Aartsen zijn bijzondere geluk
wensen aan en wenst hun een zegenrijk arbeidsveld in Zeeland.